SENTRY GASBOILERS MODELLEN: EBW145 NL EBW160 NL EBW200 NL EBW250 NL EBW275 NL EBW360 NL EBW500 NL Installatie- en bedieningsvoorschriften Onderhoudsinstructies Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 320.01.
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN _____________________________________________ 1 1.1 Algemeen ___________________________________________________________ 1 1.2 De opstelling van de boiler _______________________________________________ 1 1.3 Wateraansluitingen ____________________________________________________ 1 1.4 Druk- en temperatuurbeveiliging van het water ________________________________ 2 1.5 Waterkwaliteit ________________________________________________________ 2 1.
1. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN 1.1 Algemeen Lees eerst deze installatievoorschriften alvorens met de installatie wordt begonnen.
Het verdient aanbeveling voor het aansluiten van de wateraansluitnippels driedelige koppelingen toe te passen. Wanneer men aan de watertoevoer- en afvoernippels van de boiler soldeert, beschadigt men de kunststof bekleding van de boileraansluitnippels, hetgeen spoedige lekkage aan deze aansluitingen ten gevolge zou kunnen hebben. Indien een circulatieleiding wordt toegepast dient deze volgens figuur 3 te worden aangesloten.
1.7 Elektrische aansluiting Aansluiting dient te geschieden overeenkomstig de NEN1010. De aansluitspanning is 230V/50Hz, het toestel dient geaard te worden. Verwijder de deksel van de aansluitkast. Verbind de elektrische voeding met de klemmen L en N.
1.8 1.8.1 Rookgasafvoersysteem Rookgasklep (optie) Plaats de opening van de rookgasklep over de opstaande rand van de rookgasverzamelkap boven op de boiler, zie figuur 5. Verdraai de klep zodanig, dat aansluitsteker van de rookgasklep met de contra-steker aan de zijkant van de boiler verbonden kan worden. rookgasklep rookgasverzamelkap figuur 5 Bij de GBS uitvoering moet de brug "flue damper" op de printplaat in de positie "ON" staan. 1.8.
2. INSTRUCTIES VOOR IN BEDRIJF STELLEN 2.1 Het vullen van de boiler • Controleer of de aftapkraan van de boiler gesloten is. • Open de hoofdkraan van het water en daarna alle warmwatertappunten, zodat de in de installatie en boiler aanwezige lucht kan ontsnappen. • Vul de boiler door de koudwater-toevoerkraan open te draaien. De boiler is gevuld zodra er water uit alle warmwatertappunten stroomt. 2.
N.B. Direct na het in bedrijf stellen van de boiler of bij zeer hoog waterverbruik (dus snelle bijvulling van koudwater), kan condensatie op de nog koude bodem van de tank optreden. Er kunnen dan druppels water op het branderbed terechtkomen, hetgeen een sissend geluid veroorzaakt. Dit verschijnsel is normaal en zal zodra de bedrijfstemperatuur is bereikt verdwijnen. 2.
• Houdt de toets “ “ terwijl gelijktijdig met de toetsen “ h “ en “ m “ de actuele tijd in resp. uren en minuten wordt ingevoerd. • Na het loslaten van toets “ “ ligt de tijdsaanduiding vast. Met de toets “ ±1h “ kan de zomer c.q. wintertijd worden ingesteld. Bij de eerste maal indrukken (met een stift) wordt er over geschakeld op zomertijd; de actuele tijd wordt nu één uur vooruit gezet en links boven in het display verschijnt +1h. 2.6.
2.6.4 Handmatig bedienen van de schakelklok Met de toets “ “ kan de schakelklok handmatig worden bediend. • Wordt 1 maal op de toets “ “ gedrukt dan verandert de actuele bedrijfstoestand; was de boiler in bedrijf dan wordt deze uit bedrijf gesteld, was de boiler buiten bedrijf dan wordt deze in bedrijf gesteld. In het display verschijnt het symbool in combinatie met of ten teken dat de boiler in bedrijf resp. uit bedrijf is.
3. ONDERHOUD De tank van de boiler moet regelmatig worden doorgespoeld. Bij normaal warmwaterverbruik en in een gebied waar niet te hard water is, moet doorspoelen minstens eenmaal per kwartaal geschieden. In gebieden met hard water is doorspoelen eenmaal per maand een vereiste. Open de aftapkraan en laat zolang water uit de boiler stromen, totdat er met het water geen kalkbezinksel meer meekomt.
3.2 Correx anode Controleer met het onderhoud de werking van de Correx anode. Een groen lampje op de potentiostaat geeft aan dat de Correx anode goed functioneert. Een rood lampje op de potentiostaat geeft een storing aan, ga als volgt te werk: - Haal de aardkabel en een van de kabels van de Correx anodes los. - Houdt de uiteinden in een bakje met water, indien het lampje groen wordt is vermoedelijk de Correx anode vervuild en moet deze gereinigd worden.
4. TECHNISCHE GEGEVENS tabel 1 Model EBW 145 160 200 250 275 360 500 ltr kg 145 190 2 297 240 2 370 275 2 297 240 2 370 280 2 280 265 2 245 305 3 I2L (aardgas - G25) Nominale belasting (ow) Nominaal vermogen Gasverbruik Branderdruk Diameter inspuiters Opwarmtijd ∆T = 45°C kW kW m3/h mbar mm min.
5.
6.
7. AFMETINGEN tabel 2 Model EBW 145 160 200 250 275 360 500 A B C D E F G H J ∅ ∅ 1286 1096 711 883 492 460 150 118 ¾ 1½ 1825 1635 711 1422 492 460 150 118 470 ¾ 1½ 2105 1915 711 1702 492 460 150 118 470 ¾ 1½ 1893 1635 711 1422 492 460 200 118 470 ¾ 1½ 2172 1915 711 1702 492 460 200 118 470 ¾ 1½ 1934 1673 711 1375 734 483 200 264 ¾ 1½ 1829 1635 711 1375 734 483 250 264 ¾ 1½ hoogte incl. trekonderbreker hoogte toestel diameter toestel hoogte warmwateraansl. voorzijde hoogte koudwateraansl.
8. STORINGSSLEUTEL 8.1 Toestellen met rookgasklep: de rookgasklep opent niet Staat de thermostaat warmtevragend? ja ↓ Bij toestellen met schakelklok: Is er warmtevraag van de schakelklok? ja ↓ Is er spanning (24 VAC) aanwezig aan de secundaire zijde van de transformator? ja ↓ Zijn de contacten 1 en 2 van de regelthermostaat gesloten? ja ↓ Neem de gele kabels op de contacten 4 en 5 van de schakelklok los en verbind deze met elkaar door. ↓ Opent de rookgasklep nu? ja ↓ Vervang de schakelklok.
8.2 Er is geen vonk bij de aansteekbrander Bij toestellen met rookgasklep: Verbreek de verbinding tussen de steker van de rookgasklep en de contra-steker van de boilerkabel. Maak een doorverbinding tussen de gele en zwarte draad in de boilerkabel. Dit kan gedaan worden m.b.v. de los bijgeleverde overbruggingsteker. ↓ Functioneert de boiler met deze doorverbinding? nee ↓ Verbind de steker van de rookgasklep weer met de contra-steker van de boilerkabel. Schakel de elektrische voeding uit.
8.3 Ontstekingsvonk is aanwezig maar de aansteekbrander wordt niet ontstoken Is er spanning (24 VAC) tussen de klem PV en klem PV/MV op de ontsteekautomaat? ja ↓ Is de gasleiding goed ontlucht? ja ↓ Is de voordruk juist? (min. 20 mbar, max. 30 mbar) ja ↓ Is er vonkoverslag in de gasstroom van de aansteekbrander? ja ↓ Controleer de aansteekbrander op vervuiling. ↓ Is de aansteekbrander vervuild. nee ↓ Vervang het gasblok. nee → Vervang de ontsteekautomaat. nee → Ontlucht de gasleiding.
8.4 De aansteekbrander brandt maar de hoofdbrander wordt niet ontstoken Neem de rode en blauwe kabel los van de klemmen 3 en 4 op de thermostaat en verbind deze met elkaar door. (De kabels mogen geen contact meer hebben met de klemmen van de thermostaat) ↓ Komt de hoofdbrander nu in bedrijf? nee ↓ Is de gasleiding goed ontlucht? ja ↓ Is de voordruk juist? (min. 20 mbar, max.
9.