Operation Manual

190
FLITSMODUS
De Leica M bepaalt het benodigde flitsvermogen door het afgeven van
een of meer meetflitsen in onderdelen van seconden voor de
eigenlijke opname. Direct daarna, bij het begin van de belichting,
wordt de hoofdflits afgegeven.
Alle factoren die de belichting beïnvloeden (bijv. opnamefilters en
wijziging van de diafragma-instelling) worden automatisch
gerespecteerd.
GESCHIKTE FLITSAPPARATEN
De volgende flitsapparaten zijn in combinatie met de Leica M geschikt
voor alle functies die in deze handleiding zijn beschreven, inclusief
TTL-meting:
•Het systeemflitsapparaat Leica SF 58 (bestelnr. 14 488). Met een
maximaal richtgetal van 58 (bij 105mm-instelling), een automatisch
(bij gecodeerde Leica M-objectieven, zie pag. 147) aangestuurde
zoom-reflector, automatische korte tijd-synchronisatie met kortere
sluitertijden dan
1
/
180
s voor HSS-flitsers (zie pag. 194), een naar
keuze inschakelbare tweede reflector, evenals vele overige functies,
is dit apparaat zowel krachtig als veelzijdig te noemen. Dankzij een
vast ingebouwde flitservoet met extra regel – en signaalcontacten,
die een hele reeks gegevens en instellingen automatisch
overdragen, is het zeer eenvoudig te bedienen.
•Het systeemflitsapparaat Leica SF 24D (bestelnr. 14 444). Met zijn
compacte afmetingen en zijn op de camera afgestemde design is
het bijzonder geschikt. Het bezit, evenals de Leica SF 58, een vast
ingebouwde flitsvoet met alle contacten en is vooral ook bijzonder
eenvoudig te bedienen.
•Flitsapparaten die aan de technische voorwaarden van een
System-Camera-Adaption (SCA) van het systeem 3000 voldoen,
met de adapter SCA-3502/1 zijn uitgerust, het richtgetal kunnen
regelen en de HSS-compatibel zijn (zie pag. 194).
Er kunnen echter ook andere, gebruikelijke flitsapparaten met
gestandaardiseerde flitsvoet
2
en ontsteking via het positieve
middencontact (X-contact, 19) worden gebruikt. Wij adviseren het
gebruik van thyristor-geregelde elektronenflitsers.
1
Bij het gebruik van de adapter SCA-3502 -M5 kan de witbalans (zie pag. 165)
voor een correcte kleurweergave op Automatisch worden gezet.
2
Wanneer andere, niet speciaal op de Leica M afgestemde flitsapparaten worden
gebruikt, die de witbalans van de camera niet automatisch omschakelen, moet de
instelling
worden gebruikt (zie pag. 165).