Operation Manual

11 -
Eerste ingebruikneming
Automatische programmering
Wanneer het tv-toestel voor de eerste maal wordt ingeschakeld, wordt de auto-
matische programmering van het tv-toestel gestart. Doorloop de menu’s die op
het beeldscherm verschijnen.
Door op één van de pijlrichtingen te drukken, kiest u de instel-
lingen...
... u bevestigt uw instellingen door in het midden op OK te
drukken. U komt dan in het volgende menu terecht.
Terug naar het vorige menu.
1. Eerst moet u de menutaal voor uw toestel selecteren.
2. Door te drukken op de OK-knop komt u in het menu “Antennekabel(s)
aansluiten“. Wanneer u digitale satellietzenders wilt ontvangen, dan kiest u
“DVB-S“ en bevestigt u met de gele
knop. Wilt u ook digitale grond-
zenders (DVB-T) ontvangen, dan
selecteert u “DVB-T“. Als u ook “An-
tenne/kabel (analoog)“ selecteert,
dan kunnen ook de gewone analoge
zenders gezocht en opgeslagen
worden. Wanneer u digitale zenders
via de kabel kunt ontvangen, dan selecteert u “DVB-C“ met de gele knop.
3. Voor de landsgebonden sortering van zenders en voor de standaardinstel-
lingen voor DVB-T en DVB-C geeft u de plaats aan waar het tv-toestel wordt
gebruikt.
4. Wanneer u “DVB-T” geselecteerd hebt, komt u in het menu
Antenne DVB-T“. Gebruikt u een actieve antenne, dan selecteert u “ja (5V)“.
5. Als u �DVB-C“ hebt gekozen hoeven de symboolsnelheden en de modu-Als u �DVB-C“ hebt gekozen hoeven de symboolsnelheden en de modu-
latiewijzen doorgaans niet aangepast te worden.
Indien uw kabelnet met andere symboolsnelheden werkt, geef dan de
vereiste waarde in met de cijfertoetsen van de afstandsbediening. Als de
symboolsnelheid steeds gelijk blijft, geeft u voor beide symboolsnelheden
dezelfde waarde in. Indien uw kabelnet met andere modulatiewijzen werkt,
kies dan de vereiste wijze in het menu. Als slechts één modulatiewijzen
wordt gebruikt, kiest u �geen“ voor Modulatiewijze 2.
Vraag zo nodig raad bij uw vakhandelaar over de vereiste instellingen voor
uw kabelnet.
6. In het menu “Satelliet-installatie selecteren“ treft u de keuze die overeen-
komt met uw schotelantenne-installatie.
Opmerking: Voor specicaties over uw schotelantenne-installatie en de an-
tenne-instellingen kunt u eventueel navraag doen bij de schotelinstallateur
en/of uw dealer.
7. Selecteer de satelliet waarop uw schotel gericht is, bijv. ASTRA1.
Wanneer u slechts één satelliet ontvangt...
8. Geef in het volgende menu aan, of het zoeken van de zenders over de High
en Low Band (“Ja“) dient te gebeuren of alleen over de Low Band (“Nee“).
Opmerking: Bij de meeste schotels is het nodig over beide Bands te zoeken.
9. Voor Low Band en High Band zijn de standaardfrequenties 9750 MHz
(9,75GHz) en 10600 MHz (10,6 GHz) vooraf gegeven.
Is uw schotelantenne uitgerust met een LNC (LNB) met afwijkende oscil-
latorfrequentie, dan voert u telkens de bijbehorende frequentie in voor Low
en High Band. Opmerking: De correcte weergave van de ontvangstfrequen-
ties in het Tv-menu - Instellingen - Zenders - Manueel instellen hangt af van
deze instelling!
10. U dient met de eerder ingevoerde instellingen beeld met geluid te ontvan-
gen (alleen bij ASTRA 1 en HOTBIRD). Druk vervolgens op OK.
11. In het menu “Voorprogrammering“ selecteert u, voor het snel programmeren
van de satellietzenders, de standaard voorprogrammering.
Om er zeker van te zijn dat alle momenteel te ontvangen zenders gezocht en
opgeslagen worden, kiest u hier “Nee“.
Symboolsnelheid: Het standaard aantal symbolen (22000 en 27500) is
al vooraf gegeven. Indien u zenders met andere aantallen symbolen wilt
ontvangen, voert u hier met de cijfertoetsen van de afstandsbediening de
overeenkomende waarden in.
12. Met OK krijgt u een overzicht van de instellingen waarmee de automatische
programmering dient te gebeuren.
13. Druk nogmaals op de OK-toets. Het zoeken van de zenders wordt dan
gestart. Het toestel zoekt, sorteert en slaat alle te ontvangen tv-zenders op
volgens uw instellingen en aangesloten antennes.
14. Als de tv-zenders zijn opgeslagen, dan wordt dat gemeld.
15. Met OK worden vervolgens de radiozenders gezocht.
16. Het tv-toestel zoekt alle radiozenders die via uw antenne-inrichting ontvan-
gen kunnen worden, het slaat die zenders op en sorteert ze.
17. Tot slot meldt u uw videorecorder, decoder en audio-installatie aan met de
aansluitwizard en verbindt u deze volgens het weergegeven aansluitschema
met het tv-toestel. Wanneer u later nog meer toestellen wenst aan te slui-
ten, vindt u daar informatie over vanaf pagina 29.
U kunt de eerste ingebruikneming te allen tijde herhalen, bijv. na een verhui-
zing. Roep met de INFO-toets het trefwoordenregister op (in de tv-modus,
waarbij er geen menu geopend is). Selecteer vervolgens het trefwoord “Eerste
ingebruikneming herhalen” (u vindt dat ook voor de letter A afzonderlijk ver-
meld). Met OK start u dan de eerste ingebruikneming.
Zenders sorteren
U kunt de automatisch uit te voeren zendersortering later te allen tijde naar
wens veranderen. Zie daarvoor “Tv-menu – Instellingen – Zenders – Zenders
wijzigen“ (niet bij DVB-T zenders in Groot-Brittannië).
OK
Eerste ingebruikneming
Antennekabel(s) aansluiten
Verder
Terug
OK
Aansluiten/verwijderen
Antennekabel(s): op antenne-ingang(en):
Antenne/kabel (analoog) ANT TV
DVB-T ANT TV
DVB-C ANT TV
DVB-S ANT SAT
OK