Operation Manual

Stop zo snel mogelijk bij een lekke band en ver-
wissel het wiel om beschadiging van de band, de
velg, de wielophanging en de stuurinrichting te
voorkomen.
Banden verouderen, ook als zij weinig of nooit
gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op
de wangen geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder een auto
gemonteerd zijn, moeten dan ook door een spe-
cialist worden gecontroleerd. Dit geldt in het bij-
zonder voor het reservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of banden,
waarvan de herkomst onbekend is.
Bij de montage van een nieuwe band moet ook
het ventiel vernieuwd worden.
Om een gelijke slijtage van de banden op de
vooras en de achteras te verkrijgen, is het raad-
zaam de banden om de 10.000 ÷ 15.000 km
van as te verwisselen. Hierbij moeten de banden
aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd blij-
ven, zodat een omkering van de draairichting
wordt voorkomen.
246
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning.
ATTENTIE
Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor er onherstel-
bare inwendige schade aan de band kan ontstaan.
ATTENTIE
Verwissel de banden niet kruiselings, waarbij de banden van de rechterzijde aan
de linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
ATTENTIE
Voer geen lakwerkzaamheden uit bij lichtmetalen velgen die een temperatuur ver-
eisen boven 150°C. De mechanische eigenschappen van de wielen kunnen hier-
door in gevaar worden gebracht.
ATTENTIE