Operation Manual

AUTO
L0C0079m
IN-/UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ASR schakelt automatisch in als de motor wordt gestart.
Het in-/uitschakelen van het systeem wordt aangegeven door het ver-
schijnen van een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”).
Tijdens het rijden kan het systeem worden uitgeschakeld en vervol-
gens weer ingeschakeld door schakelaar A in het midden op het
dashboard in te drukken.
Als het systeem is uitgeschakeld, brandt het lampje
op de schakelaar.
Als het ASR tijdens het rijden wordt uitgeschakeld, schakelt het
automatisch weer in als de auto opnieuw wordt gestart.
Schakel het ASR-systeem uit als u met sneeuwkettingen rijdt: onder
deze omstandigheden levert het doorslaan van de aangedreven wielen
juist meer trekkracht op.
120
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIE
De prestaties van het systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden onnodige
en onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer. De verantwoordelijkheid voor de verkeers-
veiligheid ligt altijd en overal bij de bestuurder van de auto.