X940e, X945e Gebruikershandleiding April 2007 www.lexmark.com Lexmark en Lexmark met het diamantlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van Lexmark International, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders. © 2007 Lexmark International, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie...................................................................................................15 Algemene informatie...................................................................................................17 Printerconfiguraties............................................................................................................................17 Basisfuncties van de scanner...............................................................................
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen................................................................................ 46 Kringlooppapier gebruiken.......................................................................................................................... 46 Richtlijnen voor het afdrukken op briefhoofdpapier...........................................................................47 Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten..................................................
Meerdere pagina's op één vel kopiëren ..................................................................................................... 63 Een aangepaste taak maken (taak samenstellen) ..................................................................................... 63 Taakonderbreking..............................................................................................................................64 Informatie op kopieën afdrukken.........................................................
Afdrukstand ................................................................................................................................................ 74 Inbinden...................................................................................................................................................... 74 E-mailonderwerp ........................................................................................................................................ 74 E-mailbericht.....................
Intensiteit .................................................................................................................................................... 91 Geavanceerde opties ................................................................................................................................. 91 Faxkwaliteit verbeteren......................................................................................................................92 Faxen in een wachtrij zetten en doorsturen........
Afdrukken...................................................................................................................102 Printersoftware installeren...............................................................................................................102 Een document afdrukken.................................................................................................................102 Een document afdrukken vanaf een Windows-computer .....................................................
Printermenu's.............................................................................................................127 Menuoverzicht.................................................................................................................................127 Supplies, menu................................................................................................................................128 Menu Paper (Papier)...........................................................................
De printer onderhouden............................................................................................210 Supplies bewaren............................................................................................................................210 De status van supplies controleren.................................................................................................210 De status van supplies op het bedieningspaneel controleren ........................................................
Problemen oplossen..................................................................................................239 Niet-reagerende printer controleren................................................................................................239 Klep A sluit niet goed.......................................................................................................................239 Problemen met afdrukken oplossen................................................................................
Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven ............................................ 240 Taken worden niet afgedrukt .................................................................................................................... 240 Vertrouwelijke en andere taken in de wachtrij worden niet afgedrukt ...................................................... 241 Het duurt heel lang voordat de taak is afgedrukt...................................................................
Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen............................................................................... 254 Onvolledige afbeeldingen ......................................................................................................................... 254 Donkere strepen ....................................................................................................................................... 254 Grijze achtergrond .....................................................
Veiligheidsinformatie Sluit het netsnoer aan op een goed geaard en goed toegankelijk stopcontact in de buurt van het product. Neem contact op met een professionele onderhoudstechnicus voor onderhoud en reparaties die niet in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer. Installeer dit product nooit tijdens onweer en sluit nooit kabels, zoals het netsnoer of de telefoonlijn, aan tijdens onweer.
Dit product maakt gebruik van een aardlekschakelaar. Het wordt aanbevolen de aardlekschakelaar maandelijks te controleren. Let op: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer.
Algemene informatie Printerconfiguraties Basismodellen 1 Automatische documentinvoer (ADF) 2 Bedieningspaneel 3 Standaarduitvoerlade 4 Standaardlade voor 520 vel (lade 1) 5 Kast of hoge-capaciteitslader De hoge-capaciteitslader met: Lade voor 520 vel (lade 2) Lade voor 2000 vel met dubbele invoer • 6 - Lade voor 867 vel (lade 3) • 7 - Lade voor 1133 vel (lade 4) 8 Universeellader Basisfuncties van de scanner De scanner is speciaal bedoeld voor grote werkgroepen en biedt mogelijkheden voor kopië
Informatie over de ADF en de glasplaat ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de ADF of de glasplaat gebruiken om documenten te scannen. De ADF gebruiken Met de automatische documentinvoer (ADF) kunt u meerdere pagina's scannen, inclusief dubbelzijdig afgedrukte pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel 1 2 ABC DEF GHI JKL MNO PQRS TUV WXYZ 3 4 5 6 8 Onderdeel 7 Beschrijving 1 Display Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. 2 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan: • Uit - de voeding is uitgeschakeld. • Knippert groen - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken. • Brandt groen - de printer staat aan, maar is niet actief.
Onderdeel 5 Beginscherm 6 Start Beschrijving Druk op om naar het beginscherm te gaan. • Druk op om de huidige taak op het display te starten. • Druk in het beginscherm op om een kopieertaak met de standaardinstellingen te starten. • Deze knop heeft geen functie als het apparaat bezig is met scannen. 7 Stop Hiermee wordt elke activiteit van de printer gestopt. Er wordt een lijst met opties weergegeven op het moment dat Gestopt op het display verschijnt.
Onderdeel van display Beschrijving 1 Kopiëren Hiermee opent u de kopieermenu's. Opmerking: Als het beginscherm wordt weergegeven, kunt u de kopieermenu's ook openen door op een nummer op het toetsenblok te drukken. 2 E-mail Hiermee opent u de e-mailmenu's. 3 Menu's Hiermee opent u de menu's. Deze menu's zijn alleen beschikbaar als de printer in de stand Gereed staat. 4 Statusbalk • Hiermee wordt de huidige status van de printer weergegeven, zoals Gereed of Bezig.
Knop Naam van de knop Functie Taken in wacht zoeken Hiermee kunt u taken zoeken en weergeven op basis van de volgende criteria: • Gebruikersnamen voor in de wacht geplaatste of vertrouwelijke afdruktaken • Namen voor taken in wacht, exclusief vertrouwelijke afdruktaken • Profielnamen • Bladwijzercontainers of taaknamen • USB-containers of taaknamen, alleen voor ondersteunde extensies Taken in wacht Hiermee wordt een scherm met alle taken in de wachtrij geopend. App. vergr.
Knop Naam van de knop Functie Taken annuleren Hiermee wordt het scherm Taken annuleren geopend. In het scherm Taken annuleren worden drie kopjes weergegeven: Afdrukken, Faxen en Netwerk. De volgende items zijn beschikbaar onder de kopjes Afdrukken, Faxen en Netwerk: • • • • • Afdruktaak Kopieertaak Faxprofiel FTP E-mailverzending Onder elk kopje staat een kolom met een lijst taken. In elke kolom kunnen slechts drie taken per scherm worden weergegeven.
Knop Naam van de knop Functie Knop Aflopend naar links bladeren Hiermee kunt u in aflopende volgorde naar een andere waarde bladeren. Knop Oplopend naar rechts bladeren Hiermee kunt u in oplopende volgorde naar een andere waarde bladeren. Knop Pijl naar links Hiermee kunt u naar links bladeren. Knop Pijl naar rechts Hiermee kunt u naar rechts bladeren. Scan via ADF Hiermee kunt u scannen via de ADF. Scan via flatbed Hiermee kunt u scannen via de glasplaat.
Voorbeeldscherm 2 Knop Naam van de knop Functie Pijl-omlaag Hiermee bladert u omlaag naar het volgende scherm. Pijl-omhoog Hiermee bladert u omhoog naar het volgende scherm. Niet-geselecteerd keuzerondje Dit is een niet-geselecteerd keuzerondje. Het keuzerondje is grijs om aan te geven dat het niet-geselecteerd is. Geselecteerd keuzerondje Dit is een geselecteerd keuzerondje. Het keuzerondje is blauw om aan te geven dat het geselecteerd is.
Knop Naam van de knop Functie Taken annuleren Hiermee wordt het scherm Taken annuleren geopend. In het scherm Taken annuleren worden drie kopjes weergegeven: Afdrukken, Faxen en Netwerk. De volgende items zijn beschikbaar onder de kopjes Afdrukken, Faxen en Netwerk: • • • • • Afdruktaak Kopieertaak Faxprofiel FTP E-mailverzending Onder elk kopje staat een kolom met een lijst taken. In elke kolom kunnen slechts drie taken per scherm worden weergegeven.
Functies Functie Naam van de functie Menu's Instellingen Kopieerinstel- Menupad lingen Aantal exemplaren Beschrijving Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De functie toont het pad naar het huidige menu en de exacte locatie binnen de menu's. U kunt elk onderstreept woord aanraken om naar het betreffende menu of menuitem terug te gaan. "Aantal exemplaren" is niet onderstreept, aangezien dit het actieve scherm is.
Opties installeren Interne opties installeren Let op: Als u geheugenkaarten of optiekaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, dient u eerst de printer uit te zetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, schakel deze dan ook uit en haal de kabels uit de printer. U kunt de aansluitingsmogelijkheden en de geheugencapaciteit van de printer aanpassen door optionele kaarten toe te voegen.
b Trek de klep en systeemkaart voorzichtig uit de printer en verwijder ze. 2 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste connector te vinden is. Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Een optionele geheugenkaart kan afzonderlijk worden aangeschaft en op de systeemkaart worden bevestigd. U installeert de geheugenkaart als volgt: 1 Open de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Pak de geheugenkaart uit. Opmerking: Raak de aansluitpunten aan de rand van de kaart niet aan. 3 Open de vergrendelingen van de connector voor de geheugenkaart. 4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Let erop dat de connectoren niet beschadigd raken. 5 Installeer de systeemkaart opnieuw.
Opmerking: U hebt kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om een interne afdrukserver of een PIC-kaart (Port Interface Card) te installeren. Met een interne afdrukserver kunt u een verbinding maken tussen de printer en het lokale netwerk (LAN). Met een optionele PIC-kaart kunt u de mogelijkheden waarmee de printer verbinding kan maken met een computer of externe afdrukserver, uitbreiden. 1 Open de toegangsklep van de systeemkaart. 2 Pak de interne afdrukserver of de PIC-kaart uit.
De systeemkaart terugplaatsen Waarschuwing: De elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen voorwerp aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt. Opmerking: Hiervoor hebt u een kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig. 1 Plaats de systeemkaart voorzichtig in de printer. 2 Plaats de schroeven van de klep terug en draai ze naar rechts. 3 Draai de schroeven goed aan.
1 USB-poort 2 Ethernetpoort 3 Scannerconnector 4 Scannerconnector 34
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de laden voor 520, 850 en 1150 vel en de universeellader moet vullen. Hierin vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papiersoort en papierformaat instellen De instelling Papierformaat wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de positie van de papiergeleiders in de laden, behalve de universeellader.
2 Druk de breedtegeleiders samen, zoals in de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de breedtegeleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. 3 Druk de lengtegeleider naar binnen, zoals op de afbeelding wordt aangegeven, en schuif de geleider naar de juiste positie voor het formaat papier dat u plaatst. Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.
Afdrukstand Lange zijde Afdrukstand Korte zijde 6 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten. 7 Lijn de lade uit en plaats deze weer terug. 8 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd.
9 Raak Indienen aan. 10 Raak Menu Configuratie afsluiten aan. Papier plaatsen in de laden voor 867 en 1133 vel Hoewel de laden voor 867 en voor 1133 vel er verschillend uitzien, zijn ze geschikt voor dezelfde papierformaten en -soorten en kunt u het papier er op dezelfde manier in plaatsen. Ga als volgt te werk om papier in een van de laden te plaatsen: 1 Pak de handgreep en open de lade.
4 Plaats de papierstapel met de aanbevolen afdrukzijde naar boven. 5 Zorg ervoor dat de papiergeleiders goed tegen de zijkant van het papier zitten. 6 Schuif de lade volledig in de printer. 7 Bij het plaatsen van een ander soort papier dan voorheen moet de instelling Papiersoort voor de lade via het bedieningspaneel worden gewijzigd.
3 Stapelhoogte-indicator 1 Trek de lade van de universeellader naar beneden. 2 Pak het verlengstuk vast en trek het voorzichtig naar buiten totdat het volledig is uitgetrokken. 3 Zorg dat het papier klaar is om geplaatst te worden. • Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze vervolgens uit. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
4 Plaats het papier en pas vervolgens de papiergeleiders aan zodat deze licht tegen de rand van de stapel papier drukken. • Plaats afdrukmateriaal van Letter- of A4-formaat en transparanten met de aanbevolen afdrukzijde naar beneden, waarbij de lange zijde van het papier als eerste in de printer wordt gevoerd.
Instellingen voor universeel papier configureren Het papierformaat Universal is een door de gebruiker gedefinieerde instelling waarmee u kunt afdrukken op papierformaten die niet vooraf zijn ingesteld in de printermenu's. Stel het papierformaat voor de betreffende lade in op Universal als het gewenste formaat niet beschikbaar is in het menu Papierformaat.
Als u een lade wilt ontkoppelen, wijzig dan de volgende lade-instellingen, zodat deze niet overeenkomen met de instellingen van andere laden: • Paper Type (Papiersoort), zoals Plain Paper (Normaal papier), Letterhead (Briefhoofdpapier), Custom Type (Aangepast ) De papiersoort omschrijft de eigenschappen van het papier.
Een aangepaste papiersoortnaam toewijzen Wijs een aangepaste papiersoortnaam aan een lade toe bij het koppelen of ontkoppelen van de lade. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak op het bedieningspaneel aan. 3 Raak Menu Papier aan. 4 Raak Papierformaat/-soort aan. 5 Raak het nummer van de lade of Formaat U-lader aan. 6 Raak herhaaldelijk aan totdat Aangepast of een andere aangepaste naam wordt weergegeven. 7 Raak Indienen aan.
Handleiding voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer. Houd rekening met deze kenmerken wanneer u een nieuw type papier overweegt. Gewicht De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 220 g/m2 met de vezel in lengterichting invoeren.
Ongeschikt papier Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden: • Chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR) genoemd. • Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer. • Voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het verhittingsstation.
Lexmark test haar printers voortdurend met kringlooppapier (gemaakt van 20 tot 100% hergebruikt materiaal) en verschillende soorten testpapier van over de hele wereld. Daarvoor gebruikt Lexmark klimaatkamers (testruimtes) om te testen bij verschillende temperaturen en vochtigheidsgraden. Lexmark heeft geen enkele reden gevonden om het gebruik van modern zakelijk kringlooppapier af te raden, maar normaal gesproken zijn de volgende richtlijnen van toepassing op kringlooppapier.
Afdrukstand Korte zijde Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Briefhoofdpapier in de lade voor 867 vel plaatsen Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Briefhoofdpapier in de lade voor 1133 vel plaatsen Zonder finisher Bij geïnstalleerde finisher Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
• Gebruik transparanten die 0,12 - 0,14 mm dik zijn of 161 - 179 g/m2 wegen. De afdrukkwaliteit en duurzaamheid zijn afhankelijk van de gebruikte transparanten. • Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben. • Waaier de stapel uit voordat u de transparanten plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken. • Wij adviseren voor Lexmark-transparanten van Letter-formaat artikelnummer 12A8240.
• Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Informeer bij de fabrikant of de leverancier van de etiketten of de lijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coating bestand zijn tegen temperaturen tot 230 °C en een druk tot 25 psi zonder delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gevaarlijke gassen. Gebruik geen vinyletiketten. • Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal. • Gebruik geen etikettenvellen waarop etiketten ontbreken.
Ondersteunde papierformaten, -soorten en -gewichten In de volgende tabellen vindt u informatie over standaardladen en optionele papierladen en de papiersoorten die de laden ondersteunen. Opmerking: Gebruik voor een papierformaat dat niet in de lijst voorkomt een universeel papierformaat. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor informatie over karton en etiketten.
Papierformaat Afmetingen Laden voor 520 Hoge-capaci- Universeelvel (standaard of teitslader lader optioneel) Duplexeenheid DL-envelop 110 x 220 mm X X X 1 De printer kan de papierformaten A5 en Statement niet tegelijkertijd detecteren. Geef in het menu voor automatische formaatdetectie op welk papierformaat de printer moet detecteren. Deze instelling geldt voor alle automatische laden met uitzondering van de universeellader. De universeellader ondersteunt beide formaten.
De standaarduitvoerlade van de finisher en lade 1 ondersteunen papiergewichten van 60–220 g/m2. Lade 2 (boekjesmaker) ondersteunt papiergewichten van 60–90 g/m2 plus een extra omslag van maximaal 220 g/m2.
Ondersteunde afwerkfuncties 1 Horizontale transporteenheid 2 Standaarduitvoerlade finisher 3 Finisherlade 1 4 Finisherlade 2 (boekjesmaker) Opmerkingen: • De bovenstaande finisher is de finisher voor boekjes. Lade 2 is alleen beschikbaar als de finisher voor boekjes is geïnstalleerd. • Alle papiercapaciteit is gebaseerd op papier van 75 g/m2. Horizontale transporteenheid • • • • De papiercapaciteit is 50 vel. Deze lade ondersteunt geen afwerkopties. Enveloppen worden in deze eenheid verwerkt.
Afwerkfuncties van lade 1 Size (Grootte) Punch (Perforatie)* Offset (Verschuiven) Single/double staple (Enkel/ dubbel nieten) Double dual staple (Tweemaal dubbel nieten) X X X X A3 A4 A5 Executive Folio X X X JIS B4 X JIS B5 X Legal X X Letter Statement X X X Tabloid X Universal Enveloppen (alle formaten) X X X X * Bij universeel papier moet de afwerkrand minimaal 229 mm bedragen voor een drievoudige perforatie en 254 mm voor een viervoudige perforatie.
Afwerkfuncties van lade 2 Size (Grootte) Bi fold (Tweeledig vouwen) Booklet fold (Boekje vouwen) Saddle staple (Rug nieten) A5 X X X Executive X X X X X X X X X X X X Enveloppen (alle formaten) X X X A3 A4 (alleen SEF) Folio JIS B4 JIS B5 Legal Letter (alleen SEF) Statement Tabloid Universal SEF: het papier wordt met de korte zijde als eerste geplaatst. De korte zijde van het papier gaat als eerste de printer binnen.
Kopiëren ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
4 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 5 Raak Kopiëren aan. Kopiëren via de glasplaat (flatbed) 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Raak Kopiëren aan op het beginscherm of voer het aantal kopieën in via het toetsenblok. Het scherm Kopiëren wordt weergegeven. 3 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 4 Raak Kopiëren aan.
Kopiëren op briefhoofdpapier 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
5 Raak Kopiëren naar aan en raak vervolgens Handmatige invoer aan of de lade met het gewenste soort papier. 6 Raak Kopiëren aan. Een document kopiëren dat verschillende papierformaten bevat Gebruik de ADF om een origineel document te kopiëren dat verschillende papierformaten bevat.
Kopiëren op beide zijden van het papier (duplex/dubbelzijdig) 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
6 Raak de knop aan die het beste beschrijft wat u wilt kopiëren: • Tekst: als het origineel hoofdzakelijk bestaat uit tekst of lijnwerk. • Tekst/foto: als het origineel een combinatie van tekst en afbeeldingen of foto's bevat. • Foto: als het origineel een kwalitatief zeer goede foto of afdruk van een inkjetprinter is.
6 Selecteer een van de volgende opties: • Tussen pagina's • Tussen exemplaren • Tussen taken 7 Raak Gereed aan. 8 Raak Kopiëren aan. Meerdere pagina's op één vel kopiëren Om papier te besparen kunt u twee of vier opeenvolgende pagina's van een document met meerdere pagina's op één vel papier kopiëren. Opmerkingen: • Het papierformaat moet zijn ingesteld op Letter, Legal, A4 of JIS B5. • Het kopieformaat moet op 100% zijn ingesteld.
1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en met de korte zijde als eerste in de ADF. 2 Pas de papiergeleiders aan. 3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm. 4 Raak Opties aan. 5 Raak Aangepaste taak aan. 6 Raak Aan aan. 7 Raak Gereed aan. 8 Raak Kopiëren aan. Wanneer de laatste pagina van de set wordt gescand, verschijnt het scanscherm.
3 Raak Kopiëren aan op het beginscherm. 4 Raak Opties aan. 5 Raak Datum-/tijdstempel aan. 6 Raak Aan aan. 7 Raak Gereed aan. 8 Raak Kopiëren aan. Een overlay-bericht op elke pagina afdrukken Op elke pagina kan een overlay-bericht worden geplaatst. U hebt de keuze uit Dringend, Vertrouwelijk, Kopie en Concept.
3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan. De resterende pagina's van de afdruktaak worden geannuleerd. Het beginscherm wordt weergegeven. Informatie over de kopieerschermen en -opties Kopiëren van Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u gaat kopiëren. • Raak de knop voor een papierformaat aan om dit te selecteren als instelling voor "Kopiëren van". Het kopieerscherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling.
Opmerking: Als u een kopie van een kleurenafbeelding wilt maken, zorg dan dat de knop Kleur ook is geselecteerd. Zijden (Duplex) Gebruik deze optie om instellingen voor dubbelzijdig afdrukken te selecteren. U kunt documenten op een of twee zijden afdrukken, dubbelzijdige (duplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken, dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen maken of enkelzijdige (simplex) kopieën van dubbelzijdige originelen maken.
Datum-/tijdstempel Met deze optie wordt de datum en tijd boven aan elke pagina afgedrukt. Overlay Met deze optie maakt u een watermerk (of bericht) dat als overlay over de inhoud van uw document wordt afgedrukt. U hebt de keuze uit: Dringend, Vertrouwelijk, Kopie en Concept. Het woord dat u kiest verschijnt in grote, lichte letters op elke pagina zodat de eigenlijke tekst nog goed leesbaar blijft. Opmerking: Uw systeembeheerder kan een aangepaste overlay maken.
E-mailen ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). U kunt de printer gebruiken om gescande documenten via e-mail naar één of meerdere ontvangers te verzenden. U kunt op vier manieren een e-mail verzenden vanaf de printer.
5 Klik op E-mailsnelkoppelingen beheren. 6 Vul in alle velden de juiste gegevens in. 7 Klik op Indienen. Een e-mailsnelkoppeling maken Een e-mailsnelkoppeling maken met de Embedded Web Server 1 Open een webbrowser. 2 Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk en druk vervolgens op Enter. 3 Klik op Configuratie. 4 Klik op Bestemmingen beheren. Opmerking: U wordt mogelijk gevraagd om een wachtwoord in te voeren. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikersnaam en een wachtwoord als u deze nog niet hebt.
3 Raak E-mail aan op het beginscherm. 4 Voer het e-mailadres of het snelkoppelingsnummer in. Als u meerdere ontvangers wilt invoeren, drukt u op de optie voor volgend adres. Vervolgens kunt u de emailadressen of de snelkoppelingsnummers invoeren die u wilt toevoegen. 5 Raak E-mailen aan. Een e-mail verzenden door een snelkoppelingsnummer te gebruiken Raadpleeg het gedeelte over snelkoppelingen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van snelkoppelingen.
4 Typ een e-mailadres. 5 Raak Opties aan. 6 Raak Kleur aan. 7 Raak E-mailen aan. Profielen gebruiken Een e-mailprofiel maken 1 Open een webbrowser. 2 Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk en druk vervolgens op Enter. 3 Klik op Configuratie. 4 Klik op Instellingen E-mail/FTP. 5 Klik op E-mailsnelkoppelingen beheren. 6 Vul in alle velden de juiste gegevens in. 7 Klik op Toevoegen.
6 Raak Onderwerp aan. 7 Typ het onderwerp van de e-mail. 8 Raak Gereed aan. 9 Raak Bericht aan. 10 Typ een e-mailbericht. 11 Raak Gereed aan. 12 Raak E-mailen aan. Het bestandstype wijzigen voor verzending 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie over e-mailopties Origineel formaat Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u per e-mail wilt verzenden. • Raak de knop voor een papierformaat aan om dit te selecteren als de instelling voor Origineel formaat. Het scherm E-mail wordt weergegeven met de nieuwe instelling.
Inhoud Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto. Kleur kunt u in- of uitschakelen bij elke optie onder Inhoud. Opties onder Inhoud hebben invloed op de kwaliteit en grootte van uw e-mail. • Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone, witte achtergrond. • Tekst/foto: deze functie kunt u gebruiken als het origineel tekst en afbeeldingen of foto's bevat.
Faxen ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer voorbereiden voor faxen Mogelijk zijn de volgende verbindingsmethoden niet van toepassing voor alle landen of regio's. Let op: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Apparatuur • • • • De printer • • • • De printer Voordelen Binnenkomende telefonische berichten en faxen ontvangen. Een telefoon Een antwoordapparaat Drie telefoonkabels Faxen verzenden met de computer of de printer.
Als uw telecommunicatieapparaat een Amerikaanse (RJ11-)telefoonlijn gebruikt, dient u de onderstaande stappen te volgen om het apparaat aan te sluiten: 1 Verwijder de plug uit de EXT-poort aan de achterzijde van de printer. Opmerking: Als de plug is verwijderd, werkt land- of regiospecifieke apparatuur die u als adapter op de printer hebt aangesloten niet correct. 2 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort aan de achterzijde van de printer.
Land/regio • • • • • • • • • Saudi-Arabië Verenigde Arabische Emiraten Egypte Bulgarije Tsjechië België Australië Zuid-Afrika • • • • • • • • Israël Hongarije Polen Roemenië Rusland Slovenië Spanje Turkije Griekenland U sluit als volgt een telefoon, antwoordapparaat of ander telecommunicatieapparaat op de printer aan: 1 Verwijder de plug uit de achterzijde van de printer. 2 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort aan de achterzijde van de printer.
Land/regio • Duitsland • Oostenrijk • Zwitserland Er is een plug geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. van de printer. Deze plug is noodzakelijk voor de correcte werking Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet.
4 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos. 5 Als u dezelfde telefoonlijn wilt gebruiken voor het opnemen van berichten op uw antwoordapparaat, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen het antwoordapparaat en de andere N-sleuf van de telefoonwandcontactdoos.
3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit de andere telefoonkabel aan op een telefoon en sluit de kabel vervolgens aan op de EXT-poort van de printer. Aansluiten op een antwoordapparaat Sluit een antwoordapparaat aan op de printer als u binnenkomende telefonische berichten en faxen wilt ontvangen. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit een tweede telefoonkabel aan op de telefoon en het antwoordapparaat. 5 Sluit een derde telefoonkabel aan op het antwoordapparaat en de EXT-poort van de printer. Aansluiten op een computer met een modem Sluit de printer aan op een computer met een modem als u faxen wilt verzenden vanuit de softwaretoepassing. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio.
2 Sluit een telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer en sluit de kabel vervolgens aan op een werkende telefoonwandcontactdoos. 3 Haal de beschermstekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit een tweede telefoonkabel aan op de telefoon en de computermodem. 5 Sluit een derde telefoonkabel aan op de computermodem en de EXT-poort 84 van de printer.
De naam en het nummer voor uitgaande faxen instellen Op de volgende wijze kunt u de toegewezen faxnaam en het faxnummer op uitgaande faxen afdrukken: 1 Open een webbrowser. 2 Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk en druk vervolgens op Enter. 3 Klik op Configuration (Configuratie). 4 Klik op Fax Settings (Faxinstellingen). 5 Klik op Analog Fax Setup (Analoge faxinstellingen). 6 Klik in het vak Stationsnaam en voer vervolgens de naam in die u op alle uitgaande faxen wilt afdrukken.
Een fax verzenden Een fax verzenden via het bedieningspaneel 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
4 Klik op Bestemmingen beheren. Opmerking: U wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd. Vraag uw systeembeheerder om een gebruikersnaam en een wachtwoord als u deze nog niet hebt. 5 Klik op Instellingen faxsnelkoppeling. 6 Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en geef het faxnummer op. Als u een snelkoppeling voor meerdere nummers wilt maken, dient u de faxnummers voor die groep op te geven. Opmerking: U dient de afzonderlijke faxnummers via een puntkomma (;) van elkaar te scheiden.
Raadpleeg het gedeelte over snelkoppelingen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van snelkoppelingen. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
6 Raak de knop aan die overeenkomt met de door u gewenste resolutie. 7 Raak Faxen aan. Een fax lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Een faxlog bekijken 1 Open een webbrowser. 2 Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk en druk vervolgens op Enter. 3 Klik op Rapporten. 4 Klik op Faxinstellingen. 5 Klik op Faxtaaklog of op Kieslog faxnummers. Een uitgaande fax annuleren Een fax annuleren terwijl de originele documenten nog worden gescand • Als u de ADF gebruikt, raakt u Annuleren aan als Bezig met scannen wordt weergegeven.
Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om te faxen. Resolutie Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document bekijkt dat u wilt faxen. Als u een foto, een tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes faxt, moet u de instelling Resolutie verhogen. Hierdoor neemt de scantijd toe, maar wordt de kwaliteit van de fax beter.
Faxkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de fax en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • We raden u deze modus aan voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
Een fax doorsturen Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS. 1 Open een webbrowser. 2 Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk en druk vervolgens op Enter. 3 Klik op Configuratie. 4 Klik op Faxinstellingen. 5 Klik op Analoge faxinstellingen.
Scannen naar een FTP-adres ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer Raadpleeg het gedeelte over snelkoppelingen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het maken van snelkoppelingen. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
7 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 8 Klik op Toevoegen. Een snelkoppeling voor een FTP-bestemming maken met het aanraakscherm 1 Raak FTP aan op het beginscherm. 2 Typ het adres van de FTP-site. 3 Raak Opslaan als snelkoppeling aan. 4 Voer een unieke naam in voor de snelkoppeling.
Inhoud Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto. Kleur kunt u in- of uitschakelen bij elke optie onder Inhoud. Opties onder Inhoud hebben invloed op de kwaliteit en grootte van uw FTP-bestand. • Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone, witte achtergrond. • Tekst/foto: als het origineel een combinatie van tekst en afbeeldingen of foto's bevat.
Scannen naar een computer of een apparaat met USB-flashgeheugen ADF Glasplaat Gebruik de ADF (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks naar een computer of naar een apparaat met USB-flashgeheugen scannen.
Er is automatisch een snelkoppelingsnummer toegewezen toen u op Submit (Verzenden) klikte. U kunt dit snelkoppelingsnummer gebruiken wanneer u uw documenten gaat scannen. a Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Bestandsindeling Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF of JPEG). • PDF: uitvoer is één bestand. • TIFF: uitvoer is één bestand. Als u Multipage TIFF uitschakelt in het menu Configuratie, bestaat de uitvoer uit een reeks bestanden van één pagina. • JPEG: Iedere uitgevoerde pagina wordt opgeslagen als een afzonderlijk bestand van één pagina. Als u meerdere pagina's scant, is het resultaat een reeks bestanden van één pagina.
Geavanceerde beeldverwerking Met deze optie kunt u Kleurbalans, Achtergrond verwijderen, Contrast en Schaduwdetail aanpassen voordat u het document scant. • Kleurbalans: hiermee past u de verschuiving van de kleurtoon in de kleuruitvoer aan. Raak kleurwaarde te vergroten of raak aan om de kleurwaarde te verkleinen. • Achtergrond verwijderen: hiermee past u het witte gedeelte van de uitvoer aan. Raak gedeelte te vergroten, of raak aan om de aan om het witte aan om het witte gedeelte te verkleinen.
Afdrukken Dit hoofdstuk gaat over afdrukken, afdrukrapporten en het annuleren van afdruktaken. De keuze en de verwerking van papier en speciaal afdrukmateriaal kunnen de betrouwbaarheid van het afdrukken beïnvloeden. Raadpleeg voor meer informatie "Papierstoringen voorkomen" en "Afdrukmateriaal bewaren". Printersoftware installeren Een printerstuurprogramma is software die zorgt voor de communicatie tussen de computer en de printer.
Soort taak Beschrijving Vertrouwelijk Als u een vertrouwelijke afdruktaak naar de printer verzendt, dient u een PIN-code onder Eigenschappen te maken. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 0 tot en met 9. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u de PIN-code invoert via het bedieningspaneel en aangeeft of u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
Vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij afdrukken vanaf een Macintosh-computer 1 Open het gewenste document en klik op Archief Druk af. 2 In het pop-upmenu Aantal en pagina's of het pop-upmenu Algemeen selecteert u de optie voor het doorsturen van afdruktaken. a Als u Mac OS 9 gebruikt en het doorsturen van afdruktaken geen optie is in het pop-upmenu, selecteert u Plugin-voorkeuren Afdruktijdstipfilters.
Opmerkingen: • Hi-Speed (hoge snelheid) USB-apparaten moeten tevens de full-speed (volle snelheid) standaard ondersteunen. Low-speed (lage snelheid) USB-apparaten worden niet ondersteund. • USB-apparaten moeten het FAT-systeem (File Allocation Tables) gebruiken. Apparaten die zijn geformatteerd met NTFS (New Technology File System) of een ander bestandssysteem worden niet ondersteund. • Als u een gecodeerd PDF-bestand wilt selecteren, dient u het bestandswachtwoord in te voeren via het bedieningspaneel.
Pagina's met informatie afdrukken Pagina met menu-instellingen afdrukken Druk een pagina met menu-instellingen af om de huidige menu-instellingen te bekijken en te controleren of de printeropties correct zijn geïnstalleerd. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Rapporten aan. 4 Raak Pagina Menu-instellingen aan.
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren. In de volgende gedeelten leest u hoe u via het bedieningspaneel of de computer (afhankelijk van het besturingssysteem) een afdruktaak kunt annuleren. Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel Als de taak wordt geformatteerd of al wordt afgedrukt en op het display Taak annuleren wordt weergegeven, raakt u Taak annuleren aan op het aanraakscherm. Het scherm Taak wordt geannuleerd wordt weergegeven.
Afdrukken in zwart-wit Stel de printer in op Alleen zwart om alle tekst en afbeeldingen alleen met de zwarte tonercartridge af te drukken. Opmerking: Het printerstuurprogramma kan deze instelling negeren. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak herhaaldelijk aan totdat Menu Kwaliteit wordt weergegeven. 5 Raak herhaaldelijk aan totdat Afdrukmodus wordt weergegeven.
Storingen verhelpen Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: • Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal afdrukmateriaal. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark op www.lexmark.com/publications. • • • • • • • Plaats niet te veel papier. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de aangegeven maximale stapelhoogte.
Storingsnummer Gebiednaam Instructies 1 200–203 Klep A Open klep A en verwijder het vastgelopen papier. 2 230–231 Klep B Open de kleppen A en B en verwijder al het vastgelopen papier. 3 241 Klep C Open klep C en verwijder het vastgelopen papier. Open lade 1 en verwijder het vastgelopen papier. 4 242–244 Klep D Open klep D en verwijder het vastgelopen papier. Open lade 2-4 en verwijder het vastgelopen papier. 5 250 Universeellader 1 2 3 4 Verwijder al het papier uit de universeellader.
200–203: papierstoringen 1 Open klep A door de ontgrendelingshendel op te tillen en de klep omlaag te trekken. Let op: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 2 Trek de groene hendel omhoog, trek het papier omhoog en trek het naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Duw de groene hendel omlaag. 4 Sluit klep A. 5 Raak Doorgaan aan.
2 Trek de groene hendel omhoog, trek het papier omhoog en trek het naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Duw de groene hendel omlaag. 4 Sluit klep A.
5 Trek de universeellader omlaag en open vervolgens klep B. 6 Verwijder het vastgelopen papier. 7 Sluit klep B. 8 Raak Doorgaan aan.
241 Papier vast 1 Open klep C. 2 Trek het papier omlaag en naar u toe. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Sluit klep C. 4 Open lade 1 en verwijder eventueel verkreukeld papier uit de lade. 5 Sluit de lade. 6 Raak Doorgaan aan.
242–244: papierstoringen 1 Open klep D. 2 Trek het papier omlaag en uit de printer. Opmerking: Zorg dat u alle snippers papier eruit haalt. 3 Sluit klep D.
4 Verwijder verkreukeld papier uit de laden 2–4. a Open lade 2 en verwijder verkreukeld papier volledig. b Sluit lade 2. c Open lade 3 en verwijder verkreukeld papier volledig. d Sluit lade 3.
e Open lade 4 en verwijder verkreukeld papier volledig. f Open de binnenklep en verwijder vastgelopen papier volledig. g Sluit de binnenklep en sluit vervolgens lade 4. 5 Raak Doorgaan aan. 250: papierstoring 1 Verwijder het papier uit de universeellader. 2 Buig de vellen enkele malen om ze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond.
3 Plaats het papier in de universeellader. 4 Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. 5 Raak Doorgaan aan. 280–282: papierstoringen 1 Open klep F. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het vastgelopen papier aan de rechterkant moeilijk te verwijderen is, dient u de knop naar rechts te draaien.
3 Sluit klep F. 4 Raak Doorgaan aan.
Naam van klep, knop of hendel 7 Hendel G9 1 Open klep G. 2 Trek beide hendels van klep G1 omhoog en verwijder vastgelopen papier volledig. 3 Duw klep G2 naar rechts en verwijder vastgelopen papier volledig. Opmerking: Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G3 naar links. 4 Duw klep G4 omlaag en verwijder vastgelopen papier volledig. 5 Duw klep G7 naar links en verwijder vastgelopen papier volledig. 6 Trek aan hendel G9 totdat de lade geheel is geopend.
7 Til de binnenklep op. Als het papier is vastgelopen in de rollen, draait u knop G8 naar rechts en verwijdert u vervolgens het vastgelopen papier. 8 Sluit klep G. 9 Raak Doorgaan aan. 284–286: papierstoringen 1 Open klep H. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit klep H. 4 Raak Doorgaan aan.
289: nietjes vastgelopen 1 Open klep G. 2 Schuif nietapparaat G5 naar de voorkant van de finisher. 3 Trek de hendel omhoog en verwijder de nietcassette.
4 Open de klep van het nietapparaat. 5 Verwijder het vastzittende nietje en sluit de klep. 6 Plaats de nietcassette in het bovenste nietapparaat.
7 Open de onderste nietlade. 8 Verwijder de nietcassette die op het display is aangegeven. 9 Verwijder de vastzittende nietjes en plaats de nietcassette in het nietapparaat.
10 Sluit de nietlade. 11 Sluit klep G. 12 Raak Doorgaan aan. 290–295: papierstoringen 1 Verwijder alle originele documenten uit de ADF. 2 Open de klep van de ADF en verwijder vastgelopen papier. 3 Til de velbeschermer omhoog en verwijder vastgelopen papier. Opmerking: Als u het vastgelopen papier niet gemakkelijk kunt verwijderen, draait u het papierdoorvoerwieltje naar links.
4 Sluit de klep van de ADF. 5 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 6 Sluit de klep van de scanner. 7 Raak Doorgaan aan.
Printermenu's Menuoverzicht Er is een aantal menu's beschikbaar waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt aanpassen. Raak aan in het beginscherm als u de menu's weer wilt geven.
Supplies, menu Menu-item Beschrijving Cyaan, magenta, gele of zwarte toner Laag Vervangen Ontbreekt of defect OK Niet-onderst. Hiermee kunt u de status van de tonercartridges weergeven. Cyaan, magenta, gele of zwarte fc-eenheden Hiermee kunt u de status van de fotoconductoreenheden weergeven. Bijna op/versleten Vervangen Ontbreekt OK Normaal Toneroverloopbak Bijna vol Vervangen Ontbreekt OK Hiermee kunt u de status van de toneroverloopfles weergeven.
Menu Paper (Papier) Menu Standaardbron Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Standaardbron Lade Opmerkingen: U-lader • In het menu Papier stelt u Configuratie U-lader in op Cassette om U-lader als menuHandm. invoer pap. instelling weer te geven. Handm. invoer env. • "Lade 1" (standaardlade) is de standaardinstelling. • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven.
Menu-item Beschrijving Formaat U-lader 11 x 17 A3 A4 A5 Executive Folio JIS B4 JIS B5 Legal Letter Statement Universal 7 3/4-envelop 10-envelop DL-envelop C5-envelop B5-envelop Hiermee wordt het papierformaat in de universeellader opgegeven. Soort U-lader Normaal papier Karton Transparant Glossy Etiketten Bankpostpapier Envelop Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Aangepast Hiermee wordt de papiersoort in de universeellader opgegeven. Papierformaat handm.
Menu-item Beschrijving Papiersoort handm. invoer Normaal papier Karton Transparant Glossy Etiketten Bankpostpapier Briefhoofdpapier Voorbedrukt papier Gekleurd papier Aangepast Hiermee wordt de papiersoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: "Normaal papier" is de standaardinstelling. Envelopformaat handm. invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 7 3/4-envelop Opmerking: "10-envelop" is de standaardinstelling in de VS.
Menu Ander formaat Menu-item Beschrijving Hiermee vervangt u een opgegeven papierformaat als het gewenste papierformaat niet Ander formaat beschikbaar is. Uit Statement/A5 Opmerkingen: Letter/A4 • "Alles in lijst" is de standaardinstelling. Alle beschikbare formaten zijn toegestaan. 11 x 17/A3 • De instelling "Uit" geeft aan dat geen andere formaten zijn toegestaan. Alles in lijst • Als u een ander formaat instelt, wordt de taak afgedrukt zonder dat het bericht "Vervang papier" wordt weergegeven.
Menu-item Beschrijving Structuur envelop Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van de enveloppen die in een specifieke lade zijn geplaatst. Structuur briefhoofd Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst. Structuur voorbedrukt Glad Normaal Ruw Hiermee wordt de relatieve structuur aangegeven van het papier dat in een specifieke lade is geplaatst.
Menu-item Beschrijving Briefhoofdpap. laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Briefhoofdpapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Voorbedrukt laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Voorbedrukt papier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Gekleurd laden Duplex Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Gekleurd" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt.
Menu Aangepaste ladenamen Menu-item Beschrijving Standaardlade Hier kunt u een aangepast naam opgeven voor de standaardlade. Uitvoerlade 1 Hier kunt u een aangepaste naam opgeven voor lade 1 Menu Universal-instelling Met deze menu-items geeft u de hoogte, de breedte en de invoerrichting op voor het universele papierformaat. De instelling voor het universele papierformaat is een door de gebruiker gedefinieerde instelling voor papierformaat.
Lade-instelling, menu Menu-item Beschrijving Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade 1 Uitvoerlade 2 Hiermee worden de uitvoerladen vastgesteld. Laden configureren Mailbox Koppelen Koppeling optioneel Toewijzing soort Hiermee geeft u configuratieopties voor uitvoerladen op. Opmerking: Standaardlade is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Mailbox is de standaardinstelling. • De lade van de boekjesmaker (lade 2) kan niet aan een andere lade worden gekoppeld.
Menu-item Beschrijving Pag. Netwerkinstellingen Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. () Opmerkingen: • Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers. • De pagina wordt afgedrukt zodra dit item is geselecteerd.
Menu Settings (Instellingen) Menu Algemene instellingen Menu-item Beschrijving Taal op display English Français Deutsch Italiano Español Dansk Norsk Nederlands Svenska Português Suomi Russisch Polski Vereenvoudigd Chinees Koreaans Japans Hiermee wordt de taal van de tekst op het display ingesteld.
Menu-item Beschrijving Toetsenbord Tabblad Accenten/symbolen Tabblad Russisch/Pools Tabblad Koreaans Hiermee heeft u toegang tot de accenttekens en symbolen vanaf het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer. Algemene std.instell. VS Internationaal Hiermee geeft u de fabrieksinstellingen van de printer op. Beginprompts weergeven Ja Nee Hiermee start u een installatiewizard als de printer wordt ingeschakeld.
Menu-item Beschrijving Achtergrond verwijderen toestaan Aan Uit Hiermee stelt u in of het toegestaan is de achtergrond van een afbeelding te verwijderen tijdens kopiëren, faxen, e-mailen, FTP of scannen naar USB Aangepaste scantaken toestaan Aan Uit Hiermee kunt u meerdere taken naar één bestand scannen. Herstel na scannerstoring Taakniveau Paginaniveau Hiermee stelt u in hoe een gescande taak opnieuw moet worden geladen als er een papierstoring optreedt in de ADF.
Menu-item Beschrijving Time-outs Stand-bymodus Uitgeschakeld 2–240 Hiermee kunt instellen na hoeveel minuten inactiviteit het systeem overschakelt op de stand-bymodus. Time-outs Spaarstand Uitgeschakeld 2–240 Hiermee kunt instellen na hoeveel minuten inactiviteit het systeem overschakelt op de spaarstand. Time-outs Time-out scherm 15–300 Hiermee wordt de tijd in seconden ingesteld die de printer wacht alvorens het printerdisplay terugkeert naar de werkstand Gereed.
Menu-item Beschrijving Afdrukherstel Auto doorgaan Uitgeschakeld 5–255 Hiermee krijgt de printer opdracht automatisch door te gaan als bepaalde offlinesituaties niet binnen de opgegeven termijn zijn opgelost. Afdrukherstel Herstel na storing Aan Uit Autom. Opmerkingen: • Uitgeschakeld is de standaardinstelling. • 5–255 is een tijdbereik in seconden. Hiermee geeft u op of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Opmerkingen: • Autom. is de standaardinstelling.
Menu Kopieerinstellingen Menu-item Beschrijving Inhoud Tekst/foto Foto Afgedrukte afb. Tekst Hiermee geeft u het type inhoud van de kopieertaak aan. Opmerkingen: • "Tekst/foto" is de standaardinstelling. U kunt de instelling Tekst/foto gebruiken als het origineel tekst en afbeeldingen of foto's bevat. • De instelling "Foto" geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's.
Menu-item Beschrijving Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u de taak meerdere malen afdrukt. Perforeren Aan Uit Hiermee kunt u perforeren inschakelen. Nieten Aan Uit Hiermee kunt u nieten inschakelen. Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio A3 A4 A5 Statement JIS B4 JIS B5 Boek origineel Automatische formaatdetectie Combinatie formaten Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op.
Menu-item Beschrijving Uitvoerlade Standaardlade Uitvoerlade 1 Hiermee kunt u de uitvoerlade opgeven waarin de kopie wordt uitgevoerd nadat deze is afgedrukt. Aantal exemplaren Hiermee geeft u het aantal exemplaren op voor de kopieertaak. Overlay Uit Dringend Vertrouwelijk Kopiëren Concept Aangepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak. Aangepast Hiermee kunt u een aangepaste overlaytekst opgeven.
Menu-item Beschrijving Station-ID Stationsnaam Stationsnummer Hiermee kunt u opgeven hoe de fax wordt aangeduid. Handmatig faxen inschakelen Hiermee kunt u de printer zo instellen dat hiermee alleen handmatig kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset. Aan Uit Opmerkingen: • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen.
Faxverzendinstellingen Menu-item Beschrijving Resolutie Standaard Fijn Superfijn Ultrafijn Hiermee kunt u de kwaliteit in dpi (dots per inch) opgeven. Een hogere resolutie biedt een betere afdrukkwaliteit, maar leidt bij uitgaande faxen tevens tot een langere transmissietijd.
Menu-item Beschrijving Intensiteit -5 tot +5 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Prefix kiezen In het weergegeven numerieke invoerveld kunt u een prefixnummer invoeren. Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Hiermee geeft u op hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: "5" is de standaardinstelling. Opmerking: "5" is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Hiermee geeft u het aantal minuten op tussen elke kiespoging.
Menu-item Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0–5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Schaduwdetail -4 tot +4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. Opmerking: "0" is de standaardinstelling. Rand tot rand scannen Aan Uit Hiermee stelt u in dat het originele document van rand tot rand wordt gescand. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Fax doorsturen Doorsturen Afdrukken Afdrukken en doorsturen Hiermee schakelt u het doorsturen van ontvangen faxen naar een andere ontvanger in. Doorsturen naar Faxen E-mail FTP LDSS Hiermee geeft u het type ontvanger op waaraan faxen worden doorgestuurd.
Menu-item Beschrijving Log papierbron Lade U-lader Hiermee stelt u de papierbron in voor het afdruken van logs. Weergave logs Naam station op afstand Gekozen nummer Hiermee stelt u in of op afgedrukte logs het gekozen nummer of de geretourneerde stationsnaam te zien is. Opdrachtlog inschakelen Aan Uit Hiermee hebt u toegang tot de faxtaaklog. Kieslog inschakelen Aan Uit Hiermee hebt u toegang tot de kieslog faxnummers.
Menu-item Beschrijving Drie signalen Aan Uit Met met optie "Drie signalen" worden oproepen beantwoord met drie signalen. Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling. Menu Faxmodus (Faxserver) In de faxservermodus wordt de faxtaak naar een faxserver verzonden voor transmissie. Instellingen faxserver Menu-item Beschrijving Volgens indeling Antwoordadres Onderwerp Bericht Hiermee kunt u gegevens invoeren met het virtuele toetsenbord op het aanraakscherm van de printer.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement A3 A4 A5 JIS B4 JIS B5 Boek origineel Automatische formaatdetectie Combinatie formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Multipage TIFF gebruiken Aan Uit Hiermee kunt u kiezen tussen singlepage en multipage TIFF-bestanden.
Menu-item Beschrijving Resolutie 75 150 200 300 400 600 Hiermee geeft u op met hoeveel dpi wordt gescand. Intensiteit -5 tot +5 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio A3 A4 A5 Statement JIS B4 JIS B5 Boek origineel Automatische formaatdetectie Combinatie formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand.
Menu-item Beschrijving Foto JPEG-kwaliteit 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEGafbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • 50 is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Menu-item Beschrijving Bitdiepte e-mail 8 bit 1 bit Hiermee kunt u de modus Tekst/foto inschakelen om kleinere bestanden te verkrijgen door gebruik te maken van 1-bits afbeeldingen wanneer Kleur op Uit is ingesteld. Opmerking: "8 bit" is de standaardinstelling. Aangepaste scantaak Aan Uit Hiermee kunt u een document dat bestaat uit verschillende papierformaten kopiëren naar één taak. Scanvoorbeeld Aan Uit Hiermee geeft u op of er een voorbeeld wordt weergegeven op het display bij scantaken.
Menu-item Beschrijving Hiermee kunt u opgeven welk type verificatie voor de Instellingen e-mailserver gebruiker is vereist om te kunnen scannen naar e-mail. Verificatie SMTP-server Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Uit Gebruikersnaam en wachtwoord apparaat Gebruikersnaam en wachtwoord E-mail en wachtwoord gebruiker Instellingen e-mailserver Gebruikersnaam apparaat Wachtwoord Antwoordadres Onderwerp Bericht Hiermee kunt u de gegevens van de e-mailserver opgegeven.
Menu FTP-instellingen Menu-item Beschrijving Indeling PDF (.pdf) Secure PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) Hiermee geeft u de indeling van het FTP-bestand op. PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand voor FTP. Inhoud Tekst/foto Foto Tekst Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar FTP wordt gescand. Opmerking: "PDF (.pdf)" is de standaardinstelling. Opmerking: "1.5" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Tekst/foto" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Tabloid Folio Statement A3 A4 A5 JIS B4 JIS B5 Boek origineel 4x6 3x5 Visitekaartje Automatische formaatdetectie Combinatie formaten Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Duplex Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Opmerking: "Letter" is de standaardinstelling in de VS. "A4" is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving JPEG-kwaliteit 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEGafbeelding met een tekst of tekst/foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • 75 is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn. • Dit menu-item heeft betrekking op Tekst en Tekst/foto, en alle scanfuncties.
Menu-item Beschrijving Opslaan als snelkoppeling toestaan Hiermee stelt u in of er een snelkoppeling wordt gemaakt voor FTPadressen. Aan Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling. Uit Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Contrast Beste instelling voor inhoud 0–5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Schaduwdetail -4 tot +4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen.
Menu-item Beschrijving Resolutie 75 150 200 300 400 600 Hiermee geeft u op met hoeveel dpi wordt gescand. Intensiteit -5 tot +5 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Opmerking: "150 dpi" is de standaardinstelling. Opmerking: "5" is de standaardinstelling. Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand.
Menu-item Beschrijving Foto JPEG-kwaliteit 5–90 Hiermee kunt u de verhouding tussen de kwaliteit van een JPEG-afbeelding met een foto en de bestandsgrootte instellen. Opmerkingen: • 50 is de standaardinstelling. • Bij de instelling 5 is de bestandgrootte geringer, maar is de afbeelding van lagere kwaliteit. • Een instelling van 90 biedt de beste beeldkwaliteit, maar heeft als nadeel dat de bestanden erg groot zijn. • Dit menu-item heeft betrekking op alle scanfuncties.
Menu-item Beschrijving Contrast Beste instelling voor inhoud 0–5 Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven. Schaduwdetail -4 tot +4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen. Opmerking: “Beste instelling voor inhoud” is de standaardinstelling. Opmerking: "0" is de standaardinstelling. Rand tot rand scannen Aan Uit Hiermee stelt u in dat het originele document van rand tot rand wordt gescand. Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Copies (Exemplaren) 1–999 Hiermee geeft u een standaardaantal exemplaren op voor elke afdruktaak. Opmerkingen: • "1" is de standaardinstelling. • Als u een aantal exemplaren wilt instellen voor een bepaalde afdruktaak, klikt u in de softwaretoepassing op File (Bestand) Print (Afdrukken) en klikt u vervolgens op Properties (Eigenschappen), Preferences (Voorkeuren), Options (Opties) of Setup (Instellen).
Menu-item Beschrijving Separator Source (Bron scheidingspagina) Tray (Lade ) MP Feeder (U-lader) Hiermee geeft u de papierbron voor de scheidingsvellen op. Opmerkingen: • Tray 1 (Lade 1) (standaardlade) is de standaardinstelling. • In het menu Paper (Papier) stelt u Configure MP (Configuratie U-lader) in op Cassette om MP Feeder (U-lader) als menu-instelling weer te geven.
Menu-item Beschrijving Hole Punch (Perforeren) On (Aan) Off (Uit) Hiermee stelt u in of een afdruktaak wordt geperforeerd. Opmerkingen: • Dit menu is alleen beschikbaar als de finisher is geïnstalleerd. • Off (Uit) is de standaardinstelling. Afdruktaken worden niet geperforeerd. • Met de instelling On (Aan) wordt elke afdruktaak door de finisher geperforeerd.
Menu-item Beschrijving Afdrukresolutie Beeldkwal. 2400 Hiermee stelt u de resolutie in van de afgedrukte uitvoer. Tonerintensiteit 1–5 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder. Opmerking: "Beeldkwal. 2400" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "4" is de standaardinstelling. • Als u een lager cijfer kiest, bespaart u toner. • Als de afdrukmodus is ingesteld op Alleen zwart, verhoogt u met instelling 5 de dichtheid en de intensiteit van de toner voor alle afdruktaken.
Menu-item Beschrijving Kleurvoorbeelden sRGB-display sRGB-levendig Display - Echt zwart Levendig Uit - RGB CMYK-VS CMYK-Euro CMYK-levendig Uit - CMYK Hiermee worden voorbeeldpagina's afgedrukt voor elk van de RGB- en CMYKkleurconversietabellen die in de printer worden gebruikt. Opmerkingen: • Als u een instelling selecteert, wordt het voorbeeld afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Aangepaste kleur CMYK-kleurbeeld CMYK-VS CMYK-Euro CMYK-levendig Uit CMYK-tekst CMYK-VS CMYK-Euro CMYK-levendig Uit CMYK-afbeeldingen CMYK-VS CMYK-Euro CMYK-levendig Uit Hiermee kunnen CMYK-kleurconversies worden aangepast. Kleur aanpassen Hiermee schakelt u kleurkalibratie in. Opmerkingen: • "CMYK-VS" is de standaardinstelling in de VS. Met "CMYK-VS" wordt een kleurconversietabel toegepast om de SWOP-kleuruitvoer te benaderen.
Menu-item Beschrijving Takenloggegevens Afdrukken Wissen Hiermee drukt u een lijst af met alle opgeslagen takenloggegevens of verwijdert u de informatie van de vaste schijf van de printer. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • Als u "Afdrukken" selecteert, wordt er een lijst met takenloggegevens afgedrukt. • Als u "Wissen" selecteert, worden alle takenloggegevens op de vaste schijf van de printer verwijderd.
Menu Instellingen Menu-item Beschrijving Printertaal PS-emulatie PCL-emulatie Hiermee stelt u de printertaal in voor het versturen van gegevens van de computer naar de printer. Opmerkingen: • PCL-emulatie gebruikt een PCL-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PostScript-emulatie gebruikt een PS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken. PPDS-emulatie gebruikt een PPDS-interpreter voor het verwerken van afdruktaken.
Menu-item Beschrijving Takenloggegevens Uit Aan Hiermee kunt u instellen of statistische informatie over de meest recente afdruktaken wordt opgeslagen op de vaste schijf.
Menu PostScript Menu-item Beschrijving PS-fout afdrukken Aan Uit Hiermee wordt een pagina afgedrukt die de PostScript-fout bevat. Voorkeurslettertype Intern Flash/schijf Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Intern" is de standaardinstelling. • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende geformatteerde flashgeheugenoptiekaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd.
Menu-item Beschrijving Symbolenset 10U PC-8 12U PC-850 Hiermee wordt de symbolenset voor elke lettertypenaam weergegeven. Opmerkingen: • "10U PC-8" is de standaardinstelling in de VS. • "12U PC-850" is de internationale standaardinstelling. • Een symbolenset is een set met alfabetische en numerieke tekens, interpunctie en speciale symbolen. Symbolensets ondersteunen de verschillende talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.
Menu-item Beschrijving Instell. PCL-emulatie A4-breedte 198 mm 203 mm Hiermee stelt u de printer in op A4-papierformaat. Opmerkingen: • "198 mm" is de standaardinstelling. • Met de instelling van 203 mm wordt de breedte van de pagina zo ingesteld dat er tachtig 10-pitch tekens kunnen worden afgedrukt. Hiermee geeft u op of de MFP automatisch een harde return (CR) moet geven na de Instell. PCL-emulatie Automatisch HR na NR opdracht om naar een nieuwe regel te gaan (LF).
Menu PDF Menu-item Beschrijving Formaat passend maken Hiermee past u de inhoud van een pagina aan het formaat van het geselecteerde papier aan. Nee Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling. Ja Aantekeningen Niet afdrukken Afdrukken Hiermee stelt u in of u aantekeningen in het PDF-bestand wilt afdrukken. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Afdrukstand Staand Liggend Hiermee stelt u de afdrukstand voor HTML-documenten in Margegrootte 8–255 mm Hiermee stelt u de paginamarge voor HTML-documenten in Opmerking: "Staand" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "19 mm" is de standaardinstelling. • De margegrootte kan in stappen van 1 mm worden aangepast. Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Achtergronden Niet afdrukken Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling.
Menu Beveiliging Menu-item Beschrijving Verificatiemodus Verificatie uitgeschakeld NTLM LDAP LDAP + GSSAPI Intern Kerberos 5 Hiermee stelt u de verificatiemodus in. Opmerkingen: • "Verificatie uitgeschakeld" is de standaardinstelling. • Als "Verificatie uitgeschakeld" is geselecteerd, worden de instellingen van Toegang tot functies die gebruikers-ID's of wachtwoorden vereisen, genegeerd. • Voor de opties "LDAP" en "LDAP + GSSAPI" kunt u de Embedded Web Server-interface van de printer gebruiken.
Menu-item Beschrijving Toegang tot functies Toegang tot FTP Geen verificatie vereist Alleen gebruikersnaam vereist Gebruikersnaam en wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld Hiermee stelt u de toegang in tot de functies om te scannen naar FTP. Toegang tot functies Toegang tot taken in wacht Geen verificatie vereist Alleen gebruikersnaam vereist Gebruikersnaam en wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld Hiermee stelt u de toegang in tot taken die in de wacht staan.
Menu-item Beschrijving Toegang tot functies Afdrukken van flashstation Geen verificatie vereist Alleen gebruikersnaam vereist Gebruikersnaam en wachtwoord vereist Functie uitgeschakeld Hiermee stelt u de toegang in tot de functies om af te drukken van een flashstation. Opmerkingen: • “Geen verifcatie vereist” is de standaardinstelling. • Als "Functie uitgeschakeld" is geselecteerd, kunnen bestanden op het flashstation niet worden afgedrukt.
Menu-item Beschrijving Wachtwoordbeveiliging Menu Papier Alleen geavanceerd wachtwoord accepteren Geavanceerd wachtwoord en gebruikerswachtwoord accepteren Niet beveiligd Hiermee kunt u de toegang tot het menu Papier beveiligen. Wachtwoordbeveiliging Rapporten Alleen geavanceerd wachtwoord accepteren Geavanceerd wachtwoord en gebruikerswachtwoord accepteren Niet beveiligd Hiermee kunt u de toegang tot het menu Rapporten beveiligen.
Menu-item Beschrijving Wachtwoordbeveiliging Scanprofiel maken Alleen geavanceerd wachtwoord accepteren Geavanceerd wachtwoord en gebruikerswachtwoord accepteren Niet beveiligd Hiermee kunt u de toegang tot de instellingen voor het maken van een scanprofiel beveiligen. Wachtwoordbeveiliging Configuratie LES Alleen geavanceerd wachtwoord accepteren Geavanceerd wachtwoord en gebruikerswachtwoord accepteren Niet beveiligd Hiermee kunt u de toegang tot de instellingen voor embedded solutions beveiligen.
Datum en tijd instellen Menu-item Beschrijving Tijdzone Niet ingesteld VS Hawaï VS Alaska VS/Canada Stille Oceaan Tijuana VS/Canada Berggebied VS/Canada Centraal VS/Canada Oostkust VS/Canada Atlantische Oceaan Newfoundland Brasilia, Brazilië Midden-Atlantisch gebied Azoren Kaapverdische eilanden GMT Ierland Londen Centraal-Europa Amsterdam Berlijn Bern Brussel Lissabon Madrid Parijs Hiermee kunt u de tijdzone voor de fax instellen. Praag Opmerking: "Niet uitvoeren" is de standaardinRome stelling.
Menu-item Beschrijving Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Hiermee kunt u de maand opgeven. Dag 0–31 Hiermee kunt u de dag opgeven. Uur Hiermee kunt u de uren opgeven. 0–23 Minuut 0–59 Hiermee kunt u de minuten opgeven. DST-modus Automatisch Handmatig Hiermee kunt zomertijd instellen (DST-modus). Zomertijd Ja Nee Hiermee geeft u op of zomertijd van toepassing is. Tijdserver IP Geen Hiermee geeft u het IP-adres van de tijdserver op.
Menu-item Beschrijving TCP/IP Hostnaam instellen Adres Netmask Gateway Hiermee kunt u het huidige TCP/IP-adres opgeven. TCP/IP Statisch IP-adres instellen Adres Netmask Gateway Hiermee kunt u de gegevens van het TCP/IP-adres configureren. TCP/IP DHCP inschakelen Aan Uit RARP inschakelen Aan Uit BOOTP inschakelen Aan Uit AutoIP Aan Uit FTP/TFTP inschakelen Aan Uit HTTP-server ingeschakeld Aan Uit Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. Opmerking: Dit is een IP-adres met vier velden.
Menu-item Beschrijving Hiermee kunt u de instelling bekijken of wijzigen. TCP/IP WINS-serveradres DNS-serveradres Back-up DNS-serveradres Domeinzoekvolgorde Beperkte serverlijst MTU Standaard-TTL DDNS mDNS Zero Configuration-naam SLP-broadcast Aan Uit LPD-timeout LPD-voorblad Aan Uit LPD-infopagina Aan Uit LPD-regelterugloopconversie Aan Uit IPv6, menu Gebruik de volgende menu-items om de IPv6 (Internet Protocol versie 6)-gegevens te bekijken of in te stellen.
Menu-item Beschrijving Hiermee schakelt u DHCPv6 op de printer in. IPv6 Schakel DHCPv6 in Opmerking: "Nee" is de standaardinstelling. Yes (Ja) No (Nee) Menu Instellingen e-mailserver In het volgende menu kunt u de e-mailserver (SMTP) configureren. Menu-item Beschrijving Instellingen e-mailserver Primaire SMTP-gateway Primaire SMTP-gatewaypoort Secundaire SMTP-gateway Secundaire SMTP-gatewaypoort Hiermee kunt u de gegevens voor de SMTP-serverpoort opgeven.
Menu-item Beschrijving Instellingen e-mailserver Bestemmingen beperken Hiermee wordt een e-mail alleen verzonden wanneer de domeinnaam (bijvoorbeeld van het bedrijf) in het adres aanwezig is. Opmerkingen: • Er kan alleen e-mail naar het opgegeven domein worden verzonden. • De limiet is één domein. Instellingen e-mailserver Webkoppeling instellen Server Aanmelden Wachtwoord Pad Basisbestandsnaam Webkoppeling Hiermee bepaalt u de padnaam. Opmerking: Hiermee bepaalt u het pad.
Standaardnetwerk, menu Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • De printer gebruikt in dat geval PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in. Netwerkbuffer Autom. Opmerkingen: 3K tot • Autom. is de standaardinstelling. • De waarde kan in stappen van 1K worden gewijzigd. • De maximumgrootte die is toegestaan hangt af van de hoeveelheid geheugen in de printer, de grootte van de andere koppelingsbuffers en of u het menu-item Bronnen opslaan hebt ingesteld op "Aan" of "Uit".
Standaard-USB, menu Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Wanneer de instelling "Uit" is, gebruikt de printer PostScriptemulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in. USB-buffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Autom. • Autom. is de standaardinstelling. 3K tot • Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. • De instelling van de grootte van de USB-buffer kan in stappen van 1K worden aangepast.
NetWare, menu Menu-item Beschrijving Aanmeldingsnaam Hiermee stelt u de toegewezen NetWare-aanmeldingsnaam in. Afdrukmodus PSERVER RPRINTER Hiermee geeft u de toegewezen NetWare-afdrukmodus weer. Netwerknummer Hiermee stelt u het toegewezen NetWare-netwerknummer in. Inschakelen Aan Uit Hiermee schakelt u de NetWare-ondersteuning in of uit. Ethernet 802.2 Aan Uit Hiermee schakelt u de frametype-instelling voor Ethernet 802.2 in. Ethernet 802.
Menu-item Beschrijving Inschakelen Aan Uit Hiermee wordt de AppleTalk-ondersteuning in- of uitgeschakeld. Opmerking: "Aan" is de standaardinstelling. Hiermee wordt een lijst met AppleTalk-zones weergegeven die Zone instellen op het netwerk beschikbaar zijn. Opmerking: De standaardinstelling is de standaardzone voor het netwerk. Als geen standaardzone beschikbaar is, wordt de zone die is gemarkeerd met een * gebruikt als standaard.
Printerberichten Lijst met statusberichten en foutmeldingen Bezig met antwoorden De printer is bezig met het beantwoorden van een faxoproep. Wacht tot het bericht is verdwenen. Lade vol Verwijder de stapel papier uit de betreffende uitvoerlade om het bericht te wissen. Bezig Wacht tot het bericht is verdwenen. Bezig met kalibreren Wacht tot het bericht is verdwenen. Gesprek voltooid Er is een faxoproep voltooid. Wacht tot het bericht is verdwenen.
Sluit klep Sluit de aangegeven klep. Het bericht wordt dan gewist. Sluit klep Sluit de aangegeven klep. Verbinden bps Er is een faxverbinding. Wacht tot het bericht is verdwenen. Opmerking: is de baudsnelheid per seconde. Exemplaren Voer het gewenste aantal exemplaren in. Flash defragmenteren NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Waarschuwing: Schakel de printer niet uit zolang dit bericht op het display wordt weergegeven.
Schijf x/y XX% wordt gecodeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Waarschuwing: Zet de printer niet uit wanneer de printer bezig is met de codering van de vaste schijf. Het percentage dat is voltooid, wordt weergegeven op het display. Voer PIN in Voer de pincode in die u hebt ingesteld in Eigenschappen toen de vertrouwelijke (beveiligde) taak naar de printer werd gestuurd. Geef PIN voor vergrnd.
Interne systeemfout, laad beveiligingscertificaten • Laad de beveiligingscertificaten opnieuw. • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Ongeldige enginecode U dient een geldige enginecode in de printer te laden. Raadpleeg voor meer informatie over het laden van codes de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie. Opmerking: U kunt de enginecode laden wanneer dit bericht wordt weergegeven.
Menu's zijn uitgeschakeld De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen via het bedieningspaneel. Neem contact op met uw systeembeheerder voor ondersteuning. Opmerking: Hoewel de menu's zijn uitgeschakeld, is het nog steeds mogelijk om afdruktaken te annuleren, een vertrouwelijke afdruktaak of een taak in de wachtrij uit te voeren. Netwerk/Netwerk De printer heeft verbinding met het netwerk.
Flash programmeren NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Waarschuwing: Schakel de printer niet uit zolang Flash programmeren op het display wordt weergegeven. Systeemcode wordt geprogrammeerd NIET UITZETTEN Wacht tot het bericht is verdwenen. Waarschuwing: Schakel de printer niet uit zolang Systeemcode wordt geprogrammeerd op het display wordt weergegeven.
Plaats alle originelen terug bij opn. starten taak Een of meerdere berichten waarvoor een scantaak werd onderbroken, worden nu gewist. Plaats de originele documenten weer in de scanner om de scantaak opnieuw te starten. • Raak Taak annuleren aan als er een scantaak wordt verwerkt wanneer het bericht wordt weergegeven. Hierdoor wordt de taak geannuleerd en het bericht gewist. • Raak Scannen vanaf de automatische documentinvoer aan als Herstel na scannerstoring actief is.
Serieel De printer wordt aangesloten via een seriële kabel. De seriële poort is de actieve communicatieverbinding. Klok instellen De klok is niet ingesteld. Dit bericht wordt weergegeven zolang er geen ander faxstatusbericht wordt weergegeven. Het wordt pas gewist nadat de klok is ingesteld. Sommige taken in wacht zijn niet hersteld Raak Doorgaan aan om de aangegeven taak te verwijderen. Opmerking: Sommige taken in wacht worden niet hersteld.
Wachten De printer heeft gegevens ontvangen om af te drukken, maar wacht op een opdracht voor einde taak, een papierinvoeropdracht of aanvullende gegevens. • Raak Doorgaan aan om de inhoud in de buffer af te drukken. • Annuleer de huidige afdruktaak. Wachten op opnieuw kiezen De printer wacht alvorens het faxnummer opnieuw te kiezen. Wacht tot het bericht is verdwenen. 1565 Emulatiefout; laad emulatieoptie Dit bericht verdwijnt automatisch na 30 seconden.
35 Onvoldoende geheugen voor ondersteuning van functie voor bronnenopslag • Raak Doorgaan aan om Bronnen opslaan uit te schakelen en door te gaan met afdrukken. • Als u Bronnen opslaan wilt inschakelen nadat u dit bericht hebt ontvangen, dient u ervoor te zorgen dat de koppelingsbuffers zijn ingesteld op Autom. Sluit vervolgens de menu's af om de wijzigingen in de koppelingsbuffers te activeren. Schakel de optie Bronnen opslaan in als het bericht Gereed wordt weergegeven. • Installeer extra geheugen.
52 Flash vol • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen. • Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit. 53 Flash niet geformatteerd • Raak Doorgaan aan om het defragmenteren te stoppen en door te gaan met afdrukken. • Formatteer het flashgeheugen.
56 Seriële poort uitgeschakeld • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de seriële poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item "Seriële buffer" niet is ingesteld op "Uitgeschakeld". 56 Standaard USB-poort uitgeschakeld • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
61 Verwijder defecte schijf • Druk op Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Installeer een nieuwe vaste schijf voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf is vereist. 62 Schijf vol • Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen en door te gaan met verwerken. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens van de vaste schijf. • Installeer een grotere vaste schijf. 63 Schijf niet geformatteerd • Raak Doorgaan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken.
84 Vervang fc-eenheden kleur Een of enkele kleurenfotoconductor(s) is versleten. Installeer een nieuwe cyaan, magenta en gele fotoconductor. 84 Niet-ondersteunde fc-eenheid Vervang de aangegeven fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart. De cyaan, magenta en gele fotoconductors moeten allemaal tegelijkertijd worden vervangen. De zwarte fotoconductor kan afzonderlijk worden vervangen.
De printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. Supplies bewaren Bewaar supplies in een koele, schone ruimte. Supplies moeten altijd rechtop in de originele verpakking worden bewaard tot het moment waarop ze worden gebruikt. Stel de printersupplies niet bloot aan: • • • • • • direct zonlicht; temperaturen boven 35 °C; hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); zilte lucht; corroderende gassen; grote hoeveelheden stof.
Zuinig omgaan met supplies U kunt op het bedieningspaneel bepaalde instellingen wijzigen om toner en papier te besparen. Raadpleeg voor meer informatie de menu's Supplies, Kwaliteit en Afwerking. Wilt u meerdere exemplaren afdrukken, dan kunt u supplies besparen door het eerste exemplaar af te drukken, dit eerst te controleren en daarna pas de rest af te drukken. U weet dan zeker dat alle afdrukken correct zijn.
Raadpleeg de illustraties aan de binnenzijde van de finisher-klep waaronder het nietapparaat zich bevindt voor meer informatie. Artikelnaam Artikelnummer Nietcassettes – verpakking met 3 stuks (nietjes G5) 25A0013 Nietjes voor geavanceerde boekjes (nietjes G11 en nietjes G12) 21Z0357 Toneroverloopbak bestellen Bestel een nieuwe toneroverloopbak als 82 Toneroverloopbak bijna vol wordt weergegeven. De toneroverloopbak moet worden vervangen als 82 Vervang toneroverloopbak wordt weergegeven.
5 Nokje van klep E6 1 Haal de nieuwe toneroverloopbak en de accessoires uit de verpakking. 2 Open klep E (de voorklep van de printer). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te houden.
3 Pak het nokje van klep E6 vast en druk de klep omlaag. 4 Verwijder de oude lensreiniger voor de printkop van klep E en gooi deze vervolgens weg. 5 Verwijder de toneroverloopbak.
6 Sluit de toneroverloopbak af met het plastic deksel. 7 Plaats de toneroverloopbak in de zak voor recycling. 8 Reinig de lenzen van de printkop met de nieuwe lensreiniger voor de printkop.
9 Plaats de nieuwe toneroverloopbak. 10 Plaats de nieuwe lensreiniger voor de printkop in de nokjes van klep E. 11 Sluit klep E6.
12 Sluit klep E. 13 Verwijder al het papier uit de papierbaan van de printer. Ga naar www.lexmark.com/recycling voor meer informatie over het recyclen van de toneroverloopbak. De lenzen van de printkop reinigen Reinig de lenzen van de printkop wanneer u de toneroverloopbak vervangt of wanneer zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen.
5 Nokje van klep E6 1 Open klep E (de voorklep). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet meer dan tien minuten open te houden. 2 Pak het nokje van klep E6 vast en druk de klep omlaag. 3 Verwijder de toneroverloopbak. 4 Zoek de lensreiniger voor de printkop op en verwijder deze van klep E. Opmerking: Als u de toneroverloopbak vervangt, dient u de reiniger voor de printkop te gebruiken die daarbij werd geleverd.
5 Steek het zachte uiteinde van de lensreiniger voor de printkop in de eerste lensopening van de printkop. 6 Duw de lensreiniger voor de printkop helemaal naar de achterkant van de lens en trek de reiniger er vervolgens weer uit. 7 Reinig de drie overige lenzen van de printkop.
8 Plaats de toneroverloopbak. 9 Plaats de lensreiniger voor de printkop in de nokjes van klep E. 10 Sluit klep E6.
11 Sluit klep E. Een fotoconductor vervangen Vervang de zwarte fotoconductor als 84 Vervang fc-eenheid wordt weergegeven. Vervang de cyaan, magenta en gele fotoconductors als 84 Vervang fc-eenheid wordt weergegeven. 1 Open klep E (de voorklep van de printer). Waarschuwing: Om te voorkomen dat de fotoconductors te lang aan licht worden blootgesteld, dient u de klep niet langer dan tien minuten open te houden.
3 Verwijder de op het display weergegeven fotoconductor(s). Kleur fotoconductor Naam opening Zwart E1 Cyaan E2 Magenta E3 Geel E4 4 Haal de nieuwe fotoconductor uit de verpakking. 5 Lijn het uiteinde van de fotoconductor uit voor het plaatsen.
6 Verwijder de tape van de bovenkant van de fotoconductor. 7 Druk de knop naar voren om de fotoconductor te plaatsen terwijl u het omhulsel verwijdert. 8 Trek de grendel omhoog en druk vervolgens hendel E5 omlaag zodat deze de grendel op zijn plaats houdt.
9 Sluit klep E. Een tonercartridge vervangen Verwijder de betreffende tonercartridge (cyaan, magenta, geel of zwart) als 88 Replace toner (88 Vervang toner) wordt weergegeven. De printer hervat het afdrukken pas nadat de betreffende cartridge is vervangen. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Ready (Gereed) of 88 Replace toner (88 Vervang toner) wordt weergegeven. 2 Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking en leg deze in de buurt van de printer neer.
5 Verwijder de cartridge door deze voorzichtig uit de printer te trekken. 6 Breng de pijlvormige hendel op één lijn met het symbool dat aangeeft dat de cartridge ontgrendeld is en schuif de tonercartridge vervolgens volledig in de opening. 7 Vergrendel de cartridge door de pijlvormige hendel van de cartridge rechtsom te draaien totdat deze naar het symbool wijst dat aangeeft dat de cartridge is vergrendeld.
8 Sluit klep E. Buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact is getrokken. Let op: trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak alle kabels los van de printer voordat u doorgaat om elektrische schokken te voorkomen. 2 Verwijder het papier uit de papiersteun en de papieruitvoerlade. 3 Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
De glasplaat reinigen Reinig de glasplaat als er problemen zijn met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld als er strepen worden weergegeven op gekopieerde of gescande afbeeldingen. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje enigszins vochtig met water. 2 Open de klep van de scanner. 3 Wrijf over de glasplaat totdat deze schoon en droog is. 4 Wrijf over de witte onderkant van de klep van de scanner totdat deze schoon en droog is. 5 Sluit de klep van de scanner.
De printer verplaatsen Als u de printer wilt verplaatsen of als de printer of onderdelen voor verwerking van afdrukmateriaal, zoals laden en finishers, moeten worden vervoerd naar een nieuwe locatie, dient u al deze onderdelen te verwijderen uit de printer. Verpak de printer en de onderdelen voor verwerking van afdrukmateriaal goed, zodat ze tijdens het vervoer niet worden beschadigd.
De printer van de scannerplaat loskoppelen alvorens de printer te verplaatsen 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3 Verwijder de verbindingsbeugel. 4 Ontkoppel alle kabels aan de achterzijde van de printer en de scanner. 5 Verwijder al het papier of speciaal afdrukmateriaal uit de standaarduitvoerlade. 6 Verwijder al het papier of speciaal afdrukmateriaal uit de universeellader. 7 Pak het verlengstuk van de universeellader vast en klap deze volledig terug.
8 Duw de universeellader omhoog om deze te sluiten. 9 Rol de printer onder de scannerplaat vandaan. Let op: De printer weegt 91,2 kg; daarom zijn er twee personen nodig om deze veilig te verplaatsen. Let op: Als u de scanner en de plaat ergens anders naartoe wilt verplaatsen, doe dit dan ook met twee personen aangezien de scanner 25 kg weegt. De printer op een nieuwe locatie installeren De printerconfiguratie opnieuw installeren: 1 Pak alle artikelen uit. 2 Zoek een goede locatie voor de printer uit.
1 50 mm 2 825 mm 3 418 mm 4 100 mm 5 1750 mm 3 Voltooi de installatie van de printer en scanner door het uitvoeren van de aanwijzingen in het hoofdstuk “De printer installeren” in de Installatiehandleiding. 4 Controleer of de printer en de scanner goed functioneren door een pagina met menu-instellingen af te drukken.
Beheerdersondersteuning Helderheid van het display aanpassen Als u problemen hebt met het aflezen van het display, kunt u de LCD-helderheid aanpassen in het menu Instellingen. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak Algemene instellingen aan. 5 Raak herhaaldelijk 6 Raak aan totdat Helderheid wordt weergegeven. aan om de helderheid te verlagen of raak aan om de helderheid te verhogen.
5 Raak herhaaldelijk aan totdat Time-outs wordt weergegeven. 6 Raak herhaaldelijk aan totdat Spaarstand wordt weergegeven. 7 Raak aan om de tijd te verkorten of raak aan om de tijd te verlengen. U kunt kiezen uit een instelling tussen 2 en 240 minuten. 8 Raak Indienen aan. 9 Raak aan. Fabrieksinstellingen herstellen 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak Algemene instellingen aan.
Menu's op het bedieningspaneel vergrendelen met de Embedded Web Server Met de vergrendelfunctie op het bedieningspaneel kunt u een PIN maken en de specifieke menu's selecteren die u wilt vergrendelen. Telkens wanneer een vergrendeld menu wordt geselecteerd, wordt de gebruiker gevraagd de juiste PIN in te voeren. De PIN is niet van invloed op het verkrijgen van toegang via de Embedded Web Server. U kunt als volgt de menu's op het bedieningspaneel vergrendelen: 1 Open een webbrowser.
3 Klik in Overige instellingen op Beveiliging. 4 Klik op Instellingen beveiligd afdrukken. Ondersteuning IPSec IPSec (Internet Protocol Security) zorgt voor verificatie en codering van de netwerklaag waardoor alle toepassingsen netwerkverbindingen die via het IP-protocol lopen, zijn beveiligd. IPSec kan worden ingesteld tussen de printer en maximaal vijf hosts, waarbij zowel IPv4 als IPv6 wordt gebruikt. U configureert als volgt het IPSec via de Embedded Web Server: 1 Open een webbrowser.
802.1x-verificatie gebruiken Met 802.1x-verificatie kan de printer toegang krijgen tot netwerken waarvoor verificatie is vereist. 802.1xpoortverificatie kan worden gebruikt met de WPA-functie (WiFi Protected Access) van draadloze printers of afdrukservers voor ondersteuning van WPA-Enterprise-beveiliging. 802.1x wordt alleen ondersteund als referenties voor de printer, zoals certificaten, zijn ingesteld. Door middel van certificaten is de printer herkenbaar voor de verificatieserver.
Beveiligingsmodus gebruiken De beveiligingsmodus zorgt voor veilige communicatie via de TCP- (Transmission Control Protocol) en UDP-poort (User Datagram Protocol). Opmerking: De beveiligingsmodus kan alleen worden ingeschakeld als er een beheerderswachtwoord is gemaakt voor de Embedded Web Server. U configureert als volgt de beveiligingsmodus via de Embedded Web Server: 1 Open een webbrowser. 2 Typ in de adresbalk het IP-adres van de netwerkprinter of afdrukserver en druk vervolgens op Enter.
Problemen oplossen Niet-reagerende printer controleren Als de printer niet reageert, controleer dan het volgende: • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. • Het stopcontact is niet uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker. • De aardlekschakelaar (GFCI) niet is losgesprongen. Druk op de knop voor het opnieuw instellen van de GFCI. U vindt deze boven het netsnoer van de printer.
2 Duw de groene hendel A1 in de normale stand. 3 Sluit klep A. Problemen met afdrukken oplossen Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Print (Afdrukken) verschijnt. 3 Selecteer Print as image (Afdrukken als afbeelding). 4 Klik op OK.
Controleer of de standaarduitvoerlade vol is Verwijder de stapel papier uit de standaarduitvoerlade. Controleer of de papierlade leeg is Vul de lade met papier. Controleer of de juiste printersoftware is geïnstalleerd • Controleer of u de juiste printersoftware gebruikt. • Als u via een USB-poort werkt, dient u Windows Vista, Windows XP, Windows Server 2003 of Windows 2000/ Me/98 als besturingssysteem te gebruiken in combinatie met compatibele printersoftware.
Schakel de functie Paginabeveiliging uit. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak Algemene instellingen aan. 5 Raak herhaaldelijk 6 Raak aan totdat Afdrukherstel wordt weergegeven. aan totdat Uit wordt weergegeven. 7 Raak Indienen aan. 8 Raak aan. Taak wordt afgedrukt vanuit de verkeerde lade of op het verkeerde papier Controleer de instelling voor papiersoort.
Controleer of de printer over voldoende geheugen beschikt. Voeg extra geheugen toe of installeer een optionele vaste schijf. Er komen onverwachte pagina-einden voor Verhoog de waarde voor Afdruktime-out: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan. 4 Raak Algemene instellingen aan. 5 Raak herhaaldelijk aan totdat Time-outs wordt weergegeven. 6 Raak Time-outs aan.
• • • • • Scheve lijnen Vlekken Strepen Onverwachte tekens Witte lijnen op afdrukken Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Worden er foutberichten op het display weergegeven? Verwijder eventuele foutberichten. Is de toner bijna op? Als 88 toner bijna op wordt weergegeven of als de afdrukken vager worden, dient u de tonercartridge(s) te vervangen. Is de glasplaat vuil? Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gekopieerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer de plaatsing van het origineel. Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden. Controleer de instelling voor papierformaat. Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
Is de glasplaat vuil? Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Pas de scanresolutie aan Verhoog de resolutie van de scan voor een betere kwaliteit van de uitvoer. Controleer de kwaliteit van het origineel Zorg dat het document van goede kwaliteit is. Controleer de plaatsing van het origineel Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
Kan geen faxen verzenden of ontvangen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Worden er foutberichten op het display weergegeven? Verwijder eventuele foutberichten. Controleer de stroomtoevoer Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
Controleer op papierstoringen Verwijder eventueel vastgelopen papier en controleer of Gereed op het display verschijnt. Schakel de functie voor wisselgesprek tijdelijk uit Wisselgesprek kan faxverzendingen verstoren. Schakel deze functie uit alvorens een fax te verzenden. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij voor de toetscombinatie waarmee u de functie voor wisselgesprek kunt uitschakelen. Maakt u gebruik van voicemail? De voicemaildienst van uw telefoonmaatschappij kan faxverzendingen verstoren.
Is het document correct geplaatst? Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF, of in de linkerbovenhoek op de glasplaat met de bedrukte zijde naar beneden. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat. Controleer of het snelkoppelingsnummer goed is ingesteld.
4 Klik op Faxinstellingen. 5 Klik op Analoge faxinstellingen. 6 Klik op Fax zonder naam blokkeren. Deze optie blokkeert alle inkomende faxen zonder faxstationnaam of met een privégebruikers-ID. 7 Voer in het veld Lijst met geblokkeerde faxnummers de telefoonnummers of de faxstationnamen in van specifieke faxverzenders die u wilt blokkeren. Problemen met opties oplossen Optie functioneert niet goed of helemaal niet meer nadat deze is geïnstalleerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Finisher Als de finisher niet goed werkt, zijn dit mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer of de finisher goed is aangesloten op de printer. Als de finisher staat vermeld op de pagina met menu-instellingen, maar het papier vastloopt op het punt waar het de printer uitgaat en de finisher ingaat, dan is de finisher mogelijk niet goed geïnstalleerd. Installeer de finisher opnieuw.
Zorg ervoor dat er niet te veel papier in de papierlade ligt Zorg ervoor dat u niet meer papier plaatst dan de maximale stapelhoogte die is aangegeven voor de papierlade of universeellader. Controleer de papiergeleiders. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. Heeft het papier in een vochtige omgeving gelegen en daardoor vocht opgenomen? • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak.
4 Raak Algemene instellingen aan. 5 Raak herhaaldelijk aan totdat Afdrukherstel wordt weergegeven. 6 Raak Afdrukherstel aan. 7 Raak naast Herstel na storing aan totdat Aan of Autom. wordt weergegeven. 8 Raak Indienen aan. 9 Raak aan. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost.
lege pagina's De printer heeft misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Onvolledige afbeeldingen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer de papiergeleiders.
Grijze achtergrond ABCDE ABCDE ABCDE De ingestelde waarde voor Tonerintensiteit verlagen Selecteer in Eigenschappen een lagere waarde voor Tonerintensiteit. Verzend dan pas de taak naar de printer. Onjuiste marges Controleer de papiergeleiders. Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. Controleer de instelling voor papierformaat. Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst.
Zijn de fotoconductors defect? Vervang de fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart. De cyaan, magenta en gele fotoconductors moeten allemaal tegelijkertijd worden vervangen. De zwarte fotoconductor kan afzonderlijk worden vervangen. Is de overdrachtsband defect? Vervang de overdrachtsband. Gekruld papier Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: Controleer de instelling voor papiersoort.
Opmerking: Herhaal deze procedure meerdere keren. Als de afdrukken vaag blijven, is het tijd om de cartridge te vervangen. Is het verhittingsstation versleten of defect? Vervang het verhittingsstation. Herhaalde storingen Komen sporen steeds in dezelfde kleur en meerdere keren op een pagina voor? Vervang de fotoconductor(s) bij storingen na iedere: • 44 mm • 94 mm Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart.
Heeft het papier in een vochtige omgeving gelegen en daardoor vocht opgenomen? • Vervang het papier. Gebruik papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. Controleer het papier. Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak. Controleer de instelling voor papiersoort. Zorg dat de instelling voor papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst. Controleer of Kleur besparen is ingesteld op Uit.
De printer heeft misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met klantenondersteuning. Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Mogelijk is een tonercartridge defect. Vervang de tonercartridge. Zijn de fotoconductors versleten of defect? Vervang de fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart. De cyaan, magenta en gele fotoconductors moeten allemaal tegelijkertijd worden vervangen.
Afdrukkwaliteit van transparant is laag Transparanten controleren Gebruik uitsluitend transparanten die door de fabrikant van de printer worden aanbevolen. De instelling voor papiersoort controleren Plaats de transparanten in de lade en stel de Papiersoort in op Transparanten. Verschillen in afdrukdichtheid ABCDE ABCDE ABCDE Vervang de fotoconductor(s). Opmerking: De printer heeft vier fotoconductors: cyaan, magenta, geel en zwart.
Hoe bepaalt de printer welke kleur moet worden afgedrukt? Wanneer een gebruiker een document afdrukt, wordt informatie over het type en de kleur van ieder object naar de printer verzonden. De kleureninformatie wordt verstrekt via kleurconversietabellen, waarin de gewenste kleuren worden samengesteld uit de juiste hoeveelheden cyaan, magenta, gele en zwarte toner. De objectinformatie bepaalt de toepassing van kleurconversietabellen.
Handmatig een andere kleurconversietabel toepassen: 1 Selecteer Kleurcorrectie in het menu Kwaliteit en selecteer vervolgens Handmatig. 2 Selecteer Aangepaste kleur in het menu Kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste kleurconversietabel voor het betreffende objecttype. Het menu Aangepaste kleur Objecttype RGB-kleurbeeld RGB-tekst RGB-afbeeldingen Kleurconversietabellen • Levendig: geeft helderdere kleuren met een hogere verzadiging en kan worden toegepast op alle binnenkomende kleurformaten.
Wat zijn gedetailleerde kleurvoorbeelden en hoe krijg ik toegang tot deze voorbeelden? Sets met gedetailleerde kleurvoorbeelden zijn alleen beschikbaar via de Embedded Web Server van een netwerkprinter. Een set met gedetailleerd kleurenvoorbeelden bevat een reeks kleurschakeringen (weergegeven als gekleurde blokjes) die vergelijkbaar zijn met een door de gebruiker gedefinieerde RGB- of CMYK-waarde.
Kennisgevingen Productnaam: Lexmark X940e, Lexmark X945e Apparaattype: 7510 Model(len): 030, 230 Informatie over deze uitgave April 2007 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de voorwaarden strijdig zijn met de nationale wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC., LEVERT DEZE PUBLICATIE ALS ZODANIG ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Waarschuwing: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot schade aan de hardware of software van het product. Let op: hiermee wordt aangegeven dat een handeling kan leiden tot lichamelijk letsel. Let op: hiermee wordt aangegeven dat u het gemarkeerde gedeelte niet moet aanraken. Let op: hiermee wordt aangegeven dat een bepaald gedeelte heet kan worden. Let op: hiermee wordt aangegeven dat u een schok kunt krijgen. Let op: hiermee wordt aangegeven dat het apparaat kan omvallen.
L'installateur de cet équipement radio doit veiller à ce que l'antenne soit implantée et dirigée de manière à n'émettre aucun champ HF dépassant les limites fixées pour l'ensemble de la population par Santé Canada. Reportez-vous au Code de sécurité 6 que vous pouvez consulter sur le site Web de Santé Canada www.hc-sc.gc.ca/rpb. Le terme « IC » précédant le numéro de d'accréditation/inscription signifie simplement que le produit est conforme aux spécifications techniques d'Industry Canada.
Latviski Ar šo Lexmark International, Inc. deklarē, ka šis izstrādājums atbilst Direktīvas 1999/5/EK būtiskajām prasībām un citiem ar to saistītajiem noteikumiem. Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE.
AEEA-richtlijn (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) Het AEEA-logo geeft aan dat er in de Europese Unie specifieke programma's en procedures zijn voor het hergebruiken van elektronische producten. Wij moedigen het hergebruiken van onze producten aan. Als u meer vragen hebt over de mogelijkheden voor hergebruik, bezoekt u de Lexmark website op www.lexmark.com voor het telefoonnummer van uw lokale verkoopafdeling.
Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer 850 W gemaakt met het product. Kopiëren Er worden papieren kopieën van papieren originelen 850 W gemaakt met het product. Scannen Er worden papieren originelen gescand met het product. 240 W Gereed Het product wacht op een afdruktaak. 220 W Energiebesparing De spaarstand van het product is geactiveerd.
Index Cijfers 1565 Emul Error Load Emul Option (1565 Emulatiefout; laad emulatieoptie) 204 200–289.yy paper jam (200–289.yy Papier vast) 209 289 Staple error (289 Nietfout ) 209 290-295.yy scanner jam (290-295.yy Scan.
taak wordt afgedrukt vanuit verkeerde lade 242 taken in wacht worden niet afgedrukt 241 taken worden niet afgedrukt 240 vastgelopen pagina wordt niet opnieuw afgedrukt 252 verkeerde tekens worden afgedrukt 242 afdrukkwaliteit fotoconductor(s) vervangen 221 glasplaat reinigen 227 lenzen van de printkop reinigen 217 toneroverloopbak vervangen 212 afdrukkwaliteit, problemen oplossen afdruk is te donker 258 afdruk is te licht 257 donkere strepen 254 grijze achtergrond 255 herhaalde storingen 257 lage kwaliteit
toevoegen, berichtregel 72 toevoegen, onderwerpregel 72 via het toetsenblok 70 e-mailfunctie instellen 69 E-mail Server Setup (Instellingen emailserver), menu 156, 188 Embedded Web Server 802.
Job stored for delayed transmission (Taak opgeslagen voor uitgesteld verzenden) 199 klep scannereenheid sluit niet 243 kopieerfunctie reageert niet 243 slechte kwaliteit van gescande afbeeldingen 245 slechte kwaliteit van kopieën 243 Kopiëren, scherm foto 66 kleur 66 opties 66, 67 koppelen van invoerladen 42 kringlooppapier gebruiken 46 K L kabels Ethernet 33 scanner 33 USB 33 karton plaatsen 39 richtlijnen 50 kennisgevingen 264, 265, 266, 267, 268, 269 kleurendocumenten e-mailen 71 knoppen, aanraaksche
ontgrendelen menu's op bedieningspaneel 233 opties firmwarekaart 30 firmwarekaarten 28 flashgeheugenkaart 30 geheugenkaart 29 geheugenkaarten 28 intern 28 interne afdrukserver 31 PIC-kaart 31 opties, aanraakscherm e-mail 74, 75 faxen 90, 91 FTP 96, 97 kopiëren 66, 67 naar computer scannen 99, 100, 101 P pagina met menu-instellingen afdrukken 106, 210 pagina met netwerkinstellingen 106 Paper Loading (Papier plaatsen), menu 133 Paper Size/Type (Papierformaat/soort), menu 129 Paper Texture (Papierstructuur),
82 Replace waste toner box (82 Vervang toneroverloopbak) 208, 212 82 Waste toner box missing (82 Toneroverloopbak ontbreekt) 208 82 Waste toner box nearly full (82 Toneroverloopbak bijna vol) 208 84 pc unit missing (84 Fceenheid ontbreekt) 208 84 Black pc unit life warning (84 Zwarte fc-eenheid bijna versleten) 208 84 color pc unit life warning (84 Fceenheid kleur bijna versleten) 208 84 Replace black pc unit (84 Vervang zwarte fc-eenheid) 208, 221 84 Replace color pc units (84 Vervang fc-ee
System busy, preparing resources for job. (Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. 203 System busy, preparing resources for job. (Systeem bezig, bronnen worden voorbereid voor taak. Deleting held job (s). (Taken in wacht verwijderen.
richtlijnen briefhoofdpapier 47 enveloppen 49 etiketten 49 karton 50 transparanten 48 RJ11-adapter gebruiken 77 S Scan Document Too Long (Scandocument te lang) 202 Scan to USB Settings (Scannen naar USB-instellingen), menu 161 scankwaliteit verbeteren 101 scannen naar een apparaat met USBflashgeheugen 99 scannen naar een computer 98 verbeteren, scankwaliteit 101 scannen naar een FTP-adres met behulp van het adresboek 95 met behulp van snelkoppelingsnummers 95 snelkoppelingen maken met de computer 95 snelko
verplaatsen van printer installeren, printer op nieuwe locatie 231 naar andere locatie binnen kantoor 228 printer loskoppelen van scannerplaat 229 richtlijnen om persoonlijk letsel te voorkomen 228 richtlijnen om schade aan de printer te voorkomen 228 richtlijnen voor verplaatsing 228 vervoeren naar andere locatie 232 voorzorgsmaatregelen 228 wagen gebruiken 228 vertrouwelijke afdruktaken 102 afdrukinstellingen wijzigen 235 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 104 afdrukken via Windows 103 vervoeren naar an