Operation Manual

INRIJGEN
VAN
DE
BOVENDRAAD
OPHALEN
VAN
DE
ONDERDRAAD
1. Zet
de
persvoethevel
in de
hoogste
stand.
Houd
de draad
los
in
uw linkerhand
en draai
het handwiel
naar
u toe,
OPM ERKI
NG
:
Als
de
onderdraad
niet naar
boven
komt,
moet
u
even
kontroleren
of
er minstens
8
cm
draad uit
het spoelhuis
hangt.
2. Trek
nu losjes
aan
de bovendraad
waardoor
de
onderdraad
naar boven
komt.
3.
Leg
nu
beide draden
onder
de
persvoet
naar
achteren.
REGELEN
VAN
DE
PERSVOETDRUK
Plaats
het
klosje garen
op
de
garenpen
met
de
draad
komend
van
de
achterkant
van
het
klosje.
Trek
de
draad
door
de
achterste
draadgeleider
(fig.
1
),
dan
door
de
draadgeleidingsgleuf
en
dan
door
de
draadgeleider
aan
de
voorkant
van
de
machine.
Houd
het
klosje
garen
vast,
zodat
er
enige
spanning
op
de
draad
blijft
staan (fig.
3).
Trek
de
draad
naar
beneden
door
de
draadspanningsveer
zoals
afgebeeld
in
fig.
4.
Vervolgens
de
draad
weer
omhoog
door
de draadhevel
(fig.
b).
Geleid
dan
de draad
weer
omlaag
naar
de
naald,
waarbij
inrijgen
van
voor
naar
achter
moet gebeuren
(f¡9.6).
De
druk
op de
persvoet
kan
geregeld
worden
door middel
van
de
ingebouwde
drukregelaar
door het
lampkapje
te openen.
Zie afbeelding.
Om de
druk te vermeerderen
draait
u
de schijf
kloksgewijs
en om de
druk
te verminderen
in
tegenovergestelde
richting.
Let
u erop, dat
de draadhevel
in
de
hoogste
stand moet
staan voor
het regelen
van de
persvoetdruk.
Onvoldoende
druk op
de
persvoet
veroorzaakt
een slecht
transport van
het
materiaal
en dientengevolge
overslaan
van
steken
of het
moeilijk geleiden
van
de stof.
Voor
het
naaien
van
dikke of
meerdere
lagen
stof dient
de druk
verminderd
te worden.
Voor
dun
materiaal
moet
de
druk vermeerderd
worden.
Als
een
afdruk van
de
transporteur
of
persvoet
op
de stof
te zien
is,
wijst
dit
op overmatige
druk.
I
I
Fis.
¿
Fis.
s
Fig.
6
Fis.
3
.-
@
@
I
r-------l
Fig.,l
e
Fis.
2