Operation Manual

Alle apparaten op het draadloze netwerk moeten hetzelfde WPA-wachtwoord gebruiken. WPA-beveiliging is alleen
een optie voor infrastructuurnetwerken met draadloze toegangspunten en netwerkkaarten die WPA ondersteunen.
De meeste nieuwere draadloze-netwerkapparatuur biedt ook WPA2-beveiliging als optie.
Opmerking: Als uw netwerk WPA- of WPA2-beveiliging gebruikt, selecteert u WPA-Personal wanneer u wordt gevraagd
het type beveiliging van uw netwerk te selecteren.
Netwerkconfiguratiepagina afdrukken
Een netwerkconfiguratiepagina bevat de configuratie-instellingen van de printer, waaronder het IP-adres en MAC-adres
van de printer.
1 Plaats normaal papier in de printer.
2 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
3 Druk op de pijltoetsen om naar Netwerkconfiguratie te bladeren en druk op .
4 Druk op om Configuratiepagina afdrukken te selecteren.
De netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt.
Gegevens die vereist zijn om de printer te installeren op een draadloos netwerk
Als u de printer wilt instellen voor draadloos afdrukken, hebt u de volgende gegevens nodig:
De naam van het draadloze netwerk. Deze wordt ook wel de SSID (Service Set Identifier) genoemd.
Informatie over de codering als die wordt gebruikt voor netwerkbeveiliging.
De beveiligingssleutel (een WEP-sleutel of een WPA-wachtwoord) waarmee andere apparaten communiceren op
het netwerk als er codering wordt gebruikt voor netwerkbeveiliging.
U kunt de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord voor het netwerk vinden bij de beveilgingsinformatie op uw
draadloze toegangspunt of router.
Als uw draadloze toegangspunt (draadloze router) WEP-beveiliging (Wired Equivalent Privacy) gebruikt, moet de WEP-
sleutel de volgende kenmerken hebben:
Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
of
Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers, interpunctietekens en symbolen die op het toetsenbord
worden weergegeven.
Als uw draadloze toegangspunt WPA-beveiliging (Wi-Fi Protected Access) gebruikt, moet het WPA-wachtwoord de
volgende kenmerken hebben:
8 tot 63 ASCII-tekens. ASCII-tekens in een WPA-wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig.
of
Precies 64 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
Als uw netwerk niet is beveiligd, hebt u geen beveiligingssleutel.
Opmerking: Als u de SSID van het netwerk waarop de computer is aangesloten niet weet, start u het hulpprogramma
voor de draadloze netwerkadapter van de computer en zoekt u de netwerknaam op. Raadpleeg de documentatie bij
het draadloze toegangspunt of neem contact op met uw systeembeheerder als u de SSID of de beveiligingsinformatie
van uw netwerk niet kunt vinden.
Netwerk
103