Operation Manual

44
Bijlage B - Woordenlijst
Versterker
Anamorfotische
weergaven
Hoogte-
breedteverhouding
A/V-schakelaar
DLP® (Digital Light
Processing)
DVR (dvd-recorder)
HDTV (High Definition
Television)
Lichtcontroller
Minisysteem
NTSC (National
Television System(s)
Committee)
Uitvoerapparaat
Een stereocomponent die naar speakers uitvoert en de
versterking of het niveau van een geluidssignaal verhoogt. Een
versterker omvat meestal geen radio.
Ook wel ‘Geschikt voor breedbeeld’ of ‘Geschikt voor 16:9’
genoemd. Het proces waarbij een 16:9-beeld horizontaal tot
een 4:3-ruimte wordt verkleind om beelden tussen de hoogte-
breedteverhoudingen van breedbeeld en normale televisie te
converteren. Wordt op vele dvd’s gebruikt.
De verhouding tussen beeldbreedte en beeldhoogte. De
verhoudingen van lms zijn meestal 1.85:1 en 2.35:1.
Televisieschermen zijn meestal 1.33:1 (ook wel bekend als 4:3).
HDTV is 1.78:1, ofwel 16:9.
Een apparaat met meerdere audio- en videobroningangen dat
het signaal van een geselecteerde audio-/videobroningang naar
een uitvoerapparaat verzendt, zoals speakers of een tv.
Projectorschermtechnologie die afzonderlijk bestuurde,
piepkleine spiegels (microspiegels) gebruikt om een beeld te
produceren. Oorspronkelijk ontwikkeld door Texas Instruments.
Een standalone-eenheid die qua uiterlijk en functionaliteit veel
van een VCR wegheeft. Net zoals een VCR hebben alle dvd-
recorders AV-broningangen. Ze kunnen ook tv-programma’s
opnemen.
De hoge-resolutievorm van televisie. HDTV heeft 1125
resolutielijnen, ofwel meer dan vijf keer zo veel video-informatie
als een televisie, wat voor een veel scherper, gedetailleerder
beeld zorgt.
Een apparaat dat met een set lampen verbonden is, en waarmee
de lampen op afstand aan-/uitgezet of gedimd kunnen worden.
Eén eenheid die een tv en een dvd-speler of VCR, of een radio en
een versterker combineert.
De standaardindeling voor video-uitzending die in Noord-
Amerika gebruikt wordt.
Een apparaat dat het geluid of beeld produceert, bijvoorbeeld
een tv of speakers.