Operation Manual

13
Vervang de meegeleverde kabels niet door andere kabels.
Maak uitsluitend gebruik van de meegeleverde kabels omdat
deze in onze laboratoria uitgebreid zijn getest.
Maak voor het aansluiten van uw randapparatuur ook uits-
luitend gebruik van de kabels die met de apparatuur worden
meegeleverd.
Zorg dat alle verbindingskabels zijn aangesloten op de bijbe-
horende randapparatuur om interferentie te voorkomen. Ver-
wijder kabels die niet in gebruik zijn.
Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangeslo-
ten, die voldoet aan de norm EN 60950 Veiligheid van infor-
matietechnologie“ of de standaard EN60065 Veiligheidseisen
- audio-, video -en soortgelijke elektronische apparatuur“.
4.10. Opmerkingen over het touchpad
Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vin-
ger en reageert op de energie die via de huid wordt afgege-
ven. Maak voor het bedienen van de touchpad geen gebru-
ik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad
hierdoor beschadigd kan worden.
Stof of vet op de touchpad verminderen de gevoeligheid. Ver-
wijder stof of vet op het oppervlak van de touchpad met een
zachte, droge en pluisvrije doek.