Operation Manual

112
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de andere
hand de stang C uit zitting E en plaats de steunstang terug in de
klem;
laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte zak-
ken, laat de motorkap vallen en controleer of de motorkap goed is
gesloten door de motorkap op te tillen. De motorkap mag niet
alleen door de beveiliging vergrendeld zijn. Druk in dit laatste
geval de motorkap niet dicht, maar til hem opnieuw op en her-
haal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap vergrendeld is, om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden open gaat.
ATTENTIE
Als de steunstang verkeerd geplaatst wordt, kan de motorkap onverwachts dicht-
vallen.
ATTENTIE
Voer deze handelingen alleen uit als de auto stilstaat.