Operation Manual

109
5. BLUETOOTH HANDSFREE-SYSTEEM
1. Open de Bluetooth-modus
Gebruik MODE of het modusmenu om de Bluetooth-modus te openen.
Het Bluetooth-menu verschijnt, zoals getoond in de afbeelding rechts.
Houd BAND ingedrukt om SHIFT in te schakelen en selecteer daarna.
2. Pairen en verbinding maken
1) Schakel de Bluetooth-modus van de telefoon in;
2) Selecteer het item Finding the Bluetooth Device en open het item.
Als het zoeken is voltooid, zal de naam van het
Bluetooth-apparaat worden getoond (als er een Bluetooth-apparaat is
gevonden). Selecteer het apparaat en open het, de radio toont een
interface en vraagt u om een wachtwoord in te voeren. Voer het
wachtwoord 0000 in en bevestig het. Daarna zal de melding pair
OK verschijnen.
3) Sommige mobiele telefoons kunnen automatisch verbinding maken met het BT-apparaat van het
audiosysteem nadat het pairen is gelukt. Sommige andere mobiele telefoons moeten het gepaide
BT-apparaat selecteren en op de verbindingsknop drukken. Als de verbinding is opgezet, dan zal het LCD
van het audiosysteem de melding LINK OK tonen.
* Als het pairen is mislukt, houd dan PAIR op de afstandsbediening ingedrukt om de pairmodus te openen,
daarna zal het LCD de melding PAIR START tonen. Pair en maak daarna opnieuw verbinding met de
mobiele telefoon.
3. De mobiele telefoon gebruiken om de verbinding te maken of de verbinding te verbreken
Zoek als er verbinding is gemaakt naar gepairde en verbonden Bluetooth-apparaten en druk vervolgens
op de knop verbinding verbreken om de verbinding te verbreken;
Zoek als er geen verbinding is naar gepairde en niet-verbonden Bluetooth-apparaten en druk op de
knop verbinding maken om de verbinding te maken
4. Als er verbinding is gemaakt, dan zal de audio van de telefoon naar het audiosysteem in de auto worden
overgedragen wanneer u een oproep plaatst of ontvangt.
5. Bellen als er verbinding is gemaakt
5.1 Rechtstreeks met de mobiele telefoon bellen.
5.2 Met de afstandsbediening bellen met de volgende procedures:
(1) Voer een telefoonnummer in met de numerieke toetsen 0-9
* Druk, indien nodig, kort op CLEAR om verkeerd ingevoerde cijfers te wissen
(2) Druk kort op TEL om te bellen.
5.3 Het laatst gebelde nummer opnieuw bellen