Gebruiksaanwijzing Koelkast mit BioFresh, inbouwbaar 091210 7082448 - 03 EKB/ (S)IKB ...
Het apparaat in vogelvlucht Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Het apparaat in vogelvlucht.................................. Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... Toepassingen van het apparaat............................... Conformiteit.............................................................. Energie sparen......................................................... 2 2 2 3 3 2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3 3 3.1 3.2 Bedienings- en controle-elementen.
Algemene veiligheidsvoorschriften Aanwijzing u Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet vermindert de koelprestatie. Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van SN 10 °C tot 32 °C N 16 °C tot 32 °C ST 16 °C tot 38 °C T 16 °C tot 43 °C 1.3 Conformiteit Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen evenals de EG-richtlijnen 2006/95/EG en 2004/108/EG. 1.
Bedienings- en controle-elementen 3 Bedienings- en controleelementen 3.1 Bedienings- en controlepaneel Fig. 2 (1) Temperatuurdisplay (2) Insteltoets Up (3) Insteltoets Down (4) Toets On/Off WAARSCHUWING Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting. u Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
Bediening 4.4 Apparaat aansluiten LET OP Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten! u Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom) of spaarstekker. WAARSCHUWING Brand- en oververhittingsgevaar! u Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos. Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Bediening gebruiken: u Flessenrek de glasplaat ruimtebesparend onder het flessenrek plaatsen. u Flessen met de onderkant naar achter tegen de achterwand leggen. Indien de flessen uit het flessenrek steken: u De onderste opbergvakken in de deur een positie hoger zetten. 5.4.2 Temperatuur instellen u Til het draagplateau op en trek het naar voren uit. u De korte glasplaat bovenaan voor de ventilator inschuiven.* u Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven wijzend inschuiven.
Bediening vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen. 5.5.2 DrySafe De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat. 5.5.3 Levensmiddelen bewaren Aanwijzing u Niet in het BioFresh-gedeelte horen kougevoelige groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes en alle kougevoelige zuidvruchten.
Bediening w Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur aangegeven. 5.5.6 De vochtigheid instellen in de HydroSafe u u Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de plaat van onder in de achterste houder Fig. 8 (1) plaatsen en aan de voorkant in de houder Fig. 8 (2) vastklikken. 5.6 Vriesvak* In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
Onderhoud 6 Onderhoud 6.1 Ontdooien 6.1.1 Koelgedeelte ontdooien Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing. u Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan weglopen (zie 6.2) . 6.1.2 Vriesvak ontdooien In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp. ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp.
Storingen u Apparaataanduiding Fig. 9 (1), service-nr. Fig. 9 (2) en serie-nr. Fig. 9 (3) van het typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat. Een lage bromtoon. → Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de ventilator. u Het geluid is normaal. Vibratiegeluiden. → Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor Fig. 9 u Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem, apparaataanduiding Fig. 9 (1), service-nr. Fig.
Apparaat afdanken u Stekker uittrekken. u Apparaat reinigen (zie 6.2) . u Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename geuren kunnen ontstaan. 9 Apparaat afdanken Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Apparaat afdanken 12