Operation Manual

179
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Lampje o.h.
instrumenten
paneel
Weergave op het
multifunctionele display
Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het trekken van een aanhanger bergopwaarts of met
volbeladen auto): verlaag de snelheid en breng, als het lampje blijft
branden, de auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3 minuten met draaiende
motor en geef iets gas voor een snellere circulatie van de koelvloeistof.
Zet vervolgens de motor uit. Controleer het vloeistofniveau zoals
hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstandigheden is het raadzaam de
motor enkele minuten te laten draaien met iets ingetrapt gaspedaal
voordat u de motor uitzet.
ESP (ELECTRONIC STABILITY PROGRAM)
(indien aanwezig) (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Als het lampje niet dooft of tijdens het rijden blijft branden (op het
display verschijnt ook een bericht), wendt u dan tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
u
á