Operation Manual

182
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Lampje o.h.
instrumenten
paneel
Weergave
op het multifunctionele display
knipperend lampje - duidt op een mogelijke beschadiging van de
katalysator (zie EOBD-systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en
bediening”)
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten zodat de
motor met lage toerentallen draait en het lampje niet meer knippert; u
kunt met matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandigheden moeten
worden vermeden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van
het lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot de Lancia-dealer.
U
Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje
U
gaat niet branden of het gaat branden of
knipperen tijdens het rijden, wendt u dan zo snel mogelijk tot de Lancia-dealer. De werking van het
lampje
U
kan worden gecontroleerd met behulp van speciale apparatuur van de verkeerspolitie. Houdt
u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.
STORING IN MOTORMANAGEMENTSYSTEEM EOBD (benzine-
uitvoeringen) (geel)
Als u onder normale omstandigheden de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na het starten van de motor moet het
lampje doven. Het lampje gaat eerst branden om de juiste werking ervan
aan te geven.
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden (op het
display verschijnt ook een bericht):
constant branden - duidt op een defect in het inspuit-/ontstekings-
systeem; dit kan tot gevolg hebben dat de prestaties verminderen, de
auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt.
U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van de
motor te eisen of met hoge snelheid te rijden. Als u te lang doorrijdt met
een brandend waarschuwingslampje kan dat schade veroorzaken. Wendt
u zo snel mogelijk tot de Lancia-dealer.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing wordt door het
systeem in het geheugen opgeslagen.
U