Operation Manual

Werkingsmodus van de binnenunits veranderen.
Start in het hoofdscherm
Druk eenmaal op ‘Set’ om de instellingen van één binnenunit te veranderen. Druk nog eenmaal
op ‘Set’ om de instellingen van alle binnenunits te veranderen. Druk herhaaldelijk om tussen deze
twee opties te wisselen. Indien de instellingen van één binnenunit worden veranderd: Gebruik de
’,’’,’’ en ‘’ toetsen om een binnenunit te selecteren.
Wanneer ‘All’ zichtbaar is in het display worden de instellingen veranderd bij alle binnenunits. Als
de instellingen van één binnenunit worden veranderd wordt het nummer van de binnenunit
getoond in het display.
Druk op ‘Mode’ om de werkingmodus van de binnenunit te selecteren: ‘Automatisch’, ‘Koelen’,
‘Verwarmen’, ‘Ontvochtigen’ of ‘Uitschakelen’. Wanneer uitschakelen wordt gekozen, druk op
‘Confirm’.
Wanneer ‘Koelen’ of ‘Verwarmen’ als werkingsmodus is geselecteerd, kan de temperatuur
worden ingesteld met ‘Add’ en ‘Reduce’. In de andere werkingsmodus kan geen temperatuur
worden ingesteld.
Druk op ‘Fan’ om de ventilatiesnelheid in te stellen. De opties zijn ‘Automatisch’, ‘Laag’, ‘Middel’
en ‘Hoog’.
Druk op ‘Swing’ om de swing aan en uit te zetten.
Druk op ‘Confirm’ om de bovenstaande instellingen de versturen naar de geselecteerde
binnenunits.
LET OP!
Schakel de airconditioners altijd in en uit doormiddel van de bovenstaande procedure
in plaat van de aan en uit knop op de Weekly Centralized Controller te gebruiken.