Operation Manual

13
KIES DE JUISTE OMGEVING
Het vertrek (de keuken) waar een
gastoestel wordt geïnstalleerd moet vol-
doende geventileerd zijn voor een goede
verbranding.
De verse lucht moet rechtstreeks toe-
stromen door een of meer ventilatieope-
ningen in de buitenmuur met een geza-
menlijke doorsnede van minstens 200
cm
2
.
De beste plaats voor de ventilatieopenin-
gen is dicht bij de vloer, aan de overkant
van de muur met de afvoeropening van
de verbrandingsproducten.
De ventilatieopeningen moeten zo
gemaakt zijn dat deze niet verstopt kun-
nen raken, noch van binnen af, noch van
buiten af.
Als het niet mogelijk is te voorzien in de
nodige ventilatieopeningen, dan moer er
voor worden gezorgd dat er verse lucht
toestroomt uit een aangrenzend vertrek
dat wèl is geventileerd zoals aangege-
ven, op voorwaarde dat het geen slaap-
kamer of gevaarlijke ruimte is.
H min 650 mm
afb. 4.3 afb. 4.4
Opening
luchttoevoer
Opening
luchttoevoer
Elektrische ventilator
voor de afvoer van
verbrandingsproducten.
Afzuigkap voor de
afvoer van
verbrandingsproducten
AFVOER VAN
VERBRANDINGSPRODUCTEN
De verbrandingsproducten van een gas-
komfoor moeten worden verwijderd door
een afzuigkap met een afvoerkanaal dat
rechtstreeks naar de buitenlucht voert
(afb. 4.3).
Als dit niet mogelijk is, dan kan er een
elektrische ventilator worden gemon-
teerd in een buitenmuur of vensterruit,
met voldoende vermogen om per uur
een doorstroming van 3 à 5 maal het
volume van de keuken zeker te stellen
(afb. 4.4).
Een ventilator mag slechts worden geïn-
stalleerd als er ventilatieopeningen aan-
wezig zijn die voldoen aan hetgeen ver-
meld in het hoofdstuk “Ventilatie”.