Operation Manual

201
WATERPAS
Dankzij de geïntegreerde sensoren kan de Leica M zijn oriëntatie op
het LCD-scherm (34) weergeven. De betreffende indicatie wordt
opgeroepen, indien nodig. Met behulp hiervan kunt u bij onderwerpen
waarvoor dit van belang is, zoals bijv. architectuuropnamen met
statief, de camera exact op de lengte- en breedte-as uitlijnen.
Instellen van de optie
Selecteer in het hoofdmenu (zie pag. 154/246)
Horizon (pagina
3/sectie
SETUP).
•Op het LCD-scherm verschijnt een verticale schaal en een
horizontale balk. Afwijkingen van de beide nulstanden worden
afgebeeld met rode markeringen en de horizontale oriëntatie langs
de lengte- en breedte-as door een groene markering in het midden.
Bovendien worden de betreffende waarden getoond.
Opmerking:
Het monitorbeeld blijft zo lang zichtbaar totdat het weer wordt
uitgeschakeld met een druk op een van de twee ontspanners (16/18)
of de knop
MENU (21).
GEBRUIKERSPROFIELEN / TOEPASSINGSPROFIELEN
Met de Leica M kunt u naar wens combinaties van alle menu-
instellingen permanent opslaan, bijv. om ze bij terugkerende situaties
/ onderwerpen snel en eenvoudig te kunnen oproepen. Er zijn vier
voorkeuzeprofielen voor dergelijke combinaties mogelijk, plus de
onveranderlijke fabrieksinstelling die u altijd weer kunt oproepen. De
naam van de opgeslagen profielen kunt u wijzigen.
De op deze camera ingestelde profielen kunt u op een andere
geheugenkaart overdragen om ze in andere camerabody's toe te
passen, en u kunt profielen die op een andere kaart zijn opgeslagen
ook naar deze camera overdragen.
Instellingen opslaan / profiel aanmaken
1. Stel de gewenste opties in het menu in.
2. Kies in het Opnameparameter-menu (zie pag. 154/246)
User
profile ,
3. in het submenu
Save as user profile en
4. in het bijbehorende submenu de gewenste geheugenplaats.