Operation Manual

6 Blader met de pijltoetsen naar Uw faxnummer en druk op .
7 Geef uw fax- of telefoonnummer op en druk op .
Voettekst voor fax instellen
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op .
3 Blader met de pijltoetsen naar Fax afdrukken en druk op .
4 Blader met de pijltoetsen naar Voettekst fax en druk op .
5 Druk nogmaals op om Aan te selecteren.
6 Tijdens de installatie van de printer wordt u gevraagd de datum en de tijd op te geven. Als u deze informatie niet
hebt opgegeven doet u het volgende:
a Druk twee keer op .
b Blader met de pijltoetsen naar Apparaatinstelling en druk op .
c Blader met de pijltoetsen naar Datum/tijd en druk op .
d Geef de datum op en druk op .
e Voer de tijd in en druk op .
Faxinstellingen configureren
U kunt de faxinstellingen configureren via het bedieningspaneel van de printer of de faxsoftware. Als u de faxinstellingen
configureert op het bedieningspaneel van de printer, worden deze instellingen geïmporteerd met de faxsoftware. De
volgende keer dat u de faxsoftware start, worden de wijzigingen weergegeven. De printer slaat ook de wijzigingen op
die u opgeeft in de faxsoftware, tenzij u hebt ingesteld dat de printer wijzigingen blokkeert die via de computer worden
aangebracht.
Faxinstellingen configureren met het bedieningspaneel van de printer
1 Druk op het bedieningspaneel van de printer op .
2 Blader met de pijltoetsen naar Faxinstelling en druk op .
3 Faxinstellingen configureren met de opties in het menu:
Locatie Handelingen
Adresboek Adresboek configureren, weergeven of afdrukken.
Rapporten
Activiteitenlogboeken afdrukken. Activiteitenlogboeken kunt u gebruiken om een overzicht
weer te geven van de faxen die zijn ontvangen op en verzonden met de printer.
Bevestigingspagina's of verzendrapporten afdrukken. In deze rapporten kunt u controleren
of faxen zonder fouten zijn verzonden.
Faxen
87