6500e Gebruikershandleiding Juni 2011 Machinetype(n): 4036 Model(len): 310 www.lexmark.
Inhoudsopgave Informatie over veiligheid............................................................................7 Algemene informatie over de printer...........................................................9 Basisfuncties van de scanner.....................................................................................................................9 Informatie zoeken over de scanner...........................................................................................................
Recycling..................................................................................................................................................67 Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen..............................................69 Papier in de printer plaatsen...................................................................................................................69 Papiersoort en papierformaat instellen............................................................................
Faxen.......................................................................................................120 De scanner voorbereiden voor faxen....................................................................................................120 Snelkoppelingen maken........................................................................................................................126 Een fax verzenden....................................................................................................
Aanraakscherm reinigen.......................................................................................................................246 Supplies bewaren..................................................................................................................................246 De status van supplies controleren.......................................................................................................247 Supplies bestellen..........................................................
Problemen bij het faxen oplossen.........................................................................................................302 Probleem met toepassing van het startscherm oplossen.....................................................................306 Problemen met accessoires oplossen...................................................................................................307 Problemen met de papierinvoer oplossen.......................................................................
Informatie over veiligheid Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. Ga voorzichtig te werk bij het vervangen van lithiumbatterijen. LET OP—KANS OP LETSEL: Wanneer de lithiumbatterij niet juist wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Vervang de batterij alleen door hetzelfde of een vergelijkbaar type lithiumbatterij.
LET OP—KANS OP LETSEL: U moet het netsnoer niet snijden, draaien, vastbinden, afknellen of zware objecten op het snoer plaatsen. Zorg dat er geen schaafplekken op het netsnoer kunnen ontstaan of dat het snoer onder druk komt te staan. Zorg dat het netsnoer niet bekneld raakt tussen twee objecten, zoals een meubelstuk en een muur. Als een van deze dingen gebeurt, is er een kans op brand of elektrische schokken. Controleer het netsnoer regelmatig op dergelijke problemen.
Algemene informatie over de printer Basisfuncties van de scanner Wanneer de scanner met de printer wordt geconfigureerd, kunnen grote werkgroepen ermee kopiëren, faxen en scannen naar het netwerk. U kunt: • Snel kopieën maken en specifieke kopieertaken uitvoeren door de instellingen op het aanraakscherm aan te passen. • Een fax naar meerdere faxbestemmingen tegelijkertijd verzenden.
Gewenste informatie Bron Hulp bij de scannersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een scannersoftwareprogramma of -toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op ? om contextgevoelige informatie te bekijken. Opmerkingen: • De Help-bestanden worden automatisch tegelijk met de scannersoftware geïnstalleerd. • De scannersoftware bevindt zich afhankelijk van uw besturingssysteem in de programmamap voor de scanner of op het bureaublad.
• Laat de volgende aanbevolen hoeveelheid ruimte vrij rondom de printer en scanner voor een goede ventilatie: 5 5 4 4 1 2 1 2 3 3 1 Rechterkant 31 cm (12 inch) 1 Achter 2,5 cm (1 inch) 2 Linkerkant 31 cm (12 inch) 2 Voor 2,5 cm (1 inch) 3 Voor 51 cm (20 inch) 3 Rechterkant 2,5 cm (1 inch) 4 Achter 31 cm (12 inch) 4 Linkerkant 36,8 cm (14,5 inch) 5 Bovenzijde 137 cm (54 inch) 5 Bovenzijde 55,9 cm (22 inch) Printerconfiguraties LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties di
4 Standaarduitvoerlade 5 Standaardpapierlade 6 Glasplaat 7 Toetsenblok 8 Bedieningspaneel van de scanner Informatie over de ADF en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADF) Glasplaat Gebruik de ADF als u meerdere pagina's wilt scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's. Opmerking: U kunt ook visitekaartjes laden in de ADF.
Informatie over het bedieningspaneel van de scanner 1 2 3 1 @!. 2 ABC 3 DEF 4 GHI 5 JKL 6 MNO 8 TUV 9 WXYZ 7 PQRS 0 4 # 5 6 8 Onderdeel 1 Display 2 indicatielampje 7 Beschrijving Hiermee kunt u opties voor scannen, kopiëren, faxen en afdrukken, en status- en foutberichten weergeven. • Uit - de voeding is uitgeschakeld. • Knippert groen - de scanner is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen - de scanner is ingeschakeld, maar is niet actief.
Onderdeel 7 Beschrijving Stoppen/Annuleren Hiermee wordt elke activiteit van de scanner gestopt. Opmerking: Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt wordt weergegeven op de display.
Informatie over het beginscherm Informatie over het beginscherm Als de scanner wordt ingeschakeld, wordt op het display een basisscherm weergegeven. Dit wordt het beginscherm genoemd. Raak de pictogrammen of knoppen op het beginscherm aan als u een handeling wilt uitvoeren zoals kopiëren, faxen, scannen, het openen van het menuscherm of het beantwoorden van berichten.
Andere knoppen die op het beginscherm kunnen worden weergegeven: Raak dit aan Om Fax in wachtrij vrijgeven Hiermee opent u de lijst met faxen in de wachtstand. Deze knop wordt alleen weergegeven wanneer er geplande faxen in de wachtrij staan. App. vergr. Voer het juiste wachtwoord in om het bedieningspaneel van de scanner te vergrendelen. Deze knop wordt weergegeven wanneer de scanner is ontgrendeld en een wachtwoord is ingesteld. App. ontgr.
Voorbeeld van aanraakscherm Knop Functie Verzenden De wijzigingen die zijn aangebracht in de printerinstellingen verzenden. Voorbeeldkopie Een voorbeeldkopie afdrukken. Pijl naar rechts Naar rechts bladeren. Pijl naar links Naar links bladeren. Startpagina Terugkeren naar het startscherm. Omhoog Een hogere waarde selecteren Omlaag Een lagere waarde selecteren Afsluiten Het huidige venster sluiten.
Knop Functie Tips Een dialoogvenster met contextgevoelige Help op het aanraakscherm openen. Andere knoppen op het aanraakscherm Knop Functie Accepteren Een instelling opslaan. Annuleren • Een actie of een selectie annuleren. • Een venster sluiten en terugkeren naar het vorige venster zonder wijzigingen op te slaan. Herstellen Waarden op het scherm herstellen. Niet-geselecteerd keuzerondje Dit geeft aan dat een item niet is geselecteerd.
Functies Functie Beschrijving Menupad: Menu's > Instellingen > Kopieerinstellingen Aantal exemplaren Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De functie geeft het pad weer naar het huidige menu U kunt elk onderstreepte woord aanraken om naar het betreffende menu of menu-item terug te gaan. Aantal exemplaren is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Het beginscherm aanpassen Opmerkingen: • Het beginscherm, de pictogrammen en de knoppen op uw apparaat kunnen er anders uitzien, afhankelijk van de aangepaste beginscherminstellingen, beheerdersinstellingen en actieve ingesloten toepassingen. Sommige opties zijn alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. • Het kan zijn dat er andere oplossingen en toepassingen verkrijgbaar zijn. Ga voor meer informatie naar www.lexmark.com. Of neem contact op met uw verkooppunt.
Ga als volgt te werk om Formulieren en favorieten te configureren: 1 Klik in de Embedded Web Server op Instellingen > Device Solutions > Solutions (eSF) > Formulieren en favorieten. 2 Definieer de bladwijzers en pas vervolgens de instellingen aan. 3 Klik op Toepassen. Als u de toepassing wilt gebruiken, raakt u Formulieren en favorieten aan in het beginscherm en navigeert u vervolgens door de formuliercategorieën of zoekt u naar formulieren op basis van formuliernummer, -naam of -omschrijving.
Als u Mijn MFP wilt activeren, moet u het flashstation in de USB-poort van de printer plaatsen en vervolgens de instructies op het beginscherm van het display van de scanner volgen om de installatiewizard uit te voeren. Als u mijn MFP wilt gebruiken, moet u het flashstation in de USB-poort van de printer plaatsen als u wilt kopiëren, faxen of scannen.
4 Klik op Configureren > Exporteren. 5 Volg de aanwijzingen op het computerscherm om het configuratiebestand op te slaan en geef een unieke bestandsnaam op of gebruik de standaardnaam. Opmerking: Als de fout JVM Onvoldoende geheugen optreedt, moet u de exportbewerking herhalen tot het configuratiebestand is opgeslagen. Een configuratie importeren 1 Klik in Embedded Web Server op Instellingen of Configuratie. 2 Klik op Device Solutions > Solutions (eSF) of klik op Embedded Solutions.
Extra installatie-opties voor de printer LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
2 Draai met een schroevendraaier de schroeven op de afdekplaat van de systeemkaart los. Gooi ze echter niet weg. 3 Verwijder de klep van de systeemkaart.
4 Haal de communicatiekaart voor de scanner uit de verpakking en zoek de desbetreffende connector. 1 2 1 Connector voor communicatiekaart scanner 2 Connector voor geheugenkaart Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 5 Houd de kaart aan de zijkanten vast en zorg dat de plastic pinnetjes op de kaart zich voor de openingen in de systeemkaart bevinden. Druk de kaart vervolgens stevig op zijn plek.
6 Zorg dat de schroeven zich voor de openingen in de systeemkaart bevinden en bevestig de afdekplaat van de systeemkaart.
7 Draai de schroeven van de afdekplaat van de systeemkaart vast en sluit vervolgens de klep van de systeemkaart.
Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de scanner gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de scanner uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
3 Plak de klep van de scanner vast. Opmerking: Hiervoor kunt u afplakband gebruiken. 4 Verwijder de uitvoerlade. 1 2 3 5 Zet de scanner ondersteboven op een vlak oppervlak. 1 2 6 Verwijder alle schroeven uit de klep van de systeemkaart.
7 Verwijder de klep van de systeemkaart. 8 Zoek de juiste connector op. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
5 Faxmodem* * De scanner wordt geleverd met één vaste schijf en één faxmodem op de systeemkaart. 9 Plaats de systeemkaartklep terug. 10 Breng alle schroeven aan in de klep van de systeemkaart. 11 Zet de scanner rechtop terwijl u de klep van de scanner op zijn plaats houdt. 1 2 12 Plaats de uitvoerlade terug. a Bevestig de lade aan het achterste scharnier.
b Duw de lade omlaag totdat deze aansluit tegen het voorste scharnier. c Breng de lade in zijn oorspronkelijke positie terug.
Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Installeer een ISP voor extra aansluitingsmogelijkheden. Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
3 Open het toegangspaneel van de systeemkaart. Zie “Toegang krijgen tot de systeemkaart van de printer” op pagina 29 voor meer informatie. 4 Verwijder de vaste schijf van de scanner. Opmerking: De vaste schijf moet worden verwijderd voordat u een ISP kunt installeren. a Koppel de interfacekabel van de vaste schijf los van de systeemkaart. b Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf is bevestigd.
c Verwijder de vaste schijf door deze omhoog te trekken zodat de afstandbussen van hun plaats komen. 5 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening.
6 Installeer de ISP. a Installeer de ISP op dezelfde plaats als waar de vaste schijf was bevestigd op de systeemkaart. b Druk de ISP stevig vast totdat u een klik hoort. Opmerking: Zorg ervoor dat de schroeven van de ISP bereikbaar zijn via de ISP-opening.
7 Plaats de plug van de ISP-interfacekabel in de connector op de systeemkaart. 8 Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel aan de vaste schijf is bevestigd en verwijder vervolgens de montagebeugel. 9 Verwijder de kleine beugel van de systeemkaartbehuizing. 1 2 Opmerking: Gooi de schroeven niet weg. U hebt deze weer nodig bij stap 13.
10 Bevestig de kleine beugel op de vaste schijf. Opmerkingen: • Gebruik de kleine beugel die u bij stap 9 van de systeemkaartbehuizing hebt verwijderd. • Gebruik de duimschroeven die u bij stap 8 hebt verwijderd om de beugel op de vaste schijf te bevestigen. 11 Lijn de afstandbussen van de vaste schijf uit met de openingen in de ISP en druk de vaste schijf omlaag tot de afstandbussen vastklikken.
12 Plaats de plug van de interfacekabel van de vaste schijf in de connector op de ISP. 13 Bevestig de vaste schijf in de systeemkaartbehuizing. Opmerking: Gebruik de duimschroeven die u bij stap 9 hebt verwijderd om de vaste schijf in de systeemkaartbehuizing te bevestigen.
14 Bevestig de ISP in de systeemkaartbehuizing met de schroeven die bij de ISP-set zijn meegeleverd. Opmerking: De schroeven passen door de opening van de systeemkaartbehuizing en kunnen in de beugel van de ISP worden gedraaid. 15 Plaats de systeemkaartklep terug. Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart.
4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. 5 Plaats de systeemkaartklep terug.
3 Open de vergrendelingen van de geheugenkaartconnectoren op de systeemkaart. 4 Lijn de uitsparingen op de geheugenkaart uit met de richels op de connector.
5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. 6 Plaats de systeemkaartklep terug. Hardwareopties installeren Volgorde van installatie LET OP—KAN OMVALLEN: Voor configuraties die op de grond staan, zijn extra onderdelen nodig ter bevordering van de stabiliteit. Gebruik een printerstandaard of printerstelling als u gebruik maakt van een invoerlade met hoge capaciteit, een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken en een invoeroptie, of meerdere invoeropties.
Optionele papierladers installeren De printer ondersteunt maximaal vier optionele laders. Een lader bestaat uit een lade en een ladekast. Alle laders worden op dezelfde wijze geïnstalleerd. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Druk de vergrendelingen aan beide zijden van de lader in totdat deze vastklikken en ingedrukt blijven, en til vervolgens de printer omhoog. Kabels aansluiten LET OP—KANS OP LETSEL: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Schakel tijdens onweer dit product niet in en sluit geen elektrische kabels of stroomkabels aan, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel. Sluit de printer aan op de scanner via de Ethernet-kabel.
1 1 2 USB-poorten Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven deel van de printer aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing. 2 Ethernet-poort Zorg ervoor dat u de scanner aansluit op de printer via de groene Ethernet-kabel.
1 1 2 3 USB-poorten Let op—Kans op beschadiging: Raak tijdens het afdrukken niet de USB-kabel, netwerkadapters of het aangegeven deel van de scanner aan. Dit kan leiden tot gegevensverlies of een storing.
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Blader in het startscherm naar: > Rapporten > Netwerkconfiguratiepagina 2 Controleer het eerste gedeelte van de pagina met netwerkinstellingen om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is aangesloten.
3 Download het stuurprogramma's en installeer de printersoftware. Opmerking: Bijgewerkte printersoftware is mogelijk beschikbaar op http://support.lexmark.com. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken.
Draadloos afdrukken installeren Volg deze instructies als uw printermodel draadloos is. Opmerking: Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. WEP (Wireless Encryption Protocol) en WPA (Wi-Fi Protected Access) zijn beveiligingstypen die in een netwerk worden gebruikt. Benodigde gegevens voor het instellen van een scanner op een draadloos netwerk Opmerking: sluit de installatie- of netwerkkabel niet aan totdat dit wordt aangegeven door de installatiesoftware.
1 Sluit het ene uiteinde van de andere Ethernet-kabel aan op de scanner en het andere uiteinde op een netwerkpoort. 2 1 2 Sluit het ene uiteinde van de groene Ethernet-kabel aan op de printer en het andere uiteinde op de scanner. 1 2 3 Sluit het netsnoer aan op de printer en de scanner en vervolgens op een goed geaard stopcontact.
4 Schakel de printer en de scanner in. Zorg dat de scanner, printer en computer zijn ingeschakeld en klaar zijn voor gebruik. Sluit de USB-kabel niet aan voordat dit wordt aangegeven op het scherm. 5 Plaats de cd Software en documentatie die bij de scanner is meegeleverd. 6 Klik op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 7 Als u wordt gevraagd een verbindingstype te selecteren, selecteert u Draadloze verbinding.
9 Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de scanner. Opmerking: Als de scanner eenmaal is geconfigureerd, dan zal de software u de instructie geven de tijdelijke USBkabel te verwijderen, zodat u draadloos kunt afdrukken. 10 Volg de instructies op het beeldscherm.
2 Sluit het ene uiteinde van de groene Ethernet-kabel aan op de printer en het andere uiteinde op de scanner. 1 2 3 Sluit het netsnoer aan op de printer en de scanner en vervolgens op een goed geaard stopcontact. 1 1 2 2 4 Schakel de printer en de scanner in. 5 Zoek het MAC-adres van de scanner. a Blader in het beginscherm naar: > Rapporten > Pagina Netwerkinstellingen b Ga in het gedeelte Standaardnetwerkkaart naar UAA (MAC). Opmerking: U hebt deze informatie later nodig.
De scannerinformatie invoeren 1 Open de AirPort-opties. In Mac OS X versie 10.5 en later Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Netwerk > AirPort Mac OS X 10.4 en eerder Blader in de Finder naar: Programma's > Internetverbinding > AirPort 2 Selecteer afdrukserver [yyyyyy] vanuit het pop-upmenu Netwerknaam waarbij de y'en staan voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres dat u eerder hebt verkregen via de afgedrukte pagina met netwerkinstellingen. 3 Open een webbrowser.
Uw computer configureren voor draadloos gebruik van de scanner Om af te drukken via een netwerk, dient elke Macintosh-gebruiker een aangepast printerstuurprogramma te installeren en een afdrukwachtrij te maken in Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 1 Installeer een printerstuurprogramma op de computer: a Plaats de cd Software en documentatie die bij de scanner is meegeleverd en dubbelklik vervolgens op het installatiepakket voor de scanner. b c d e Volg de instructies op het beeldscherm.
6 Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu. 7 Selecteer het apparaat in de lijst en klik op Voeg toe. De scanner installeren op een bedraad netwerk Deze instructies gelden voor ethernet- en glasvezelnetwerkverbindingen. Opmerking: Zorg ervoor dat de eerste installatie van de scanner is voltooid. Windows 1 Plaats de cd Software en documentatie die bij de scanner is meegeleverd.
4 Klik in het scherm Standaard op Installeer. 5 Voer het gebruikerswachtwoord in en klik vervolgens op OK. Alle benodigde toepassingen worden op de computer geïnstalleerd. 6 Klik op Sluit wanneer de installatie is voltooid. b Voeg de scanner toe: • Voor afdrukken via IP: In Mac OS X versie 10.5 en later 1 Ga in het Apple-menu naar: Systeemvoorkeuren > Afdrukken en faxen 2 Klik op + en vervolgens op de tab IP. 3 Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld en klik op Voeg toe. Mac OS X 10.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe Internal Solutions Port voor het netwerk Wanneer een nieuwe LexmarkInternal Solutions Port (ISP) op de scanner is geïnstalleerd, moeten de scannerconfiguraties op de computers die toegang hebben tot de scanner worden bijgewerkt met het nieuwe IP-adres. Opmerkingen: • Als de scanner een statisch IP-adres heeft, hoeft u de computerconfiguraties niet te wijzigen.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld van uw webbrowser. Als u het IP-adres van de scanner niet weet, kunt u: • Het IP-adres vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de scanner of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerken/Poorten. • Een pagina met netwerkinstellingen of menu-instellingen afdrukken en vervolgens het IP-adres in het TCP/IPgedeelte zoeken.
Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens met één bit tegelijk overgedragen. Hoewel serieel afdrukken over het algemeen trager is dan parallel afdrukken, verdient het de voorkeur wanneer er een grote afstand is tussen de scanner en de computer of wanneer er geen interface met een betere overdrachtsnelheid beschikbaar is. Na installatie van de seriële poort of communicatiepoort (COM-poort), configureert u de computer en de scanner zodat ze met elkaar kunnen communiceren.
b Selecteer Poorten en klik vervolgens op + om de lijst met beschikbare poorten uit te vouwen. c Klik met de rechtermuisknop op de COM-poort waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld: COM1). d Klik op Eigenschappen. e Stel op het tabblad Poortinstellingen de seriële parameters in op de parameters die u ook hebt ingesteld op de scanner. Controleer de seriële instellingen van de pagina met menu-instellingen voor de scannerinstellingen. f Klik op OK en sluit alle vensters.
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed ervan op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Uw eerste ontwerp op fouten controleren Voordat u een document afdrukt of meerdere malen kopieert. • Controleer met de functie afdrukvoorbeeld hoe uw document er uit komt te zien voordat u het afdrukt. Deze functie kunt u selecteren via het dialoogvenster Afdrukken of de Lexmark-werkbalk. • Druk één exemplaar van het document af om de inhoud en indeling op fouten te controleren. Vermijd papierstoringen Selecteer en plaats papier zorgvuldig om papierstoringen te voorkomen.
Als u het IP-adres of de hostnaam van de scanner niet weet, kunt u: • Deze informatie vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de scanner of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerk/poorten. • Druk een pagina met de netwerkconfiguratie of de menu-instellingen af en zoek de gegevens in het gedeelte TCP/IP. 2 Klik op Instellingen > Algemene instellingen > Stille modus > selecteer een instelling > Verzenden. Kies de map Naar Uit Standaardinstellingen te gebruiken.
Het bedieningspaneel van de scanner gebruiken 1 Blader in het beginscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen > Time-outs 2 Raak de pijlen naast Slaapstand aan om het aantal minuten te selecteren dat u wilt dat de printer wacht voordat deze overschakelt naar de slaapstand. 3 Raak Indienen aan. Helderheid van het display aanpassen Als u energie wilt besparen of u kunt de display niet goed lezen, kunt u de helderheid van de display aanpassen. Beschikbare instellingen variëren van 20-100.
Lexmark producten hergebruiken U retourneert als volgt Lexmark producten voor hergebruik: 1 Bezoek onze website op www.lexmark.com/recycle. 2 Zoek het producttype dat u wilt recyclen op en selecteer vervolgens uw land of regio in de lijst. 3 Volg de aanwijzingen op het scherm. Opmerking: Printersupplies en -hardware die niet zijn opgenomen in het inzamelingsprogramma van Lexmark kunt u recyclen via uw plaatselijke recyclingcentrum.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen Papier in de printer plaatsen De standaardlade of optionele lade voor 250 of 550 vel vullen 1 Trek de lade naar buiten. Opmerking: Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak of als het bericht Bezig op het bedieningspaneel verschijnt. Dit kan een papierstoring veroorzaken. 2 Druk de nokjes van de breedtegeleider naar elkaar toe en schuif vervolgens de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen.
3 Ontgrendel de lengtegeleider, druk de nokjes van de lengtegeleider naar elkaar toe en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 2 1 3 Opmerkingen: • Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade. • Voor standaardpapierformaten vergrendelt u de lengtegeleider. 4 Buig de vellen naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken. Vouw of kreuk het papier niet.
Zonder optionele StapleSmart II-finisher ERHE AD Enkelzijdig afdrukken Enkelzijdig afdrukken RHEAD LETTE LE T T E AD ERHE LETT LETT Met optionele StapleSmart II-finisher RHEA D Duplex (dubbelzijdig) afdrukken Duplex (dubbelzijdig) afdrukken Opmerking: Zorg ervoor dat het papier niet hoger komt dan de maximumstapelhoogte op de rand van de papierlade.
De lade voor 2000 vel laden 1 Trek de lade naar buiten. 2 Trek de breedtegeleider omhoog en schuif hem in de juiste positie voor het papierformaat dat u wilt plaatsen. 3 Ontgrendel de lengtegeleider.
4 Duw tegen de ontgrendelingshendel van de lengtegeleider om deze omhoog te brengen, schuif de geleider in de juiste positie voor het papierformaat dat u wilt plaatsen, en vergrendel de geleider weer. 5 Buig de vellen naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht.
Met optionele StapleSmart II-finisher HEAD LETTER Zonder optionele StapleSmart II-finisher HEAD LETTER Enkelzijdig afdrukken LETTER Enkelzijdig afdrukken H EAD HEAD LETTER Duplex (dubbelzijdig) afdrukken Duplex (dubbelzijdig) afdrukken Opmerking: Controleer of het papier is geplaatst onder de aangegeven maximale hoogte aan de zijkant van de lade.
7 Plaats de lade. De universeellader vullen 1 Duw tegen de ontgrendelingshendel en laat de deur van de universeellader zakken. 2 1 2 Trek de uitbreidingseenheid helemaal naar buiten.
3 Knijp de breedtegeleider in en schuif hem helemaal naar rechts. 4 Buig de vellen papier of speciaal afdrukmateriaal enkele malen om ze los te maken. Vouw of kreuk ze niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. Papier Enveloppen Transparanten Opmerking: Raak de afdrukzijde niet aan.
5 Plaats het papier of speciaal materiaal. Schuif het materiaal voorzichtig in de universeellader tot het niet meer verder kan. Zonder optionele StapleSmart II-finisher Met optionele StapleSmart II-finisher EAD LETTERH HEAD LETTER Enkelzijdig afdrukken LETT Duplex (dubbelzijdig) afdrukken ERHE D RHEA LETTE Enkelzijdig afdrukken AD Duplex (dubbelzijdig) afdrukken Opmerkingen: • • • • Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel papier onder de indicator te duwen.
De enveloppenlader vullen 1 Stel de envelopsteun in op de lengte van de enveloppen die u wilt plaatsen: • Korte enveloppen: sluit de envelopsteun volledig. • Enveloppen met gemiddelde lengte: stel de envelopsteun in op de middelste stand. • Lange enveloppen: schuif de envelopsteun volledig uit. 2 Kantel het envelopgewicht en beweeg het weer terug naar de printer. 3 Schuif de breedtegeleider naar rechts. 4 Buig de enveloppen naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken.
5 Plaats de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van deze enveloppen kan de printer ernstig beschadigen. Opmerking: Laat de stapel niet boven de maximale stapelhoogte uitkomen door te veel enveloppen onder de indicator te proppen. 6 Stel de breedtegeleider bij, zodat hij net tegen de rand van de stapel enveloppen komt.
2 Plaats de visitekaartjes in de ADF met de afdrukzijde naar beneden en met de korte zijde als eerste. Opmerking: Zorg ervoor dat de hoeken van het visitekaartje zijn uitgelijnd met de A8-markering van de ADFgeleider.
De ADF-scaninstellingen voor een specifiek(e) papierformaat en -soort configureren 1 Blader in het beginscherm naar: > menu Papier > Papierformaat/-soort > Standaard ADF-afdrukmateriaal > Ruw/katoen > Indienen 2 Raak > menu Papier > Papierstructuur > Structuur ruw/katoen aan. 3 Selecteer een waarde voor Ruw/katoen. Opmerking: Zorg dat de standaardwaarde niet op Normaal staat. 4 Raak Indienen aan.
Instellingen voor Universal papier configureren Het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's. Stel Papierformaat voor de betreffende lade in op Universal als het gewenste formaat niet beschikbaar is in het menu Papierformaat.
De printer detecteert automatisch de instelling Papierformaat aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, met uitzondering van de standaardlade voor 550 vel en de universeellader. De printer kan de papierformaten A4, A5, JIS B5, Letter, Legal, Executive en Universal detecteren. De universeellader en laden die andere papierformaten gebruiken, kunnen handmatig worden gekoppeld via het menu Papierformaat in het menu Papierformaat/-soort.
Blader in het startscherm naar: > Menu Papier > Papierformaat/-soort > selecteer een aangepaste papiersoortnaam > selecteer een lade > Verzenden Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen 84
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Vezelgehalte Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemisch behandelde houtpulp. Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder leiden tot problemen bij de verwerking. Papier kiezen Het gebruik van het juiste papier voorkomt storingen en zorgt ervoor dat u probleemloos kunt afdrukken.
• Ruwheid van oppervlak (gemeten in Sheffield-eenheden, heeft invloed op de afdrukhelderheid en hoe goed de toner aan het papier hecht) • Oppervlakfrictie (bepaalt hoe makkelijk vellen van elkaar kunnen worden gescheiden) • Vezels en vorming (heeft invloed op omkrullen, dat weer invloed heeft op de manier waarop het papier zich door de printer beweegt) • Helderheid en textuur (uiterlijk en gevoel) Kringlooppapier heeft een betere kwaliteit dan ooit.
• Papier lichter dan 60 g/m2. • Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com voor meer informatie. Algemene informatie over duurzaamheid kunt u vinden via de koppeling Duurzaamheid. Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
Papierformaat ADF ADF - automatisch ADF - gemengde formaten Glasplaat Executive 2 X 2 184 x 267 mm JIS B4 1 X A3 297 x 420 mm (11,69 x 16,54 inch) 1 X 11x17 2 X 257 x 364 mm (10,12 x 14,33 inch) 279 x 432 mm (11 x 17 inch) Oficio X X 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) Folio 216 x 330 mm 1 1 2 Statement X 2 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) Universal X X 138 x 210 mm tot 216 x 356 mm 1 Paperformaat wordt ondersteund als printer is ingesteld op metrische eenheden.
Papierformaat Lade voor 250 of 550 vel Executive Lade voor 2000 vel U-lader Handm. invoer Handm.
Ondersteunde papiergewichten en -soorten De printer ondersteunt papiergewichten van 60-176 g/m2. De duplexbaan ondersteunt papiergewichten van 63– 170 g/m2. Papiertype Lade voor 250 of 550 vel Optionele lade voor 2000 vel U-lader Handm. invoer Handm.
Bezig met afdrukken van Dit hoofdstuk bevat informatie over afdrukken, printerrapporten en het annuleren van taken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg “Voorkomen van papierstoringen” op pagina 259 en “Papier bewaren” op pagina 88 voor meer informatie.
Afdrukken vanaf een flashstation Afdrukken vanaf een flashstation Opmerkingen: • Wilt u een gecodeerd PDF-bestand afdrukken, voer dan eerst het bestandswachtwoord in via het bedieningspaneel van de scanner. • U kunt geen bestanden afdrukken waarvoor u geen afdrukmachtiging hebt. 1 Plaats een flash-station in de USB-poort. Opmerkingen: • De scanner negeert het flashstation als u het aansluit terwijl de scanner een probleem heeft, zoals een storing.
2 Raak op het bedieningspaneel van de scanner het document aan dat u wilt afdrukken. 3 Raak de pijlen aan om het aantal kopieën dat u wilt maken te verhogen en raak Afdrukken aan. Opmerkingen: • Verwijder het flashstation pas uit de USB-poort wanneer het document is afgedrukt. • Als u het flashstation in de scanner laat nadat u het beginscherm van het menu USB hebt verlaten, kunt u nog steeds bestanden als wachttaken vanaf het flashstation afdrukken.
Afdrukken op speciale media Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters. Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u grote hoeveelheden ervan aanschaft. Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. Wanneer u wilt afdrukken op briefhoofdpapier, is het belangrijk de juiste afdrukstand in te stellen.
• Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen enveloppen te gebruiken die: – – – – – – – – – gemakkelijk krullen; aan elkaar kleven of beschadigd zijn.
• Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik bij voorkeur vellen waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen, hetgeen gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer. • Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, dient u een strook van 1,6 mm te verwijderen van de voorste (bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
Type afdruktaak Beschrijving Vertrouwelijk Met Vertrouwelijk worden afdruktaken vastgehouden op de computer tot u de pincode invoert op het bedieningspaneel van de scanner. Opmerking: De pincode is ingesteld vanaf de computer. De pincode moet bestaan uit vier cijfers tussen 0 en 9. Verify (Gecontroleerd) Met Gecontroleerd kunt u één exemplaar van een taak afdrukken terwijl de printer de resterende exemplaren vasthoudt. Zo kunt u controleren of de kwaliteit van het eerste exemplaar naar wens is.
5 Geef de afdruktaak vrij vanaf het beginscherm van de printer.
2 Klik op Instellingen > Afdrukinstellingen > Menu Kwaliteit > Tonerintensiteit. 3 Pas de instelling voor tonerintensiteit aan. 4 Klik op Verzenden. Afdruktaak annuleren Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de scanner 1 Raak Taken annuleren aan op het aanraakscherm of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren en raak Geselecteerde taken verwijderen aan.
Bezig met kopiëren ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Plaats documenten met het formaat Letter of A4 met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde naar voren in Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar de ADF.
Kopiëren met de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbenedenhoek van de glasplaat. Opmerking: Controleer of de rand van het document gelijk ligt met de rand van de glasplaat. 2 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > geef de kopieerinstellingen op > Kopiëren 3 Plaats het volgende document op de glasplaat en raak Volgende pagina scannen aan als u nog meer pagina's wilt scannen. 4 Raak Taak voltooien aan om terug te keren naar het beginscherm.
3 Blader in het beginscherm naar: Kopiëren > Kopiëren van > formaat van het originele document > Kopiëren naar > Handmatige invoer 4 Als u op één kant van het briefhoofd afdrukt en een finisher gebruikt, plaatst u het briefhoofd met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand naar voren in de universeellader. Opmerking: Zie “De universeellader vullen” op pagina 75 voor de juiste richting van het briefhoofd. 5 Selecteer het formaat van het briefhoofd.
Kopiëren op verschillende papierformaten Gebruik de ADI om originele documenten te kopiëren met verschillende papierformaten. Afhankelijk van de papierformaten die in de laden zijn geplaatst en de instellingen "Kopiëren naar" en "Kopiëren van", wordt elke kopie afgedrukt op verschillende papierformaten (voorbeeld 1) of passend gemaakt voor één formaat papier (voorbeeld 2).
Kopieën verkleinen of vergroten Kopieën kunnen worden verkleind tot 25% van het originele formaat of vergroot tot 400% van het originele formaat. De standaardinstelling voor Schalen is Autom. Als u Schalen op Autom. laat staan, wordt het origineel passend gemaakt voor het formaat van het papier waarop de kopie wordt afgedrukt. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
• Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Overige: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer. 7 Raak > Kopiëren aan. Exemplaren sorteren Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set (gesorteerd) af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's (niet gesorteerd).
Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op letter, legal, A4 of JIS B5. • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Een afdruktaak onderbreken Met de optie voor taakonderbreking onderbreekt u de huidige afdruktaak als u kopieën wilt maken. Opmerking: Deze functie werkt uitsluitend als de instelling is ingeschakeld. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat.
Kopieertaak annuleren Een kopieertaak annuleren terwijl het document zich in de ADF bevindt Als de ADF begint met het verwerken van een document, raakt u Taak annuleren aan op het scanscherm. Het scherm "Scantaak wordt geannuleerd" wordt weergegeven. De ADF verwijdert de pagina uit de ADF en annuleert de taak. Een kopieertaak annuleren terwijl pagina's via de glasplaat worden gekopieerd Raak Taak Annuleren aan op het aanraakscherm. Het scherm "Scantaak wordt geannuleerd" wordt weergegeven.
• Als de papiersoort of het papierformaat waarop u wilt kopiëren niet in een van de laden is geplaatst, raakt u Handmatige invoer aan en voert u het papier handmatig in via de universeellader. • Als "Kopiëren naar" is ingesteld op Automatische formaataanpassing, is het formaat van de afdrukken hetzelfde als dat van het originele document. Als geen van de laden een overeenkomstig papierformaat bevat, wordt iedere kopie passend gemaakt voor het aanwezige papier.
• Tekst/foto: gebruik deze functie als het originele document bestaat uit een combinatie van tekst, afbeeldingen en foto's. • Foto: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit foto's of afbeeldingen. Kies een inhoudbron: Kleurenlaser, Zwart-wit laser, Inkjet, Foto/film, Tijdschrift, Krant, Drukpers of Overige. • • • • • • • • Kleurenlaser: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een kleurenlaserprinter.
• Papierbesparing: hiermee kunt u twee of meer vellen van een origineel document op dezelfde pagina afdrukken. Papierbesparing wordt ook wel n per vel genoemd. De n staat voor nummer. Bij de instelling 2 per vel worden bijvoorbeeld twee pagina's van uw document op één pagina afgedrukt. Bij de instelling 4 per vel worden vier pagina's van uw document op één pagina afgedrukt. Als u op Paginaranden afdrukken drukt, maakt u de randen van de originelen wel of niet zichtbaar op de kopie.
E-mailen ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Plaats documenten met het formaat Letter of A4 met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde naar voren in de ADF.
Als u het IP-adres of de hostnaam van de scanner niet weet, kunt u: • deze informatie vinden op het beginscherm van het bedieningspaneel van de scanner of in het TCP/IP-gedeelte in het menu Netwerk/poorten. • Een pagina met de netwerkconfiguratie of de menu-instellingen afdrukken en de gegevens in het gedeelte TCP/IP zoeken. 2 Klik achtereenvolgens op Instellingen > Instellingen e-mail/FTP > E-mailinstellingen. 3 Voer de betreffende informatie in de velden in. 4 Klik op Verzenden.
Een document per e-mail verzenden E-mail verzenden met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
E-mailinstellingen aanpassen Een onderwerp en berichtinformatie aan de e-mail toevoegen 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
Een e-mail annuleren • Als u de ADF gebruikt, raakt u Taak annuleren aan als Bezig met scannen wordt weergegeven. • Als u de glasplaat gebruikt, raakt u Taak annuleren aan als Bezig met scannen wordt weergegeven of als Volgende pagina scannen/Taak voltooien wordt weergegeven. Informatie over e-mailopties Ontvangers Met deze optie kunt u de bestemming voor uw e-mailbericht invoeren. U kunt meerdere e-mailadressen invoeren. Onderwerp Met deze optie kunt u een onderwerpregel toevoegen aan uw e-mailbericht.
Inhoud Met deze optie kunt u het type materiaal en de bron van het origineel opgeven. U kunt kiezen uit de inhoudstypen Tekst, Tekst/foto, Foto of Afbeeldingen. • Tekst: gebruik deze instelling als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties. • Afbeeldingen: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties.
Pagina-instelling Met deze optie kunt u de instellingen opgeven voor Zijden (Duplex), Afdrukstand en Inbinden. • Zijden (Duplex): Hiermee wordt aangegeven of het originele document simplex (op één zijde bedrukt) of duplex (op beide zijden bedrukt) is. Tevens wordt hiermee aangegeven wat moet worden gescand voor de e-mailbijlage. • Afdrukstand: hiermee wordt de afdrukstand van het originele document aangegeven en worden de instellingen voor Zijden en Inbinden afgestemd op de afdrukstand.
Faxen Opmerking: Niet alle printermodellen beschikken over faxfunctionaliteit. ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Plaats documenten met het formaat Letter of A4 met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde naar voren in de ADF.
Eerste faxconfiguratie In veel landen en regio's is het verplicht dat uitgaande faxen de volgende informatie bevatten boven of onder aan elke verzonden pagina, of op de eerste pagina van de verzending: stationsnaam (identificatie van afzender: een bedrijf of andere entiteit, of een persoon) en stationsnummer (telefoonnummer van het verzendende faxapparaat, een bedrijf of andere entiteit, of een persoon).
Opmerkingen: • De scanner is een analoog apparaat dat het beste werkt als het rechtstreeks wordt aangesloten op een wandcontactdoos. • Wilt u een digitale verbinding zoals ISDN, DSL of ADSL gebruiken, dan hebt u een apparaat van derden (bijvoorbeeld een DSL-filter) nodig. Neem contact op met uw DSL-provider voor een DSL-filter. Het DSL-filter verwijdert het digitale signaal op de telefoonlijn dat het faxvermogen van de scanner kan storen.
Aansluiten op een DSL-verbinding Als u bent geabonneerd op een DSL-dienst, neem dan contact op met de DSL-provider voor een DSL-filter en een telefoonkabel en volg de volgende stappen op de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de scanner. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de DSL-filter. Opmerking: Het kan zijn dat uw DSL-filter er anders uitziet als op de afbeelding.
Abonneren op speciale belsignalen Een abonnement op speciale belsignalen is mogelijk beschikbaar bij uw telefoonprovider. Dit abonnement maakt het mogelijk om meerdere telefoonnummers te hebben op één telefoonlijn, waarbij elk telefoonnummer een ander signaal heeft. Dit kan nuttig zijn als u onderscheid wilt maken tussen faxoproepen en telefoongesprekken.
Voor sommige landen of regio’s is een telefoonlijnadapter bijgevoegd in de doos. U gebruikt deze adapter om een antwoordapparaat, telefoon of een ander telecommunicatieapparaat aan te sluiten op de printer. 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de scanner. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de adapter en sluit vervolgens de adapter aan op de werkende telefoonwandcontactdoos.
3 Geef de huidige datum en tijd op in het veld Datum en tijd instellen. 4 Klik op Verzenden. Opmerking: U kunt het beste deze netwerktijd gebruiken. De scanner configureren voor zomertijd De scanner kan zo worden ingesteld dat deze automatisch de tijd aan de zomertijd aanpast: 1 Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld van uw webbrowser.
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
5 Selecteer in het juiste paperformaat en de juiste afdrukstand. 6 Als u een voorblad aan de fax wilt toevoegen, selecteert u Voorblad toevoegen aan fax en voert u de benodigde informatie in. 7 Klik op OK. Opmerkingen: • De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-stuurprogramma of het universele faxstuurprogramma. Voor informatie over het installeren van deze stuurprogramma's, zie de Software en documentatie .
Snelkoppelingen en het adresboek gebruiken Faxsnelkoppelingen gebruiken Faxsnelkoppelingen werken net als de nummers onder sneltoetsen op een telefoon of faxapparaat. U kunt snelkoppelingsnummers toewijzen als u permanente faxbestemmingen maakt. Permanente faxbestemmingen of snelkeuzenummers worden gemaakt via de koppeling Bestemmingen beheren bij Instellingen in de Embedded Web Server. Een snelkoppelingsnummer (1 – 99999) kan één of meerdere ontvangers bevatten.
Faxinstellingen aanpassen De faxresolutie wijzigen De instellingen variëren van Standaard (hoogste snelheid) tot Ultrafijn (laagste snelheid, hoogste kwaliteit). 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADF of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat.
4 Raak de pijlen aan om het tijdstip te wijzigen waarop de fax zal worden verzonden. De tijdsduur wordt met stappen van 30 minuten verkort of verlengd. Als het huidige tijdstip wordt weergegeven, is de pijl naar links niet beschikbaar. 5 Raak Faxen aan. Opmerking: Het document wordt op het geplande tijdstip gescand en gefaxt. Een faxlog bekijken 1 Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld van uw webbrowser.
Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand 1 Raak Taken annuleren aan op het beginscherm. Het scherm Taken annuleren wordt weergegeven. 2 Raak de taak of taken aan die u wilt annuleren. Er worden slechts drie taken weergegeven op het scherm. Raak de pijl omlaag aan totdat de door u gewenste taak wordt weergegeven en raak vervolgens de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan.
Intensiteit Met deze optie geeft u aan hoeveel lichter of donkerder de fax moet worden in vergelijking met het origineel. Kleur U kunt met deze optie kleuren in- of uitschakelen voor faxen. Pagina-instelling Met deze optie kunt u de instellingen voor Zijden (Duplex), Afdrukstand en Inbinden wijzigen. • Zijden (Duplex): hier kunt u opgeven of het originele document simplex (op één zijde bedrukt) of duplex (op beide zijden bedrukt) is. Tevens wordt hiermee aangegeven wat moet worden gescand voor de fax.
Faxen in een wachtrij zetten en doorsturen Faxen in wachtrij Met deze optie kunt u ontvangen faxen in de wachtrij zetten zodat ze niet worden afgedrukt totdat u daar toestemming voor geeft. U kunt faxen handmatig uit de wachtrij halen of op een geplande datum of tijd. 1 Typ het IP-adres van de scanner in het adresveld van uw webbrowser.
4 Selecteer in het menu Doorsturen naar een van de volgende opties: • Faxen • E-mail • FTP • LDSS • eSF 5 Geef in het veld Doorsturen naar snelkoppeling het snelkoppelingsnummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen. Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldige waarde zijn voor de instelling die is geselecteerd in het menu Doorsturen naar. 6 Klik op Verzenden.
Scannen naar een FTP-adres ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Plaats documenten met het formaat Letter of A4 met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde naar voren in de ADF.
3 Klik onder Overige instellingen op Snelkoppelingen beheren. Opmerking: u wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID en een wachtwoord als u deze nog niet hebt. 4 Klik op Instellingen FTP-snelkoppeling. 5 Voer de juiste gegevens in. 6 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Toevoegen.
Naar een FTP-adres scannen met behulp van het adresboek 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
• JPEG: hiermee wordt voor elke pagina van het originele document een bestand gemaakt en toegevoegd. De pagina's kunnen worden weergegeven met de meeste webbrowsers en grafische programma's. • XPS: hiermee wordt een XPS-bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met een viewer in Internet Explorer en .NET Framework. U kunt ook een zelfstandige viewer van derden downloaden. Kleur Met deze optie wordt kleur in- of uitgeschakeld voor de gescande afbeelding.
• Krant: gebruik deze instelling als het originele document uit een krant afkomstig is. • Drukpers: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een drukpers. • Overige: gebruik deze instelling als het originele document is afgedrukt met een andere of onbekende printer. Scanvoorbeeld Met deze optie wordt de eerste pagina van het originele document weergegeven voordat het volledige document wordt gescand.
Scannen naar een computer of flash-station ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Plaats documenten met het formaat Letter of A4 met de bedrukte zijde naar beneden en de lange zijde naar voren in de ADF.
6 Bekijk de aanwijzingen op het scherm Scanprofiel: a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat. b Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen. c Druk op en voer het snelkoppelingsnummer in met het toetsenblok.
Het hulpprogramma ScanBack gebruiken U kunt het hulpprogramma LexmarkScanBackTM gebruiken om scannen naar pc-profielen te maken. Het hulpprogramma ScanBack kan worden gedownload op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com. 1 Een scannen naar pc-profiel instellen: a Open het hulpprogramma ScanBack. b Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
Inhoud Met deze optie kunt u het type materiaal en de bron van het origineel opgeven. U kunt kiezen uit de inhoudstypen Tekst, Tekst/foto, Foto of Afbeeldingen. • Tekst: gebruik deze instelling als de inhoud van het originele document vooral bestaat uit tekst en lijnillustraties. • Afbeeldingen: gebruik deze instelling als het originele document vooral bestaat uit zakelijke illustraties zoals cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en animaties.
Geavanceerde opties Raak de knop Geavanceerd optie aan om een scherm te openen waarin u de volgende instellingen kunt wijzigen: • Scheve items rechtzetten (ADI): hiermee kunt u een gescande afbeelding enigszins rechtzetten. • Geavanceerde beeldverwerking: hiermee kunt u instellingen voor Achtergrond verwijderen, Kleurbalans, Kleur wegfilteren, Contrast, JPEG-kwaliteit, Spiegelbeeld, Negatiefafbeelding, Van rand tot rand scannen, Schaduwdetail, Scherpte en Temperatuur aanpassen voor u het document scant.
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Supplies Menu Papier Rapporten Instellingen Vervang supply Standaardbron Pagina Menu-instellingen Algemene instellingen Papierscheiding Papierformaat/-soort Apparaatstatistieken Kopieerinstellingen Grijprol Configuratie U-lader Envelopbescherming Pag. Netwerkinstell. Netwerk Instell.pag.
Menu supplies Menuoptie Beschrijving Vervang supply Hiermee kunt u de teller voor de papierscheiding en grijprol terugzetten Papierscheiding • Selecteer Ja om de teller terug te zetten. Grijprol • Selecteer Nee om af te sluiten.
Menuoptie Beschrijving Soort lade [x] Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Soort U-lader Aangepast [x] Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Envelop Ruwe envelop Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Env.
Menuoptie Beschrijving Papiersoort handm. invoer Norm. papier Karton Transparanten Kringlooppapier Glossy Zware glossy Etiketten Vinyletiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt papier Gekleurd papier Licht papier Zwaar papier Papier ruw/katoen Aangepast [x] Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Envelopformaat handm. invoer 10-envelope DL-envelop C5-envelop B5-envelop Andere envelop 7 3/4-envelop 9-envelope Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst.
Menuoptie Beschrijving Standaard ADF-afdrukmateriaal Hiermee wordt de papiersoort in de ADF opgegeven Norm. papier Opmerkingen: Karton • De menu's Lastig afdrukmateriaal - Letter, Lastig afdrukmateriaal - Legal en Lastig Transparanten afdrukmateriaal - Tabloid worden alleen weergegeven wanneer de maateenheid Kringlooppapier van de scanner is ingesteld op US.
Envelopbescherming De envelopbescherming is een optie waarmee het aantal kreukels in bepaalde enveloppen aanzienlijk kan worden beperkt. Menu-item Beschrijving Envelopbescherming Hiermee wordt de optionele envelopbescherming in- of uitgeschakeld. Uit Opmerkingen: 1 (laagst) • De standaardinstelling is 5. 2 • Als geluidsreductie belangrijker is dan het voorkomen van kreuken, stel dan een lagere waarde 3 in.
Menuoptie Beschrijving Struct. kringl.pap. Normaal Ruw Glad Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het kringlooppapier dat in een specifieke lade is geplaatst. Struct etiketten Normaal Ruw Glad Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de etiketten die in een specifieke lade zijn geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Structuur zwaar Normaal Ruw Glad Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur ruw/katoen Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Opmerking: "Ruw" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Gewicht envelop Normaal Zwaar Licht Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven Opmerking: "Normaal" is de standaardinstelling. Gewicht ruwe envelop Hiermee kunt u het relatieve gewicht van de geplaatste enveloppen opgeven Zwaar Opmerking: Zwaar is de standaardinstelling.
Papier laden, menu Menu-item Beschrijving Karton laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met Karton als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt Kringlooppapier laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken waarvoor Kringlooppapier als papiersoort is opgegeven, dubbelzijdig worden afgedrukt Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Aangepast papier laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken waarvoor Aangepast als papiersoort is opgegeven, dubbelzijdig worden afgedrukt Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Aangepast laden is alleen beschikbaar als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Menu Aangepaste scanformaten Menuoptie Beschrijving Aangepast scanformaat [x] Bepaalt de naam, het scanformaat en de opties van een aangepast scanformaat. De naam die u opgeeft, vervangt de tekst Aangepast scanformaat [x] in de printermenu's. Naam scanformaat Materiaalsoort Opmerkingen: Papier • De standaardinstelling van het aangepast scanformaat is leeg. Karton • Er wordt een lege Naam scanformaat weergegeven op het paneel als Aangepast Briefhoofd scanformaat 4–6.
Universele instellingen, menu Met deze menu's geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling voor papierformaat. De instelling staat in de lijst met de andere papierformaatinstellingen en biedt soortgelijke opties, zoals ondersteuning voor dubbelzijdig afdrukken en meerdere pagina's afdrukken op één vel.
Menuoptie Beschrijving Laden configureren Mailbox Koppelen Uitvoer is vol Koppeling optioneel Toewijzing soort Hiermee geeft u configuratieopties voor uitvoerladen op. Opmerkingen: • Mailbox is de standaardinstelling. Met deze instelling wordt elke lade als afzonderlijke mailbox gebruikt. • Met Koppelen worden alle beschikbare laden geconfigureerd als één grote uitvoerlade. • Met Uitvoer is vol kunt u elke uitvoerlade als een aparte mailbox configureren.
Rapporten, menu Rapporten, menu Menuoptie Beschrijving Pagina Menu-instellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over het papier in de laden, het geïnstalleerde geheugen, het totaalaantal pagina's, alarmen, time-outs, de taal op het bedieningspaneel van de scanner, het TCP/IP-adres, de status van supplies, de status van de netwerkverbinding, en overige informatie.
Menuoptie Beschrijving Directory afdrukken Hiermee drukt u een lijst af van alle bronnen die zijn opgeslagen op een optionele flashgeheugenkaart of de vaste schijf van de scanner Opmerkingen: • De buffergrootte moet zijn ingesteld op 100%. • Controleer of het optionele flashgeheugen of de vaste schijf van de scanner correct is geïnstalleerd en goed werkt. Activarapport Hiermee drukt u een rapport af met activagegevens, waaronder het serienummer en de modelnaam van de scanner.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de scanner zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, controleert de scanner de binnenkomende gegevens niet. De scanner gebruikt PCL-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Mac binair PS Automatisch Aan Uit Hiermee stelt u de scanner in voor de verwerking van binaire PostScriptafdruktaken voor Macintosh Opmerkingen: • "Automatisch" is de standaardinstelling. • Als Uit is ingesteld, filtert de printer afdruktaken die het standaardprotocol gebruiken. • Als Aan is ingesteld, worden ruwe binaire PostScript-afdruktaken verwerkt.
Menuoptie Beschrijving Kaartsnelheid weergeven Hiermee kunt u de snelheid van een actieve netwerkkaart bekijken Netwerkadres UAA LAA Hiermee kunt u de netwerkadressen bekijken Timeout taak Hiermee stelt u in na hoeveel seconden een via het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. 0, 10–255 Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling. • Als u de waarde op 0 zet, wordt de time-out uitgeschakeld. • Een waarde tussen 1 en 9 wordt niet geaccepteerd.
Menuoptie Beschrijving BOOTP inschakelen Aan Uit Bepaalt de instelling voor de toewijzing van het BOOTP-adres AutoIP inschakelen Ja Nee Bepaalt de netwerkinstelling voor nulconfiguratie FTP/TFTP inschakelen Ja Nee Hiermee schakelt u de ingebouwde FTP-server in, waarmee u bestanden naar de scanner kunt sturen met het bestandsoverdrachtprotocol. HTTP-server inschakelen Ja Nee Hiermee wordt de ingebouwde webserver (Embedded Web Server) ingeschakeld.
Menuoptie Beschrijving Autom. configuratie Aan Uit Hiermee stelt u in of de netwerkadapter de door een router automatisch geconfigureerde IPv6adressen accepteert. Hostnaam instellen Hier kunt u uw hostnaam instellen Adres weergeven Opmerking: deze instellingen kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Routeradres weergeven Schakel DHCPv6 in Aan Uit Hiermee schakelt u DHCPv6 op de printer in. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Beveiligingsmodus weergeven Hiermee kunt u de coderingsmethode voor een draadloos netwerk bekijken Opmerking: WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een eenvoudige en veilige configuratie waarmee u een draadloos thuisnetwerk kunt opzetten en netwerkbeveiliging kunt inschakelen zonder kennis van de Wi-Fi-technologie. Het is niet langer nodig om voor netwerkapparaten de netwerknaam (SSID) en de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord te configureren.
Menuoptie Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de scanner zo in dat deze automatisch overschakelt op PSemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardtaal Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de scanner de binnenkomende gegevens niet. De printer gebruikt PCL-emulatie als de PCL SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de scanner op voordat deze worden afgedrukt Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Als Aan is ingesteld, worden taken op de vaste schijf van de scanner opgeslagen. • Afdruktaken worden alleen automatisch opgeslagen in de buffer als de scanner bezig is met de verwerking van gegevens vanaf een andere invoerpoort.
Parallel [x], menu Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de scanner zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardtaal Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de scanner de binnenkomende gegevens niet. De scanner gebruikt PostScript-emulatie als de PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Parallelbuffer Hiermee stelt u de grootte van de parallelle invoerbuffer in. Automatisch Opmerkingen: 3 KB tot [maximum toegestane grootte] • "Automatisch" is de standaardinstelling. Uitgeschakeld • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de buffer op de vaste schijf van de scanner zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat de normale verwerking wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving INIT honoreren Uit Aan Hiermee stelt u vast of de scanner hardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • De computer dient een initialisatieverzoek in door het INIT-signaal op de parallelle poort te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens opnieuw als de computer wordt aangezet.
Menu Serieel [x] Menuoptie Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de scanner zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als deze instelling is ingesteld op Uit, controleert de scanner de binnenkomende gegevens niet. De scanner gebruikt PostScript-emulatie als de PS SmartSwitch is ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Seriële buffer Hiermee stelt u de grootte van de seriële invoerbuffer in. Automatisch Opmerkingen: 3 KB tot [maximum toegestane grootte] • "Automatisch" is de standaardinstelling. Uitgeschakeld • Met de waarde Uitgeschakeld schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menuoptie Beschrijving Robust XON Uit Aan Hiermee bepaalt u of de scanner zijn beschikbaarheid meldt aan de computer Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Deze menuoptie is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/XOFF. Baud 9600 19200 38400 57600 115200 138200 172800 230400 345600 1200 2400 4800 Hiermee stelt u in met welke snelheid gegevens via de seriële poort kunnen worden ontvangen.
Menu Instellingen SMTP Menuoptie Beschrijving Primaire SMTP-gateway Hiermee kunt u de gegevens voor de SMTP-servergateway en -poort opgeven Primaire SMTP-gatewaypoort Opmerking: "25" is de standaard-SMTP-gatewaypoort. Secundaire SMTP-gateway Primaire SMTP-gatewaypoort SMTP-time-out 5–30 Hiermee kunt u het aantal seconden opgeven waarna de server een poging een e-mail te verzenden beëindigt. Opmerking: "30 seconden" is de standaardinstelling.
Security (Beveiliging), menu Menu Beveiligingsinstellingen bewerken Menu-item Beschrijving Reservewachtwoord bewerken Hiermee wordt een reservewachtwoord gemaakt Opmerking: Dit menu-item wordt alleen weergegeven wanneer er een reservewachtwoord is.
Menuoptie Beschrijving Jumper voor opnieuw instellen beveiliging Toegangsbeheer = Geen beveiliging Geen effect Standaardfabrieksinstellingen herstellen Hiermee wijzigt u de waarde van de beveiligingsinstellingen. Opmerkingen: • Als u Toegangsbeheer = Geen beveiliging selecteert, blijven alle beveiligingsgegevens behouden die de gebruiker heeft opgegeven. Geen beveiliging is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Vervaltijd beveiligde taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een “vertrouwelijke” afdruktaak blijft staan voordat deze wordt verwijderd Vervaltijd herhaalde taak Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een “herhaalde” afdruktaak blijft staan voordat deze wordt verwijderd Vervaltijd taak controleren Uit 1 uur 4 uur 24 uur 1 week Hiermee beperkt u de duur dat een “gecontroleerde” afdruktaak blijft staan voordat deze wordt verwijderd
Menuoptie Beschrijving Gepland wissen Hiermee worden tijden en dagen voor het wissen van de schijf ingesteld Tijd Opmerking: Deze instelling wordt niet weergegeven wanneer de wismodus in ingesteld op Uit 0000–2300 of Auto. Dag(en) Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Elke dag (Ma-Zo) Weekdagen (Ma-Vr) Weekend (Za-Zo) Handmatig wissen Niet nu starten Nu starten Overschrijft alle schijfruimte die is gebruikt om gegevens op te slaan van een afdruktaak die is verwerkt (afgedrukt).
Menuoptie Beschrijving Geplande methode Eén doorgang Meerdere doorgangen Hiermee kan het bestandssysteem de gemarkeerde schijfruimte opnieuw gebruiken zonder deze eerst te moeten wissen Opmerkingen: • Eén doorgang is de standaardinstelling. • Deze menuoptie wordt niet weergegeven als de wismodus is ingesteld op 'Uit' of 'Automatisch'. • Zeer vertrouwelijke informatie kan het beste alleen met de methode Meerdere doorgangen worden gewist.
Menuoptie Beschrijving Log configureren Hiermee wordt opgegeven of en hoe de controlelogbestanden worden gemaakt Controle inschakelen Nee Opmerkingen: Ja • Met Controle inschakelen wordt bepaald of gebeurteExtern systeemlog inschakelen nissen worden geregistreerd in het beveiligde controNee lelog en in het externe systeemlog. Nee is de Ja standaardinstelling. Externe systeemlogserver • Met Extern systeemlog inschakelen wordt bepaald of Externe systeemlogpoort logs naar een externe server worden verzonden.
Datum en tijd instellen, menu Menuoptie Beschrijving Huidige datum en tijd Hiermee kunt u de huidige datum- en tijdinstellingen voor de printer weergeven. Handmatig datum en tijd instellen Opmerking: Datum/tijd is ingesteld als JJJJ-MM-DD UU:MM:SS-notatie. [datum en tijd invoeren] Tijdzone [lijst met tijdzones] Opmerking: GMT is de standaardinstelling.
Instellingen, menu Algemene instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Taal op display English Francais Deutsch Italiano Espanol Dansk Norsk Nederlands Svenska Portugees Suomi Russisch Polski Grieks Magyar Turkce Tsjechisch Simplified Chinese Traditioneel Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld. Ecomodus Uit Energie Energie/papier Papier Hiermee gebruikt u zo min mogelijk energie, papier of speciaal afdrukmateriaal.
Menuoptie Beschrijving Sensor ADF-univ.lader Aan Uit Hiermee kan de scanner het detecteren wanneer de ADF meer dan één vel papier tegelijk pakt Stille modus Uit Aan Reduceert de hoeveelheid geluid die door de scanner wordt voortgebracht. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Deze instelling ondersteunt de prestatiespecificaties van uw scanner. • Met Aan configureert u de scanner zodanig dat deze zo weinig mogelijk geluid produceert.
Menuoptie Beschrijving Toetsenbord Type toetsenbord English Francais Francais Canadien Deutsch Italiano Espanol Grieks Dansk Norsk Nederlands Svenska Suomi Portugees Russisch Polski Zwitsers-Duits Zwitsers-Frans Koreaans Magyar Türkçe (Turks) Czech Simplified Chinese Traditioneel Chinees Japans Aangepaste toets [x] Hiermee geeft u een taal en informatie op voor de aangepaste toets op het toetsenbord van het bedieningspaneel van de scanner.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie Linkerkant Rechterkant Aangepaste tekst [x] Hiermee kunt u opgeven wat in de rechter- en linkerhoek boven in het beginscherm wordt weergegeven. Kies voor de opties voor de linker- en rechterzijde uit de volgende opties: Geen IP-adres Hostnaam Contactpersoon Locatie Datum-/tijdmDNS/DDNS-servicenaam Naam configuratieloze verbind. Aangepaste tekst [x] Modelnaam Opmerkingen: • Bij de standaardinstelling wordt aan de linkerkant het IP-adres weergegeven.
Menuoptie Beschrijving Weergegeven informatie (vervolg) Papier vast Plaats papier Fouten die onderhoud vereisen Hiermee kunt u de weergegeven informatie aanpassen voor Papier vast, Plaats papier en Servicefouten Maak een keuze uit de volgende instellingen: Display Nee Ja Weergegeven bericht Standaardinstelling Alternatief Standaardinstelling [tekstinvoer] Alternatief [tekstinvoer] Opmerkingen: • Nee is de standaardinstelling voor Weergeven. • Standaard is de standaardinstelling voor Weergegeven bericht.
Menuoptie Beschrijving Kopie van één pagina Uit Aan Stelt het aantal exemplaren vanaf de glasplaat in op één pagina per keer Uitvoerverlichting Modus Normaal/stand-by Uit Gedimd Helder Hiermee stelt u de hoeveelheid licht in voor de standaarduitvoerlade Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Gedimd is de standaardinstelling wanneer de Ecomodus is ingesteld op Energie of Energie/papier. • Helder is de standaardinstelling wanneer de Ecomodus is ingesteld op Uit of Papier.
Menuoptie Beschrijving Locatie Hiermee kunt u de locatie van de printer opgeven Opmerking: De locatie wordt opgeslagen op de Embedded Web Server. Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Nietjesalarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker van de scanner of printer moet ingrijpen De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Continu Opmerkingen: • "Eén keer" is de standaardinstelling voor Alarminstelling.
Menuoptie Beschrijving Time-outs Wachttime-out 15-65535 sec. Uitgeschakeld Hiermee wordt ingesteld hoeveel seconden de scanner wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd Opmerkingen: • 40 sec. is de standaardinstelling. • Wachttime-out is alleen beschikbaar wanneer de scanner PostScript-emulatie gebruikt. Deze instelling is niet van invloed op afdruktaken waarvoor PCLemulatie wordt gebruikt. Time-outs Time-out taakwachtstand 5-255 sec.
Menuoptie Beschrijving Fabrieksinstellingen Niet herstellen Nu herstellen Hiermee zet u de scannerinstellingen terug naar de standaardinstellingen. Opmerkingen: • "Niet herstellen" is de standaardinstelling. Als "Niet herstellen" is ingesteld, blijven de gebruikersinstellingen van kracht. • Als Nu herstellen is ingesteld, worden alle scannerinstellingen teruggezet in de standaardinstellingen, met uitzondering van de menu-instellingen voor Netwerk/poorten.
Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) 1-zijdig naar 1-zijdig 1-zijdig naar 2-zijdig 2-zijdig naar 1-zijdig 2-zijdig naar 2-zijdig Hiermee geeft u op of een origineel document tweezijdig (duplex) of enkelzijdig (simplex) is bedrukt, en of dit vervolgens tweezijdig of enkelzijdig moet worden gekopieerd. Opmerkingen: • 1-zijdig naar 1-zijdig: de originele pagina is aan één zijde bedrukt en de gekopieerde pagina wordt ook aan één zijde bedrukt.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A3 A4 A5 A6 JIS B4 B5 (JIS) Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Lastig afdrukmateriaal - Tabloid Lastig afdrukmateriaal - A3 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Identiteitskaart Hiermee geeft u het papierformaat van het orig
Menuoptie Beschrijving Intensiteit 1–9 Hiermee geeft u het intensiteitsniveau voor de kopieertaak op. Opmerking: "5" is de standaardinstelling. Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee wordt bepaald waar de afgedrukte exemplaren worden uitgevoerd. Opmerkingen: Opmerking: Dit menu-item wordt weergegeven als er minstens één optionele uitvoerlade is geïnstalleerd. • Standaardlade is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Aangepaste taak scannen Uit Aan Hiermee kunt u een document dat verschillende papierformaten bevat, in één kopieertaak te kopiëren. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Dit menu wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf voor de scanner is geïnstalleerd. Opslaan als snelkoppeling toestaan Aan Uit Hiermee kunt u de aangepaste kopieerinstellingen opslaan als snelkoppelingen.
Menuoptie Beschrijving Scherpte 1-5 Hiermee stelt u de scherpte van een kopieertaak in Voorbeeldkopie Uit Aan Hiermee maakt u een voorbeeldkopie van het originele document. Opmerking: 3 is de standaardinstelling. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Fax Settings (Faxinstellingen), menu Faxmodus (Analoge faxinstellingen), menu In de modus Analoge faxinstellingen worden faxtaken via een telefoonlijn verzonden.
Menuoptie Beschrijving Geheugengebruik Gelijk Meestal verzenden Alles verzenden Alles ontvangen Meestal ontvangen Hiermee definieert u de toewijzing van de relatieve hoeveelheid niet-vluchtig geheugen voor het verzenden en ontvangen van faxtaken. Opmerkingen: • "Gelijk" is de standaardinstelling. Bij "Gelijk" wordt het geheugen gesplitst in twee gelijke delen voor het verzenden en voor het ontvangen van faxtaken.
Menuoptie Beschrijving Faxvoorblad Faxvoorblad Standaard uitgeschakeld Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Veld Opnemen tot Uit Aan Veld Opnemen vanaf Uit Aan Vanuit Veld Bericht opnemen Uit Aan Bericht Logo opnemen Uit Aan Voettekst [x] opnemen Uit Aan Voettekst [x] Hiermee configureert u het voorblad van de fax. Opmerking: Uit is de standaardinstelling voor alle opties van Faxvoorblad.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A3 A4 A5 A6 JIS B4 B5 (JIS) Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Lastig afdrukmateriaal - Tabloid Lastig afdrukmateriaal - A3 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op
Menuoptie Beschrijving Soort origineel Tekst Afbeeldingen Tekst/foto Foto Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven. Opmerkingen: • Tekst is de standaardinstelling. "Tekst'' wordt gebruikt als het document hoofdzakelijk uit tekst bestaat. • "Afbeeldingen" wordt gebruikt wanneer het document hoofdzakelijk uit afbeeldingen bestaat. • "Tekst/foto" wordt gebruikt wanneer documenten hoofdzakelijk bestaan uit tekst of lijnwerk.
Menuoptie Beschrijving Stuurprogramma voor faxen Ja Nee Hiermee kunnen faxtaken worden verzonden via het scannerstuurprogramma Opslaan als snelkoppeling toestaan Aan Uit Hiermee kunt u faxnummers opslaan als snelkoppeling op de printer. Kiesmodus Toon Puls Hiermee kunt u opgeven of nummers met tonen of pulsen moeten worden gekozen. Max.
Menuoptie Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0-5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document. Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail -4 tot 4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een fax aanpassen. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Faxtaak in wachtrij Geen Toner Toner en supplies Hiermee kan de printer taken uit de wachtrij verwijderen waarvoor bepaalde niet-beschikbare bronnen nodig zijn, en deze taken in een andere wachtrij plaatsen. Opmerking: Geen is de standaardinstelling. Opmerking: Dit menu wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf voor de scanner is geïnstalleerd. Aantal belsignalen 1–25 Hiermee stelt u het aantal belsignalen in voordat een inkomende faxtaak wordt beantwoord.
Menuoptie Beschrijving Fax doorsturen Afdrukken Afdrukken en doorsturen Doorsturen Hiermee schakelt u het doorsturen van ontvangen faxen naar een andere ontvanger in. Doorsturen naar Faxen E-mail FTP LDSS eSF Hiermee geeft u het type ontvanger op waaraan faxen worden doorgestuurd. Doorsturen naar snelkoppeling Hiermee kunt u een snelkoppelingsnummer invoeren dat overeenkomt met het type ontvanger (Faxen, E-mail, FTP, LDSS of eSF).
Faxloginstellingen Menuoptie Beschrijving Transmissielog Hiermee stelt u in dat na elke faxtaak een transmissielog wordt afgedrukt. Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Foutlog ontvangen faxen Nooit afdrukken Afdrukken bij fout Hiermee stelt u in dat na een ontvangstfout een foutlog ontvangen faxen wordt afgedrukt. Automatisch logs afdrukken Aan Uit Hiermee stelt u in dat automatisch faxlogs worden afgedrukt.
Beantwoorden na Menuoptie Beschrijving Alle belsignalen Hiermee geeft u de belpatronen op die worden gebruikt wanneer het apparaat oproepen beantwoordt. Alleen één keer Alleen twee keer Opmerking: De standaardinstelling is Alle belsignalen. Alleen drie keer Alleen één of twee keer Alleen één of drie keer Alleen twee of drie keer Faxmodus (Faxserverinstellingen), menu In de faxservermodus wordt de faxtaak naar een faxserver verzonden voor transmissie.
Menuoptie Beschrijving Faxresolutie Standaard Fijn 200 dpi Superfijn 300 dpi Ultrafijn 600 dpi Hiermee wordt de resolutie opgegeven voor scannen naar fax Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: "Standaard" is de standaardinstelling. Opmerking: 5 is de standaardfabrieksinstelling. Opmerking: Staand is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Biedt een keuze tussen het opslaan van scantaken in TIFF-bestanden met een enkele pagina of TIFF-bestanden met meerdere pagina's. Bij een scan-naar-faxtaak van meerdere pagina's, kan één TIFF-bestand worden gemaakt dat alle pagina's van de taak bevat of kunnen meerdere TIFF-bestanden worden gemaakt die elk één pagina van de scantaak bevatten. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Menuoptie Beschrijving Instellingen e-mailserver Webkopp. instellen Server Aanmelden Wachtwoord Pad Bestandsnaam Webkoppeling Hiermee definieert u de padnaam voor e-mailserver, bijvoorbeeld: /directory/pad Indeling PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling op van het bestand dat wordt gescand. PDF-versie 1.5 1.6 A-1a 1.2 1.3 1.4 Hiermee stelt u de versie in van het PDF-bestand dat wordt gescand voor e-mailen.
Menuoptie Beschrijving Resolutie 150 dpi 200 dpi 300 dpi 400 dpi 600 dpi 75 dpi Hiermee kunt u de resolutie van de scan opgeven in dpi (dots per inch). Intensiteit 1–9 Hiermee kunt u de scan lichter of donkerder maken Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Menuoptie Beschrijving Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • Voor Inbinden aan lange zijde worden pagina's ingebonden langs de lange zijde van de pagina (linkerrand voor staand, bovenrand voor liggend). • Voor Inbinden aan korte zijde worden pagina's ingebonden langs de korte zijde van de pagina (bovenrand voor staand, linkerrand voor liggend).
Menuoptie Beschrijving Transmissielog Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Hiermee kunt u opgeven of het transmissielog wordt afgedrukt. Papierbron logs Lade [x] Handmatige invoer Hiermee kunt u de papierbron opgeven voor het afdrukken van e-maillogs. Uitvoerlade log Standaardlade Uitvoerlade [x] Hiermee geeft u de uitvoerlade voor afdrukken van emaillogs op. Opmerking: "Log afdrukken" is de standaardinstelling. Opmerking: Lade 1 is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0-255 Standaarddrempelwaarde groen 0-255 Standaarddrempelwaarde blauw 0-255 Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd. Contrast Beste instelling voor inhoud 0-5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document.
FTP-instellingen, menu Menuoptie Beschrijving Indeling PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling op van het bestand dat naar FTP wordt verzonden PDF-versie 1.2–1.6 A-1a Hiermee stelt u de versie in van het PDF-bestand voor verzenden naar FTP. Soort origineel Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A3 A4 A5 A6 JIS B4 B5 (JIS) Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Lastig afdrukmateriaal - Tabloid Lastig afdrukmateriaal - A3 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op
Menuoptie Beschrijving JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte kleiner, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn.
Menuoptie Beschrijving Bitdiepte FTP 8 bit 1 bit Hiermee kunt u de modus Tekst/foto inschakelen om kleinere bestanden te verkrijgen door gebruik te maken van 1-bits afbeeldingen wanneer Kleur op Uit is ingesteld. Opmerking: "8 bit" is de standaardinstelling. Bestandsnaam Hier kunt u een bestandsnaam invoeren. Opmerkingen: • De maximale tekstlengte is 53 tekens. • Er wordt een tijdstempel toegevoegd aan de bestandsnaam.
Menuoptie Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0-5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Spiegelbeeld Uit Aan Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document. Negatief afbeelding Uit Aan Hiermee wordt er een negatieve afbeelding van het originele document gemaakt. Schaduwdetail -4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel schaduw zichtbaar is op een gescande afbeelding. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Soort origineel Tekst/foto Foto Tekst Afbeeldingen Hiermee kunt u de inhoud van het originele document opgeven. Inhoudsbron Zwart-wit laser Kleurenlaser Inkjet Foto/film Tijdschrift Krant Knop Overig Hiermee geeft u aan hoe het originele document is geproduceerd.
Menuoptie Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Automatische formaatdetectie Gemengde formaten A3 A4 A5 A6 JIS B4 B5 (JIS) Lastig afdrukmateriaal - Letter Lastig afdrukmateriaal - A5 Lastig afdrukmateriaal - Legal Lastig afdrukmateriaal - A4 Lastig afdrukmateriaal - Tabloid Lastig afdrukmateriaal - A3 Aangepast scanformaat [x] Boek origineel Visitekaartje 3 x 5 inch 4 x 6 inch Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op
Menuoptie Beschrijving JPEG-kwaliteit Beste instelling voor inhoud 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn.
Menuoptie Beschrijving Scanvoorbeeld Uit Aan Hiermee geeft u op of er een voorbeeld voor scantaken wordt weergegeven op de display. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerking: Dit menu wordt alleen weergegeven als er een geformatteerde, niet-defecte vaste schijf in de scanner is geïnstalleerd. Achtergrond verwijderen -4 tot 4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een scantaak Opmerking: "0" is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Rand tot rand scannen Uit Aan Hiermee stelt u in of het originele document van rand tot rand wordt gescand. Scherpte 1-5 Hiermee stelt u de scherpte van een gescande afbeelding in. Temperatuur -4 tot 4 Hiermee kunnen gebruikers de kleurtemperatuur van de uitvoer 'warmer' of 'kouder' maken. 'Koude' uitvoer bevat meer blauw dan de standaarduitvoer en 'warme' uitvoer bevat meer rood dan de standaarduitvoer. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling.
Papierbesparing Uit 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Hiermee geeft u aan dat meerdere paginabeelden afgedrukt moeten worden op één zijde van een vel papier. Rand papierbesparing Geen Effen Hiermee maakt u een rand rond elke pagina-afbeelding wanneer u N per vel (pagina's per kant) gebruikt Indeling papierbesparing Horizontaal Omgekeerd horizon.
Afdrukinstellingen Menu Instelling Menuoptie Beschrijving Printertaal PCL-emulatie PS-emulatie Hiermee wordt de standaardprintertaal ingesteld Opmerkingen: • PCL-emulatie is de standaardinstelling. PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. • PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
Menuoptie Beschrijving Bronnen opslaan Uit Aan Hiermee stelt u in wat de printer moet doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM-geheugen, als de printer een afdruktaak krijgt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. Als Uit is ingesteld, worden downloads bewaard op de printer tot het geheugen nodig is voor andere taken. Geladen bronnen worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt.
Menuoptie Beschrijving Sorteren Aan (1,2,1,2,1,2) Uit (1,1,1,2,2,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt. Scheidingsvellen Uit Tussen exemplaren Tussen taken Tussen pagina's Hiermee stelt u in of er lege scheidingsvellen worden ingevoerd. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling.
Menuoptie Beschrijving Taak nieten Uit Aan Bepaalt of afdruktaken worden geniet Pagina's verschuiven Geen Tussen exemplaren Tussen taken Pagina's worden op een bepaalde plek verschoven Opmerking: Dit menu wordt alleen weergegeven als de printer over een nietapparaat beschikt. Opmerkingen: • Geen is de standaardinstelling. • Met Tussen exemplaren wordt elk exemplaar van een afdruktaak verschoven als Sorteren staat ingesteld op Aan.
Menuoptie Beschrijving Fine Lines-verbet. Uit Aan Hiermee schakelt u een afdrukmodus in die speciaal bedoeld is voor bestanden met nauwkeurige details, zoals bouwkundige tekeningen, kaarten, stroomcircuitschema's en stroomdiagrammen. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • U kunt deze optie instellen in het programma. Voor Windows-gebruikers: klik op Bestand > Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen, Voorkeuren, Opties of Instellen.
Menuoptie Beschrijving Actie logbestand bij einde van frequentie Geen Huidig logbestand e-mailen Huidig logbestand e-mailen en verwijderen Huidig logbestand plaatsen Huidig logbestand plaatsen en verwijderen Hiermee bepaalt u hoe de scanner reageert aan het einde van de opgegeven frequentie Schijf bijna vol 1–99 Uit Hiermee kunt u opgeven hoe groot het logbestand maximaal kan zijn voordat de handeling bij Actie schijf bijna vol wordt uitgevoerd Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menu Extra Menuoptie Beschrijving Wachttaken verwijd. Vertrouwelijk In wachtstand Niet hersteld Alles Hiermee verwijdert u vertrouwelijke taken en wachttaken van de vaste schijf van de scanner. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, is dat alleen van invloed op de afdruktaken die zich in de scanner bevinden. Bladwijzers, afdruktaken op flashstations en andere typen taken in de wacht worden niet beïnvloed.
Menu XPS Menu-item Beschrijving Foutpagina's afdrukken Drukt een pagina af met informatie over fouten, waaronder XML-markupfouten. Uit Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Aan Menu PDF Menuoptie Beschrijving Passend Nee Ja Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Opmerking: Nee is de standaardinstelling. Aantekeningen Hiermee drukt u aantekeningen in een PDF-bestand af. Niet afdrukken Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Menu PCL emul Menuoptie Beschrijving Lettertypebron Intern Schijf Downloaden Flash Alles Hiermee stelt u de lettertypeset in die wordt gebruikt in het menu-item Lettertypenaam. Opmerkingen: • Intern is de standaardinstelling. Intern geeft de standaardset met lettertypen weer die in het RAM is geladen. • Met de instellingen Flash en Schijf worden alle interne lettertypen weergegeven die in deze optie aanwezig zijn.
Menuoptie Beschrijving Instell. PCL-emulatie Pitch 0.08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi). • Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen. Instell.
Menuoptie Beschrijving Lade-nr. wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade [x] Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde envelop (handm.) Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr. wijzigen Fabrieksinst. weerg. Geen Hiermee wordt de standaardinstelling weergegeven voor elke invoerlade. Lade-nr.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Intl CG Times Intl Courier Intl Univers Beschrijving Joanna MT Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Letter Gothic Opmerking: Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten Lubalin Graph waarin geen lettertype wordt opgegeven.
Menuoptie Beschrijving Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerkingen: • 19 mm is de standaardinstelling. • De margegrootte kan in stappen van 1 mm worden aangepast. Achtergronden Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Afdrukken Opmerking: Afdrukken is de standaardinstelling. Niet afdrukken Menu Afbeelding Menuoptie Beschrijving Autom. aanpassen.
Andere vertalingen zijn beschikbaar op de Lexmark-website op www.lexmark.com. Menuoptie Beschrijving Alle handleidingen afdrukken Hiermee worden alle (help)gidsen en handleidingen afgedrukt. Handleiding kopiëren Bevat informatie over het maken van kopieën en het wijzigen van instellingen. Faxhandleiding Bevat informatie over het verzenden van faxen met faxnummers, snelkoppelingsnummers of het adresboek en over het wijzigen van instellingen.
De scanner onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de scanner reinigen 1 Zorg dat de scanner is uitgeschakeld en de stekker niet in het stopcontact zit. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Om het risico op elektrische schokken tijdens het reinigen van de buitenkant van de scanner te vermijden, trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maakt u alle kabels los voordat u verdergaat.
De ADF-glasplaat reinigen 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. Opmerkingen: • Desgewenst kunt u ook een papieren doekje vochtig maken met gedestilleerde glasreiniger zonder ammonia. • De reinigingskit voor de scannerglasplaat kan hier ook voor worden gebruikt. 2 Open de klep van de ADF. 3 Veeg over de boven- en onderzijde van de ADF-glasplaat tot ze schoon en droog zijn. 4 Sluit de ADF-klep.
Gebruik bij het reinigen van ADF-onderdelen de reinigingskit die met de scanner is meegeleverd. 1 Haal de reinigingskit uit de ruimte onder de uitvoerlade. 2 Pak de reinigingsdoek en vouw deze uit. 2 3 1 3 Open de klep van de ADF. 4 Wrijf met de reinigingsdoek de rollen in het bovenste gedeelte van de ADF schoon tot alle vuilresten zijn verwijderd.
a Om de rollen te reinigen die niet vrij kunnen draaien, duwt u elke roller naar binnen, draait u deze en reinigt u deze met de reinigingsdoek. 1 2 b Om de rollen te reinigen die vrij kunnen draaien, veegt u over de rollers totdat alle vuilresten zijn verwijderd.
5 Wrijf met de reinigingsdoek de rollen in het onderste gedeelte van de ADF schoon tot alle vuilresten zijn verwijderd. 1 2 1 Zes rollen die niet vrij kunnen draaien 2 Zes rollen die vrij kunnen draaien a Om de rollen te reinigen die niet vrij kunnen draaien, draait u de laatste rol met de hand naar de ingang van de ADF. Hierdoor wordt de positie gewijzigd van de andere rollen die niet vrij kunnen draaien.
b Om de rollen te reinigen die vrij kunnen draaien, veegt u over de rollers totdat alle vuilresten zijn verwijderd. 6 Wacht drie minuten om de rollen te laten drogen. Aanraakscherm reinigen Reinig het aanraakscherm van de scanner regelmatig om vingerafdrukken en vlekken te verwijderen. 1 Zorg dat de scanner is uitgeschakeld en de stekker niet in het stopcontact zit.
• • • • hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof. De status van supplies controleren Er verschijnt een bericht op het display als er een vervangende supply nodig is of als er onderhoud moet worden gepleegd. De status van supplies controleren op het bedieningspaneel van de scanner Raak in het startscherm Status/Supplies > Supplies weergeven aan.
Een papierscheiding bestellen Wanneer het bericht Vervang de papierscheiding op het display wordt weergegeven, dient u een papierscheiding te bestellen. Artikelnaam Artikelnummer Papierscheiding 40X6447 Printersupplies bestellen Tonercartridges bestellen Wanneer het bericht 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven of wanneer de afdruk vaag wordt: 1 Verwijder de cartridge uit de printer.
Artikelnaam Lexmark Cartridge-retourneerprogramma Normale cartridge Tonercartridge met hoog rendement voor etikettoepas- T650H04E singen Niet van toepassing Tonercartridge met extra hoog rendement voor etikettoepassingen* T654X04E Niet van toepassing Tonercartridge T650A11P T650A21P Tonercartridge met hoog rendement T650H11P T650H21P Tonercartridge met extra hoog rendement* T654X11P T654X21P Voor Azië, Australië en Nieuw-Zeeland Tonercartridge met hoog rendement voor etikettoepas- T650H04P
Artikelnaam Soort Artikelnummer Onderhoudskit (T1-verhittingsstation) 100 V 40X4723 110 V 40X4724 220 V 40X4765 Onderhoudskit (T2-verhittingsstation) 100 V 40X4766 110 V 40X4767 220 V 40X4768 Laadrollen bestellen Bestel nieuwe laadrollen wanneer er lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen.
Nietcassettes bestellen Artikelnaam Artikelnummer Nietcassettes - verpakking met 3 stuks 25A0013 Raadpleeg de illustraties aan de binnenzijde van de klep voor het nietapparaat voor meer informatie. Een overdrachtsrol bestellen Wanneer de voor- of achterzijde van afgedrukte pagina's tonervlekken vertonen, bestel dan een nieuwe overdrachtrol. Artikelnaam Artikelnummer Overdrachtsrol 40X1886 Supplies vervangen De papierscheiding vervangen 1 Schakel de printer uit en open vervolgens de ADF-klep.
3 Pak de nieuwe papierscheiding uit en installeer deze in de scanner. 2 1 2 1 4 Sluit de ADF-klep. 5 Gooi de oude papierscheiding weg.
Het geheugen vastzetten vóór verplaatsen van de scanner Kennisgeving van vluchtigheid De scanner bevat verschillende soorten geheugens waarin apparaat- en netwerkinstellingen, informatie uit ingesloten oplossingen en gebruikersgegevens kunnen worden opgeslagen. De volgende soorten geheugens en gegevens kunnen worden opgeslagen: • Vluchtig geheugen: het apparaat gebruikt standaard RAM-geheugen (Random Access Memory) om gebruikersgegevens te bufferen tijdens eenvoudige afdruk- en kopieertaken.
Niet-vluchtig geheugen wissen • Individuele instellingen, apparaat- en netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen en Embedded Solutions — U kunt gegevens en instellingen wissen door in het menu Configuratie Alle instellingen wissen te selecteren. • Faxgegevens—U kunt faxinstellingen en -gegevens wissen door in het menu Configuratie Alle instellingen wissen te selecteren. 1 Schakel de scanner uit. 2 Houd en 6 ingedrukt terwijl u de scanner inschakelt.
De scanner verplaatsen Voordat u de scanner verplaatst LET OP—KANS OP LETSEL: Houd u bij het verplaatsen van de scanner aan de volgende richtlijnen om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de scanner beschadigd raakt: • Schakel de scanner uit met de aan-uitschakelaar, en haal de stekker uit het stopcontact. • Koppel alle snoeren en kabels los van de scanner voordat u de scanner verplaatst. Let op—Kans op beschadiging: Schade aan de scanner door onjuist transport valt niet onder de garantie van de scanner.
De scanner vervoeren Als u de scanner wilt vervoeren, dient u de originele verpakking te gebruiken of te bellen met de winkel waar u de printer hebt gekocht voor de benodigde verpakkingsmaterialen.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden algemene ondersteunende beheertaken beschreven die worden uitgevoerd met de Embedded Web Server. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op http://support.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
E-mailmeldingen instellen U kunt de scanner zodanig configureren dat deze u een e-mailbericht verzendt wanneer supplies opraken, wanneer het papier moet worden vervangen of toegevoegd, of wanneer het papier vastloopt. 1 Typ het IP-adres of de hostnaam van de scanner in het adresveld van uw webbrowser.
Papierstoringen verhelpen Als u zorgvuldig papier selecteert en correct plaatst, kunt u de meeste papierstoringen voorkomken. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. Als u een papierstoring wilt verhelpen en wilt verdergaan met afdrukken, maakt u de papierbaan vrij en raakt u Doorgaan, storing verholpen aan op het beginscherm. Als de functie voor herstel na storing is ingesteld op Aan, wordt er een nieuw exemplaar van de vastgelopen pagina afgedrukt.
Informatie over storingsnummers en -locaties Als er een storing optreedt, wordt op het display een bericht weergegeven waarin de locatie van de storing wordt vermeld. Open alle kleppen en verwijder de laden zodat u bij de locaties kunt waar het afdrukmateriaal is vastgelopen. U kunt de papierstoring alleen oplossen door al het vastgelopen papier in de papierbaan te verwijderen.
200-201 papierstoringen LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1 Druk de ontgrendelingshendel in en laat de klep van de universeellader zakken. 2 Druk de ontgrendelingshendel in en open de voorklep van de printer. 4 2 3 1 3 Til de tonercartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de fotoconductortrommel aan de onderkant van de cartridge niet aan.
8 Sluit de klep van de universeellader. 9 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner. 202-203 vastgelopen papier LET OP—HEET OPPERVLAK: Het binnenste van de printer is mogelijk erg warm. om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. Er is papier vastgelopen in de printer 1 Trek de bovenste achterklep naar beneden. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer.
230 Vastgelopen papier Papier is vastgelopen in de duplexeenheid 1 Verwijder de standaardlade uit de printer.
2 Trek de onderste achterklep omlaag. 3 Druk het lipje omlaag. 4 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 5 Sluit de onderste achterklep. 6 Plaats de standaardlade terug. 7 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner.
Papier vast in de standaardlade 1 Verwijder de standaardlade uit de printer. 2 Druk het lipje omlaag. 1 2 3 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 4 Plaats de standaardlade terug. 5 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner.
231-239 Vastgelopen papier Papier is vastgelopen in de duplexeenheid 1 Druk de vergrendeling in en houd deze ingedrukt en trek tegelijk de achterklep van de optionele duplexeenheid omhoog. 2 1 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Sluit de achterklep van de duplexeenheid. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner.
Papier vast in de standaardlade 1 Verwijder de standaardlade uit de printer. 2 Verwijder de lade van de duplexeenheid om bij het vastgelopen papier te kunnen. 3 Til de verzonken duplexbalk omhoog. 4 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 5 Plaats de lade voor dubbele papierstoringen. 6 Plaats de standaardlade terug. 7 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner.
24x papier vast 1 Trek de lade die wordt aangegeven op het display uit de printer. 2 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. 3 Plaats de lade terug. 4 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner. 5 Als het storingsbericht niet verdwijnt voor een lade voor 250 vel of een lade voor 550 vel, trek dan de lade uit de printer.
250: papierstoring 1 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de universeellader. 2 Buig de vellen papier naar voren en achteren om ze van elkaar los te maken. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een vlakke ondergrond de stapel recht. 3 Plaats opnieuw papier in de universeellader. 4 Schuif de papiergeleider voorzichtig tegen de linkerzijde van het papier. 5 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner.
260 papier vast De onderste envelop gaat als eerste de printer binnen. 1 Til het envelopgewicht omhoog en verwijder vervolgens alle enveloppen. 2 Als de vastgelopen envelop in de printer is gevoerd en niet naar buiten kan worden getrokken, til dan de enveloppenlader omhoog en uit de printer. Leg de rol opzij. 3 Verwijder de vastgelopen envelop uit de printer. Opmerking: zorg dat alle papierstukjes zijn verwijderd. Als u de envelop niet kunt verwijderen, moet de tonercartridge worden verwijderd.
4 Plaats de enveloppenlader terug. Zorg ervoor dat deze op zijn plaats vastklikt. 5 Buig de enveloppen en stapel deze op. 6 Plaats de enveloppen opnieuw in de enveloppenlader. 7 Pas de papiergeleider aan. 8 Laat het envelopgewicht zakken. 9 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner. 281 papierstoring 1 Pak het vastgelopen papier stevig vast aan beide zijden en trek het voorzichtig uit de uitvoerlade van het nietapparaat.
283 papier vast 1 Open de klep van de nietjeshouder door op de ontgrendelingshendel te drukken. 2 Druk de ontgrendelingshendel van de nietjeshouder naar beneden en trek de houder uit de printer. 3 Til de nietbeschermer aan het metalen nokje omhoog en verwijder alle losse nietjes.
4 Druk de nietbeschermer omlaag tot deze vastklikt. 5 Druk de nietjeshouder stevig in het nietapparaat tot de houder vastklikt. 6 Sluit de klep van het nietapparaat. 7 Raak Doorgaan, storing verholpen aan op het bedieningspaneel van de scanner. 2yy.xx papierstoringen Het is de scanner niet gelukt om een of meer pagina’s in te voeren in de ADF. 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. Opmerking: Deze melding verdwijnt als de pagina’s zijn verwijderd uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF.
problemen oplossen Het aanduidingslampje knippert Het aanduidingslampje knippert totdat u functies voor faxen en e-mailen hebt geconfigureerd. Volg de stappen hierna om het knipperende lampje uit te schakelen: Opmerking: Zorg ervoor dat de faxkabels aangesloten zijn voordat u deze aanwijzingen voor een scanner op een netwerk uitvoert. 1 Blader in het beginscherm naar: Menu's > Instellingen > Algemene instellingen 2 Raak de pijlen naast Initiële set-up uitvoeren aan en raak daarna Ja > Verzenden aan.
Wijzig [papierbron] in [papierformaat] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Huidige [papierbron] gebruiken aan als u het bericht wilt negeren en de geselecteerde lade wilt gebruiken.
Als de fout zich een tweede keer voordoet: 1 2 3 4 5 6 7 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Als er een optionele duplexeenheid is geïnstalleerd, moet u deze verwijderen. Verwijder de aangegeven lade. Plaats de lade terug. Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. Zet de printer weer aan. Als de fout zich opnieuw voordoet: 1 2 3 4 Zet de printer uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de lade.
Fout lezen USB-station. Verwijder USB. Er is een niet-ondersteund USB-apparaat geplaatst. Verwijder het USB-apparaat en installeer daarna een ondersteund apparaat. Fout bij lezen USB-hub. Verwijder hub. Er is een niet-ondersteunde USB-hub geplaatst. Verwijder de USB-hub en installeer daarna een ondersteund apparaat.
Plaats duplexeenheid Probeer een van de volgende oplossingen: • Plaats de duplexeenheid: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Plaats de duplexeenheid. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Start de printer opnieuw op. • Annuleer de huidige taak. Plaats enveloppenlader Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats de enveloppenlader. 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Vul [bron] met [naam aangepaste soort] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Plaats het aangegeven papier in de lade of invoer. • Raak Papier geplaatst, doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
Handinvoer vullen met [naam aangepaste soort] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de handmatige invoer met de opgegeven papiersoort. • Raak Vragen bij elke pagina, papier is geplaatst of Niet vragen, papier is geplaatst aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. • Raak Automatisch papier selecteren aan om het papier in de lade te gebruiken. • Annuleer de afdruktaak.
Papier moet worden vervangen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Huidige supplies gebruiken aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. Printer en scanner niet verbonden. Controleer verbinding en start beide apparaten opnieuw Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Zorg dat de Ethernet-kabel goed op de printer en de scanner is aangesloten. • Start de printer en de scanner opnieuw.
• Verwijder de aangegeven laden: 1 Schakel de printer uit. 2 Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact. 3 Verwijder de aangegeven laden. 4 Neem contact op met de klantenondersteuning. • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en af te drukken zonder de aangegeven laden te gebruiken. Plaats enveloppenladerterug Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Schakel de printer uit en weer in. Als de fout zich een tweede keer voordoet: 1 2 3 4 5 6 Zet de printer uit.
Verwijder papier uit alle uitvoerladen De capaciteitslimiet van de uitvoerladen is bereikt. Verwijder papier uit alle uitvoerladen om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder papier uit [gekoppelde ladensetnaam] Verwijder het papier uit de aangegeven lade. De printer stelt automatisch dat het papier is verwijderd en gaat door met afdrukken. Raak Doorgaan aan als het bericht niet wordt gewist nadat u het papier hebt verwijderd. Plaats alle originelen terug als u de taak opnieuw start.
Vervang grijprol De scanner vereist onderhoud. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. Vervang reiniger Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de reiniger van het verhittingsstation in de printer. • Raak op het bedieningspaneel van de scanner Doorgaan aan om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Vervang de papierscheiding Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vervang de papierscheiding in de scanner.
Scanner vergrendeld, ontgrendeling onder de scanner 1 Ontgrendel de scanbalk. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met scannen. Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Raak Doorgaan aan om de aangegeven taak te verwijderen. Opmerking: Wachttaken die niet worden hersteld, blijven op de vaste schijf opgeslagen en zijn niet toegankelijk. Schijf wordt niet ondersteund Er is een niet-ondersteunde schijf geplaatst.
32.xx Artikelnummer cartridge wordt niet ondersteund door apparaat Verwijder de inktcartridge en installeer vervolgens een exemplaar dat wel wordt ondersteund. Opmerking: Het kan 10–20 seconden duren voordat is bepaald of de inktcartridge wordt ondersteund of niet. Mogelijk kunnen er gewoon pagina's worden afgedrukt in dit interval. Als er pagina's kunnen worden afgedrukt, worden deze niet opnieuw afgedrukt nadat er een geldige inktcartridge is geplaatst. 34 Onjuist papierformaat.
37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. 38 Geheugen vol Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Taak annuleren aan om het bericht te wissen en de afdruktaak te annuleren. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het geheugen. • Installeer extra scannergeheugen. 39 Pagina is te complex.
• Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit. 54 Netwerk [x] softwarefout Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om door te gaan met afdrukken. • Schakel de printer uit en schakel de printer na 10 seconden weer in. • Upgrade (flash) de netwerkfirmware in de printer.
56 Seriële poort [x] uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de seriële poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item Seriële buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld. 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen.
58 Te veel schijven geïnstalleerd 1 Zet de scanner uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de extra vaste schijven. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Schakel de scanner weer in. 58 Te veel flashopties geïnstalleerd 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder het flashgeheugen dat u niet gebruikt. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan.
59 Incompatibele uitvoerlade [x] Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de aangegeven uitvoerlade. • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken zonder de aangegeven uitvoerlade te gebruiken. 59 Incompatibele lade [x] Alleen opties die speciaal voor de printer zijn ontworpen, worden ondersteund. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder de aangegeven lade.
3 Plaats de cartridge terug en raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Opmerkingen: • Herhaal deze procedure een paar keer tot de afdrukken vaag blijven. Wanneer de afdrukken vaag blijven, vervangt u de cartridge. • Zorg ervoor dat u een nieuwe cartridge in voorraad heeft om de huidige cartridge te vervangen als de kwaliteit van de afdrukken niet meer aanvaardbaar is. 88.xx Vervang cartridge 1 Vervang de aangegeven toner- of inktcartridge.
295.20 Sensor universeellader ingeschakeld Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Verwijder het vastgelopen papier uit de ADF. Zie “2yy.xx papierstoringen” op pagina 273 voor meer informatie. • Verwijder de scantaak direct na de voltooide scan van de glasplaat. Indien het bericht blijft verschijnen, probeer dan een van de volgende oplossingen: • Raak Sensor papierdikte uitschakelen aan om de sensor voor de rest van de scantaak uit te schakelen. • Schakel de sensor voor de universeellader uit.
Zodra u dit alles hebt gecontroleerd, zet u de printer uit. Wacht minimaal 10 seconden en zet de printer vervolgens weer aan. In veel gevallen is het probleem dan verdwenen. Problemen met de printer oplossen Meertalige PDF-bestanden worden niet afgedrukt De PDF-bestanden bevatten mogelijk lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram > Geavanceerd > Afdrukken als afbeelding > OK > OK.
CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER JUIST IS GEÏNSTALLEERD EN WERKT. • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk. • Druk een pagina met netwerkinstellingen af en controleer of Connected (Verbonden) wordt weergegeven als status. Als Not Connected (Niet verbonden) als status wordt weergegeven, controleert u de netwerkkabels en probeert u opnieuw de pagina met netwerkinstellingen af te drukken.
SCHAKEL DE INSTELLING PAGINABEVEILIGING UIT Blader in het startscherm naar: > Instellingen > Algemene instellingen > Afdrukherstel > Paginabeveiliging > Uit > WIJZIG DE MILIEU-INSTELLINGEN Als u instellingen van de Ecomodus of stille modus gebruikt, is de verwerkingssnelheid mogelijk lager.
Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER OF SORTEREN IS INGESCHAKELD. Schakel Sorteren in in het menu Afwerking of in Eigenschappen. Opmerking: Als u Sorteren uitschakelt in de software, wordt de instelling in het menu Afwerking overschreven. VERMINDER DE COMPLEXITEIT VAN DE AFDRUKTAAK.
De klep van de scannereenheid kan niet worden gesloten Controleer of de klep niet wordt geblokkeerd: 1 Til de scannereenheid op. 2 Verwijder eventuele blokkades terwijl u de klep open houdt. 3 Laat de scannereenheid zakken.
CONTROLEER OF DE KWALITEIT VAN HET ORIGINELE DOCUMENT IN ORDE IS Controleer de kwaliteit van het originele document. PLAATS HET ORIGINELE DOCUMENT CORRECT OP DE GLASPLAAT Zorg dat het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbenedenhoek van de glasplaat is geplaatst.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gekopieerd Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Controleer of het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instelling Papierformaat in het menu Papier.
Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: ANDERE SOFTWAREPROGRAMMA'S VERSTOREN MOGELIJK HET SCANNEN. Sluit alle ongebruikte programma's. MOGELIJK IS DE SCANRESOLUTIE TE HOOG INGESTELD Selecteer een lagere scanresolutie.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Controleer of het document of de foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instelling Papierformaat in het menu Papier.
Kan geen faxen verzenden of ontvangen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
• Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, draait u het volume omhoog om te controleren of u een kiestoon hoort. ONTKOPPEL TIJDELIJK ANDERE APPARATUUR Sluit de printer rechtstreeks op de telefoonlijn aan om te controleren of het apparaat goed werkt. Ontkoppel eventuele antwoordapparaten, computers met modems of telefoonlijnsplitters. CONTROLEER OP PAPIERSTORINGEN Verwijder eventueel vastgelopen papier en controleer of Gereed op het display verschijnt.
4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 5 Voer in het veld Aantal belsignalen het aantal belsignalen in dat u wilt horen voor u de oproep aanneemt. 6 Klik op Submit (Verzenden). DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven als de toner bijna op is. Kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER OF DE FAXTRANSMISSIESNELHEID NIET TE HOOG IS INGESTELD Verlaag de faxtransmissiesnelheid voor binnenkomende faxen: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen). 3 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 4 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 5 Klik in het vak Max.
SCANINSTELLINGEN AANPASSEN In de configuratie-instellingen van de bestemming verlaagt u de scaninstellingen. U verlaagt bijvoorbeeld de scanresolutie, u schakelt Kleur uit, of u wijzigt het Inhoudstype naar Tekst. CONTACT OPNEMEN MET DE KLANTENONDERSTEUNING Neem contact op met de klantenservice wanneer u het probleem nog steeds niet kunt opsporen.
3 Zorg dat de papiergeleiders tegen de randen van het papier zijn geplaatst. 4 Zorg dat de papierlade goed sluit. STEL DE PRINTER OPNIEUW IN Zet de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet de printer weer aan. CONTROLEER OF DE PAPIERLADE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Als de papierlade wel voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het papier vastloopt rond het punt waar het de lade in- of uitgaat, is de lade mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer de papierlade opnieuw.
CONTROLEER DE KABEL. Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten op de ISP-poort. CONTROLEER OF DE NETWERKSOFTWARE JUIST IS GECONFIGUREERD. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie voor meer informatie over het installeren van de afdruksoftware via het netwerk. Interne afdrukserver werkt niet goed Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE VERBINDINGEN VAN DE AFDRUKSERVER.
Problemen met de papierinvoer oplossen (scanner) Originele documenten worden niet goed ingevoerd in de ADF. PAS DE PAPIERGELEIDERS AAN Pas de papiergeleiders zodanig aan, dat deze net de zijkant van het afdrukmateriaal raken. VERWIJDER OVERTOLLIG PAPIER UIT DE ADF Zorg dat het papier niet hoger komt dan de aangegeven maximale hoogte op de papiergeleiders. Zie “Informatie over de ADF en de glasplaat” op pagina 12 voor meer informatie.
STEL HET PAPIERFORMAAT EN DE PAPIERSOORT VOOR LASTIG MATERIAAL IN Zie “Het papierformaat en de papiersoort instellen voor lastige afdrukmaterialen” op pagina 80 voor meer informatie. SCHAKEL DE SENSOR UIT VOOR DE PAPIERDIKTE Schakel de sensor voor de universeellader uit. Zie “De ADF instellen om meerdere papierbanen te detecteren” op pagina 82 voor meer informatie. Problemen met de papierinvoer oplossen (printer) Papier loopt regelmatig vast Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenservice als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen.
Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Bijgesneden afbeeldingen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE GELEIDERS Schuif de breedte- en lengtegeleiders van de lade in de juiste positie voor het papier dat in de printer is geplaatst.
CONTROLEER OF DE CARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Controleer als het bericht 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven, of de toner gelijkmatig is verdeeld over de cartridge. 1 Verwijder de cartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug in de printer.
CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de papiergeleiders naar de juiste positie voor het papierformaat dat in de lade is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instelling Papierformaat in het menu Papier.
CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT Zorg dat de papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade of de invoer is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instellingen Papiersoort en Papiergewicht in het menu Papier. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt: • Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Controleer of de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade of invoer is geplaatst: • Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instelling Papiersoort in het menu Papier. • Windows-gebruikers moeten deze instellingen controleren via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers moeten deze instelling controleren via het afdrukdialoogvenster. CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET BESCHADIGD IS Vervang de beschadigde cartridge.
3 Plaats de cartridge terug in de printer. Opmerking: Als de afdrukkwaliteit niet verbetert, moet u de cartridge vervangen. Als het probleem zich blijft voordoen, kunt u contact opnemen met de afdeling voor technische ondersteuning. CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET BESCHADIGD IS Vervang de beschadigde cartridge. Herhaalde storingen ) ) ) ) SPOREN KOMEN GELIJKMATIG OVER DE GEHELE PAGINA VOOR Vervang de laadrollen bij storingen na iedere 28,3 mm (1,11 inch).
Afdrukken bevatten alleen gekleurde of zwarte effen vlakken CONTROLEER OF DE CARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD EN NIET ZIJN BESCHADIGD EN VOLDOENDE TONER BEVATTEN • Verwijder de inktcartridges uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. • Plaats de inktcartridges terug in de printer. Opmerking: Als de kwaliteit niet is verbeterd, vervangt u de cartridges.
CONTROLEER OF DE CARTRIDGE VOLDOENDE TONER BEVAT Als het bericht 88.xx [kleur] cartridge bijna leeg wordt weergegeven, moet u controleren of de toner gelijkmatig is verdeeld over de cartridge: 1 Verwijder de cartridge uit de printer. Let op—Kans op beschadiging: Raak de trommel van de fotoconductor niet aan. Dit kan de afdrukkwaliteit van toekomstige afdruktaken verminderen. 2 Schud de cartridge meerdere keren stevig heen en weer om de toner opnieuw te verdelen. 3 Plaats de cartridge terug in de printer.
SELECTEER EEN ANDERE LADE OF INVOER • Selecteer Standaardbron in het menu Papier op het bedieningspaneel van de scanner. • Windows: selecteer de papierbron via Printereigenschappen. • Macintosh: selecteer de papierbron via het dialoogvenster Druk af en de pop-upmenu's. CONTROLEER OF DE CARTRIDGE NIET LEEG IS OF IS VERSLETEN OF BESCHADIGD Vervang de lege, versleten of beschadigde cartridge.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERGEWICHT EN DE PAPIERSTRUCTUUR Wijzig de instelling Papiergewicht van Normaal in Zwaar. Wijzig zo nodig de Papierstructuur van Normaal in Ruw in het menu Papier van het bedieningspaneel van de scanner. HET VERHITTINGSSTATION IS VERSLETEN OF DEFECT Vervang het verhittingsstation. Tonervlekjes Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de papiersoort is ingesteld op Transparanten: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de scanner de instelling Papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste papiersoort op voordat u de afdruktaak verzendt. • Voor Windows-gebruikers: geef het type op via Printereigenschappen. • Voor Macintosh-gebruikers: geef het type op via het dialoogvenster Afdrukken.
Contact opnemen met de klantenondersteuning Als u voor klantenondersteuning belt, moet u het volgende bij de hand hebben: een beschrijving van het probleem, het bericht op de display en een beschrijving van wat u al hebt gedaan om een oplossing te vinden. U moet weten welk type printer u gebruikt en wat het serienummer hiervan is. Deze gegevens vindt u aan de binnenkant van de bovenste voorklep van de printer. Het serienummer wordt ook vermeld op de pagina met menu-instellingen.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark 6500e Apparaattype: 4036 Model(len): 310 Informatie over deze editie Juni 2011 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Trademarks Lexmark, Lexmark with diamond design, and MarkVision are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. PrintCryption, ScanBack en StapleSmart zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. Mac en het Mac-logo zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. PCL(r) is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company.
Univers Linotype-Hell AG and/or its subsidiaries All other trademarks are the property of their respective owners.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de eigenschappen voor het energieverbruik van de printer beschreven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Bezig met afdrukken van Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product. 600 W dubbelzijdig; 780 W enkelzijdig Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen gemaakt met het product.
product. Zo kunt u het energieverbruik berekenen. Het totale energieverbruik van het product is de som van het energieverbruik voor alle standen.
Blootstelling aan hoogfrequentie-energie De hoeveelheid hoogfrequentie-energie die door dit draadloze apparaat wordt uitgestraald, ligt ver onder de limieten voor hoogfrequentie-energie die zijn vastgesteld door de FCC en andere regelgevende instanties. Er moet minimaal 20 cm (8 inch) ruimte tussen de antenne en eventuele personen zijn om te voldoen aan de vereisten voor hoogfrequentie-energie van de FCC en andere regelgevende instanties.
Česky Společnost Lexmark International, Inc. tímto prohlašuje, že výrobek tento výrobek je ve shodě se základními požadavky a dalšími příslušnými ustanoveními směrnice 1999/5/ES. Dansk Lexmark International, Inc. erklærer herved, at dette produkt overholder de væsentlige krav og øvrige relevante krav i direktiv 1999/5/EF. Deutsch Hiermit erklärt Lexmark International, Inc.
Slovensko Lexmark International, Inc. izjavlja, da je ta izdelek v skladu z bistvenimi zahtevami in ostalimi relevantnimi določili direktive 1999/5/ES. Svenska Härmed intygar Lexmark International, Inc. att denna produkt står i överensstämmelse med de väsentliga egenskapskrav och övriga relevanta bestämmelser som framgår av direktiv 1999/5/EG. LEXMARK BEPERKTE SOFTWAREGARANTIE EN LICENTIEOVEREENKOMST LEES DEZE LICENTIEOVEREENKOMST ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DIT PRODUCT IN GEBRUIK NEEMT.
3 BEPERKING VAN VERHAAL. VOOR ZOVER DIT WETTELIJK IS TOEGESTAAN ZAL ENIGE EN ALLE AANSPRAKELIJKHEID VAN LEXMARK ONDER DE LICENTIEOVEREENKOMST VAN DEZE SOFTWARE NADRUKKELIJK WORDEN BEPERKT TOT DE HOOGSTE VAN DEZE TWEE BEDRAGEN: DE PRIJS DIE VOOR DE SOFTWARE IS BETAALD OF VIJF AMERIKAANSE. DOLLAR (OF HET EQUIVALENT IN DE LOKALE VALUTA). IN ENIG GESCHIL ONDER DE LICENTIEOVEREENKOMST VAN DEZE SOFTWARE IS UW ENIGE RECHTSMIDDEL TEGEN LEXMARK DAT U ÉÉN VAN DEZE BEDRAGEN VERGOED KUNT KRIJGEN.
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 mag geen exemplaren van de Software of delen ervan houden. De overdracht mag geen indirecte overdracht, zoals een consignatie, zijn. De eindgebruiker die het Softwareprogramma ontvangt, dient vóór de overdracht akkoord te gaan met al deze voorwaarden van de Licentieovereenkomst. Uw licentie wordt bij de overdracht automatisch beëindigd.
klikt of dit product gebruikt, u bevestigt dat u akkoord gaat met de voorwaarden van deze Licentieovereenkomst en dat u dit doet met de bedoeling een overeenkomst van Lexmark te "ondertekenen". 18 TEKENINGSBEVOEGDHEID. U verklaart dat u wettelijk meerderjarig bent op het moment dat u deze Licentieovereenkomst tekent en dat u, indien van toepassing, door uw werkgever of meerdere bent gemachtigd deze overeenkomst aan te gaan. 19 VOLLEDIGE OVEREENKOMST.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 293 200-201 papierstoringen 261 2000 vel, lade voor papier plaatsen 72 202-203 vastgelopen papier 262 230 Vastgelopen papier 263 231-239 Vastgelopen papier 266 24x papier vast 268 250: papierstoring 269 260 papier vast 270 280.06 Geen papier 292 281 papierstoring 271 283 papier vast 272 295.20 Sensor universeellader ingeschakeld 293 2yy.xx papierstoringen 273 2yy.xx Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak 292 30.
afdrukken, document 92 afdrukken, lijst met voorbeelden van lettertypen 99 afdrukken, pagina met menuinstellingen 48 afdrukken, testpagina’s afdrukkwaliteit 99 afdrukkwaliteit de ADF-glasplaat reinigen 242 glasplaat reinigen 241 isolatieproblemen 99 reinigen, ADF-onderdelen 242 afdrukkwaliteit op transparanten is slecht 322 afdrukkwaliteit, problemen oplossen afdruk is te donker 316 afdruk is te licht 317 grijze achtergrond op afdrukken 314 herhaalde storingen 318 horizontale strepen op afdrukken 320 lege p
conservatie-instellingen Ecomodus 65 helderheid aanpassen 67 Slaapstand 66 Stille modus 65 contact opnemen met de klantenondersteuning 324 Controleer aansluiting duplexeenheid 275 Controleer aansluiting invoerlade [x] 275 controleren, afdruktaken 97 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 98 afdrukken via Windows 98 controleren, de status van supplies 247 controleren, status van supplies 247 controleren, virtuele display Embedded Web Server gebruiken 257 D datum en tijd, fax instellen 125 datum- en tijdstempe
faxaansluiting aansluiten op een DSL-lijn 123 aansluiten op een PBX of ISDN 123 de scanner aansluiten op het stopcontact 122 faxaansluitingen regionale adapters 124 faxen annuleren, faxtaak 131, 132 blokkeren van ongewenste faxen 131 de datum en tijd instellen 125 de scanner configureren voor zomertijd 126 fax verzenden op een gepland tijdstip 130 fax- of stationsnaam instellen voor uitgaande faxen 125 faxen doorsturen 134 faxen in wachtrij 134 faxen lichter of donkerder maken 130 faxinstellingen 121 faxlog
indicatielampje knippert problemen oplossen 274 informatie over de startschermknoppen 15 informatie over emissie 327, 330, 331 inktcartridges bestellen 248 installatie draadloze scanner in Macintosh 54 installeren op een draadloos netwerk met behulp van Windows 51 installeren, geheugenkaart 42 installeren, printersoftware opties toevoegen 50 instellen papierformaat voor lastige afdrukmaterialen 80 papiersoort voor lastige afdrukmaterialen 80 TCP/IP-adres 165 instellen, e-mailmeldingen met de Embedded Web Se
meerdere papierbanen detecteren 82 Menu Aangepaste scanformaten 158 Menu Draadloos 167 Menu E-mailinstellingen 210 Menu Extra 233 Menu Flashstation 220 Menu Help 239 Menu Instelling 227 Menu Papier plaatsen 156 Menu Papierformaat/-soort 147 Menu Schijf wissen 180 Menu Serieel [x] 174 Menu Standaard-USB 168 Menu Standaardbron 147 Menu supplies 147 Menu TCP/IP 165 Menu XPS 234 menu's Aangepaste ladenamen 158 Aangepaste namen 157 Aangepaste scanformaten 158 Aangepaste soorten 157 Active NIC (Actieve NIC) 162 A
vastgelopen pagina's worden niet opnieuw afgedrukt 311 verkeerde tekens worden afgedrukt 296 opslaan, afdruktaken 97 opslag Papier 88 supplies 246 opsporen, problemen met afdrukkwaliteit 99 opties bijwerken in printerstuurprogramma 50 communicatiekaart voor de scanner 24 faxkaart 28 firmwarekaart 24, 28, 41 flash-geheugenkaart 41 geheugenkaart 28 geheugenkaart installeren 42 Internal Solutions Port (ISP) 34 netwerk 28 papierladers 45 poorten 28 opties installeren volgorde van installatie 44 opties, aanraaks
Printer en scanner niet verbonden. Controleer verbinding en start beide apparaten opnieuw 281 printer, eenvoudige problemen oplossen 293 printerberichten 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 293 280.06 Geen papier 292 295.20 Sensor universeellader ingeschakeld 293 2yy.xx Sluit klep van de flatbed en plaats originelen bij het opnieuw starten van taak 292 31.xx Vervang defecte cartridge 285 34 Onjuist papierformaat.
Vul [bron] met [soort] [formaat] 279 Vul handmatige invoer met [papierformaat] 280 Vul handmatige invoer met [papiersoort] [papierformaat] 280 Vul nietjes bij 280 Wachttaken herstellen? 284 Wijzig [papierbron] in [aangepaste reeks] 274 Wijzig [papierbron] in [Aangepaste soort] 274 Wijzig [papierbron] in [formaat] 275 Wijzig [papierbron] in [formaat] [soort] 275 printerconfiguraties 11 printeropties, problemen oplossen lader voor 2000 vel, problemen oplossen 308 optie werkt niet 307 problemen met de papierla
transparanten 95 S Scan Center-functies 142 Scandocument te lang 284 scannen naar een computer 141 naar een FTP met een snelkoppelingsnummer 137 naar een FTP-adres 137 naar een FTP-adres, met adresboek 138 vanaf een flashstation 142 scannen naar een computer 141 scannen naar een flash-station 142 scannen naar een FTP-adres het aanraakscherm gebruiken 137 met behulp van het adresboek 138 met behulp van snelkoppelingsnummers 137 snelkoppelingen maken met de computer 136 Scannen naar netwerk 20 scannen, probl
toewijzen, aangepaste papiersoortnaam 83 toner laat los 321 tonercartridges recycling 68 tonerintensiteit aanpassen 99 transparanten kopiëren op 102 papier plaatsen 75 tips voor het gebruik van 95 U U-lader config.