Operation Manual

149
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
AIRBAGS VOOR
De auto is uitgerust met airbags voor aan
bestuurders- en aan passagierszijde, met headbags
(voor bescherming van het hoofd) en als optional
met zij-airbags voor (sidebags);
De airbags voor (bestuurder en passagier)
beschermen de inzittenden voor bij een middelzware
frontale botsing, door het opblazen van een
luchtkussen tussen de inzittende en het stuurwiel of
het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere
soorten botsingen (zijdelings, van achter, over de
kop slaan, enz), betekent dit niet dat het systeem
niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid
ervoor, indien nodig, dat het kussen wordt
opgeblazen. Het kussen blaast onmiddellijk op,
waardoor het lichaam van de inzittenden voor
wordt opgevangen en de kans op letsel beperkt
wordt. Direct daarna loopt het kussen weer leeg.
De airbag voor (bestuurder en passagier) is geen
vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgordels.
Bovendien is het dragen van veiligheidsgordels
wettelijk verplicht in Europa (en in de meeste
landen daarbuiten).
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd in contact komen
met een airbag die nog niet volledig opgeblazen is,
waardoor de inzittende minder beschermd wordt.
De airbags voor worden in de volgende gevallen niet
ingeschakeld:
bij frontale botsingen met een ander deel van de
auto dan het front tegen makkelijk vervormbare
objecten (bijv. als het voorspatbord tegen de
vangrail of in een sneeuwhoop enz. komt);
als de auto onder andere auto’s of
veiligheidsvoorzieningen schuift (bijvoorbeeld
onder vrachtwagens of de vangrail) omdat geen
enkele aanvullende bescherming wordt geboden
op de veiligheidsgordels. Als de airbag in deze
gevallen niet geactiveerd wordt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed functioneert.
ATTENTIE
Plak geen stickers of andere objecten op het stuurwiel, op het deksel van de airbag
aan passagierszijde of de bekleding van de headbags aan de zijkant. Plaats geen
voorwerpen op het dashboard aan passagierszijde omdat deze het correct openen
van de airbag kunnen hinderen.