Operation Manual

92
VEILIGHEID
STARTEN EN
WEGRIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
CRUISE-CONTROL (snelheidsregelaar)
(indien aanwezig)
Dit is een elektronisch hulpmiddel, waardoor de auto (bij een snel-
heid boven 30 km/h) op lange rechte en droge trajecten (bijv. auto-
snelwegen) met een constante en vooraf ingestelde snelheid blijft rij-
den, zonder het gaspedaal te hoeven bedienen. Het gebruik van dit
systeem biedt geen voordelen in druk verkeer. Gebruik dit systeem
niet in de stad.
SYSTEEM INSCHAKELEN
Draai draaiknop A in stand ON.
Het systeem kan alleen worden ingeschakeld in de vierde of vijfde
versnelling. Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruise-control de
snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen snelheid.
Als het systeem is ingeschakeld, brandt het controlelampje
Ü
en ver-
schijnt er een bericht op het instrumentenpaneel.
L0C0069m