Operation Manual

20
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen. Wij adviseren u eerst
onderstaande aanwijzingen te lezen voordat u contact opneemt met de servicedienst.
Wanneer de veiligheidsinrichting heeft ingegrepen, start de afwasmachine niet of hij stopt tijdens het afwassen,
alle toetsen zijn buiten werking, behalve de "Aan/uit" toets. Het controlelampje van het programma dat bezig is
en het controlelampje van een of meerdere programmafasen (AFWASSEN, DROGEN, EINDE PROGRAMMA)
knipperen.
Schakel de afwasmachine uit met de Aan/uit toets en ga na of u de storing kunt verhelpen met behulp van
onderstaande tabel. Start een programma om te controleren of u de storing verholpen heeft; bel de
servicedienst als de alarmmelding nog steeds aanwezig is.
Herstel van eenvoudige storingen
Storing Foutcode Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De machine neemt geen Lampje AFWASSEN
De kraan is dichtgedraaid.
water in knippert
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt Lampje DROGEN
De afvoerslang is geknikt.
niet knippert
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlenging van de afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
De bescherming tegen Lampjes AFWASSEN en
Waterkraan dichtdraaien en contact opnemen
overstroming is in werking DROGEN knipperen servicedienst
getreden
Algemeen Eén of meer lampjes
Schakel de afwasmachine uit en weer in en start
knipperen een programma; bel de servicedienst als de
alarmmelding wederom verschijnt.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk
De machine staat niet waterpas of is niet op de
dicht juiste wijze ingebouwd.
Kalkvlekken, strepen,
Kijk in alle gevallen naar zowel het zout- als het
waas op het serviesgoed glansmiddelreservoir. In beide moet voldoende
aanwezig zijn.
Het servies is niet droog
Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
Het afwasresultaat is
De korven zijn te vol beladen.
niet goed
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet
draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen
is of zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(inspoelbak).
Een of meerdere zeven verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is
te oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutreservoir zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor de
aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.