Operation Manual

Maximumaantal Aandachtspunten
25 vellen met etiketten
U gebruikt volledige etiketvellen. Bij gedeeltelijke vellen (met ontbrekende
etiketten) kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor
het papier kan vastlopen.
Plaats etiketvellen van het formaat A4 of Letter.
De afdrukzijde van de etiketten is naar beneden gericht.
De bovenkant van de etiketten wordt eerst ingevoerd.
De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de
etiketvellen geschoven.
50 transparanten
De ruwe zijde van de transparanten is naar beneden gericht.
Plaats transparanten van het formaat A4 of Letter.
U hebt de achtervellen van de transparanten verwijderd voordat u deze in
de printer plaatst.
Als de transparanten een verwijderbare strip hebben, plaatst u de trans-
paranten met de strip naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van de
transparanten geschoven.
Opmerking: Transparanten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke
transparanten zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee
voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
10 opstrijktransfers
U hebt de instructies op de verpakking voor het plaatsen van opstrijk-
transfers gevolgd.
De afdrukzijde van de transfers is naar beneden gericht.
De papiergeleiders zijn tegen de randen van de transfers geschoven.
Opmerking: Voor optimale resultaten kunt u het beste één transfer per keer
in de printer plaatsen.
25 indexkaarten, fotovellen of briefkaarten
De kaarten zijn niet dikker dan 0,635 mm (0,025 inch).
De afdrukzijde van het fotopapier is naar beneden gericht.
U hebt het fotopapier in het midden van de lade geplaatst, zoals aange-
geven met de omtrek voor 4 x 6-fotopapier.
De papiergeleiders zijn tegen de linker-, rechter- en onderzijde van het
papier geschoven.
Opmerking: voor optimale resultaten moet u de foto's ten minste 24 uur laten
drogen voordat u ze op elkaar stapelt, laat zien of opbergt.
Papier en originele documenten in de printer plaatsen
36