Operation Manual

82
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Knop voor ontwaseming/ontdooiing achterruit
en buitenspiegels G
Als u deze knop indrukt, dan worden de achterruit-
en de spiegelverwarming ingeschakeld. Het lampje
op de knop gaat branden als deze functie wordt
ingeschakeld.
De functie schakelt na ongeveer 30 minuten auto-
matisch uit, of als opnieuw de knop wordt inge-
drukt. De functie wordt ook uitgeschakeld als u de
motor uitzet en blijft uitgeschakeld als u de motor
opnieuw start.
BELANGRIJK Plak geen stickers of andere plaatjes
op de elektrische weerstandsdraden aan de binnen-
zijde van de achterruit, om beschadiging van de
achterruitverwarming te voorkomen.
Systeem uitschakelen (OFF) E
Het systeem schakelt uit als u op knop E drukt.
Op het display verschijnt alleen de indicatie dat de
recirculatie is ingeschakeld í.
Als het systeem is uitgeschakeld:
zijn alle lampjes gedoofd;
zijn de displays van de ingestelde temperaturen
donker;
is de recirculatie ingeschakeld, waarbij geen
lucht van buiten binnenkomt;
is de aircocompressor uitgeschakeld;
is de aanjager uitgeschakeld.
Ook bij uitgeschakeld systeem kan de achterruit-
verwarming op de normale manier worden in- of
uitgeschakeld.
De regeleenheid van de klimaatregeling slaat de
instellingen van het systeem in het geheugen op
voordat het systeem wordt uitgeschakeld. Als u ver-
volgens op een willekeurige knop drukt (behalve de
knop van de achterruitverwarming) worden de
functies weer hersteld. Als de functie van de inge-
drukte knop niet was ingeschakeld voor de uitscha-
keling, dan wordt deze functie ook geactiveerd; als
deze daarentegen was ingeschakeld, blijft de functie
gehandhaafd.
Als u de volledig automatische werking van het sys-
teem weer wilt inschakelen, druk dan op knop
AUTO.
Wasemsensor (indien aanwezig)
Op de auto, aan de onderzijde van de achteruitkijk-
spiegel, is een sensor geplaatst die signaleert wan-
neer de ruit begint te beslaan en ingrijpt zodat
altijd een goed zicht wordt behouden.
Het systeem reageert als de vooruit begint te
beslaan bij bepaalde weersomstandigheden (bij-
voorbeeld lage buitentemperatuur of hoge lucht-
vochtigheid), zodat een goed zicht wordt behouden.