Operation Manual

34
17. UEFI-instelling
In de UEFI-instelling (basisconfiguratie van de hardware van uw systeem) heeft u
uitgebreide instelmogelijkheden voor de werking van uw systeem. U kunt hier bij-
voorbeeld de werking van de interfaces, de veiligheidsinstellingen of het energie-
beheer wijzigen. Het systeem is in de fabriek al ingesteld voor optimale werking.
OPMERKING!
Wijzig deze instellingen alleen wanneer het absoluut
noodzakelijk is en u bekend bent met de configuratie-
mogelijkheden.
17.1. UEFI-instelling uitvoeren
U kunt het configuratieprogramma alleen oproepen gedurende een korte periode
na het opstarten. Wanneer het systeem al is opgestart, schakelt u het uit en start het
opnieuw op.
` Druk op de functietoets F2 om de UEFI-instelling te starten.