Operation Manual

SNELLE VERWARMING
Ga als volgt te werk:
sluit alle luchtroosters op het dashboard;
draai knop B in het rode gebied;
draai knop A in stand 4 -;
draai knop D in stand .
SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING VAN
DE RUITEN VOOR (VOORRUIT EN ZIJRUI-
TEN)
Ga als volgt te werk:
draai knop B in het rode gebied;
draai knop A in stand 4 -;
draai knop D in stand -;
schakel de luchtrecirculatie uit door knop E in
stand Ú te zetten.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een stand
gekozen worden waarbij het comfort optimaal
blijft.
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij regen
en/of bij grote verschillen in interieur- en buiten-
temperatuur, raden wij u de volgende procedure
aan om het beslaan van de ruiten te voorkomen:
schakel de luchtrecirculatie uit door knop E in
stand Ú te zetten;
draai knop B in het rode gebied;
draai knop A in stand 2;
draai knop D in stand - of in stand ƒ als de
ruiten niet beslagen zijn.
ONTWASEMING/ONTDOOIING ACHTERRUIT
EN BUITENSPIEGELS (indien aanwezig)
Druk op knop C voor het inschakelen van deze
functie: als deze functie wordt ingeschakeld, gaat
het lampje op de knop branden.
De functie schakelt na ongeveer 30 minuten auto-
matisch uit. Druk opnieuw op knop C om de func-
tie eerder uit te schakelen.
BELANGRIJK Plak geen stickers of andere plaatjes
op de elektrische weerstandsdraden aan de binnen-
zijde van de achterruit, om beschadiging van de
achterruitverwarming te voorkomen.
66
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING