Operation Manual

165
WITBALANS
In de digitale fotografie zorgt de witbalans voor een neutrale
kleurweergave bij elk licht. De kleur die als wit moet worden
weergegeven, wordt vooraf in de camera ingesteld.
Bij de Leica M kunt u hiervoor uit tien verschillende instellingen
kiezen:
Automatic – voor de automatische regeling, die in de meeste
situaties neutrale resultaten oplevert.
Zeven vaste voorinstellingen voor de meest voorkomende
lichtbronnen,
Daglicht, - bijv. voor buitenopnamen in de zon,
Wolken, - bijv. voor buitenopnamen bij bewolkte hemel,
Schaduw, - bijv. voor buitenopnamen met het hoofdmotief in
de schaduw,
Kunstlicht, - bijv. voor binnenopnamen met (voornamelijk)
licht van gloeilampen
TL-buis warm - bijv. voor binnenopnamen met (voornamelijk)
licht van TL-buizen, bijv. voor woonruimten met warm licht van
ca. 2700K dat het licht van gloeilampen nabootst
TL-buis koel - bijv. voor binnenopnamen met (voornamelijk)
licht van TL-buizen, bijv. voor werkruimten en buitenverlichting
met koel licht van ca. 4000K
Flits - bijvoorbeeld voor opnamen met elektronische
flitsbelichting,
Gray card – voor de handmatige instelling door meting en
Color temperature
1
– voor een direct instelbare
kleurtemperatuurwaarde.
Opmerking:
Bij het gebruik van elektronenflitsers die over de technische
mogelijkheden van een System-Camera-Adaption (SCA) van het
systeem 3000 en over de adapter SCA-3502-5 beschikken, of een
overeenkomstig geïntegreerde voet, kan de witbalans voor een juiste
kleurweergave op Automatisch worden gezet.
Wanneer echter andere, niet specifiek op de Leica M afgestemde
flitsapparaten worden gebruikt, die de witbalans van de camera niet
automatisch omschakelen, moet de instelling
Flits worden
gebruikt.
Instellen van de functie
Voor de automatische of een van de vaste instellingen
1. Kies in het Opnameparameter-menu (zie pag. 154/246)
White Balance en
2. in het bijbehorende submenu de gewenste functie.
1
Kleurtemperaturen worden in principe in Kelvin aangegeven.