Operation Manual

237
DE LEICA M LAAT ZICH NIET ONTSPANNEN.
Er worden zojuist beeldgegevens naar de geheugenkaart
gekopieerd en het buffergeheugen is vol.
De capaciteit van de geheugenkaart is onvoldoende en het
buffergeheugen is vol.
Wis opnamen die niet meer benodigd zijn, voordat u nieuwe maakt.
Er is geen geheugenkaart geplaatst en het buffergeheugen is vol.
DE OPNAME KAN NIET WORDEN OPGESLAGEN.
Is er een geheugenkaart geplaatst?
De capaciteit van de geheugenkaart is onvoldoende.
Wis opnamen die niet meer benodigd zijn, voordat u nieuwe maakt.
HET LCD-SCHERM IS TE LICHT OF TE DONKER.
De kwaliteit van het schermbeeld wordt onder een grote hoek
bekeken altijd minder.
Als u recht naar het LCD-scherm kijkt en het beeld is te donker of
te licht: Stel de helderheid anders in, of gebruik de als accessoire
verkrijgbare, externe elektronische zoeker EVF2 (zie pag. 224).
DE ZOJUIST GEMAAKTE OPNAME WORDT NIET OP HET
LCD-SCHERM GETOOND.
Is (indien de Leica M in de opnamemodus staat) de optie Autom.
Wiederg. (automatische weergave) ingeschakeld?
DE OPNAME KAN NIET WORDEN GETOOND.
Is er een geheugenkaart geplaatst?
Er zijn geen gegevens op de geheugenkaart.
ONDANKS AANSLUITING OP EEN COMPUTER (VIA DE
AANGESLOTEN MULTIFUNCTIONELE HANDGREEP) KUNNEN DE
GEGEVENS NIET WORDEN GEKOPIËERD.
Controleer of computer, multifunctionele handgreep en camera
goed met elkaar zijn verbonden.
DE TIJD EN DATUM ZIJN ONJUIST, RESP. NIET MEER AANWEZIG.
De Leica M is een lange tijd niet gebruikt; vooral als de batterij
verwijderd is geweest.
Plaats een volledig opgeladen batterij.
Stel datum en tijd in.