Operation Manual

156
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
F
(met de
sleutelschakelaar voor uitschakeling van de airbag voor aan passagierszijde in
stand ON) enkele seconden knipperen, om u eraan te herinneren dat de airbag aan passagierszijde
bij een botsing wordt geactiveerd. Hierna moet het lampje doven.
De airbag voor treedt in werking als de botsing zwaarder is dan een botsing
waarbij alleen de gordelspanners worden geactiveerd. Bij aanrijdingen die tussen
die twee drempelwaarden in liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling. De
inzittenden worden uitsluitend door de veiligheidsgordels beschermd bij frontale
botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdingen en als de auto over de kop slaat. De
gordels moeten dus altijd gedragen worden.
Haak geen harde voorwerpen aan de kledinghaakjes en aan de steunhandgrepen.
De stoelen mogen niet met water worden afgenomen of met stoom worden gereinigd
(met de hand of in een automatisch wasapparaat).
ATTENTIE
ATTENTIE
ATTENTIE
ATTENTIE