Operation Manual

114
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0C0078m
L0C0178m
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in stand MAR
staat en de dimlichten zijn ingeschakeld. Als de auto beladen is, helt
hij achterover. Het gevolg is dat de lichtbundel meer naar boven
schijnt. De stand van de koplampen moet nu worden gecorrigeerd.
Koplampen afstellen
De koplampen kunnen worden afgesteld met de knoppen
en Ò op
het instrumentenpaneel.
Op het display wordt de stand aangegeven.
Stand 0 - één of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage.
Stand 3 - bestuurder + maximale lading in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen telkens als
het gewicht van de lading wijzigt.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De koplampen zijn aangepast aan de eisen van het land waaraan de
nieuwe auto is geleverd. In die landen waarin aan de andere zijde
van de weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende verkeer
niet te verblinden, een gedeelte van de koplampen worden afgeplakt
volgens de aanwijzingen/afmetingen die in de afbeelding zijn aange-
geven; gebruik hiervoor een ondoorzichtige sticker.
De afbeeldingen hebben betrekking op de overgang van een land
waar rechts wordt gereden naar een land waar links wordt gereden.
L0C0179m