Operation Manual

11
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat
op het instrumentenpaneel het waarschuwings-
lampje Y branden.
In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand
STOP en vervolgens in stand MAR te draaien; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan
opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de
motor nog niet aanslaat, voer dan zelf een nood-
start uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”) en
wendt u daarna tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die
in de regeleenheid van het systeem moet worden
opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels
(maximaal acht) moet u zich tot de Lancia-dealer
wenden.
Als het waarschuwingslampje
Y
tijdens het
rijden gaat branden
Als het lampje
Y
gaat branden, dan betekent
dit dat het systeem een zelfdiagnose uitvoert
(bijv. bij een vermindering van de spanning).
Als u het systeem wilt controleren, moet u de
auto stilzetten en de contactsleutel in stand
STOP en vervolgens opnieuw in stand MAR
draaien: als er geen enkele storing wordt gevon-
den, gaat het lampje
Y
niet branden.
Als het lampje
Y
blijft branden, moet de hier-
voor beschreven procedure herhaald worden en
de contactsleutel langer dan 30 seconden in
stand STOP worden gezet. Als de storing blijft
bestaan, wendt u dan tot de Lancia-dealer.
Als het lampje
Y
blijft branden, wordt de code
niet herkend. In dat geval moet u de sleutel in
stand STOP en vervolgens in stand MAR draai-
en; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het
dan opnieuw met de andere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, voer dan zelf een
noodstart uit (zie het hoofdstuk
“Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de
Lancia-dealer.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.