Operation Manual

verwarming van het interieur en voorkomt het even-
tuele beslaan van de ruiten.
De ingestelde luchtverdeling wordt aangegeven
door een brandend lampje op de geselecteerde
knoppen.
Als een gecombineerde functie is ingesteld, wordt
na het indrukken van een knop alleen de belang-
rijkste functie van de ingedrukte knop geactiveerd.
Als daarentegen een knop van een reeds ingestelde
functie wordt ingedrukt, dan wordt die functie uit-
geschakeld (het betreffende lampje dooft).
Voor het hervatten van de automatische werking
van de luchtverdeling na een handmatige instelling,
moet knop AUTO worden ingedrukt.
Als de bestuurder kiest voor luchtverdeling naar de
voorruit, wordt ook de luchtstroom aan passagiers-
zijde automatisch naar de voorruit geleid. De pas-
sagier kan vervolgens een andere luchtverdeling
kiezen door de betreffende knoppen in te drukken.
Knoppen voor het regelen van de aanjagersnel-
heid L
Als u op knop p drukt, wordt de aanjagersnelheid
verhoogd of verlaagd en daarmee de hoeveelheid
lucht die in het interieur wordt gevoerd om de
gewenste temperatuur te handhaven.
De aanjagersnelheid wordt weergegeven door ver-
lichte streepjes op het display
Maximum aanjagersnelheid = alle staafjes ver-
licht
Minimum aanjagersnelheid = één staafje verlicht
De aanjager kan worden uitgeschakeld, maar alleen
als u de aircocompressor hebt uitgeschakeld met
knop B.
BELANGRIJK Voor het hervatten van de automati-
sche werking van de aanjager na een handmatige
instelling, moet knop AUTO worden ingedrukt.
77
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING