Operation Manual

STARTEN MET EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu,
die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk:
Verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide
accu’s met een startkabel.
Sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de
hulpaccu en op de massakabel
E
op de motor of de ver-
snellingsbak van de auto die gestart moet worden.
Start de motor.
Neem als de motor draait, de kabels in de omgekeerde volg-
orde los.
Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan niet probe-
ren maar wendt u tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen het explosieve gas ontsteken dat
uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan boord
van een andere auto, mogen tussen deze auto en de auto met de lege
accu niet per ongeluk metalen delen met elkaar in verbinding staan.
194
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
L0C0100m
Gebruik voor een noodstart beslist nooit een acculader. Hierdoor kunnen de elektronische systemen
en de regeleenheden die de inspuiting en ontsteking regelen, beschadigd worden.
Laat deze procedure door gespecialiseerd personeel uitvoeren. Onjuiste hande-
lingen kunnen leiden tot vonken en ernstige beschadiging van de accu. De vloei-
stof in de accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact met de huid of de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu met open vuur of een brandende sigaret en veroorzaak geen von-
ken.
ATTENTIE