Operation Manual

14 Bevestig de ISP in de systeemkaartbehuizing met de schroeven die bij de ISP-set zijn meegeleverd.
Opmerking: De schroeven passen door de opening van de systeemkaartbehuizing en kunnen in de beugel van de
ISP worden gedraaid.
15 Plaats de systeemkaartklep terug.
Flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren
Opmerking: Voor deze taak hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van
elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar.
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware
of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de scanner gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de scanner
uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten
op de scanner, moet u deze ook uitschakelen en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de scanner.
Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door
statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of
aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
1 Open het toegangspaneel van de systeemkaart van de scanner. Raadpleeg “Toegang krijgen tot de systeemkaart
van de printer” op pagina 29 voor meer informatie
2 Pak de kaart uit.
Opmerking: Raak de elektrische onderdelen op de kaart niet aan.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen
in de systeemkaart.
Extra installatie-opties voor de printer
41