X46x-series Gebruikershandleiding September 2009 Machinetype(n): 7014, 4569, 4570 Model(len): 431, 636, 63W, n01, n02, g01, g02, n11, n12, g11, g12, hn1, hn2, wh1, wh2 www.lexmark.
Inhoudsopgave Veiligheidsinformatie......................................................................15 Algemene informatie over de printer..........................................17 Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer!...................................................................................................17 Informatie zoeken over de printer................................................................................................................................
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP..................................................67 Serieel afdrukken instellen...............................................................................................................................................69 Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft....................................................................................................71 Papier en toner besparen............................
Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten ....................................................................................... 96 Papiercapaciteit............................................................................................................................................................................... 96 Printing (Bezig met afdrukken).....................................................98 Een document afdrukken............................................................
Meerdere pagina's op één vel kopiëren ...............................................................................................................................113 Een aangepaste taak maken (taak samenstellen).............................................................................................................114 De huidige afdruktaak onderbreken om kopieën te maken.............................................................................115 Informatie op kopieën afdrukken...................
E-mailonderwerp ..........................................................................................................................................................................126 Bestandsnaam voor e-mail........................................................................................................................................................126 E-mailbericht ................................................................................................................................
Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand ...............................................................150 Informatie over faxopties...............................................................................................................................................150 Origineel formaat..........................................................................................................................................................................150 Inhoud......
Duplex...............................................................................................................................................................................................161 JPEG-kwaliteit.................................................................................................................................................................................161 Intensiteit.........................................................................................................
Menu Datum/tijd instellen ........................................................................................................................................................195 Settings (Instellingen), menu........................................................................................................................................196 Menu Algemene instellingen .....................................................................................................................................
231 Papier vast...............................................................................................................................................................................262 233 Papier vast...............................................................................................................................................................................263 234 Papier vast.............................................................................................................
Verwijder verpakkingsmateriaal: controleer ..............................................................................................................277 Verwijder papier uit standaarduitvoerlade .........................................................................................................................277 Plaats terug bij opnieuw starten van taak. .................................................................................................................
62 Disk full (62 Schijf vol) ...........................................................................................................................................................284 63 Schijf niet geformatteerd.....................................................................................................................................................284 80 Gebruikelijk onderhoud vereist..............................................................................................................
Kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden...............................................................................................................298 Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit.............................................................................................................299 Problemen met opties oplossen.................................................................................................................................
Energieverbruik.................................................................................................................................................................318 Index.................................................................................................
Veiligheidsinformatie LET OP—KANS OP LETSEL: zie de bijgesloten Veiligheidsinformatie voor u een elektrische verbinding of een kabelverbinding maakt. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product bevindt en dat gemakkelijk bereikbaar is. Plaats dit product niet in de buurt van water of in vochtige omgevingen. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Gebruik de faxfunctie niet tijdens onweer.
Gebruik alleen het telecommunicatiesnoer (RJ-11) dat bij dit product is geleverd of een vervangend snoer met een minimale dikte van 26 AWG (American Wire Gauge) als u dit product aansluit op een openbaar vast telefoonnetwerk. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Als u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
Algemene informatie over de printer Hartelijk dank voor het kiezen voor deze printer! We hebben ons best gedaan om er zeker van te zijn dat hij aan uw verwachtingen zal voldoen. Als u uw nieuwe printer meteen wilt gebruiken, kunt u de installatiematerialen van de printer gebruiken en de Gebruikershandleiding doornemen om de zien hoe u de elementaire taken uitvoert.
Gewenste informatie Bron Hulp bij de printersoftware Hulp voor Windows of Mac: open een printersoftwareprogramma of –toepassing en klik vervolgens op Help. Klik op om contextgevoelige informatie te bekijken. Opmerkingen: • De Help wordt automatisch met de printersoftware geïnstalleerd. • De printersoftware bevindt zich in de printermap of op het bureaublad, afhankelijk van uw besturingssysteem. Meest recente aanvullende informatie, updates en Lexmark ondersteuningswebsite: support.lexmark.
Basismodel 3 2 1 8 7 6 5 1 Ontgrendelingsknop op voorklep 2 Bedieningspaneel van de printer 3 Automatische documentinvoer (ADI) 4 Standaarduitvoerlade met overheadlampje 5 Papierstop 6 Standaardlade voor 250 vel 7 Klep van universeellader 8 Voorklep 4 Algemene informatie over de printer 19
1 Systeemkaartvergrendeling 2 Vergrendelingsonderdeel 3 Ethernet-poort 4 USB-poort Opmerking: gebruik deze USB-poort om de printer aan te sluiten op uw computer. 5 Verbindingspoort voor de fax in de muur Opmerking: de faxpoorten zijn alleen aanwezig als er een faxkaart is geïnstalleerd. 6 Verbindingspoort voor de fax in de telefoon Opmerking: de faxpoorten zijn alleen aanwezig als er een faxkaart is geïnstalleerd.
• Houd de printer: – Uit de buurt van de directe luchtstroom van airconditioners, warmtebronnen of ventilators – Uit de buurt van direct zonlicht, extreme vochtigheidswaarden of temperatuurschommelingen – Schoon, droog en stofvrij • Zorg dat er tenminste de onderstaande hoeveelheid ruimte beschikbaar is rondom de printer voor de juiste ventilatie: 1 2 5 3 4 1 Bovenzijde 254 mm (10 inch) 2 Rechterkant 203 mm (8 inch) 3 Achterkant 305 mm (12 inch) 4 Voorkant 203 mm (8 inch) 5 Linkerkant 76 mm
• Documenten scannen en deze naar een computer, een e-mailadres, een flashstation of een FTP-bestemming verzenden. • Documenten scannen en deze naar een andere printer verzenden (PDF's gaan via een FTP-server). Opmerking: de faxfunctie is alleen beschikbaar op bepaalde printermodellen. Informatie over de ADI en de glasplaat Automatische documentinvoer (ADI) Glasplaat Gebruik de ADI voor documenten met meerdere pagina's.
Informatie over het bedieningspaneel van de printer 1 2 1 4 GHI 7 PQRS * 2 ABC 5 JKL 8 3 DEF 6 MNO 9 TUV WXYZ 0 # 3 4 5 8 Onderdeel 7 6 Beschrijving 1 Display Scan-, kopieer-, fax- en afdrukopties en de status- en foutberichten bekijken. 2 Toetsenblok Hiermee voert u getallen of symbolen in op de display.
Onderdeel 6 Starten Beschrijving • Druk op om de huidige taak op het display te starten. • Druk in het beginscherm op om een kopieertaak met de standaardinstellingen te starten. • Deze knop heeft geen functie als het apparaat bezig is met scannen. 7 Indicatielampje Geeft de printerstatus aan: • Off (Uit) - de voeding is uitgeschakeld. • Blinking green (Knippert groen) - de printer is bezig met opwarmen, met het verwerken van gegevens of met afdrukken.
Onderdeel van display Beschrijving 5 Statusbalk • Hiermee wordt de huidige status van de printer weergegeven, zoals Gereed of Bezig. • Hiermee worden printercondities weergegeven, zoals Toner bijna op. • Hiermee worden interventieberichten weergegeven waarin wordt aangegeven wat u moet doen om ervoor te zorgen dat de printer verder kan gaan met verwerken, bijvoorbeeld Sluit klep.
Voorbeeld van aanraakscherm Knop Functie Beginscherm Hiermee keert u terug naar het home-scherm Pijl-omlaag Hiermee opent u een scherm met opties Aflopend naar links bladeren Hiermee kunt u in aflopende volgorde naar een andere waarde bladeren Oplopend naar rechts bladeren Hiermee kunt u in oplopende volgorde naar een andere waarde bladeren. Pijl naar links Hiermee kunt u naar links bladeren Pijl naar rechts Hiermee kunt u naar rechts bladeren.
Andere knoppen op het aanraakscherm Knop Functie Indienen Hiermee wordt een waarde opgeslagen als de nieuwe standaardinstelling Pijl-omlaag Hiermee bladert u omlaag naar het volgende scherm Pijl omhoog Hiermee bladert u omhoog naar het volgende scherm. Niet-geselecteerd keuzerondje Dit is een niet-geselecteerd keuzerondje. Het keuzerondje is grijs om aan te geven dat het niet-geselecteerd is. Geselecteerd keuzerondje Dit is een geselecteerd keuzerondje.
Knop Functie Annuleren • Hiermee annuleert u een actie of een selectie. • U kunt met deze knop ook een scherm annuleren en naar het vorige scherm terugkeren. Optie Hiermee opent u het volgende verwante menu of menu-item Functies Functie Beschrijving Menupad: Boven in elk menuscherm wordt een pad weergegeven. De functie toont het pad naar het huidige menu en de exacte locatie binnen de menu's.
Extra installatieopties voor de printer Interne opties installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u de printer eerst uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Klep van systeemkaart openen voor installatie van interne opties Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
2 Til de voorkant van de scannereenheid op om de systeemkaart te openen. 3 Onderstaande illustratie geeft aan waar de juiste aansluiting te vinden is. Let op—Kans op beschadiging: De elektrische componenten van de systeemkaart raken gemakkelijk beschadigd door statische elektriciteit. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Geheugenkaart installeren LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
4 Breng de uitsparingen op de geheugenkaart op één lijn met de ribbels op de connector. 1 Uitsparingen 2 Ribbels 5 Duw de geheugenkaart recht in de connector tot de kaart vastklikt. Opmerking: nadat de geheugenkaart is geïnstalleerd, controleert u of de connectorklemmen van de geheugenkaart terugkeren naar de gesloten verticale positie en goed tegen de kaart aan zitten. 6 Laat de vergrendeling van de systeemkaart los en sluit de toegangsklep van de systeemkaart door de scanner te laten zakken.
Een flashgeheugenkaart of firmwarekaart installeren De systeemkaart heeft twee connectoren voor een optionele flashgeheugenkaart of firmwarekaart. Slechts één van elk kan worden geïnstalleerd, maar de connectoren zijn uitwisselbaar. Opmerking: Hiervoor hebt u een schroevendraaier met platte kop nodig.
3 Houd de kaart aan de zijkanten vast en breng de pinnen aan de onderkant op gelijke hoogte met de uitsparingen in de systeemkaart. 1 Plastic pinnen 2 Metalen pinnen 4 Druk de kaart stevig op zijn plaats. Opmerkingen: • De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart. • Zorg ervoor dat de aansluitpunten niet beschadigd raken. 5 Laat de vergendeling los en sluit de toegangsklep van de systeemkaart door de scanner te laten zakken.
6 Druk op de schroeven en draai ze tegelijkertijd een kwart draai met de klok mee om de klep van de systeemkaart vast te zetten. Let op—Kans op beschadiging: Zorg ervoor dat de klep van de systeemkaart vast zit om beschadigingen aan de printer te voorkomen als deze wordt verplaatst. Een Internal Solutions Port installeren De systeemkaart ondersteunt één optionele Lexmark Internal Solutions Port (ISP). Installeer een ISP voor extra aansluitingsopties.
2 Haal de ISP en het plastic T-stuk uit de verpakking. Opmerking: Raak de onderdelen op de kaart niet aan. 3 Kijk waar de juiste connector zich bevindt op de systeemkaart. Opmerking: Als momenteel een optionele vaste schijf van een printer is geïnstalleerd, moet die harde schijf eerst worden verwijderd. U verwijdert als volgt de vaste schijf: a Koppel de interfacekabel van de vaste schijf van de printer los van de systeemkaart, maar laat de kabel op de vaste schijf van de printer aangesloten.
b Verwijder de schroeven waarmee de vaste schijf van de printer is vastgezet. c Verwijder de vaste schijf van de printer door deze naar boven te tillen zodat de uitsteeksels loskomen.
d Verwijder de duimschroeven waarmee de montagebeugel van de vaste schijf van de printer op die schijf is bevestigd en verwijder dan de beugel. Zet de vaste schijf van de printer opzij. 4 Verwijder de metalen klep van de ISP-opening.
5 Lijn de stukken van het plastic T-stuk uit met de openingen in de systeemkaart en druk het T-stuk dan naar beneden tot het vastklikt. Controleer of elk stuk van het T-stuk volledig is vastgeklikt en of het T-stuk stevig op de systeemkaart is bevestigd. 6 Installeer de ISP op het plastic T-stuk. Houd de ISP schuin boven het plastic T-stuk en laat de ISP dan zodanig zakken dat alle overhangende connectors door de ISP-opening in de systeemkaartbehuizing kunnen worden geleid.
7 Laat de ISP tot op het plastic T-stuk zakken tot de ISP zich tussen de geleiders van het plastic T-stuk bevindt. 8 Plaats de lange duimschroef in het gat het dichtst bij de witte connector en draai deze rechtsom tot de ISP vastzit. Draai de duimschroef nu nog niet stevig aan.
9 Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de ISP-montagebeugel op de systeemkaartbehuizing vast te maken. 10 Draai de lange duimschroef stevig aan. Opmerking: Draai de duimschroef niet te hard aan. 11 Steek de plug van de ISP-interfacekabel in de connector van de systeemkaart. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd. 12 Als al eerder een vaste schijf van de printer is geïnstalleerd, bevestig dan de vaste schijf van de printer op de ISP.
14 Druk op de schroeven en draai ze tegelijkertijd een kwart draai met de klok mee om de klep van de systeemkaart vast te zetten. Let op—Kans op beschadiging: Zorg ervoor dat de klep van de systeemkaart vast zit om beschadigingen aan de printer te voorkomen als deze wordt verplaatst. Vaste schijf van printer installeren De optionele vaste schijf van de printer kan met of zonder een Lexmark Internal Solutions Port (ISP) worden geïnstalleerd. Opmerking: Voor deze taak hebt u een kruiskopschroevendraaier nr.
2 Haal de vaste schijf van de printer uit de verpakking. Opmerking: Raak de onderdelen op de kaart niet aan. 3 Kijk waar de juiste connector zich bevindt op de systeemkaart. Opmerking: Als momenteel een optionele ISP is geïnstalleerd, dan moet de vaste schijf van de printer op de ISP worden geïnstalleerd. U installeert de vaste schijf van een printer als volgt op de ISP: a Draai de schroeven los met de schroevendraaier met platte kop.
b Lijn de uitsteeksels van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de ISP en druk deze dan naar beneden op de vaste schijf van de printer tot de uitsteeksels stevig op hun plaats zitten. c Steek de plug van de interfacekabel van de vaste schijf van de printer in de connector van de ISP. Opmerking: De pluggen en connectors zijn kleurgecodeerd.
U installeert een vaste schijf van de printer als volgt rechtstreeks op de systeemkaart: a Lijn de uitsteeksels van de vaste schijf van de printer uit met de openingen in de systeemkaart en druk deze dan naar beneden op de vaste schijf van de printer tot de uitsteeksels stevig op hun plaats zitten. b Bevestig de twee meegeleverde schroeven om de montagebeugel van de printer van de harde schijf vast te zetten.
4 Laat de vergendeling los en sluit de toegangsklep van de systeemkaart door de scanner te laten zakken. 5 Druk op de schroeven en draai ze tegelijkertijd een kwart draai met de klok mee om de klep van de systeemkaart vast te zetten. Let op—Kans op beschadiging: Zorg ervoor dat de klep van de systeemkaart vast zit om beschadigingen aan de printer te voorkomen als deze wordt verplaatst.
Faxkaart installeren Opmerking: Voor deze taak hebt u een kruiskopschroevendraaier nr. 2 en een schroevendraaier met platte kop nodig. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: Wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
4 Plaats de faxkaart en draai de twee schroeven aan om de montagebeugel van de faxkaart vast te zetten Extra installatieopties voor de printer 49
5 Steek de plug van de faxkaartinterfacekabel in de connector van de systeemkaart. 6 Laat de vergendeling los en sluit de toegangsklep van de systeemkaart door de scanner te laten zakken. 7 Druk op de schroeven en draai ze tegelijkertijd een kwart draai met de klok mee om de klep van de systeemkaart vast te zetten. Let op—Kans op beschadiging: Zorg ervoor dat de klep van de systeemkaart vast zit om beschadigingen aan de printer te voorkomen als deze wordt verplaatst.
Hardwareopties installeren Lader voor 250 of 550 vel installeren De printer ondersteunt één optionele lader; u kunt een lader voor 250 of 550 vel installeren. LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u eerst de printer uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen.
6 Lijn de printer uit met de lader en laat de printer op zijn plaats zakken. Kabels aansluiten Sluit de printer aan op de computer met een USB-kabel of op het netwerk met een ethernetkabel. Zorg dat het volgende overeenkomt: • Zorg dat het USB-symbool op de kabel overeenkomt met het USB-symbool op de printer. • Kies de juiste Ethernet-kabel voor de Ethernet-poort.
1 USB-poort 2 Ethernetpoort Printerconfiguratie controleren Als alle hardware- en softwareopties zijn geïnstalleerd en de printer is ingeschakeld, controleert u of de printer correct is ingesteld door het volgende af te drukken: • Pagina met menu-instellingen: gebruik deze pagina om te controleren of alle printeropties correct zijn geïnstalleerd. Onderaan de pagina verschijnt een lijst met geïnstalleerde opties. Als een geïnstalleerde optie niet is vermeld, is deze niet correct geïnstalleerd.
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de netwerkaansluiting controleren door een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. Deze pagina bevat ook informatie die van belang is bij de configuratie van het afdrukken via een netwerk. 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het home-scherm. 3 Raak Rapporten aan. 4 Raak Pagina met netwerkinstellingen aan.
3 Selecteer uw printer en vervolgens uw besturingssysteem. 4 Download het stuurprogramma's en installeer de printersoftware. Beschikbare opties bijwerken in het printerstuurprogramma Nadat de printersoftware en eventuele opties zijn geïnstalleerd, is het wellicht nodig om de opties handmatig toe te voegen in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor afdruktaken. Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren.
Draadloos afdrukken installeren Opmerking: draadloos afdrukken is niet op alle modellen standaard aanwezig. Gebruik de volgende stappen om uw printer te configureren LET OP—KANS OP LETSEL: zie de bijgesloten Veiligheidsinformatie voor u een elektrische verbinding of een kabelverbinding maakt. Opmerking: sluit de kabels pas aan als dit wordt aangegeven. 1 Installeer de printerhardware. Voor meer informatie, zie de Setup-Guide. 2 Volg de aanwijzingen voor uw besturingssysteem.
• Beveiligingsmethode: er zijn drie opties voor de beveiligingsmethode: – WEP-sleutel Als uw netwerk meerdere WEP-sleutels gebruikt, kunt u er maximaal vier opgegeven in de daarvoor bestemde plaatsen. Selecteer de sleutel die momenteel wordt gebruikt op het netwerk door de standaardsleutel voor WEP-verzending te selecteren. of – WPA- of WPA2-wachtwoorden WPA bevat codering als een extra beveiligingsniveau. U kunt kiezen uit AES of TKIP.
Zorg ervoor dat de printer en computer zijn ingeschakeld en dat het bericht Gereed wordt weergegeven. Sluit de USB-kabels pas aan als dit op het scherm wordt aangegeven. 2 Selecteer op het bedieningspaneel van de printer uw taal en land en druk dan op Continue (Doorgaan). 3 Selecteer uw tijdzone en druk dan op Continue (Doorgaan). 4 Maak de selectie van elke functie die u op een later tijdstip wil instellen ongedaan en raak dan Continue (Doorgaan) aan.
8 Als e-mail is ingeschakeld, typt u het Gatewayadres van de primaire SMTP (mailserver) en drukt u op Enter. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over het inschakelen van e-mail of raak Back (Terug) aan om terug te gaan en de selectie van e-mail ongedaan te maken. 9 Wanneer hierom wordt gevraagd, stelt u de datum en de tijd in en drukt u op Continue (Doorgaan). 10 Plaats de cd Software en documentatie in de computer.
16 Sluit de kabels aan in de onderstaande volgorde: a Sluit tijdelijk een USB-kabel aan tussen de computer op het draadloze netwerk en de printer. Opmerking: nadat u de printer hebt geconfigureerd, geeft de software aan dat u de tijdelijke USB-kabel kunt losmaken, zodat u draadloos kunt afdrukken. b Sluit de faxkabels aan als u de faxfunctie nu wilt instellen. Bekijk de Gebruikershandleiding op de cd Software en documentatie voor meer informatie over het aansluiten van de kabels.
Configuratie van de printer voorbereiden 1 Zoek naar het MAC-adres op het vel dat bij de printer is geleverd. Noteer hieronder de laatste zes cijfers van het MAC-adres: MAC-adres: ___ ___ ___ ___ ___ ___ 2 Sluit het netsnoer aan op de printer en daarna op een geaard stopcontact en zet vervolgens de printer aan. 3 Selecteer op het bedieningspaneel van de printer uw taal en land of regio en raak dan Doorgaan aan. 4 Selecteer uw tijdzone en raak dan Doorgaan aan.
7 Als faxen is ingeschakeld, typt u de naam van uw Faxstation en raakt u vervolgens Enter aan. Neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over de naam en het nummer van uw faxstation of raak Terug aan om terug te gaan en de selectie van Faxen ongedaan te maken. 8 Als Faxen is ingeschakeld, geeft u het (telefoon) nummer van het faxstation en raakt u Doorgaan aan. 9 Als e-mail is ingeschakeld, typt u het Gatewayadres van de primaire SMTP (mailserver) en drukt u op Enter.
In Mac OS X versie 10.5 of later a Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. b Klik op Netwerk. c Klik op AirPort. In Mac OS X versie 10.4 en eerder a Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. b Dubbelklik in de map Toepassingen op Internetverbinding. c Klik in de werkbalk op AirPort. 7 Selecteer uw draadloze netwerk in het pop-upmenu Netwerk.
5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Voeg toe. b Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. 2 Klik op Afdrukken en faxen. 3 Klik op +. 4 Klik op AppleTalk. 5 Selecteer de printer uit de lijst. 6 Klik op Voeg toe. In Mac OS X versie 10.4 1 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. 2 Dubbelklik op de map Hulpprogramma's. 3 Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie. 4 Kies Voeg toe in de printerlijst.
4 Selecteer Aanbevolen en klik vervolgens op Volgende. Opmerking: als u de printer wilt configureren voor gebruik met een statisch IP-adres via IPv6 of printers wilt configureren via scripts, kiest u Aangepast en volgt u de aanwijzigen op het scherm. 5 Select Aangesloten op bedraad netwerk en klik op Volgende. 6 Selecteer de printerfabrikant in de lijst. 7 Selecteer het printermodel in de lijst en klik op Volgende. 8 Selecteer de printer in de lijst met gevonden netwerkprinters en klik op Voltooien.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder 1 2 3 4 5 6 7 Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen. Dubbelklik op Hulpprogramma's. Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer. Klik op Toevoegen in de printerlijst. Klik op IP. Typ het IP-adres van de printer in het adresveld. Klik op Toevoegen. • Voor afdrukken via AppleTalk: In Mac OS X versie 10.5 1 2 3 4 5 6 Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu. Klik op Afdrukken & faxen. Klik op +. Klik op AppleTalk.
Poortinstellingen wijzigen na het installeren van een nieuwe netwerk-ISP Als er een nieuwe Interne oplossingspoort van Lexmark voor het netwerk wordt geïnstalleerd op de printer, moeten de printerconfiguraties worden bijgewerkt op computers die toegang hebben tot de printer, omdat de printer een nieuw IP-adres krijgt toegewezen. Alle computers die toegang hebben tot de printer moeten met dit nieuwe IP-adres worden bijgewerkt om erop te kunnen afdrukken via het netwerk.
Voor Macintosh-gebruikers 1 Druk een pagina met netwerkinstellingen af en noteer het nieuwe IP-adres. 2 Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. U hebt het IP-adres nodig als u de toegang voor computers configureert die zich op een ander subnet bevinden dan de printer. 3 Voeg de printer toe: • Voor afdrukken via IP: Mac OS X versie 10.5 of later a b c d e f Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
i Selecteer de printer uit de lijst. j Klik op Toevoegen. Serieel afdrukken instellen Bij serieel afdrukken worden gegevens bit voor bit verzonden. Hoewel serieel afdrukken doorgaans trager is dan parallel afdrukken, is dit de methode die de voorkeur heeft als de afstand tussen printer en computer erg groot is, of als er geen verbinding met een betere doorvoersnelheid beschikbaar is. Nadat u de seriële printer hebt geïnstalleerd, moet u de printer en computer configureren zodat deze kunnen communiceren.
De seriële parameters van de COM-poort moeten overeenkomen met de seriële parameters die u hebt ingesteld op de printer. a Open Apparaatbeheer. 1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren devmgmt.msc. 3 Druk op Enter of klik op OK. Apparaatbeheer wordt geopend. b Klik op + om de lijst met beschikbare poorten uit te breiden. c Selecteer de communicatiepoort van de printer waarop u de seriële kabel hebt aangesloten (bijvoorbeeld: COM1).
Minimaliseer de invloed die uw printer op het milieu heeft Lexmark hecht veel belang aan duurzaamheid en verbetert voortdurend zijn printers om de invloed die zij hebben op het milieu te verminderen. Wij houden bij het ontwerpen rekening met het milieu, maken onze verpakkingen zelf om het materiaalgebruik terug te brengen en zorgen voor inzamel- en recyclingprogramma’s. Zie voor meer informatie: • Het hoofdstuk Kennisgevingen • Het gedeelte Duurzaamheid van de Lexmark website op www.lexmark.
Scannen kiezen Door een document of foto te scannen en vervolgens op te slaan in een computerprogramma, toepassing of flashstation, hoeft u er geen papieren afdruk van te maken.
3 Raak Algemene instellingen aan. 4 Raak Ecomodus aan. 5 Raak de pijltoetsen aan om een instelling te selecteren. 6 Raak Indienen aan. Veranderingen indienen verschijnt. Spaarstand aanpassen U kunt energie besparen door het aantal minuten dat de printer wacht tot hij overgaat op de Spaarstandmodus verlagen. De beschikbare instellingen variëren van 1 tot 240 minuten. De standaardinstelling is 30 minuten. De Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Helderheid van de display aanpassen Als u energie wilt besparen of u kunt de display niet goed lezen, dan kunt u de helderheid van de display aanpassen. Beschikbare instellingen variëren van 20–100 . De standaardinstelling is 100. De Embedded Web Server gebruiken 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte.
5 Selecteer in de lijst van de Spaarstand de lage instelling die door de standaarduitvoerlade zal worden gebruikt in de modus Spaarstand. Opmerking: zie “Spaarstand aanpassen” op pagina 73 voor meer informatie over het uitschakelen van de spaarstand. 6 Klik op Indienen. Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Instellingen aan en vervolgens Algemene instellingen.
Lexmark verpakkingsmateriaal recyclen Lexmark streeft voortdurend naar het minimaliseren van het verpakkingsmateriaal. Het gebruiken van minder verpakkingsmateriaal garandeert dat Lexmark printers zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk worden vervoerd en dat er minder verpakkingsmateriaal hoeft te worden weggegooid. Deze efficiënties leiden tot minder broeikasgassen en het besparen van energie en natuurlijke grondstoffen.
U selecteert als volgt een instelling van de Stille modus: 1 Raak aan op het home-scherm. 2 Raak Instellingen aan. 3 Raak Algemene instellingen aan. 4 Raak Stille modus aan. 5 Raak de pijltoetsen aan om een instelling te selecteren. 6 Raak Indienen aan. Veranderingen indienen verschijnt.
Papier en speciaal afdrukmateriaal laden Dit gedeelte bevat informatie over het vullen van de laden en laders. Hier vindt u ook informatie over de papierafdrukstand, het instellen van de papiersoort en het papierformaat en het koppelen en ontkoppelen van laden. Papiersoort en papierformaat instellen De instelling voor Papierformaat voor de standaardlade voor 250 vel en de universeellader moeten handmatig worden ingesteld via het menu Papierformaat.
7 Raak de pijlen aan om de gewenste breedte of hoogte te selecteren. 8 Raak Indienen aan om uw selectie op te slaan. Selectie indienen verschijnt, gevolgd door het menu Papier. 9 Druk op om terug te keren naar het home-scherm. Papierstoringen voorkomen De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen: Aanbevelingen voor papierladen • Zorg ervoor dat het papier vlak in de lade is geplaatst. • Verwijder geen laden terwijl de printer bezig is met afdrukken.
2 Druk de papiergeleiders in en schuif deze naar de juiste positie voor het formaat papier dat u wilt plaatsen. Voor een lang papierformaat zoals A4 of Legal, drukt u de lengtegeleider in en schuift u deze naar achteren naar de positie van het papier dat u plaatst.
Als u A6-papier plaatst: a Druk de lengtegeleider in en schuif deze naar het midden van de lade naar de positie voor A5-formaat. b Zet de A6-papierstop omhoog. Opmerkingen: • De standaardlade kan slechts 150 vellen A6-papier bevatten. De lijn voor de maximale hoeveelheid op de A6-papierstop geeft de maximumhoogte voor het plaatsen van A6-papier aan. Plaats niet te veel papier in de lade. • De optionele lade kan niet met papier van A6-formaat worden gevuld.
1 1 Lijn voor maximale hoeveelheid Plaats briefhoofdpapier met de bovenste rand van het vel in de richting van de voorzijde van de lade en met de afbeelding naar beneden gericht. LETTERHEAD 5 Druk de geleiders samen en schuif deze net tegen de zijkant van de stapel.
6 Plaats de lade terug. 7 Als u een andere papiersoort dan anders in de lade plaatst, moet u de instelling voor Papierformaat/-soort wijzigen in het menu Papier. Universeellader gebruiken U kunt de universeellader gebruiken wanneer u afdrukt op verschillende papierformaten en -soorten of op speciaal afdrukmateriaal, zoals karton, transparanten, papieren etiketten en enveloppen.
2 Pak de opstaande handgreep en trek het verlengstuk naar voren. 3 Pak de handgreep en trek het verlengstuk naar voren. 4 Laat het verlengstuk voorzichtig zakken zodat de universeellader volledig is uitgetrokken en geopend.
De universeellader vullen 1 Druk het lipje op de breedtegeleider aan de rechterzijde in en schuif de geleiders zo ver mogelijk naar buiten. 2 Bereid het papier of speciale afdrukmateriaal voor om het te plaatsen. • Buig vellen papier of papieren etiketten enkele malen om de vellen los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier of de etiketten niet. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. • Houd transparanten bij de randen vast en waaier ze vervolgens uit.
• Buig een stapel enveloppen enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Maak een rechte stapel op een vlakke ondergrond. Opmerking: Als u de enveloppen uitwaaiert, voorkomt u dat de randen van enveloppen aan elkaar kleven. Het helpt ook om ze correct in te voeren en papierstoringen te voorkomen. Vouw of kreuk de enveloppen niet. 3 Plaats het papier of speciale afdrukmateriaal in de universeellader. Opmerkingen: • Duw het papier niet te ver in de universeellader.
• Plaats briefhoofdpapier met het logo naar boven gericht, zodat de bovenste rand van het papier het eerst wordt ingevoerd. • Plaats enveloppen met de klepzijde naar beneden en de plaats voor de postzegel op de positie die wordt weergegeven. De postzegel en het adres worden weergegeven om de juiste richting voor het plaatsen van enveloppen aan te geven. Let op—Kans op beschadiging: Gebruik geen enveloppen met postzegels, klemmetjes, drukkers, vensters, bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen.
5 Schuif het papier voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader. Het papier hoort vlak in de universeellader te liggen. Zorg ervoor dat het papier losjes in de universeellader past en niet is omgebogen of gekreukt. 6 Stel via het bedieningspaneel van de printer het papierformaat en de papiersoort in. Laden koppelen en ontkoppelen Laden koppelen Het koppelen van laden is handig bij grote afdruktaken of bij het afdrukken van meerdere exemplaren.
Als u een lade wilt ontkoppelen, wijzig dan de volgende lade-instellingen, zodat deze niet overeenkomen met de instellingen van andere laden: • Papiersoort (bijvoorbeeld: Normaal papier, Briefhoofdpapier, Aangepast ) De papiersoort omschrijft de eigenschappen van het papier. Als de naam die uw papier het beste omschrijft al aan laden is gekoppeld, wijs dan een andere papiersoortnaam aan de lade toe, zoals Aangepast , of geef uw eigen aangepaste naam op.
7 Klik op Aangepaste soorten. Aangepaste soorten wordt weergegeven, gevolgd door de aangepaste naam. 8 Selecteer een instelling voor Papiersoort uit de lijst naast de aangepaste naam. 9 Klik op Indienen.
Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal Richtlijnen voor papier Als u het juiste papier of speciale afdrukmateriaal selecteert, vermindert het aantal afdrukproblemen. Voor optimale afdrukkwaliteit kunt u het beste eerst een proefafdruk maken op het papier of het speciale afdrukmateriaal dat u wilt gebruiken voordat u hier grote hoeveelheden van aanschaft. Papierkenmerken De volgende papierkenmerken zijn van invloed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de papierinvoer.
Vezelrichting Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de lengterichting van het papier of in de breedterichting. Voor papier met een gewicht van 60-176 g/m2 met vezels in de lengterichting, wordt papier met de vezel in de lengterichting aanbevolen. Voor papiersoorten met een gewicht van meer dan 176 g/m2, wordt papier met vezels in de breedterichting aanbevolen.
Kringlooppapier en ander kantoorpapier gebruiken Lexmark is een milieubewust bedrijf en stimuleert het gebruik van zakelijk kringlooppapier dat speciaal is geproduceerd voor gebruik in (elektrofotografische) laserprinters. In 1998 heeft Lexmark een onderzoek gepresenteerd aan de Amerikaanse overheid waarin werd aangetoond dat kringlooppapier dat door grote papierfabrieken in Amerika is geproduceerd, net zo goed kan worden ingevoerd door de printer als gewoon papier.
Papier bewaren Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan. • U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%.
Papierformaat Afmetingen Executive 184 x 267 mm (7,3 x 10,5 inch) Oficio (Mexico) 216 x 340 mm (8,5 x 13,4 inch) Folio 216 x 330 mm (8,5 x 13 inch) Statement 140 x 216 mm (5,5 x 8,5 inch) X Universal2 76,2 x 127 mm (3 x 5 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) X3 7 3/4-envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X X 9 -envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X X 10 -envelop 105 x 241 mm (4,1 x 9,5 inch) X X X DL-envelop 110 x 220 mm (4,3 x 8,7 inch) X X X C5-envelop 16
Door de printer ondersteunde papiersoorten en -gewichten De printerengine en duplexbaan ondersteunen papiergewichten van 60-90 g/m2 (16-24 lb). De universeellader ondersteunt papiergewichten van 60-163 g/m2.
Maximumaantal Opmerkingen Lade 2 Opmerking: U kunt slechts één optionele lade tegelijk op de printer installeren. De 250 of 550 vellen papier maximale hoeveelheid papier die u in de printer kunt plaatsen is afhankelijk van of u de lade voor 250 of 550 vellen gebruikt. 50 etiketten Universeellader 50 vellen papier 15 etiketten 10 transparanten 10 vellen karton 7 enveloppen Opmerking: Plaats het papier in de universeellader tot de voorste rand van het papier de papiergeleiders kan raken.
Printing (Bezig met afdrukken) Een document afdrukken 1 Plaats papier in een lade of de lader. 2 Stel in het menu Papier op het bedieningspaneel van de printer de papiersoort en het papierformaat in van het afdrukmateriaal dat u hebt geplaatst. 3 Voer de volgende stappen uit: Windows a Open een document en klik op File (Bestand) Print (Afdrukken). b Klik op Properties (Voorkeuren), Preferences (Eigenschappen), Options (Opties) of Setup (Instellingen) en pas vervolgens de instellingen aan.
6 Raak Indienen aan. Veranderingen indienen verschijnt. 7 Druk op om terug te keren naar het home-scherm. Afdrukken op speciale media Tips voor het gebruik van briefhoofdpapier • • • • Gebruik briefhoofdpapier dat speciaal is ontworpen voor laserprinters. Maak eerst enkele proefafdrukken op het briefhoofdpapier voordat u er grote hoeveelheden van aanschaft. Waaier de stapel uit voordat u het briefhoofdpapier plaatst, zodat de vellen niet aan elkaar blijven plakken.
• Gebruik alleen nieuwe enveloppen.
• Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, dient u een strook van 1,6 mm te verwijderen van de voorste (bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt. • Druk bij voorkeur af in de afdrukstand Portrait (Staand), vooral bij het afdrukken van streepjescodes. Tips voor het afdrukken op karton Karton is een zwaar, eenlaags speciaal afdrukmateriaal. Veel variabele kenmerken ervan, zoals vochtgehalte, dikte en structuur, kunnen de afdrukkwaliteit aanzienlijk beïnvloeden.
Soort taak Beschrijving Repeat (Herhaald) Als u een herhaalde afdruktaak naar de printer stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren afgedrukt en wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u later nog meer exemplaren kunt afdrukken. U kunt exemplaren blijven afdrukken zolang de afdruktaak zich in het printergeheugen bevindt.
Vertrouwelijke taken en andere taken in de wachtrij afdrukken vanaf een Macintosh-computer Opmerking: Vertrouwelijke en gecontroleerde afdruktaken worden automatisch verwijderd uit het geheugen nadat ze zijn afgedrukt. Herhaalde en gereserveerde taken blijven in de printer bewaard totdat u ze verwijdert. 1 Open het gewenste bestand en kies File (Archief) > Print (Druk af). Klik zo nodig op een driehoekje om meer opties weer te geven.
Afdrukken vanaf een flashstation: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Plaats een flashstation in de USB-poort. Opmerkingen: • Als u het flashstation aansluit wanneer de printer een probleem heeft, zoals een papierstoring, negeert de printer het flashstation. • Als u het flashstation aansluit wanneer de printer bezig is met een afdruktaak, zal het bericht Printer is bezig verschijnen.
Een pagina met informatie afdrukken Lijst met lettertypevoorbeelden afdrukken U kunt als volgt voorbeelden van lettertypen afdrukken die op dit moment beschikbaar zijn voor uw printer: 1 Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat Gereed wordt weergegeven. 2 Raak aan op het beginscherm. 3 Raak Rapporten aan. 4 Raak de Pijl-omlaag aan tot Lettertypen afdrukken wordt weergegeven. 5 Raak Lettertypen afdrukken aan. 6 Raak PCL-lettertypen of PostScript-lettertypen aan.
Afdruktaak annuleren Een afdruktaak annuleren via het bedieningspaneel van de printer 1 Raak Taken annuleren aan op het aanraakscherm of druk op op het toetsenblok. 2 Raak de taak aan die u wilt annuleren. 3 Raak Geselecteerde taken verwijderen aan. Een afdruktaak annuleren vanaf de computer U kunt als volgt een afdruktaak annuleren: Voor Windows-gebruikers 1 Klik op of op Start en klik vervolgens op Uitvoeren. 2 Typ bij Start > Zoeken of Start > Uitvoeren Printerbeheer. 3 Druk op Enter of klik op OK.
4 Selecteer in het printervenster de taak die u wilt annuleren. 5 Klik op het pictogram Verwijderen in de balk met pictogrammen bovenin het venster.
Wordt gekopieerd ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Kopieën maken Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Kopiëren via de glasplaat 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. 2 Raak Copy (Kopiëren) aan op het beginscherm of voer het aantal kopieën in met het toetsenblok. Het scherm Kopiëren wordt weergegeven. 3 Geef de gewenste kopieerinstellingen op. 4 Raak Copy It (Kopiëren) aan. 5 Plaats het volgende document op de glasplaat en raak Scan the Next Page (Volgende pagina scannen) aan als u nog meer pagina's wilt scannen.
Kopiëren op briefhoofdpapier 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat. 2 Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Kopieën maken op papier uit een bepaalde lade Tijdens het kopieerproces kunt u de lade met de gewenste papiersoort selecteren. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
4 Raak in het gebied Scale (Schalen) de pijlen aan om uw kopieën te vergroten of te verkleinen. Als u "Kopiëren naar" of "Kopiëren van" aanraakt nadat u Schalen handmatig hebt ingesteld, wordt de waarde weer ingesteld op Autom. 5 Raak Copy It (Kopiëren) aan. De kopieerkwaliteit aanpassen 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
5 Raak Uit aan als u niet wilt dat uw kopieën gesorteerd worden. 6 Raak Kopiëren aan. Scheidingsvellen invoegen tussen exemplaren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
8 Met de optie Paginaranden afdrukken kunt u rondom elke pagina van het origineel een kader afdrukken. 9 Raak Gereed aan. 10 Raak Kopiëren aan. Een aangepaste taak maken (taak samenstellen) U gebruikt Aangepaste taak om één kopieertaak samen te stellen uit een of meerdere sets originelen. Elke set kan volgens verschillende taakparameters worden gescand. Als een kopieertaak wordt verzonden terwijl Aangepaste taak is ingeschakeld, wordt de eerste originelenset volgens de opgegeven parameters gescand.
De huidige afdruktaak onderbreken om kopieën te maken Als de instelling “Kopieën met prioriteit toestaan” is ingeschakeld, onderbreekt de printer de huidige afdruktaak als u een kopieertaak start. Opmerking: de instelling “Kopieën met prioriteit toestaan” in het menu Kopieerinstellingen moet zijn ingeschakeld zodat u de huidige afdruktaak kunt onderbreken om te kopiëren.
Een overlay-bericht op elke pagina afdrukken Op elke pagina kan een overlay-bericht worden geplaatst. U hebt de keuze uit Dringend, Vertrouwelijk, Kopie en Concept. U plaatst als volgt een bericht op een pagina: 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Informatie over de kopieerschermen en -opties Kopiëren van Met deze optie opent u een scherm waarin u het formaat kunt invoeren van de documenten die u gaat kopiëren. Raak een papierformaatknop aan om het betreffende formaat te selecteren als instelling voor "Kopiëren van". Het kopieerscherm wordt weergegeven met de nieuwe instelling. Kopiëren naar Met deze optie wordt een scherm geopend waarin u het formaat en de papiersoort kunt invoeren waarop de kopieën worden afgedrukt.
• Foto: hiermee geeft u aan dat bij het scannen extra aandacht moet worden besteed aan afbeeldingen en foto's. Met deze instelling duurt het scannen langer, maar worden alle dynamische tonen van het origineel zo goed mogelijk weergegeven. • Afgedrukte afbeelding: gebruik deze instelling om kopieën te maken van rasterfoto's, van afbeeldingen zoals documenten die zijn afgedrukt op een laserprinter, of van pagina's uit tijdschriften of kranten die overwegend uit afbeeldingen bestaan.
Scheidingsvellen Met deze optie plaatst u een leeg vel papier tussen kopieën, pagina's en afdruktaken. De scheidingsvellen kunnen uit een aparte lade worden genomen die een andere soort papier of een andere kleur papier bevatten. Margeverschuiving Met deze optie vergroot u de marge met een opgegeven afstand. Dit kan handig zijn als u ruimte nodig hebt om de pagina's in te binden of te perforeren. Gebruik de pijlen voor verhogen en verlagen om de gewenste marge in te stellen.
Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst/foto gebruiken? • Gebruik de modus Tekst/foto als het origineel uit een combinatie van tekst en afbeeldingen bestaat. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor tijdschriftartikelen, zakelijke illustraties en folders. Wanneer moet ik de modus Afgedrukte afb. gebruiken? Gebruik de modus Afgedrukte afb. als u kopieën wilt maken van rasterfoto's, afbeeldingen zoals documenten die zijn afgedrukt met een laserprinter of pagina's die uit tijdschriften of kranten komen.
E-mailen ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Voorbereiden op e-mailen De e-mailfunctie inschakelen De e-mailfunctie moet voor gebruik ingeschakeld worden.
14 Typ het primaire SMTP Gatewayadres in en druk op Enter. 15 Wanneer erom gevraagd wordt, stelt u de datum en de tijd in en drukt u op Continue (Doorgaan). Als de beginpagina verschijnt, is de e-mailfunctie ingeschakeld. De e-mailfunctie instellen Om de e-mailfunctie te activeren, moet deze worden ingeschakeld in de printerconfiguratie en over een geldig IPadres of gatewayadres beschikken. U stelt als volgt de e-mailfunctie in: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
5 Voer een unieke naam in voor de ontvanger en geef vervolgens het e-mailadres op. Opmerking: Als u meerdere adressen invoert, dient u de afzonderlijke adressen door een komma (,) van elkaar te scheiden. 6 Selecteer de scaninstellingen (Indeling, Inhoud, Kleur en Resolutie). 7 Voer een snelkoppelingsnummer in en klik vervolgens op Add (Toevoegen). Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen.
Een e-mail verzenden door een snelkoppelingsnummer te gebruiken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
5 Raak Opties aan. 6 Raak Onderwerp aan. 7 Typ het onderwerp van de e-mail. 8 Raak Gereed aan. 9 Raak Bericht aan. 10 Typ een e-mailbericht. 11 Raak Gereed aan. 12 Raak E-mailen aan. Het bestandstypevan het uitvoerbestandwijzigen 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde omhoog en de korte zijde als eerste in ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de glasplaat.
Een e-mail annuleren • Als u de ADF gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Scanning… (Bezig met scannen) wordt weergegeven. • Als u de glasplaat (flatbed) gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Scanning… (Bezig met scannen) wordt weergegeven of als Scan the Next Page (Volgende pagina scannen) / Finish the Job (Taak voltooien) wordt weergegeven.
Resolutie Hiermee stelt u de uitvoerkwaliteit in van uw e-mail. Door een hogere afbeeldingsresolutie wordt het e-mailbestand groter en duurt het langer om uw originele document te scannen. Als u het e-mailbestand wilt verkleinen, kunt u een lagere afbeeldingsresolutie instellen. Verzenden als Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF, JPEG of XPS). • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader.
• Rand wissen: met deze functie verwijdert u vlekken of informatie rondom de randen van een document. U kunt een heel gebied langs alle zijden van het papier weghalen, of een bepaalde rand aangeven. Met Rand wissen wist u alles wat in het geselecteerde gebied ligt, zodat er niets wordt afgedrukt op dat gedeelte van het papier. • Intensiteit: hiermee kunt u aangeven hoeveel lichter of donkerder uw gescande e-mails moeten worden.
Faxen Opmerking: faxvoorzieningen zijn niet op alle printermodellen beschikbaar. ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). De printer voorbereiden op faxen Opmerking: faxvoorzieningen zijn niet op alle printermodellen beschikbaar.
Opmerkingen: • De printer is een analoog apparaat dat het beste werkt als deze rechtstreeks wordt aangesloten op een wandcontactdoos. Andere apparaten (zoals een telefoon of antwoordapparaat) kunnen worden aangesloten op de printer en gegevens doorsturen naar de printer, zoals is beschreven in de installatiestappen. • Als u een digitale aansluiting zoals ISDN, DSL of ADSL wilt hebben, hebt u een apparaat van derden (zoals een DSL-filter) nodig. Neem contact op met uw DSL-provider voor een DSL-filter.
Aansluiten op een DSL-verbinding Als u bent geabonneerd op een DSL-dienst, neem dan contact op met de DSL-provider voor een DSL-filter en een telefoonkabel en volg de volgende stappen op de apparatuur aan te sluiten: 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer . 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op de DSL-filter. Opmerking: Het kan zijn dat uw DSL-filter er anders uitziet dan op de afbeelding.
Abonneren op speciale belsignalen Mogelijk is er een abonnement op speciale belsignalen beschikbaar bij uw telefoonprovider. Met dit abonnement kunt u beschikken over meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn, waarbij elk telefoonnummer een ander signaal heeft. Dit kan nuttig zijn als u onderscheid wilt maken tussen faxoproepen en telefoongesprekken.
De printer en een telefoon of antwoordapparaat aansluiten op dezelfde telefoonlijn 1 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer. 2 Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een werkende analoge telefoonwandcontactdoos . 3 Haal de stekker uit de EXT-poort van de printer. 4 Sluit uw telecommunicatieapparatuur direct aan op de EXT-poort Probeer een van de volgende manieren: Antwoordapparaat Faxen 133 van de printer.
Antwoordapparaat en telefoon Telefoon of een telefoon met een geïntegreerd antwoordapparaat Aansluiten op een adapter voor uw land of regio In de volgende landen of regio’s is er mogelijk een speciale adapter nodig om de telefoonkabel aan te sluiten op de werkende telefoonwandcontactdoos.
Andere landen of regio’s dan Duitsland Voor sommige landen of regio’s is een telefoonlijnadapter bijgevoegd in de doos. U gebruikt deze adapter om een antwoordapparaat, telefoon of een ander telecommunicatieapparaat aan te sluiten op de printer. Er is een plug geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer van de adapter. .
3 Sluit het antwoordapparaat of de telefoon aan op de adapter Antwoordapparaat Telefoon Faxen 136
Duitsland Er is een speciale RJ-11-stekker geïnstalleerd in de EXT-poort van de printer. Verwijder deze stekker niet. Deze is noodzakelijk voor een goede werking van de faxfunctie en van telefoons die zich lager in het netwerk bevinden. Aansluiten op een telefoonwandcontactdoos in Duitsland Opmerking: Verwijder de plug niet. Als u deze wel verwijdert, werkt mogelijk andere telecommunicatieapparatuur in uw huis (zoals telefoons of antwoordapparaten) niet.
3 Sluit de adapter aan op de N-sleuf van een werkende, analoge telefoonwandcontactdoos. 4 Als u dezelfde telefoonlijn voor zowel de fax als de telefoon wilt gebruiken, sluit u een tweede telefoonlijn (niet meegeleverd) aan tussen de telefoon en de F-sleuf van een werkende telefoonwandcontactdoos.
Aansluiten op een computer met een modem Sluit de printer aan op een computer met een modem als u faxen wilt verzenden vanuit de softwaretoepassing. Opmerking: Welke installatiestappen u precies moet uitvoeren, is afhankelijk van het land of de regio. 1 Controleer of u over het volgende beschikt: • Een telefoon • Een computer met een modem • Drie telefoonkabels • Een telefoonwandcontactdoos 2 Sluit een uiteinde van de meegeleverde telefoonkabel aan op de LINE-poort van de printer.
6 Sluit een extra telefoonkabel aan van de LINE-poort van het computermodem naar de EXT-poort van de printer . Faxfunctie inschakelen De faxfunctie moet voor gebruik ingeschakeld worden. Als u bij het voor het eerst instellen van de printer de faxfunctie heeft uitgeschakeld of als de printer uit is geweest, volgt u de volgende stappen: Opmerking: Zorg ervoor dat de faxkabels aangesloten zijn voordat u de aanwijzingen uitvoert. Zie “Een faxverbinding kiezen” op pagina 129 voor meer informatie.
9 Selecteer uw tijdzone en druk dan op Doorgaan. 10 Druk op Fax en daarna op Doorgaan. 11 Selecteer de extra knoppen die u op het beginscherm weergegeven wilt zien en druk dan op Doorgaan. 12 Geef de naam van het faxstation en druk dan op Enter. 13 Geef het nummer van het faxstation en druk dan op Doorgaan. 14 Druk op Enter. 15 Wanneer erom gevraagd wordt, stelt u de datum en de tijd in en drukt u op Doorgaan. Als de beginpagina verschijnt, is de faxfunctie ingeschakeld.
Aanpassing aan zomertijd in- of uitschakelen De printer kan zo worden ingesteld dat deze automatisch de tijd aan de zomertijd aanpast voor bepaalde tijdzones: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Instellingen. 3 Klik op Beveiliging. 4 Klik op Datum en tijd instellen. 5 Selecteer Automatisch zomertijd gebruiken.
Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.2 en 10.3 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Selecteer Afdruktaken doorsturen in het pop-upmenu met afdrukopties. 3 Selecteer Faxen en voer de naam, het nummer en andere benodigde informatie van de ontvanger in. 4 Klik op Druk af. Voor gebruikers van Mac OS X versie 10.4 of later 1 Open het gewenste bestand en kies Archief > Druk af. 2 Kies PDF faxen in het PDF-pop-upmenu.
Internet 1 Ga naar de website van Lexmark op www.lexmark.com. 2 Klik in het menu Drivers & Downloads op Driver Finder (Stuurprogramma zoeken). 3 Selecteer uw printer, uw besturingssysteem en selecteer vervolgens het PostScript-stuurprogramma. 4 Download het stuurprogramma's en installeer de printersoftware. 5 Klik op Akkoord om de licentieovereenkomst te accepteren. 6 Selecteer in het dialoogvenster Drivers and Utilities Aangepast en klik op Volgende. 7 Selecteer Onderdelen selecteren en klik op Volgende.
3 Typ het faxnummer in het veld Aan en voer eventuele andere benodigde informatie in. 4 Klik op Fax (Faxen). Wanneer u de foutmelding "Geen faxmodems gevonden" krijgt, volgt u deze instructies om uw printer als een faxapparaat toe te voegen: a b c d Selecteer in het pop-upmenu Printer Voeg printer toe. Selecteer de printer in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Selecteer Stuurprogramma selecteren in het pop-upmenu Druk af via. Selecteer het printer-/faxmodel in de lijst en klik op Voeg toe.
Een snelkoppeling voor een faxbestemming maken met het aanraakscherm 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Het adresboek gebruiken Opmerking: Als de adresboekfunctie niet is ingeschakeld, moet u contact opnemen met uw systeembeheerder. 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Een fax lichter of donkerder maken 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
Binnenkomende fax op beide zijden van het papier afdrukken (duplex) U kunt papier besparen door alle binnenkomende faxen op beide zijden van het papier af te drukken. 1 Raak Menu's aan op het Home-scherm. 2 Raak Instellingen aan en vervolgens Faxinstellingen. 3 Raak Analoge Faxinstelling. 4 Raak Instelling Faxen ontvangen aan. 5 Raak de pijltoetsen aan tot Zijden (Duplex) wordt weergegeven. 6 Raak de pijltoetsen aan tot Ja wordt weergegeven. 7 Raak Indienen aan.
Een uitgaande fax annuleren Een fax annuleren terwijl de originele documenten nog worden gescand • Als u de ADF gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Bezig met scannen wordt weergegeven. • Als u de glasplaat (flatbed) gebruikt, raakt u Cancel Job (Taak annuleren) aan als Bezig met scannen wordt weergegeven of als Volgende pagina scannen / Taak voltooien wordt weergegeven. Een fax annuleren nadat de originelen naar het geheugen zijn gescand 1 Raak Taken annuleren aan op het beginscherm.
Zijden (Duplex) Deze optie geeft aan de printer door of het origineel eenzijdig (simplex) of dubbelzijdig (duplex) is bedrukt. De scanner weet nu wat er moet worden gescand om te faxen. Resolutie Met deze optie geeft u aan u hoe nauwkeurig de scanner het document bekijkt dat u wilt faxen. Als u een foto, een tekening met fijne lijnen of een document met zeer kleine lettertjes faxt, moet u de instelling Resolutie verhogen. Hierdoor neemt de scantijd toe, maar wordt de kwaliteit van de fax beter.
Faxkwaliteit verbeteren Vraag Wanneer moet ik de modus Tekst gebruiken? Tip • Gebruik de modus Tekst als het behoud van de tekst het belangrijkste doel is van de fax en als het behoud van de afbeeldingen op het origineel van ondergeschikt belang is. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor ontvangstbewijzen, carbonformulieren en documenten die alleen uit tekst of fijne lijnen bestaan.
c In het menu Tijd selecteert u de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. d In het menu Dag(en) selecteert u de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven. 9 Klik op Add (Voeg toe). Een fax doorsturen Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Scannen naar een FTP-adres ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Met de scanner kunt u documenten rechtstreeks scannen naar een FTP-server (File Transfer Protocol). U kunt per keer slechts één FTP-adres naar de server verzenden.
Scannen naar een FTP-adres met behulp van een snelkoppelingsnummer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen, transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats daarvan de glasplaat.
5 Voer de betreffende informatie in de velden in. 6 Voer een snelkoppelingsnummer in. Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een ander nummer te kiezen. 7 Klik op Add (Voeg toe). Een FTP-snelkoppeling maken met het aanraakscherm 1 Raak FTP aan op het beginscherm. 2 Typ het adres van de FTP-site. 3 Raak Save as Shortcut (Opslaan als snelkoppeling) aan. 4 Voer een naam in voor de snelkoppeling.
Verzenden als Met deze optie stelt u de bestandsindeling in voor de gescande afbeelding (PDF, TIFF, JPEG of XPS). • PDF: hiermee wordt een bestand met meerdere pagina's gemaakt dat kan worden weergegeven met Adobe Reader. Adobe Reader wordt gratis aangeboden door Adobe op www.adobe.com. • Beveiligde PDF: hiermee wordt een gecodeerd PDF-bestand gemaakt. Zo wordt de inhoud van het bestand beveiligd tegen ongeautoriseerde toegang. • TIFF: hiermee worden een of meer bestanden gemaakt.
• Transmissielog: hiermee drukt u de transmissielog of de transmissiefoutenlog af. • Scanvoorbeeld: hiermee wordt de eerste pagina van een afbeelding weergegeven voordat deze in het FTPbestand wordt opgenomen. Als de eerste pagina is gescand, volgt er een korte pauze en wordt vervolgens het voorbeeld weergegeven. • Rand wissen: met deze functie verwijdert u vlekken of informatie rondom de randen van een document.
Scannen naar een computer of een flashstation ADI Glasplaat Gebruik de ADI (automatische documentinvoer) voor documenten met meerdere pagina's. Gebruik de glasplaat voor één pagina, kleine voorwerpen (zoals briefkaarten of foto's), transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit tijdschriften). Naar een computer scannen 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
c Druk op # en toets daarna het snelkoppelingsnummer in met het toetsenblok. Of raak op het beginscherm Wachttaken en vervolgens Profielen aan. d Nadat u het snelkoppelingsnummer hebt ingetoetst, wordt het document door de scanner gescand en naar de opgegeven map of het programma verzonden. Als u Profielen op het beginscherm hebt geselecteerd, zoek dan het snelkoppelingsnummer op in de lijst. 9 Ga terug naar de computer om het bestand te bekijken.
Standaardinhoud Deze optie geeft aan de printer door wat voor soort document het origineel is. U hebt de keuze uit Tekst, Tekst/foto of Foto. Standaardinhoud heeft invloed op de kwaliteit en de grootte van uw gescande bestand. Tekst: legt de nadruk op scherpe, zwarte tekst met een hoge resolutie tegen een schone, witte achtergrond. Tekst/foto: deze functie kunt u gebruiken als het origineel tekst en afbeeldingen of foto's bevat.
Geavanceerde beeldverwerking Met deze optie kunt u Achtergrond verwijderen, Contrast, Schaduwdetail, Scherpte en Kleur wegfilteren aanpassen voordat u het document scant. U kunt ook van rand tot rand scannen, als Spiegelafbeelding scannen of als Negatieve afbeelding. • Achtergrond verwijderen: hiermee past u het witte gedeelte van de uitvoer aan. Klik op de pijltoetsen om het witte gedeelte te vergroten of te verkleinen. • Contrast: klik op de pijltoetsen om het contrast te verhogen of te verlagen.
Vraag Tip Wanneer moet ik de modus Tekst/foto gebruiken? • Gebruik de modus Tekst/foto als het origineel uit een combinatie van tekst en afbeeldingen bestaat. • Deze modus is bij uitstek geschikt voor tijdschriftartikelen, zakelijke illustraties en folders. Wanneer moet ik de modus Foto gebruiken? De modus Foto moet worden gebruikt voor het scannen van foto's die zijn afgedrukt op een laserprinter of die uit een tijdschrift of krant komen.
Informatie over printermenu's Menuoverzicht Er zijn verschillende menu's beschikbaar waarmee u eenvoudig printerinstellingen kunt aanpassen. Raak het beginscherm als u de menu's weer wilt geven. Menu Papier Rapporten Netwerk/Poorten Standaardbron Pagina Menu-instellingen Actieve ntw.interf.kaart Papierformaat/-soort Universeellader configureren Apparaatstatistieken Pagina Netwerkinstellingen Standaardnetwerk2 Ander formaat Configuratiepagina netwerk .
Menu Paper (Papier) Default Source (Standaardbron), menu Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de standaardpapierbron in voor alle afdruktaken. Standaardbron Lade Opmerkingen: U-lader • "Lade 1 (standaardlade)" is de standaardinstelling. Enveloppenlader Handm. invoer papier • Alleen een geïnstalleerde papierbron wordt als menu-instelling weergegeven. • Een door een afdruktaak geselecteerde papierbron heeft voorrang op de instelling Handm. invoer env. Standaardbron voor de duur van de afdruktaak.
Menu-item Beschrijving Soort lade Normaal papier Karton Transparanten Hiermee wordt de papiersoort in elke lade opgegeven.
Menu-item Beschrijving Soort universele lade Normaal papier Karton Transparanten Hiermee wordt de papiersoort in de universele lade opgegeven Opmerkingen: • In het menu Papier moet u Configureer universele lade als Cassette instellen, zodat Universele lade als menu-instelling wordt weergegeven.
Menu-item Beschrijving Envelopformaat handmatige invoer Hiermee wordt het envelopformaat opgegeven dat u handmatig plaatst. 7 3/4-envelop Opmerking: 10-envelop is de standaardinstelling in de VS. DL-envelop is 9-envelop de internationale standaardinstelling. 10-envelop C5-envelop B5-envelop DL-envelop Andere envelop Envelopsoort handmatige invoer Envelop Ruwe envelop Aangepast Hiermee wordt de envelopsoort opgegeven die u handmatig plaatst. Opmerking: Envelop is de standaardinstelling.
Menu Papierstructuur In het menu Papierstructuur worden de functies Soort selecteren en Structuur selecteren gecombineerd zodat u de structuur kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort.
Menu Papiergewicht In het menu Papiergewichtworden de functies Soort selecteren en Gewicht selecteren gecombineerd zodat u het gewicht kunt selecteren voor een bepaalde papiersoort.
Menu-item Beschrijving Kringl.papier laden Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Kringlooppapier" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Etiketten plaatsen Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Etiketten" als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Opmerking: "Uit" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Aangepast plaatsen Dubbelzijdig Uit Hiermee bepaalt u of alle afdruktaken met "Aangepast " als papiersoort dubbelzijdig worden afgedrukt. Opmerkingen: • "Uit" is de standaardinstelling. • "Aangepast laden" is alleen beschikbaar als de aangepaste soort wordt ondersteund.
Menu Aangepaste scanformaten Menu-item Beschrijving Identiteitskaart Breedte 25-355,6 mm (1-14 inch) Hoogte 25-355,6 mm (1-14 inch) Afdrukstand Liggend Staand 2 scans per zijde Uit Aan Hiermee stelt u een niet-standaard scanformaat in Opmerkingen: • 4,83 inch is de Amerikaanse standaardinstelling voor Breedte. 123 millimeter is de internationale standaardinstelling voor Breedte. • 15,39 cm is de Amerikaanse standaardinstelling voor Hoogte.
Menu-item Beschrijving Staand breedte Hiermee stelt u de staande breedte in. 3–14 inch Opmerkingen: 76–360 mm • Als de ingestelde waarde groter is dan de maximale breedte, gebruikt de printer de maximaal toegestane breedte. • 8,5 inch is de standaardinstelling in de Verenigde Staten. Inches kunnen worden verhoogd in stappen van 0,01 inch. • 216 mm is de internationale standaardinstelling. Millimeters kunnen worden verhoogd in stappen van 1 mm.
Menu-item Beschrijving Configuratiepagina netwerk . Hiermee wordt een rapport afgedrukt met informatie over de instellingen van de netwerkprinter, zoals informatie over het TCP/IP-adres. Opmerkingen: • Dit menu-item is beschikbaar als er meer danéén netwerkoptie is geïnstalleerd. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op afdrukservers.
Menu Netwerk/poorten Actieve ntw.interf.kaart, menu Menu-item Beschrijving Actieve ntw.interf.kaart Opmerkingen: Automatisch • Automatisch is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als een optionele netwerkkaart is geïnstalleerd. Menu's Standaardnetwerk of Netwerk Opmerking: In dit menu verschijnen alleen actieve poorten. Alle inactieve poorten worden weggelaten.
Menu-item Beschrijving NPA-modus Uit Automatisch Hiermee geeft u aan of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het NPAprotocol. Opmerkingen: • Automatisch is de standaardinstelling. • Als u deze instelling wijzigt met het bedieningspaneel van de printer en vervolgens de menu's afsluit, wordt de printer opnieuw opgestart. De menuselectie wordt bijgewerkt. Hiermee stelt u de grootte van de netwerkinvoerbuffer in.
Menu-item Beschrijving Standaardnetwerkconfiguratie Rapporten of netwerkrapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 AppleTalk NetWare LexLink Voor beschrijvingen en instellingen van de netwerkconfiguratiemenu's leest u: • • • • • • • • Configuratie netwerk Rapporten of netwerkrapporten Netwerkkaart TCP/IP IPv6 Draadloos AppleTalk NetWare LexLink “Menu Beheerrapporten” op pagina 179 “Menu Netwerkkaart” op pagina 179 “Menu TCP/IP” op pagina 180 “IPv6 menu” op pagina 181 “Menu Draadloos” op pagina 182 “Menu A
Menu-item Omschrijving Door het apparaat geïnitieerde e-mail Geen SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Hiermee geeft u de servergegevens op. Opmerkingen: Door de gebruiker geïnitieerde e-mail Geen SMTP-referenties voor apparaat gebruiken Gebruikersnaam en wachtwoord voor de sessie gebruiken E-mailadres en wachtwoord voor de sessie gebruiken Gebruiker vragen • Het berichtvak mag maximaal 512 tekens bevatten.
Menu-item Beschrijving Job Timeout (Time-out taak) Hiermee stelt u in na hoeveel seconden een vanaf het netwerk opgegeven afdruktaak kan worden geannuleerd. 0-225 seconden Opmerkingen: • 90 seconden is de standaardinstelling. • Bij een instellingswaarde van 0 wordt de time-out uitgeschakeld. • Als er een waarde tussen 1 en 9 wordt geselecteerd, wordt de instelling als 10 opgeslagen. Voorblad Uit Uit Hiermee kunt u een voorblad afdrukken op de printer Opmerking: Uit is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving AutoIP Ja Nee Hiermee wordt de instelling voor Configuratieloze netwerken opgegeven FTP/TFTP inschakelen Ja Nee Hiermee wordt de ingebouwde FTP-server ingeschakeld, waarmee u bestanden naar de printer kunt verzenden via het File Transfer Protocol. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. Opmerking: Ja is de standaardinstelling. HTTP-server inschakelen Hiermee wordt de ingebouwde webserver (Embedded Web Server) ingeschakeld.
Menu Draadloos Gebruik de volgende menu-items om de instellingen van de draadloze interne afdrukserver te bekijken of te configureren. Opmerking: Dit menu is alleen beschikbaar op modellen die zijn verbonden met een draadloos netwerk. Dit menu is beschikbaar vanuit het menu Netwerk/poorten: Netwerk/poorten Netwerk < x> Netwerk Instell.
Netwerk/Poorten Standaardnetwerk of Netwerk Std Netwerkinstallatie of Installatie ntwrk NetWare Menu-item Beschrijving Inschakelen Yes Nee Hiermee wordt NetWare-ondersteuning geactiveerd Opmerking: Nee is de standaardinstelling. Aanmeldingsnaam weergeven Hiermee kunt u de toegewezen NetWare-aanmeldingsnaam bekijken Opmerking: Deze kunt u alleen wijzigen via de Embedded Web Server.
Standaard-USB, menu Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Wanneer de instelling "Uit" is, gebruikt de printer PostScript-emulatie als PS SmartSwitch is ingesteld op "Aan".
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de USB-invoerbuffer in. USB-buffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Automatisch 3K tot • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menu Parallel Dit menu wordt alleen weergegeven als een optionele parallelle kaart is geïnstalleerd. Menu-item Beschrijving PCL SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op een parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet.
Menu-item Beschrijving Hiermee stelt u de grootte van de parallelle invoerbuffer in. Parallelbuffer Uitgeschakeld Opmerkingen: Automatisch 3K tot • Automatisch is de standaardinstelling. • Met de instelling 'Uitgeschakeld' schakelt u het opslaan van taken in de buffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
Menu-item Beschrijving Honor Init (INIT honoreren) Aan Uit Bepaalt of de printer printerhardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • De computer dient een initialisatieverzoek in door het INIT-signaal op de parallelle poort te activeren. Veel computers activeren het INITsignaal telkens opnieuw als de computer wordt aangezet.
Menu-item Beschrijving PS SmartSwitch Aan Uit Hiermee stelt u de printer zo in dat deze automatisch overschakelt op PCLemulatie als dit door een afdruktaak op een seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Als PCL SmartSwitch is ingesteld op "Uit", controleert de printer de binnenkomende gegevens niet. • Als de Uit-instelling wordt gebruikt, gebruikt de printer PCL-emulatie als de PCL-SmartSwitch staat ingesteld op Aan.
Menu-item Beschrijving Taken in buffer Uit Aan Automatisch Hiermee slaat u afdruktaken tijdelijk op de vaste schijf van de printer op voordat ze worden afgedrukt. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Met de instelling "Uit" slaat u geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. • Als "Aan" is ingesteld, worden taken in de buffer op de vaste schijf van de printer opgeslagen.
Menu-item Beschrijving Pariteit Even Oneven Geen Negeren Hiermee selecteert u de pariteit voor seriële in- en uitvoerframes. DSR honoreren Aan Uit Hiermee bepaalt u of de printer al dan niet gebruikmaakt van het DSRsignaal. DSR is een handshaking-signaal dat wordt gebruikt door de meeste seriële kabels. Opmerking: "Geen" is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling.
Security (Beveiliging), menu Menu Overige Menu-item Beschrijving Aanmeldingen via bedieningspaneel Mislukte aanmeldingen Tijdsbestek voor mislukte pogingen Vergrendelingstijd Time-out voor aanmelding Beperkt het tijdsbestek voor, en het aantal, mislukte aanmeldingspogingen via het bedieningspaneel van de printer voordat het apparaat voor alle gebruikers wordt vergrendeld.
Menu Vertrouwelijke taken afdrukken Menu-item Beschrijving Max. ongeldige PIN Hiermee beperkt u het aantal keren dat een ongeldige PIN-code kan worden ingevoerd. Uit Opmerkingen: 2–10 • Uit is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste printerschijf is geïnstalleerd. • Wanneer de limiet is bereikt, worden de taken voor de desbetreffende gebruikersnaam en PIN verwijderd.
Menu-item Beschrijving Handmatig wissen Nu starten Niet nu starten Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden. Met Handmatig wissen overschrijft u alle schijfruimte die is gebruikt om gegevens op te slaan van een afdruktaak die is verwerkt (afgedrukt).
Menu-item Beschrijving Geplande methode Eén doorgang Meerdere doorgangen Met Schijf wissen wist u alleen gegevens van afdruktaken die momenteel niet door het bestandssysteem van de vaste schijf van de printer worden gebruikt. Alle permanente gegevens van de vaste schijf van de printer, zoals gedownloade lettertypen, macro's en taken in de wachtrij, blijven behouden.
Menu-item Beschrijving Zomertijd gebruiken Aan Uit Opmerking: Aan is de standaardinstelling en gebruikt de toepasselijke zomertijd die gekoppeld is aan de tijdzone-instelling. NTP inschakelen Aan Uit Schakelt het netwerktijdprotocol in, dat de klokken van apparaten in een netwerk synchroniseert. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Signaal ADI geladen Ingeschakeld Uitgeschakeld Hiermee geeft u aan of de ADI een signaal geeft wanneer er papier is geladen Stille modus Uit Aan Reduceert de hoeveelheid geluid die door de printer wordt voortgebracht Opmerking: Ingeschakeld is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Met Aan configureert u de printer zodanig dat deze zo weinig mogelijk geluid produceert.
Menu-item Beschrijving Papierformaten VS Metrisch Hiermee geeft u de standaardmaateenheden van de printer op. De standaardinstelling wordt bepaald op basis van het land of de regio die u selecteert in de instellingenwizard die aan het begin wordt weergegeven. Scannen naar reeks PC-poorten Hiermee geeft u een geldig poortbereik op voor printers achter een firewall die poorten blokkeert.
Menu-item Beschrijving Weergegeven informatie (vervolg) Papier vast Plaats papier Onderhoudsfouten De informatie die wordt weergegeven voor Papier vast, Plaats papier en Servicefouten kunnen worden aangepast met de volgende opties: Inschakelen Ja Nee Bericht om weer te geven Standaard Afwisselend Standaardbericht Alternatief bericht Opmerkingen: • Nee is de standaardinstelling voor Inschakelen.
Menu-item Beschrijving Een pagina kopiëren Aan Uit Hiermee geeft u aan dat er één pagina per keer via de glasplaat mag worden gekopieerd Uitvoerlamp Indicatielampje standaardlade Normale/Stand-bymodus Helder Gedimd Uit Spaarstand Helder Gedimd Uit Hiermee geeft u de lichtsterkte voor de standaardlade of een optionele uitvoerlade op Bladwijzers weergeven Ja Nee Hiermee stelt u in of bladwijzers worden weergegeven in het gebied Taken in wacht Achtergrond verwijderen toestaan Aan Uit Hiermee stelt u i
Menu-item Beschrijving Alarmen Alarminstelling Cartridge-alarm Hiermee wordt een alarm ingesteld dat klinkt wanneer de gebruiker moet ingrijpen De beschikbare selecties voor elk alarmtype zijn: Uit Eén keer Opmerkingen: • Eén keer is de standaardinstelling voor Alarminstelling. Als Eén keer is ingesteld, laat de printer drie korte alarmtonen horen. • Uit is de standaardinstelling voor Toneralarm. Uit betekent dat er geen alarm klinkt.
Menu-item Beschrijving Timeouts Timeout wachttaken Uitgeschakeld 5–255 Hiermee stelt u de wachttijd in dat de printer op gebruikersinterventie wacht voordat taken die niet-beschikbare bronnen vereisen in de wacht worden geplaatst en wordt verder gegaan met het afdrukken van andere taken in de afdrukwachtrij Opmerkingen: • 30 seconden is de standaardinstelling. • Dit menu-item wordt alleen weergegeven als er een vaste schijf in de printer is geïnstalleerd.
Menu Kopieerinstellingen Menu-item Beschrijving Inhoud Tekst/foto Foto Afgedrukte afbeelding Tekst Hiermee geeft u het type inhoud van de kopieertaak aan Opmerkingen: • Tekst/foto is de standaardinstelling. U kunt de instelling Tekst/foto gebruiken als het origineel tekst en afbeeldingen of foto's bevat. • De instelling Foto geeft aan dat de scanner extra aandacht moet besteden aan afbeeldingen en foto's.
Menu-item Beschrijving Sorteren Aan Uit Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u de taak meerdere malen afdrukt Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universal A4 A5 A6 JIS B5 Identiteitskaart Aangepast scanformaat Boek origineel Visitekaartje 76,2 x 127 mm 101,6 x 152,4 mm Hiermee geeft u het papierformaat van het originele document op.
Menu-item Beschrijving Koptekst/voettekst Linksboven Linksboven Uit Datum/tijd Paginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoeren Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op voor linksboven aan de pagina Koptekst/voettekst Middenboven Middenboven Uit Datum/tijd Paginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoere
Menu-item Beschrijving Koptekst/voettekst Linksonder Linksonder Uit Datum/tijd Paginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoeren Hiermee geeft u de koptekst- of voettekstgegevens op voor linksonder aan de pagina Koptekst/voettekst Middenonder Middenonder Uit Datum-/tijdPaginanummer Bates-nummer Aangepaste tekst Afdrukken op Alle pagina's Alleen eerste pagina Alles behalve eerste pagina Aangepaste tekst invoere
Menu-item Beschrijving Overlay Uit Vertrouwelijk Kopieën Concept Dringend Aangepast Hiermee geeft u de overlaytekst op die wordt afgedrukt op elke pagina van de kopieertaak Aangepaste overlay Hiermee kunt u een aangepaste overlaytekst opgeven. Kopieën met prioriteit toestaan Aan Uit Maakt onderbreking van een afdruktaak mogelijk om een pagina of document te kopiëren. Aangepaste scantaak Aan Uit Stelt u in staat een document dat meerdere papierformaten bevat in één kopieertaak te kopiëren.
Menu-item Beschrijving Spiegelbeeld Aan Uit Hiermee wordt er een spiegelbeeld gemaakt van het originele document Negatieve afbeelding Aan Uit Hiermee wordt er een negatieve afbeelding weergegeven van het originele document Schaduwdetail -4 tot +4 Hiermee kunt u de zichtbaarheid van de schaduwdetails op een kopie aanpassen Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: Uit is de standaardinstelling. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Handmatig faxen inschakelen Hiermee kunt u de printer zo instellen dat hiermee alleen handmatig kan worden gefaxt. Dit vereist een telefoonlijnsplitter en een telefoonhandset. Aan Uit Opmerkingen: • Gebruik vervolgens een normale telefoon om een binnenkomende faxtaak te beantwoorden en een faxnummer te kiezen. • Raak # 0 op het numerieke toetsenblok aan om rechtstreeks naar de functie Handmatig faxen te gaan.
Faxvoorblad Menu-item Beschrijving Faxvoorblad Hiermee configureert u het voorblad van de fax Standaard uitgeschakeld Opmerking: Uit is de standaardinstelling voor alle Faxvoorbladopties.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Identiteitskaart Aangepast scanformaat Boek origineel Visitekaartje 101,6 x 152,4 mm 76,2 x 127 mm Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Dubbelzijdig Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Beschrijving Kiesvoorvoegsel In het weergegeven numerieke invoerveld kunt u een prefixnummer invoeren. Regels kiesvoorvoegsel Regels voorvoegsel Hier kunt u een kiesvoorvoegsel opgeven Automatisch opnieuw kiezen 0–9 Hiermee geeft u op hoe vaak de printer moet proberen een fax naar het opgegeven nummer te verzenden. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Aantal keren opnieuw kiezen 1–200 Hiermee geeft u het aantal minuten op tussen elke kiespoging.
Menu-item Beschrijving Scanvoorbeeld Aan Uit Hiermee geeft u op of er een voorbeeld wordt weergegeven op de display bij scantaken. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • Uit is de standaardinstelling. Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie. Opmerking: 0 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Kleurenscans fax inschakelen Standaard ingeschakeld Nooit gebruiken Altijd gebruiken Standaard uitgeschakeld Hiermee kunt u kleuren faxen. Kleurenfaxen automatisch converteren naar zwart-witfaxen Aan Uit Alle uitgaande faxen worden geconverteerd naar zwartwitfaxen. Opmerking: “Standaard uit” is de standaardinstelling. Opmerking: Aan is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Voettekst fax Aan Uit Hiermee kunt u de transmissie-informatie die onder aan elke pagina van een ontvangen fax wordt weergegeven, wel of niet afdrukken. Max. snelheid 2400 4800 9600 14400 33600 Hiermee geeft u in baud de maximumsnelheid op waarmee faxen worden ontvangen. Fax doorsturen Doorsturen Afdrukken Afdrukken en doorsturen Hiermee schakelt u het doorsturen van ontvangen faxen naar een andere ontvanger in.
Faxloginstellingen Menu-item Beschrijving Transmissielog Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Hiermee stelt u in dat na elke faxtaak een transmissielog wordt afgedrukt. Foutenlog ontvangen Nooit afdrukken Afdrukken bij fout Hiermee stelt u in dat na een ontvangstfout een foutlog ontvangen faxen wordt afgedrukt. Opmerking: Log afdrukken is de standaardinstelling. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Speciale belsignalen Menu-item Beschrijving Eén keer Aan Uit Oproepen worden beantwoord met een eenmalig signaal. Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Dubbel signaal Oproepen worden beantwoord met een dubbel signaal. Aan Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Uit Drie keer Aan Uit Hiermee beantwoordt u oproepen met drie signalen Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Menu Faxmodus (Installatie faxserver) In de faxservermodus wordt de faxtaak naar een faxserver verzonden voor transmissie.
Menu-item Beschrijving Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven. Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Opmerking: 5 is de standaardinstelling. Opmerking: Staand is de standaardinstelling. Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS. A4 is de internationale standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Instellingen e-mailserver Stuur mij een kopie Wordt nooit weergegeven Standaard ingeschakeld Standaard uitgeschakeld Altijd aan Hiermee ontvangt de opsteller van een e-mailbericht een kopie van het bericht. Instellingen e-mailserver Max. e-mailgrootte 0–65535 KB Hiermee kunt u de maximumgrootte van een e-mail opgeven in kilobytes Opmerking: wordt nooit weergegeven is de standaardinstelling. Opmerking: grotere e-mailberichten worden niet verzonden.
Menu-item Beschrijving Kleur Grijs Kleur Hiermee geeft u op of een taak wordt afgedrukt in zwart-wit of in kleur Resolutie 75 150 200 300 400 600 Hiermee geeft u op met hoeveel dpi wordt gescand. Intensiteit 1–9 Hiermee maakt u afdrukken lichter of donkerder Afdrukstand Staand Liggend Hiermee kunt u de afdrukstand van de gescande afbeelding opgeven.
Menu-item Beschrijving Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. • Met de optie Lange zijde wordt ingebonden aan de lange zijde van de pagina (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend).
Menu-item Beschrijving Transmissielog Log afdrukken Log niet afdrukken Alleen afdrukken bij fouten Hiermee kunt u opgeven of het transmissielog wordt afgedrukt. Log papierbron Lade Handinvoer Envelop (handinvoer) U-lader Hiermee kunt u de papierbron opgeven voor het afdrukken van emaillogs Bitdiepte e-mail 8 bit 1 bit Hiermee kunt u de modus Tekst/Foto inschakelen om kleinere bestanden te verkrijgen door gebruik te maken van 1-bits afbeeldingen wanneer Kleur op Uit is ingesteld.
Menu-item Beschrijving Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0–255 Standaarddrempelwaarde groen 0–255 Standaarddrempelwaarde blauw 0–255 Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd Contrast 0–5 Beste instelling voor inhoud Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven.
Menu-item Beschrijving PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand voor FTP. Inhoud Tekst/foto Foto Tekst Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar FTP wordt gescand Opmerking: 1.5 is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Tekst/foto is de standaardinstelling. Tekst/foto wordt gebruikt wanneer documenten hoofdzakelijk bestaan uit tekst of lijnwerk. • Foto wordt gebruikt voor een document dat bestaat uit een foto van hoge kwaliteit of een afdruk van een inkjetprinter.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Identiteitskaart Aangepast scanformaat Boek origineel Visitekaartje 76,2 x 127 mm 101,6 x 152,4 mm Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Beschrijving Standaardinstelling Tekst/Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met tekst of foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Opslaan als snelkoppeling toestaan Hiermee stelt u in of er een snelkoppeling wordt gemaakt voor FTPadressen. Aan Uit Opmerking: Aan is de standaardinstelling. Achtergrond verwijderen -4 tot +4 Hiermee stelt u in hoeveel van de achtergrond zichtbaar is op een kopie.
Menu Flashstation Scaninstellingen Menu-item Beschrijving Beeldformaat PDF (.pdf) Beveiligde PDF TIFF (.tif) JPEG (.jpg) XPS (.xps) Hiermee geeft u de indeling van het bestand op PDF-versie 1.2–1.6 Hiermee stelt u de versie in van het pdf-bestand die wordt gescand naar USB. Inhoud Tekst/foto Foto Tekst Hiermee geeft u het type inhoud op dat naar USB wordt gescand. Opmerking: 1.5 is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Tekst/foto is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Origineel formaat Letter Legal Executive Folio Statement Oficio (Mexico) Universal Gemengde formaten A4 A5 A6 JIS B5 Identiteitskaart Aangepast scanformaat Boek origineel Visitekaartje 76,2 x 127 mm 101,6 x 152,4 mm Hiermee geeft u het papierformaat op van het document dat wordt gescand. Zijden (Duplex) Uit Lange zijde Korte zijde Hiermee geeft u op in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt Opmerking: Letter is de standaardinstelling in de VS.
Menu-item Beschrijving Standaardinstelling Tekst/Foto Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met tekst of foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding 5–90 Opmerking: 75 is de standaardinstelling. Standaardinstelling Foto 5–90 Hiermee kunt u de verhouding instellen tussen de kwaliteit van een afbeelding met foto en de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding Opmerking: 50 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Kleur wegfilteren Kleur wegfilteren Geen Rood Groen Blauw Standaarddrempelwaarde rood 0–255 Standaarddrempelwaarde groen 0–255 Standaarddrempelwaarde blauw 0–255 Hiermee wordt aangegeven welke kleur tijdens het scannen moet worden weggefilterd en in welke mate er moet worden gefilterd Contrast 0–5 Beste instelling voor inhoud Hiermee kunt u het contrast voor de uitvoer opgeven.
Menu-item Beschrijving Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. De pagina's worden niet gesorteerd. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden. Zijden (Duplex) 1-zijdig 2-zijdig Hiermee schakelt u dubbelzijdig afdruken (duplex).
Menu-item Beschrijving Scheidingsvellen Geen Tussen kopieën Tussen taken Tussen pagina's Hiermee plaatst u op basis van de geselecteerde waarde een vel papier tussen pagina's, exemplaren of taken Bron scheidingsblad Lade Handinvoer Hiermee geeft u een papierbron op Lege pagina's Niet afdrukken Afdrukken Hiermee stelt u in of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd Opmerking: Geen is de standaardinstelling. Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Afdrukgebied Normaal Hele pagina Hiermee stelt u het logische en fysieke afdrukbare gebied in. Opmerkingen: • Dit menu verschijnt niet als Rand tot rand is ingeschakeld in het menu Instellingen van de printer. • "Normaal" is de standaardinstelling. Als u probeert gegevens af te drukken in het niet-afdrukbare gebied dat is aangegeven via de instelling "Normaal", dan snijdt de printer de afbeelding bij op de begrenzing.
Menu-item Beschrijving Bronnen opslaan Aan Uit Hiermee stelt u in wat de printer moet doen met geladen bronnen, zoals lettertypen en macro's die zijn opgeslagen in het RAM, als de printer een taak krijgt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is. Opmerkingen: • Uit is de standaardinstelling. Als "Uit" is ingesteld, worden de geladen bronnen in de printer bewaard tot het geheugen nodig is voor andere taken. Geladen bronnen worden verwijderd zodat afdruktaken kunnen worden verwerkt.
Menu-item Beschrijving Lege pagina's Niet afdrukken Afdrukken Hiermee stelt u in of er lege pagina's in een afdruktaak worden ingevoegd Sorteren Uit (1,1,1,2,2,2) Aan (1,2,1,2,1,2) Hiermee houdt u de pagina's van een afdruktaak op volgorde als u meerdere exemplaren afdrukt Opmerking: Niet afdrukken is de standaardinstelling. Opmerkingen: • Aan is de standaardinstelling. • Met de instelling Aan wordt de afdruktaak op volgorde gehouden.
Menu-item Beschrijving Afdrukstand Auto Liggend Staand Hiermee stelt u de afdrukstand in van een vel waarop meerdere pagina's worden afgedrukt N per vel (rand) Geen Effen De printer drukt een rand af rond elk paginabeeld wanneer u N per vel (pagina’s-zijden) gebruikt Opmerking: Auto is de standaardinstelling. De printer kiest tussen de afdrukstanden Staand en Liggend. Opmerking: Geen is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Helderheid -6 tot +6 Hiermee kunt u afdrukken aanpassen of donkerder maken. Tevens kunt u hiermee toner besparen. Opmerkingen: • 0 is de standaardinstelling. • Met een negatieve waarde worden tekst en afbeeldingen donkerder. Met een positieve waarde worden tekst en afbeeldingen lichter en bespaart u toner. Contrast 0-5 Hiermee kunt u de verschillen in gradaties van grijstinten voor afgedrukte uitvoer aanpassen. Opmerkingen: • 0 is de standaardinstelling.
Menu-item Beschrijving Takenloggegevens Print Wissen Hiermee drukt u een lijst af met alle opgeslagen takenloggegevens of verwijdert u de informatie van de vaste schijf van de printer. Opmerkingen: • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • Als u "Afdrukken" selecteert, wordt er een lijst met takenloggegevens afgedrukt. • Als u Wissen selecteert, worden alle takenloggegevens op de vaste schijf van de printer verwijderd.
Menu-item Beschrijving Vrk-lettertype Hiermee bepaalt u waar de printer begint met het zoeken naar het gewenste lettertype. Intern Opmerkingen: Flash/Schijf • "Intern" is de standaardinstelling. • Dit menu-item is alleen beschikbaar als er een goed werkende geformatteerde flashgeheugenoptiekaart of vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. • De flashgeheugenoptie of de vaste schijf van de printer mag niet beveiligd zijn tegen lezen/schrijven of schrijven of beveiligd zijn met een wachtwoord.
Menu-item Omschrijving Instellingen menu PCL-emulatie Pitch 0.08–100 Hiermee stelt u de lettertypepitch in voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand (monogespatieerd). Opmerkingen: • 10 is de standaardinstelling. • Pitch heeft betrekking op het aantal niet-proportionele tekens per inch (cpi) • Pitch kan worden aangepast in stappen van 0,01 cpi. • Voor niet-schaalbare, monogespatieerde lettertypen wordt de pitch wel weergegeven, maar kunt u deze niet wijzigen.
Menu-item Omschrijving Lade-nr wijzigen Waarde U-lader Uit Geen 0–199 Waarde lade Uit Geen 0–199 Waarde handm. invoer Uit Geen 0–199 Waarde hand-env Uit Geen 0–199 Hiermee configureert u de printer zodanig dat deze werkt met printersoftware of toepassingen die andere laden als papierbron hebben gedefinieerd. Lade-nr wijzigen Fabr. instelling U-lader standaard inst. = 8 T1 Std.inst. = 1 Std. inst. T2 = 4 T3 Std.inst. = 5 T4 Standaardinstelling = 20 Std. inst. T5 = 21 Std.inst. env. = 6 Std.inst.
Menu HTML Menu-item Lettertypenaam Albertus MT Antique Olive Apple Chancery Arial MT Avant Garde Bodoni Bookman Chicago Clarendon Cooper Black Copperplate Coronet Courier Eurostile Garamond Geneva Gill Sans Goudy Helvetica Hoefler Text Menu-item Beschrijving Intl CG Times Hiermee stelt u het standaardlettertype voor HTML-documenten in Intl Courier Opmerkingen: Intl Univers • Het Times-lettertype wordt gebruikt in HTML-documenten waarin Joanna MT geen lettertype wordt opgegeven.
Menu-item Beschrijving Achtergronden Niet afdrukken Print Hiermee geeft u aan of u achtergronden in HTML-documenten wilt afdrukken Opmerking: "Afdrukken" is de standaardinstelling. Menu Afbeelding Menu-item Beschrijving Autom. aanpassen Aan Uit Hiermee selecteert u de optimale waarden voor papierformaat, schaling en afdrukstand. Opmerkingen: • "Aan" is de standaardinstelling. • Als "Aan" is ingesteld, worden de instellingen voor schaling en afdrukstand voor sommige afbeeldingen genegeerd.
Menu Help Het menu Help bestaat uit Help-pagina's die in de printer zijn opgeslagen als PDF's. Deze bevatten informatie over het gebruik van de printer en over het uitvoeren van opdrachten. Elke Help-pagina kan afzonderlijk worden geselecteerd en afgedrukt, maar u kunt ook alle pagina's tegelijk afdrukken door Alle handleidingen afdrukken te selecteren. Er zijn Engelse, Franse, Duitse en Spaanse vertalingen opgeslagen in de printer. Andere vertalingen zijn beschikbaar op de cd Software en documentatie.
Printer onderhouden Bepaalde taken moeten regelmatig worden uitgevoerd om een optimale afdrukkwaliteit te behouden. De buitenkant van de printer reinigen 1 Controleer of de printer is uitgeschakeld en de stekker van het netsnoer van de printer uit het stopcontact is getrokken.
Glasplaat reinigen Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, zoals strepen op gekopieerde of gescande afbeeldingen, reinigt u de aangegeven gedeelten. 1 Maak een zachte, pluisvrije doek of een papieren doekje vochtig met water. 2 Open de scannerklep. 1 Witte onderzijde van de ADI-klep 2 Witte onderzijde van de scannerklep 3 Glasplaat 4 ADI-glasplaat 3 Veeg de aangegeven gedeelten schoon en laat ze drogen. 4 Sluit de scannerklep. De scheidingsrollen van de ADI reinigen Nadat u meer dan 50.
2 Ontgrendel de scheidingsroller. 3 Verwijder de scheidingsroller. 4 Gebruik een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd om de scheidingsrollers af te vegen. 5 Plaats de scheidingsroller terug. 6 Vergrendel de scheidingsroller.
7 Sluit de klep van de ADI. Scannerregistratie aanpassen Scannerregistratie is een proces voor het uitlijnen van het scangedeelte met het papier. U kunt de scannerregistratie als volgt aanpassen: 1 Zet de printer uit. 2 Reinig de glasplaat en de beschermplaat. 3 Houd 2 ABC en 6 MNO ingedrukt terwijl u de printer aanzet. 4 Laat de knoppen los wanneer het scherm met de voortgangsbalk wordt weergegeven. De printer voert de opstartcyclus uit, waarna het menu Configuratie wordt weergegeven.
U kunt de automatische documentinvoer als volgt uitlijnen: a Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u de voorzijde van de automatische documentinvoer wilt uitlijnen, plaatst u de Sneltest-pagina met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer. • Als u de achterzijde van de automatische documentinvoer wilt uitlijnen, plaatst u de Sneltest-pagina met de bedrukte zijde naar beneden en de korte zijde als eerste in de automatische documentinvoer.
3 Raak Supplies weergeven. Het scherm Supplies weergeven verschijnt, met daarop een samenvatting van supplyniveaus. Opmerking: de meter van de zwarte cartridge geeft een benadering van de hoeveelheid toner die over is in uw cartridge. De status van supplies controleren vanaf een netwerkcomputer Opmerking: De computer moet met hetzelfde netwerk zijn verbonden als de printer. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Aanbevolen tonercartridges en bijbehorende artikelnummers Artikelnaam Cartridge in Lexmark Retourneerprogramma Normale cartridge Tonercartridge X463A11G X463A21G Tonercartridge met hoog rendement X463H11G X463H21G Tonercartridge met extra hoog rendement X463X11G X463X21G Een fotoconductorkit bestellen Afhankelijk van uw printermodel geeft de printer met een bericht of de stand van de lampjes aan dat de fotoconductorkit bijna het einde van de levensduur heeft bereikt.
LET OP—KANS OP LETSEL: volg deze richtlijnen om te voorkomen dat u zich bezeert of dat de printer beschadigd raakt. • • • • • • Schakel de printer uit met de aan/uit-knop en haal de stekker uit het stopcontact. Maak alle snoeren en kabels los van de printer voordat u de printer verplaatst. Verwijder alle printeropties voordat u de printer verplaatst. Gebruik bij het tillen van de printer de handgrepen aan de zijkanten.
Beheerdersondersteuning Geavanceerde netwerkinformatie en beheerdersinformatie weergeven In dit hoofdstuk worden de standaardondersteuningstaken voor beheerders beschreven. Raadpleeg de Handleiding netwerken op de cd Software en documentatie en de Embedded Web Server Administrator's Guide (beheerdershandleiding voor de Embedded Web Server) op de website van Lexmark op www.lexmark.com voor informatie over geavanceerde systeemondersteuningstaken.
E-mailmeldingen instellen U kunt instellen dat de printer een e-mailbericht verzendt wanneer supplies op raken of wanneer het papier moet worden vervangen, toegevoegd of verwijderd. U stelt als volgt e-mailmeldingen in: 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser. Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af en zoekt u het IP-adres op in het TCP/IP-gedeelte. 2 Klik op Settings (Instellingen).
6 Raak de linker- of rechterpijl aan tot Nu herstellen wordt weergegeven. 7 Raak Submit (Indienen) aan. 8 Raak aan.
Storingen verhelpen Storingen verhelpen De meeste storingen kunt u vermijden door het juiste papier te kiezen en het op de juiste wijze te plaatsen. Als er toch papier vastloopt, voert u de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. Om foutberichten over vastgelopen papier te wissen en het afdrukken te hervatten, maakt u de gehele papierbaan vrij en raakt u Doorgaan aan. Als Correctie papierstoring op Aan is ingesteld, zal de printer een nieuw exemplaar afdrukken van de vastgelopen pagina.
Storingsnummers en instructies voor het bereiken van het vastgelopen papier Storingnummer Vastgelopen papier bereiken 200-201 Probeer een van de volgende oplossingen: • Verwijder lade 1. • Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit. 202 Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 231 Open de voorklep en vervolgens de achterklep. 233 Verwijder lade 1 en druk de hendel omlaag. Opmerking: u kunt het papier ook bereiken door de eerst de voorklep en vervolgens de achterklep te openen.
Papierstoring 200 en 201 LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1 Trek de lade volledig naar buiten. 2 Verwijder eventueel vastgelopen papier dat u hier ziet.
3 Als u de storing niet ziet, opent u de voorklep en verwijdert u de fotoconductorkit en de tonercartridge. 4 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 5 Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, opent u de achterklep.
6 Verwijder het vastgelopen papier. 7 Sluit de achterklep. 8 Plaats de fotoconductorkit en de tonercartridge. 9 Sluit de voorklep. 10 RaakContinue (Doorgaan)aan. 202 Papier vast Raak Status/Supplies om de plaats van de storing te identificeren. Als het papier uit de printer wordt gevoerd, trekt u het papier naar buiten en raakt u Continue (Doorgaan) aan. Doe het volgende wanneer het papier niet uit de printer komt: 1 Trek de achterklep omlaag. 2 Verwijder het vastgelopen papier.
3 Sluit de achterklep. 4 Raak Continue (Doorgaan) aan. 231 Papier vast LET OP—HEET OPPERVLAK: De binnenkant van de printer kan heet zijn. Om letsel te voorkomen, moet u een heet oppervlak eerst laten afkoelen voordat u het aanraakt. 1 Open de voorklep. 1 2 2 Open de achterklep. 3 Verwijder het vastgelopen papier.
4 Sluit de achterklep. 5 Sluit de voorklep. 6 RaakContinue (Doorgaan)aan. 233 Papier vast 1 Verwijder de lade uit de printer.
2 Zoek de aangegeven hendel en trek deze naar beneden om het vastgelopen papier los te maken en te verwijderen. 3 Plaats de lade terug. 4 RaakContinue (Doorgaan)aan. Als u de storing hiermee niet kunt verhelpen, volgt u de stappen in“231 Papier vast” op pagina 262. 234 Papier vast Een of meer vellen zijn vastgelopen in het duplexgedeelte van de printer.
3 Verwijder vastgelopen papier. 4 Plaats de lade en raak dan Doorgaan aan. 5 Als het storingsbericht niet verdwijnt, trekt u de optionele laden naar buiten. 6 Verwijder het vastgelopen papier en sluit de laden. 7 Raak Doorgaan aan. 250: papierstoring 1 RaakStatus/Suppliesaan om de locatie van de storing vast te stellen. 2 Verwijder het papier uit de universeellader. 3 Buig de vellen papier enkele malen om deze los te maken en waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet.
5 Schuif de papiergeleider naar de binnenkant van de lade totdat de geleider licht tegen de rand van het papier drukt. 6 RaakContinue (Doorgaan)aan. 251 Papier vast Een vel papier is niet ingevoerd vanuit de universeellader. Als het papier zichtbaar is, trekt u dit voorzichtig naar buiten.
Voer de volgende stappen uit als het vel niet zichtbaar is: 1 Open de voorklep en verwijder de fotoconductorkit en de tonercartridge. 2 Til de flap aan de voorzijde van de printer op en verwijder eventueel vastgelopen papier. 3 Plaats de fotoconductoreenheid en de tonercartridge terug. 4 Sluit de voorklep. 5 RaakContinue (Doorgaan)aan.
290–294 papierstoringen Storingen onder de ADI-klep verhelpen 1 Verwijder alle originelen uit de ADI. 2 Open de klep van de ADF. 3 Ontgrendel de scheidingsroller.
4 Verwijder de scheidingsroller. 5 Verwijder het vastgelopen papier. 6 Plaats de scheidingsroller terug.
7 Vergrendel de scheidingsroller. 8 Sluit de klep van de ADI. 9 Raak Doorgaan aan. ADI-storingen verhelpen door de klep van de scanner op te tillen 1 Open de klep van de scanner en verwijder vastgelopen pagina's. 2 Raak Doorgaan aan.
Storingen in de ADI-duplexeenheid verhelpen Wanneer u een dubbelzijdige kopie maakt in de ADI en het originele document loopt vast, kunt u de volgende stappen volgen om de storing te verhelpen: 1 Verwijder de ADI-invoerlade. 2 Trek het vastgelopen papier aan de onderkant van het papier uit de printer om het te verwijderen. 3 Plaats de ADI-papierlade terug. 4 Raak Doorgaan aan.
problemen oplossen Eenvoudige printerproblemen oplossen Als er algemene printerproblemen zijn of als de printer niet reageert, controleert u het volgende: • • • • • • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact. het stopcontact niet is uitgeschakeld met behulp van een schakelaar of stroomonderbreker; De printer niet is aangesloten op een spanningsbeveiliger, een UPS of een verlengsnoer. Andere elektrische apparatuur die op het stopcontact is aangesloten, werkt.
Wijzig in is een lade of lader en is een papiersoort of -formaat. U kunt de huidige papierbron wijzigen voor de rest van de afdruktaak. De opgemaakte pagina wordt dan afgedrukt op het papier dat in de geselecteerde lade is is geladen. Hierdoor kunnen tekstfragmenten of afbeeldingen worden bijgesneden. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Selecteer de papierlade met het juiste papierformaat of de juiste papiersoort.
Verbinden bps Er is een faxverbinding. Wacht tot het bericht is verdwenen. Opmerking: is de baudsnelheid per seconde. Schijf corrupt De printer heeft geprobeerd om een beschadigde vaste schijf te herstellen, maar de vaste schijf kon niet worden gerepareerd. De vaste schijf moet opnieuw worden geformatteerd. Druk op Reformat disk (Schijf opnieuw formatteren) om de vaste schijf opnieuw te formatteren en het bericht te wissen.
Naam faxstation is niet ingesteld De naam van het faxstation is niet ingevoerd. Het verzenden en ontvangen van faxen is uitgeschakeld tot de fax correct is geconfigureerd. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. • Voltooi de analoge faxinstellingen. Neem contact op met uw systeembeheerder als het bericht opnieuw wordt weergegeven. Nummer faxstation is niet ingesteld Het nummer van het faxstation is niet ingevoerd.
• Annuleer de huidige taak. Vul handm. invoer met is een papiersoort of -formaat Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Vul de universeellader met de opgegeven papiersoort. • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Als de printer een lade detecteert met papier van het juiste formaat en de juiste soort, wordt het papier uit die lade ingevoerd.
In wachtrij voor verzenden Het scanproces voor een faxtaak is voltooid, maar de taak is nog niet verzonden omdat er een andere faxtaak wordt verzonden of ontvangen. Wacht tot het bericht is verdwenen. Verwijder alle originele documenten uit de ADI. Verwijder papier uit de ADI om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Verwijder verpakkingsmateriaal: controleer . Verwijder al het resterende verpakkingsmateriaal uit de aangegeven locatie.
Veilig schijfruimte vrijmaken Het verwijderingsproces van de vaste schijf van de printer moet herstellen. Het bericht verdwijnt nadat alle blokken zijn verwijderd. Serieel De printer wordt aangesloten via een seriële kabel. De seriële poort is de actieve communicatieverbinding. Klok instellen De klok is niet ingesteld. Dit bericht wordt weergegeven zolang er geen ander faxstatusbericht wordt weergegeven. Het wordt pas gewist nadat de klok is ingesteld. SMTP-server is niet ingesteld.
USB/USB De printer wordt aangesloten via een USB-kabel. De USB-poort is de actieve communicatieverbinding. 30 Onjuist gevuld,vervang tonercartridge De printer heeft een ongeldige, opnieuw gevulde tonercartidge gedetecteerd. Verwijder de tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar. 31 Vervang defecte printcartridge Verwijder de defecte tonercartridge en installeer vervolgens een nieuw exemplaar. 32.
37 Onvoldoende geheugen, sommige taken in wacht zijn verwijderd De printer heeft enkele wachttaken verwijderd om de huidige taken te kunnen verwerken. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. 37 Onvoldoende geheugen, sommige wachttaken worden niet hersteld De printer kon enkele of alle vertrouwelijke of in de wachtrij geplaatste taken op de vaste schijf niet herstellen. Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen.
52 Onvoldoende ruimte in flashgeheugen voor bronnen Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Geladen lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flashgeheugen, worden verwijderd. • Verwijder lettertypen, macro's en andere gegevens uit het flashgeheugen. • Voer een upgrade uit naar een flashgeheugenkaart met een grotere capaciteit.
55 Niet-ondersteunde optie in sleuf is een sleuf op de systeemkaart van de printer. Probeer een van de volgende oplossingen: 1 Zet de printer uit. 2 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. 3 Verwijder de niet-ondersteunde optiekaart van de systeemkaart van de printer. 4 Steek de stekker van het netsnoer in een goed geaard stopcontact. 5 Zet de printer weer aan. 56 Parallelle poort uitgeschakeld is het nummer van de parallelle poort.
56 USB-poort uitgeschakeld is het nummer van de USB-poort. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Druk op Continue (Doorgaan) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB-poort worden ontvangen. • Controleer of het menu-item USB-buffer niet is ingesteld op Uitgeschakeld.
61 Verwijder defecte schijf Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Continue (Doorgaan) aan om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. • Installeer een andere vaste schijf van de printer voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf van de printer is vereist. 62 Disk full (62 Schijf vol) Probeer een of meer van de volgende oplossingen: • Raak Continue (Doorgaan) aan om het bericht te wissen en door te gaan met verwerken.
88.yy Vervang cartridge De tonercartridge is leeg. 1 Vervang de tonercartridge. 2 Raak Doorgaan aan om het bericht te wissen. 200–282.yy Papier vast 1 Maak de papierbaan vrij. 2 Druk op Continue (Doorgaan) om door te gaan met afdrukken. 290-295.yy Scan.storing Verwijder alle originele documenten uit de scanner. 293 Plaats alle originelen terug bij opn. starten taak De scanner kreeg een opdracht om te scannen via de automatische documentinvoer, maar de automatische documentinvoer bevat geen papier.
294 ADI-storing De locatie van deze storing kan ook worden aangeduid als 294.04 Duplexsensor staat uit-storing, 294.05 Scansensor staat uit-storing of 294.06 ADI handinvoer-storing. U verhelpt deze storing als volgt: 1 Verwijder alle pagina’s uit de ADI. Opmerking: Deze melding verdwijnt als de pagina’s uit de ADI zijn verwijderd. 2 Buig de pagina’s en waaier ze uit. 3 Plaats de pagina’s in de ADI. 4 Pas de ADI-geleiders aan. 5 Druk op het bedieningspaneel van de printer op . 840.
Afdrukproblemen oplossen Meertalige PDF's worden niet afgedrukt De documenten bevatten lettertypen die niet beschikbaar zijn. 1 Open het document dat u wilt afdrukken in Adobe Acrobat. 2 Klik op het printerpictogram. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven. 3 Klik op Geavanceerd. 4 Selecteer Afdrukken als afbeelding. 5 Klik twee keer op OK. Er wordt een foutbericht over het lezen van het USB-station weergegeven Controleer of het USB-station wordt ondersteund.
CONTROLEER OF DE INTERNE AFDRUKSERVER JUIST IS GEÏNSTALLEERD EN WERKT. • Controleer of de interne afdrukserver juist is geïnstalleerd en of de printer is verbonden met het netwerk. Klik op Gebruikershandleiding en documentatie weergeven op de cd Software en documentatie voor meer informatie over het installeren van een netwerkprinter. • Druk een pagina met netwerkinstellingen af en controleer of Verbonden wordt weergegeven als status.
3 Raak Algemene instellingen aan. 4 Raak de Pijl-omlaag herhaaldelijk aan tot Afdrukherstel wordt weergegeven. 5 Raak Afdrukherstel aan. 6 Raak de pijltoetsen naast Paginabeveiliging aan tot Uit wordt weergegeven. 7 Raak Indienen aan. 8 Druk op om terug te keren naar het home-scherm. MILIEU-INSTELLINGEN WIJZIGEN Als u de Ecomodus of de Stille modus gebruikt, kan het even duren voor de eerste pagina wordt afgedrukt. Zie “Ecomodus gebruiken” op pagina 72 of “Geluid van de printer reduceren.
GEBRUIK DEZELFDE INSTELLINGEN VOOR PAPIERFORMAAT EN PAPIERSOORT • Druk een pagina met menu-instellingen af en vergelijk de instellingen voor iedere lade. • Pas de instellingen indien nodig aan in het menu Papierformaat/-soort. Opmerking: De universeellader detecteert niet automatisch het papierformaat. U moet het papierformaat instellen in het menu Papierformaat/-soort. Grote afdruktaken worden niet gesorteerd Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Kopieerproblemen oplossen De kopieerfunctie reageert niet Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: KIJK OF ER FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY WORDEN WEERGEGEVEN. Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
DE TONER IS MOGELIJK BIJNA OP Als 88 Cartridge bijna leeg wordt weergegeven of als de afdruk vaag is, kunt u als volgt proberen de levensduur van de inktcartridge te verlengen: MOGELIJK IS DE GLASPLAAT VUIL. Reinig de glasplaat met een schone, stofvrije doek die met water is bevochtigd. Als uw printer een ADI heft, moet de glasplaat van de ADI goed worden gereinigd. Zie “Glasplaat reinigen” op pagina 247 voor meer informatie.
DE AFDRUK IS SCHEEF Opmerkingen: • Als u uw originele document in de ADI plaatst, moet u de papiergeleiders van de ADI zo aanpassen dat ze de te scannen pagina's aanraken. • Controleer de papierladen en zorg ervoor dat de geleiders de randen van het geplaatste papier raken. Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gekopieerd Hierna volgen mogelijke oplossingen.
Scannen is mislukt Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: CONTROLEER DE KABELAANSLUITINGEN Zorg dat de netwerk- of USB-kabel goed op de computer en op de printer is aangesloten. MOGELIJK IS ER EEN FOUT OPGETREDEN IN HET PROGRAMMA Schakel de computer uit en vervolgens weer in. Scannen duurt te lang of de computer loopt vast tijdens scannen Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gescand Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE PLAATSING VAN HET ORIGINEEL Zorg dat het document of de foto linksboven op de glasplaat is geplaatst, met de bedrukte zijde naar beneden.
Kan geen faxen verzenden of ontvangen Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: FAXFUNCTIE INSCHAKELEN Zie “De printer configureren voor faxen” op pagina 129 voor meer informatie. CONTROLEER OF ER FOUTBERICHTEN OP DE DISPLAY ZIJN WEERGEGEVEN Verwijder eventuele foutberichten. CONTROLEER DE STROOMTOEVOER Controleer of de stekker van de printer goed in het stopcontact zit, of het apparaat is ingeschakeld en of Gereed op het display wordt weergegeven.
CONTROLEER OF U EEN KIESTOON HOORT • Plaats een testoproep aan het telefoonnummer waarnaar u een fax wilt verzenden om te controleren of alles correct werkt. • Als de telefoonlijn door een ander apparaat bezet is, wacht u met het verzenden van de fax tot de lijn weer vrij is. • Als u de functie Kiezen met hoorn op haak gebruikt, draait u het volume omhoog om te controleren of u een kiestoon hoort.
CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR HET MAXIMALE AANTAL BELSIGNALEN. Het maximale aantal belsignalen is het aantal belsignalen dat wordt doorgegeven voordat de printer antwoordt. Als u extra toestellen op dezelfde lijn als de printer hebt aangesloten, of als u bent geabonneerd op een telefoniedienst die per nummer een ander belsignaal laat horen, houdt u de belvertragingsinstelling bij Ring Delay (Belvertraging) op 4. 1 Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw webbrowser.
Ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: VERZEND HET DOCUMENT OPNIEUW Vraag de afzender van de fax om: • Te controleren of het originele document van goede kwaliteit is. • Verzend de fax opnieuw. Er is mogelijk een probleem opgetreden met de kwaliteit van de telefoonverbinding. • Verhoog de scanresolutie van de fax (indien mogelijk).
CONTROLEER OF DE OPTIE IS VERBONDEN MET DE PRINTER. 1 Zet de printer uit. 2 Trek de stekker van de printer uit het stopcontact. 3 Controleer de verbinding tussen de optie en de printer. CONTROLEER OF DE OPTIE CORRECT IS GEÏNSTALLEERD. Druk een pagina met menu-instellingen af om te controleren of de optie wordt vermeld in de lijst met geïnstalleerde opties. Als de optie niet voorkomt in de lijst, installeert u die opnieuw.
Internal Solutions Port Als de Lexmark Internal Solutions Port (ISP) niet correct werkt, kunt u deze mogelijke oplossingen uitproberen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE ISP-VERBINDINGEN • Controleer of de ISP goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer. • Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze op de juiste connector is aangesloten. CONTROLEER DE KABEL. Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten.
Papierladen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET PAPIER OP DE JUISTE WIJZE IS GEPLAATST. 1 Open de papierlade. 2 Controleer op papierstoringen en verkeerd ingevoerd papier. 3 De papiergeleiders moeten tegen de randen van het papier worden geplaatst. 4 Zorg ervoor dat de papierlade goed sluit. STEL DE PRINTER IN OP DE BEGINWAARDEN. Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in.
8 Raak Submit (Indienen) aan. 9 Raak aan. Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Met de informatie in de volgende onderwerpen kunt u problemen met de afdrukkwaliteit oplossen. Neem contact op met onze klantenondersteuning als het probleem door deze suggesties niet wordt opgelost. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen U kunt problemen met de afdrukkwaliteit opsporen door de testpagina's voor afdrukkwaliteit af te drukken.
Als het probleem zich blijft voordoen, heeft de printer misschien onderhoud nodig. Neem voor meer informatie contact op met de klantenservice. Tekens hebben gekartelde of ongelijkmatige randen Hieronder volgen mogelijke oplossingen. Probeer een of meer van de volgende oplossingen: CONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR AFDRUKKWALITEIT • Wijzig de instellingen voor de afdrukresolutie in het menu Kwaliteit in 600 dpi, beeldkwaliteit 1200, 1200 dpi of beeldkwaliteit 2400.
Zwevende afbeeldingen ABCDE ABCDE ABCDE CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voordat u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
CONTROLEER DE PAPIERGELEIDERS Schuif de geleiders in de juiste positie voor het desbetreffende papierformaat. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERFORMAAT Zorg dat de instelling voor papierformaat overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer via het bedieningspaneel van de printer de instelling voor Papierformaat in het menu Papier.
HET PAPIER BEVOND ZICH EERDER IN EEN VOCHTIGE OMGEVING EN HEEFT DAARDOOR VOCHT OPGENOMEN. • Laad papier uit een nieuw pak. • Bewaar papier altijd in de originele verpakking en pak het pas uit als u het gaat gebruiken. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier.
Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: CONTROLEER OF HET VULPATROON JUIST IS Als het vulpatroon niet juist is, selecteert u een ander vulpatroon in het programma. CONTROLEER DE PAPIERSOORT • Gebruik een andere papiersoort. • Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen. • Zorg dat de instelling voor papiersoort en papierstructuur overeenkomt met het papier dat in de lade of lader is geplaatst.
CONTROLEER HET PAPIER. Gebruik geen papier met een ruw of vezelig oppervlak. CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen.
CONTROLEER DE INSTELLING VOOR PAPIERSOORT Zorg dat de instelling voor de papiersoort overeenkomt met het papier dat in de lade is geplaatst: 1 Controleer op het bedieningspaneel van de printer de instelling voor papiersoort in het menu Papier. 2 Geef de juiste instelling voor soort op voor u de taak verzendt voor afdrukken: • Windows: geef de soort op die is ingesteld in Printereigenschappen. • Macintosh: geef de soort op die is ingesteld in het dialoogvenster Druk af.
Op de pagina verschijnen lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende oplossingen: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. DE LAADROLLEN ZIJN MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de laadrol. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. De toner laat los Hieronder volgen mogelijke oplossingen.
Tonervlekjes Hierna volgen mogelijke oplossingen. Probeer een van de volgende opties: DE TONERCARTRIDGE IS MOGELIJK BESCHADIGD Vervang de tonercartridge. ER IS TONER IN DE PAPIERBAAN TERECHTGEKOMEN Neem contact op met de klantenservice. De afdrukkwaliteit van transparanten is slecht Probeer een of meer van de volgende oplossingen: TRANSPARANTEN CONTROLEREN Gebruik uitsluitend transparanten die door de printerfabrikant worden aanbevolen.
CONTROLEER DE NETWERKINSTELLINGEN Afhankelijk van de netwerkinstellingen moet u mogelijk https:// typen in plaatse van http:// vóór het IPadres van de printer om toegang te krijgen tot de Embedded Web Server. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie.
Kennisgevingen Productinformatie Productnaam: Lexmark X463de, Lexmark X464de, Lexmark X466dte, Lexmark X466dtwe Apparaattype: 7014, 4569, 4570 Model(len): 431, 636, 63W, n01, n02, g01, g02, n11, n12, g11, g12, hn1, hn2, wh1, wh2 Informatie over deze uitgave September 2009 De volgende alinea is niet van toepassing op landen waarin de volgende voorwaarden strijdig zijn met de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC.
Handelsmerken Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkNet en MarkVision zijn als handelsmerken van Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of andere landen. MarkTrack en PrintCryption zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc. PCL® is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en printerfuncties in de producten van HewlettPackard.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren. Geluidsemissie De volgende metingen zijn uitgevoerd conform ISO 7779 en gerapporteerd overeenkomstig ISO 9296. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Gemiddelde geluidsdruk in dBA op 1 meter afstand Afdrukken 53 dBA Scannen 49 dBA Kopiëren 53 dBA Gereed 22 dBA Waarden kunnen gewijzigd worden. Zie www.lexmark.com voor de huidige waarden.
Kennisgeving over gevoeligheid voor statische elektriciteit dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische elektriciteit. Raak eerst het metalen frame van de printer aan, voordat u iets aanraakt in gebieden die met dit symbool zijn gemarkeerd.
Waarschuwingsetiket voor de laser Het etiket met veiligheidsinformatie kan als volgt op de printer zijn aangebracht: Energieverbruik Stroomverbruik van het product In de volgende tabel worden de stroomverbruikskenmerken van het product weergegeven. Opmerking: sommige modi zijn wellicht niet van toepassing op uw product. Modus Beschrijving Stroomverbruik (Watt) Afdrukken Er worden papieren kopieën van elektronische invoer gemaakt met het product.
U kunt de time-out voor de spaarstand via de configuratiemenu's instellen tussen 1 minuut en 240 minuten. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een lage waarde, vermindert het energieverbruik, maar kan de responstijd van het product toenemen. Als u de time-out voor de spaarstand instelt op een hoge waarde, reageert de printer snel, maar wordt er meer energie verbruikt.
De CE-markering geeft aan dat het product aan deze richtlijnen voldoet. Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijnen is beschikbaar via de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit.
Industry Canada (Canada) Cet appareil est conforme à la norme RSS-210 d'Industry Canada. Son fonctionnement est soumis aux deux conditions suivantes : (1) cet appareil ne doit pas provoquer d'interférences et (2) il doit accepter toute interférence reçue, y compris celles risquant d'altérer son fonctionnement. Cet appareil a été conçu pour fonctionner uniquement avec l'antenne fournie. L'utilisation de toute autre antenne est strictement interdite par la réglementation d'Industry Canada.
Een verklaring van conformiteit met de eisen van de richtlijnen is beschikbaar via de Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A., Boigny, Frankrijk. Zie de tabel onder aan het gedeelte Kennisgevingen voor meer informatie over conformiteit.
Lietuvių Šiuo Lexmark International, Inc. deklaruoja, kad šis produktas atitinka esminius reikalavimus ir kitas 1999/5/EB direktyvos nuostatas. Malti Bil-preżenti, Lexmark International, Inc., jiddikjara li dan il-prodott huwa konformi mal-ħtiġijiet essenzjali u ma dispożizzjonijiet oħrajn relevanti li jinsabu fid-Direttiva 1999/5/KE. Nederlands Hierbij verklaart Lexmark International, Inc.
LICENTIEOVEREENKOMST VOOR LEXMARK SOFTWARE Deze Softwarelicentieovereenkomst ('Softwarelicentieovereenkomst') is een legale overeenkomst tussen u (een individu of een rechtspersoon) en Lexmark International, Inc.
EIGENDOMMEN, VOOR SCHENDING VAN PRIVACY VOORTKOMEND UIT OF OP ENIGE MANIER VERWANT AAN HET GEBRUIK VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN HET SOFTWAREPROGRAMMA, OF ANDERSZINS IN COMBINATIE MET ENIGE BEPALING IN DEZE SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST), ONGEACHT DE AARD VAN DE CLAIM, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT SCHENDING VAN GARANTIE OF CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD (INCLUSIEF NALATIGHEID OF STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID), EN ZELFS NIET ALS LEXMARK, OF ZIJN LEVERANCIERS, PARTNERS OF WEDERVERKOPERS OP DE HOOGTE ZIJN G
aanmerking komend voor de upgrade. Na het uitvoeren van de upgrade mag u het originele Softwareprogramma dat de basis vormde voor de upgrade, niet langer gebruiken. 8 BEPERKING VOOR REVERSE-ENGINEERING.
18 VERMOGEN EN RECHT OM HET CONTRACT AAN TE GAAN. U verklaart dat u meerderjarig bent in het land of regio waar u deze Softwarelicentieovereenkomst aangaat en, indien van toepassing, dat u bent gemachtigd door uw werkgever of opdrachtgever om dit contract aan te gaan. 19 VOLLEDIGE OVEREENKOMST.
Index Cijfers 1565 Emulatiefout, laad emulatieoptie 286 200–282.yy Papier vast 285 290-295.yy scannerstoring 285 293 Plaats alle originelen terug bij opn. starten taak 285 293.
annuleren, taak vanuit Windows 106 via het bedieningspaneel van de printer 106 via Macintosh 106 Answering (Bezig met antwoorden) 272 AppleTalk, menu 182 B bedieningspaneel van de printer 23 fabrieksinstellingen, herstellen 255 bedieningspaneel, printer 23 bedraad netwerk gebruiken met Macintosh 64 bedraad netwerk, installatie met Windows 64 beginscherm knoppen 24 bekijken rapporten 255 bellen met de Klantenservice 313 bestandstype voor verzending wijzigen 125 bestellen ADI, grijpmechanisme 252 Scheidingsr
etiketten, papier tips 100 exemplaren sorteren 112 F fabrieksinstellingen, herstellen bedieningspaneel van de printer, menu's 255 Fax mislukt 274 fax verzenden via de computer 142 faxen aanpassen aan zomertijd in- of uitschakelen 142 adresboek gebruiken 147 annuleren, faxtaak 150 doorsturen, faxen 153 een faxverbinding kiezen 129 fax verzenden op een gepland tijdstip 148 faxen lichter of donkerder maken 148 faxinstellingen 129, 140, 141 faxlog bekijken 149 inschakelen 140 instellen, de datum en tijd 141 op
Informatie over opties van het scanprofiel 160, 161, 162 informatie zoeken 17 Insert Tray (Plaats invoerlade ) 275 installatie draadloos netwerk 57, 60 installeren opties in stuurprogramma 55 printersoftware 54, 143 instellen faxen 129 serieel afdrukken 69 instelling papierformaat 78 papiersoort 78 TCP/IP-adres 180 Universal papierformaat 78 instelling Ecomodus 72 Instellingen SMTP, menu 178 Instellingen, menu 233 instellingen, milieu Ecomodus 72 helderheid aanpassen 74 Spaarstand 73 Stille modus 76
Substitute Size (Ander formaat) 168 TCP/IP 180 Utilities (Extra) 238 XPS 244 opties, aanraakscherm copy 117, 118 e-mail 126, 127 faxen 150, 151 FTP 156, 157 N P Naam faxstation is niet ingesteld 275 naar computer scannen opties 160, 161, 162 NetWare, menu 182 Netwerk 276 Netwerk , menu 176 Netwerkkaart, menu 179 Netwerkrapporten, menu 179 Network (Netwerk) 276 Niet-ondersteund USB-apparaat, verwijder 278 Niet-ondersteunde schijf 278 niet-ondersteunde USB-hub, verwijder 278 niet-reagerende printer
Plaats alle originelen terug bij opnieuw starten van taak.
Nummer faxstation is niet ingesteld 275 Ongeldige pincode 275 Plaats alle originelen terug bij opnieuw starten van taak. 277 Plaats invoerlade 275 Queued for sending (In wachtrij voor verzenden) 277 Restore Held Jobs? (Wachttaken herstellen?) 277 Scandocument te lang 277 Schijf corrupt 274 Schijf vol - Scantaak geannuleerd 274 Serieel 278 Set clock (Klok instellen) 278 Sluit klep of plaats cartridge 273 Sluit voorklep 273 SMTP-server is niet ingesteld. Waarschuw uw systeembeheerder.
problemen oplossen, faxen blokkeren van ongewenste faxen 149 kan geen faxen verzenden of ontvangen 296 kan wel faxen ontvangen, maar niet verzenden 298 kan wel faxen verzenden, maar niet ontvangen 297 nummerweergave werkt niet 295 ontvangen fax heeft een slechte afdrukkwaliteit 299 problemen oplossen, kopiëren documenten of foto's worden worden gedeeltelijk gekopieerd 293 kopieerfunctie reageert niet 291 scannereenheid sluit niet 291 slechte kopieerkwaliteit 291 slechte kwaliteit van gescande afbeeldingen 2
T taken in wacht 101 afdrukken vanaf de Macintoshcomputer 103 afdrukken via Windows 102 TCP/IP, menu 180 testpagina’s voor afdrukkwaliteit afdrukken 105 tips briefhoofdpapier 99 enveloppen 99 etiketten, papier 100 karton 101 tonercartridges recycling 76 transparanten laden 83 maken 109 tips voor het gebruik van 99 U Universal papierformaat instelling 78 universeellader laden 83 USB-poort 52 USB/USB 279 V vaste schijf met adapter problemen oplossen 300 vaste schijf van de printer installeren 43 Veilig