Operation Manual

11.3 Alarmfuncties bedienen via een telefoon op afstand
1. Bel naar huis. De centrale neemt op.
2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PINcode in.
3. Wanneer de PINcode juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PINcode niet juist is hoort u "Error".
4. Druk op 0, gevolgd door * om uw beveiligingssysteem in te schakelen.
5. Druk op 0, gevolgd door # om uw beveiligingssysteem uit te schakelen.
Wanneer u op 9 9 gevolgd door * drukt, geeft de centrale zijn status door:
Dit kan zijn:
ARMED HOME: Het systeem is ingeschakeld in de ARM HOME mode.
ARMED AWAY: Het systeem is ingeschakeld in de ARM AWAY mode.
DISARMED: Het systeem is uitgeschakeld.
EMERGENCY ALARM: Er is een alarm veroorzaakt door een PANIEKTOETS van een afstandsbediening of een
Marmitek SD10 Rookmelder.
ALARM IN ZONE 3: (voorbeeld met zone 3) Er is een alarm veroorzaakt door de sensor in zone 3
(draadloze sensor of noodsensor).
11.4 Verlichting en apparatuur bedienen via een telefoon op afstand
1. Bel naar huis. De centrale neemt op.
2. U hoort "Please enter PIN". Geef nu uw PINcode in.
3. Wanneer de PINcode juist is, hoort u "PIN accepted". Wanneer de PINcode niet juist is hoort u "Error".
4. Druk op 4 *: de Marmitek X-10 module met UnitCode 4 wordt ingeschakeld. U hoort "4 ON" als bevestiging.
5. Druk op 4 #: de Marmitek X-10 module met UnitCode 4 wordt uitgeschakeld. U hoort 4 OFF als bevestiging.
12. Batterijen vervangen
Bij normaal gebruik gaan batterijen van de sensoren en afstandsbedieningen ongeveer een jaar mee. De levensduur van de batter-
ijen is echter afhankelijk van hoe vaak de sensor geactiveerd wordt.
Gebruik bij voorkeur Alkaline batterijen, maar in ieder geval nooit oplaadbare batterijen (oplaadbare batterijen hebben doorgaans
een te lage spanning en raken, ook bij een minimale stroomafname, binnen enkele maanden leeg).
Centrale - 4xAA batterij
De noodstroom batterijen in de centrale zorgen ervoor dat tijdens spanningsuitval het complete systeem zo´n 12 uur operationeel
blijft (als er geen alarm optreedt).
Wanneer er tijdens een stroomstoring een alarm optreedt, zal de centrale bewust de sirene niet in werking stellen om batterijen
te sparen. De telefoonkiezer zal gewoon functioneren.
Wanneer zowel de spanning uitvalt en de noodstroombatterijen leeg zijn, blijven toch alle instellingen bewaard omdat deze
geprogrammeerd worden in een niet vluchtig geheugen (EEPROM). In deze situatie zult u de klok opnieuw moeten instellen.
Bij het bewust voor langere tijd afschakelen van de spanning (b.v. bij een verbouwing) dient u de batterijen uit de centrale te
nemen om onnodig leeglopen te voorkomen.
Wanneer de noodstroombatterijen leegraken of niet geïnstalleerd zijn, gaat op de centrale de BATTERY-indicator branden.
Wanneer u tijdens het verwisselen van de batterijen het klepje van uw centrale opent, verschijnt het woord "TAMPER" in het
display. Nadat u de batterijen hebt geïnstalleerd en het klepje heeft gesloten geeft u uw PINcode in (fabrieksinstelling 0000, zie
8.3) om het woord TAMPER te laten verdwijnen.
UITGEBREIDE MOGELIJKHEDEN
35SAFEGUARD / TOTALGUARD