Operation Manual

3 Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > formaat van het originele document > Kopiëren naar > Handmatige invoer
4 Als u op één kant van het briefhoofd afdrukt en een finisher gebruikt, plaatst u het briefhoofd met de afdrukzijde
naar boven en de bovenrand naar voren in de universeellader.
Opmerking: Zie “De universeellader vullen” op pagina 75 voor de juiste richting van het briefhoofd.
5 Selecteer het formaat van het briefhoofd.
6 Ga naar:
Doorgaan > Briefhoofd > Doorgaan > Kopiëren naar
Kopieerinstellingen aanpassen
Kopiëren op een ander formaat
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm.
4 Raak Kopiëren van aan > selecteer het formaat van het originele document > .
5 Raak Kopiëren naar aan > selecteer het formaat van de kopie > .
6 Raak Kopiëren aan.
Kopieën maken op papier uit een bepaalde lade
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Plaats deze items op de glasplaat.
2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, dient u de papiergeleiders aan te passen.
3 Blader in het beginscherm naar:
Kopiëren > Kopiëren van > formaat van het originele document > Kopiëren naar
4 Raak Handmatige invoer aan of selecteer de lade met het gewenste soort papier.
Opmerking: als u Handinvoer kiest, moet u ook de papiersoort en het papierformaat selecteren.
5 Raak Kopiëren aan.
Bezig met kopiëren
103