Operation Manual

80
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Knop voor uitschakeling aircocompressor B
Als u op knop
ò
drukt als het lampje op de knop
brandt, wordt de aircocompressor uitgeschakeld en
dooft het lampje. Als u nogmaals op de knop drukt
als het lampje gedoofd is, wordt de inschakeling
van de compressor weer automatisch door het sys-
teem geregeld; dit wordt aangegeven door het gaan
branden van het lampje op de knop.
Als u de aircocompressor uitschakelt, wordt de
recirculatie uitgeschakeld om het eventuele beslaan
van de ruiten te voorkomen. Ook als het systeem
de ingestelde temperatuur kan handhaven, ver-
dwijnt het opschrift FULL van het display. Als het
systeem de ingestelde temperatuur echter niet meer
kan handhaven, gaat de temperatuur knipperen en
dooft ook het opschrift AUTO.
BELANGRIJK Met uitgeschakelde aircocompressor
is het niet mogelijk lucht in het interieur in te voe-
ren met een temperatuur die lager is dan de bui-
tentemperatuur; bovendien kunnen (in bijzondere
omstandigheden) de ruiten zeer snel beslaan omdat
de lucht niet gedroogd kan worden.
De uitschakeling van de aircocompressor blijft in
het geheugen opgeslagen, ook na het afzetten van
de motor.
De automatische werking van de aircocompressor
wordt automatisch hervat als u opnieuw knop
ò
of
knop AUTO indrukt.
Als bij uitgeschakelde compressor de buitentempe-
ratuur hoger is dan de ingestelde temperatuur, kan
het systeem niet aan de wens voldoen. Dit wordt
als volgt aangegeven: de ingestelde temperatuur
knippert enkele seconden op het display en vervol-
gens dooft het opschrift AUTO.
Als de compressor is uitgeschakeld kan de aanja-
gersnelheid handmatig op nul worden gezet. Als de
compressor bij draaiende motor wordt ingescha-
keld, kan de aanjagersnelheid niet onder de mini-
male waarde (één streepje op het display) zakken.