Operation Manual

Bij het inschakelen van het beveiligingssysteem worden alle sensoren op hun conditie gecontroleerd. Wanneer er een fout wordt
geconstateerd hoort u een repeterend tweetonig ‘foutsignaal’. Wanneer een sensor (b.v. zone 9) meldt dat er een probleem is
geconstateerd dan ziet u dit op het display:
Bij een raam of deur welke open staat: OPEN ZONE 9
Bij een sabotagemelding: TAMPER ZONE 9
Bij lege batterijen of een bereikprobleem: PROBLEEM ZONE 9
Een sabotagemelding dient u op te lossen voordat u het systeem kunt inschakelen (b.v. het bovenste klepje van de centrale sluiten).
Zowel de centrale als de DS90 en de MS90 zijn voorzien van een sabotagecontact. Als iemand de centrale of een sensor opent,
en het alarm is ingeschakeld, volgt een alarmmelding. Wanneer het alarm NIET is ingeschakeld, krijgt u een foutmelding op het
display van de de centrale
Bij de andere foutmeldingen kunt u ervoor kiezen om de betreffende sensor niet te activeren (bypass). U dient dan tijdens de
weergave van het repeterende ‘foutsignaal’ de toets CLEAR in te drukken en daarna het alarm opnieuw in te schakelen. De zone-
indicator van de betreffende sensor gaat nu snel knipperen.
Mochten er meer sensoren met problemen zijn, dan verschijnt informatie over de volgende sensor in het display.
De bypass blijft gelden totdat u het alarm uitschakelt (Disarm).
BASISMOGELIJKHEDEN
22 MARMITEK