Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Wettelijke kennisgevingen en veiligheidsvoorschriften
- Kennisgeving met betrekking tot software
- Kennisgeving
- Wat betreft handelsnamen
- Licentieovereenkomsten
- Compliance and Conformity
- Veiligheidsinformatie
- Laserveiligheid
- Laserkennisgeving
- Radiofrequentiezender
- Radio Tag Technologie
- Waarschuwingsetiketten
- CDRH-voorschriften
- Ozonconcentratie
- Veiligheidsinstructies met betrekking tot het ontkoppelen van de stroom
- Canadian Department of Communications Compliance Statement
- Avis de conformité aux normes du ministère des Communications du Canada
- EN ISO 7779
- Afwijzing van verantwoordelijkheid
- Energiebesparingfunctie
- Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
- Overige voorzorgsmaatregelen
- Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
- Over de gebruikershandleiding
- Conventies
- 1 Onderdelen van de machine
- 2 Afdrukken
- Netwerkinterfaceparameters wijzigen
- Een Netwerkinterface-statuspagina afdrukken
- Printerdriver installeren
- Afdrukken vanuit applicaties
- Status Monitor
- Software verwijderen (Windows PC)
- 3 Onderhoud
- 4 Problemen oplossen
- 5 Specificaties
2-12 Afdrukken
Snelle modus
In Snelle modus detecteert het installatieprogramma automatisch de
printer wanneer deze aan staat. Gebruik Snelle modus voor standaard
verbindingsmethodes.
1 Selecteer in het selectievenster voor de installatiemethode Snelle
modus. Het venster voor afdruksysteemdetectie verschijnt en het
installatieprogramma detecteert de aangesloten printers. Indien het
installatieprogramma geen afdruksysteem detecteert, controleer dan
of het afdruksysteem is aangesloten via USB of een netwerk en of het
is ingeschakeld. Keer vervolgens terug naar het venster voor
afdruksysteemdetectie.
2 Selecteer het afdruksysteem dat u wilt installeren, en kies Volgende.
3 U kunt de afdruksysteemnaam aanpassen in het installatie-
instellingenvenster. Deze naam zal worden weergegeven in het
printervenster en in de printerlijsten weergegeven in applicaties.
Specificeer of u de afdruksysteemnaam wilt delen of het
afdruksysteem als bestaande printer wilt instellen en klik op
Volgende.
BELANGRIJK Stap 3 verschijnt enkel indien het afdruksysteem
is verbonden via een netwerk. Hij verschijnt niet indien het
afdruksysteem is verbonden via USB.
4 Er verschijnt een venster waarin u de instellingen kunt controleren.
Controleer de instellingen nauwkeurig en kies Installeren.
5 Er verschijnt een melding die zegt dat de printer goed is
geïnstalleerd. Kies Exit om de printerinstallatiewizard te verlaten en
terug te keren naar het hoofdmenu van de cd-rom.
Indien het dialoogvenster voor apparaatinstelling verschijnt nadat u
Exit heeft gekozen, kunt u de instellingen specificeren voor
onderdelen zoals optionele functies die in het afdruksysteem zijn
geïnstalleerd. U kunt ook de apparaatinstellingen specificeren nadat
u de installatie heeft verlaten. Zie voor meer informatie
Opmerking Hoewel de informatie die wordt weergegeven in
de installatiedialoogvensters in Windows Vista en Windows
XP lichtjes verschilt, is de installatieprocedure dezelfde.
Opmerking Als de wizard Nieuwe hardware gevonden
verschijnt, kiest u Cancel. Als er een waarschuwingsmelding
bij hardware-installatie verschijnt, kiest u Continue.
Opmerking Als het Windows Beveiliging venster verschijnt,
kies Deze driversoftware installeren.