Operation Manual

- 10
Eerste ingebruikneming
Bij goede ontvangstcondities kan voor DVB-T een kamerantenne worden
gebruikt. In de handel worden passieve en actieve kamerantennes aangeboden.
Bij actieve antennes wordt de voedingsspanning geleverd via de antenneaan-
sluiting. Bij de automatische programmering of bij
“Tv-menu – Aansluitingen – Antenne DVB – Antenne DVB-T“ moet de geleverde
voedingsspanning (5 Volt) overeenkomstig ingesteld worden.
Het is beter een antenne zonder richtkenmerken te gebruiken. Als de locatie
buiten het normale zendbereik ligt, kan ter verbetering van de ontvangstkwali-
teit ook een richtantenne gebruikt worden.
Meer informatie over digitale zenders met ontvangst in uw regio krijgt u bij uw
dealer.
Als er achteraf een PIP-tuner werd toegevoegd, dan steekt u de antenne in de
antenne-ingang van de PIP-tuner en sluit u de uitgang van de PIP-tuner aan op
de ingang ANT-TV (Tuner 1). Zie de afbeelding op pagina 5.
Toestelgebonden uitrusting en uitbreidingsmogelijkheden voor CI-Slot, PIP- en
satelliettuner, zie pagina 41 en 42.
Bij een achteraf toegevoegde digitale satelliettuner
sluit u uw schotelantenne-
installatie aan op de ingang ANT-SAT.
Gebruik bij het leggen van de kabel de onder aan het tv-toetsel aangebrachte
kabelklemmen.
Het gebruik van de gewapende slang (optie)
Gebruik de gewapende slang
om de voedingskabel, de anten-
nekabel en eventuele kabels van
andere elektronische componenten
gebundeld doorheen te leiden en
leid de slang met de kabels naar de
aansluitdozen. Hierdoor kunt u de
kabels netjes leggen.
De doorsnede van de gewapende
slang wordt groter wanneer u hem in de lengte inschuift (zie afbeelding). Zo
kunt u de kabels met stekker er gemakkelijker inschuiven.
De gewapende slang kunt u als accessoire verkrijgen bij uw Loewe-dealer of bij
de klantendienst van Loewe.
Conditional Access module aanbrengen
(Alleen bij toestellen met CI-Slot)
Om gecodeerde digitale programma‘s te kunnen ontvangen, moet er een Condi-
tional Access (CA-module
(1
) en eventueel een Smart Card
(1
in het bijbehorende
station van uw tv-toestel worden aangebracht. U vindt de Common Interface
(CI-Slot) op de achterkant van uw tv-toestel, zie afbeelding op pagina 5.
1. Let erop dat het tv-toestel bij de netschakelaar op het apparaat is uitgescha-
keld.
2. Schuif vervolgens de Smart Card tot aan de rand in de CA-module. Steek de
Smart Card zodanig in, dat
de kant met de goudkleurige
contactchip naar de met het
merk van de fabrikant be-
drukte zijde van de module
wijst. De opgedrukte pijlen
tonen hoe u de kaart moet
invoeren. Let a.u.b. ook op
de installatiehandleiding, die bij de Smart Card wordt
meegeleverd.
3. Schuif de CA-module voorzichtig met de contactzijde
naar voren in de slot. Wanneer u voor het tv-toestel
staat, moet het logo op de CA-module daarbij naar
achter wijzen.
Let erop dat de module niet verdraait. Gebruik niet
teveel druk.
Wanneer de module op zijn plaats klikt, wordt de
uitwerpknop naar buiten gedrukt.
(1
De CA-module en de Smart Card zijn niet in het
leveringspakket van het toestel inbegrepen. Ze zijn
doorgaans bij uw dealer verkrijgbaar.
Inschakelen
Schakel het tv-toestel in standby met behulp van de aan/uit-
toets op de voorkant van het toestel, achter de klep.
Het rode lampje op het toestel brandt nu.
Wanneer het toestel in standby staat (rood lampje brandt)
kunt u het inschakelen met de blauwe aan/uit-toets of met
een cijfertoets op de afstandsbediening.
contacten zitten
Uitwerpknop
CA-module
CI-Slot