Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het desbetreffende onderwerp kunt nalezen. Opmerking Uitgebreide instructies voor de navigatie vindt u op de bijhorende DVD en de online-hulp van het toestel. Zie hoofdstuk „Vaak gestelde vragen“ om een antwoord te vinden op vragen die vaak aan onze klantendienst gesteld worden. Deze handleiding wil u in begrijpelijke taal leren werken met uw navigatiesysteem.
De kwaliteit Bij de keuze van de componenten lieten wij ons leiden door hoge functionaliteit, eenvoudige bediening, veiligheid en betrouwbaarheid. Door een uitgebalanceerd hard- en softwareconcept zijn wij in staat om u een op de toekomst gerichte apparaat te presenteren waarmee u bij uw werk en in uw vrije tijd veel plezier zult beleven. De service Door onze individuele klantenservice ondersteunen wij u bij uw dagelijks werk. Neem gerust contact met ons op: wij helpen u met alle plezier.
Inhoud: Veiligheid en onderhoud .................................................................................1 Veiligheidsraadgevingen ............................................................................................... 1 Gegevensbeveiliging ..................................................................................................... 1 Voorwaarden van uw werkomgeving............................................................................ 2 Reparaties...............................
Wijziging in de Security-functie opslaan ...................................................................... 22 Instellingen achteraf instellen ...................................................................................... 23 Opvragen van het paswoord....................................................................................... 24 Navigatiesysteem terugstellen ......................................................................25 Reset ..................................................
Appendix .......................................................................................................45 Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma) ................................................. 45 Synchronisatie met de PC ............................................................................................ 48 I. Microsoft® ActiveSync® installeren........................................................................... 48 II. Met de PC verbinden.................................
vi
Veiligheid en onderhoud Veiligheidsraadgevingen Gelieve dit hoofdstuk aandachtig te lezen en alle raadgevingen die u hier vindt, goed op te volgen. Op die manier bent u zeker van een langdurige werking van uw apparaat. Bewaar ook het verpakkingsmateriaal en de handleiding, zodat u ze bij een eventuele verkoop van uw apparaat aan een nieuwe eigenaar kunt doorgeven. • Laat in geen geval kinderen zonder toezicht van volwassenen met elektrische toestellen spelen.
Voorwaarden van uw werkomgeving Het niet naleven van deze aanwijzingen kan storingen of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Voor deze gevallen geldt geen waarborg. • Laat uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur nooit in contact komen met vocht. Verder vermijdt u ook stof, hitte en directe zonnenstralen. Negeert u deze raadgevingen, dan kan dat leiden tot storingen en beschadigingen van uw apparaat. • Bescherm uw toestel in ieder geval tegen vocht bijv. door regen en hagel.
Elektromagnetische tolerantie • Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u rekening houden met de „Richtlijnen voor elektromagnetische tolerantie“ (EMT). Gelieve er bovendien op te letten, dat enkel bedekte kabels (max. 3 meter) voor de externe interfaces mogen worden gebruikt. • Behoud minstens één meter afstand van hoogfrekwente en magnetische storingsbronnen (televisietoestel, luidsprekerboxen, GSM enz. ) om de goede werking niet in gevaar te brengen en gegevensverlies te vermijden.
Aansluiten Neem volgende raadgevingen in acht om uw apparaat op een correcte manier aan te sluiten: Stroomvoorziening via Auto-adapter • Gebruik de auto-adapter enkel in een sigarettenaansteker van een auto (autobatterij = DC 12V of batterij vrachtwagen = 24V !). Als u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw voertuig, contacteer dan uw autofabrikant. Stroomvoorziening via netadapter • Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat en makkelijk toegankelijk zijn.
Accuwerking Uw apparaat wordt door een ingebouwde accu gevoed. Om de levensduur en de prestatiemogelijkheden van uw accu te optimaliseren en tevens een veilige werking te garanderen, dient u de volgende raadgevingen te volgen: • Een accu kan niet tegen hitte. Legt u deze raad naast u neer, dan kan het tot beschadiging, zelfs explosie van de accu komen. Zorg er dus voor dat u uw apparaat en bijgevolg de ingebouwde accu niet te sterk te verhit.
Onderhoud van het display • Vermijd krassen op het beeldscherm. Het oppervlak kan immers vlug worden beschadigd. Wij raden het gebruik aan van een display-beschermfolie, om zo krassen en vuil te vermijden. U kunt dergelijke folie in de handel verkrijgen. De folie die bij de levering op het display werd aangebracht, dient enkel als transportbescherming! • Draag er goed zorg voor dat u geen waterdruppels op het beeldscherm achterlaat. Water kan immers blijvende verkleuringen veroorzaken.
Transport Volg volgende tips als u uw apparaat wilt transporteren: • Na een transport wacht u met het in werking stellen van uw apparaat totdat hij de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. • Bij grote temperatuurs- of vochtigheidsverschillen kan er zich door condensatie vocht opladen binnenin het apparaat. Dit kan tot een elektrische kortsluiting leiden. • Gebruik een beschermhoes die uw apparaat beschut tegen vuil, vocht, schokken en krassen.
In de levering begrepen Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop te contacteren, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven.
Componenten Vooraanzicht n o Nr. Component Beschrijving n Touch Screen Toont de gegevensoutput van het apparaat. Tik met de vinger of een gepaste stift met „stompe“ punt op het beeldscherm om menuopdrachten te selecteren of gegevens in te voeren. o Weergave „Accu laden“ Knippert oranje, wanneer een extra accu wordt geladen en licht op groen, waneer de bijkomde accu opgeladen is.
Achteraanzicht n o 10 Nr. Component Beschrijving n Hoofdschakelaar Scheidt het toestel volledig van de batterij (ook harde reset). o Luidspreker Geeft gesproken aanwijzingen en waarschuwingen weer.
Onderaanzicht n o Nr. Component Beschrijving n Mini-USBaansluiting Aansluiting voor de verbinding met een pc via de USB-kabel (voor de gegevensaf-stemming) aansluiting voor de externe stroomvoorziening. o SD/MMC-sleuf Sleuf voor de opname van een optionele SD/MMC(Secure Digital)-kaart. Bovenaanzicht GPS Antenne Nr. Component Beschrijving n Aan- en uitschakelaar Schakel het toestel in of uit door een keer kort op de knop te drukken. (Standby modus).
Linker kant met gesloten afdekking met open afdekking n n o o Nr. Component Beschrijving n Externe GPS antenneaansluiting Aansluiting voor een optionele tweede antenne. o Koptelefoon Aansluiting voor koptelefoon (3,5mm). De toestel gedurende lange tijd op volle sterkte gebruiken, kan het gehoor van de gebruiker beschadigen. Optioneel kunt u hier een externe FM-antenne voor TMC-ontvangst aansluiten.
Eerste initialisatie Hierna wordt u stap voor stap door de eerste initialisatie van het navigatie-systeem gevoerd. Verwijder eerst de transportbeschermfolie van het scherm. I. Accu laden U kunt de batterij van uw navigatiesysteem op de volgende manieren opladen: • met behulp van de meegeleverde autoadapter • met behulp van de netadapter of • met behulp van de meegeleverde USB-kabel.
II. Stroomvoorziening Autoadapter o n (lijkende afbeelding) 1. Steek de stekker (n) van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting van uw toestel. 2. Steek nu de stroomadapterstekker (o) in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden.
Netadapter Adapterstekker (lijkende afbeelding) 1. Schuif de optionele adapterstekker in de sleuf aan de achterkant van de netadapter. Druk op de Push toets, zodat de adapterstekker kan vergrendelen. 2. Steek de kabel van de netadapter (n) in de mini-USB-aansluiting van het navigatiesysteem. 3. Steek de netadapter (o)in een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
III. Toestel inschakelen Schakel de hoofdschakelaar in de ON-stand. Opgelet! Laat de hoofdschakelaar altijd in de ON-stand, tenzij u nieuwe instellingen will invoeren. Wanneer de schakelaar in de OFF-stand gezet wordt, gaan alle gegevens in het vluchtige geheugen van uw toestel verloren. Het navigatiesysteem start de initialisering automatisch. Er verschijnt een merklogo en na enkele seconden toont uw toestel het hoofdscherm. Toets Beschrijving Hoofdscherm Navigatie blz. 26 Travelguide blz.
IV. Navigatiesoftware installeren Indien uw apparaat reeds in de fabriek met de basisgegevens van de navigatiesoftware uitgerust werd, gebeurt de uiteindelijke installatie van de navigatiesoftware automatisch vanuit het interne geheugen tijden de initialisatie. Volg de instructies op het beeldscherm. Als er zich gedigitaliseerde kaarten op een optionele geheugenkaart bevinden, dan moet u die geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem in het toestel steken.
Algemene gebruiksaanwijzingen In- en uitschakelen Na de initiële inrichting is uw toestel in zijn normale toestand van gereedheid. Met de aanen uitschakelaar activeert en deactiveert u uw toestel. 1. Druk kort op de aan- en uitschakelaar om uw navigatietoestel aan te zetten. Opmerking Via de button Instellingen op het hoofdscherm van uw apparaat kunt u de bedrijfstijd aan uw behoeften aanpassen.
Wanneer u geen gebruik wilt maken van een van deze drie mogelijkheden, gaat het toestel na enkele seconden automatisch in de stand-by-modus. Voor verdere instellingen in de stand-by-modus, zie ook hoofdstuk Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma), pagina 45, Punt 8. Heeft u de comfortfunctie DC AutoSuspend geactiveerd, dan verschijnt er na verloop van de vertragingstijd van enkele seconden eveneens dit beeldscherm.
Security Via deze functie kunt u uw toestel beschermen tegen toegang door vreemden. Vooraleer u deze functie kunt gebruiken, moeten er eerst enkele eenmalige instellingen gedaan worden. Ga daarbij als volgt te werk: Paswoord en verwijstekst vastleggen 1. Geef via het hoofdscherm in de instellingen . 2. Tik Security, om de functie te starten. Het volgende scherm verschijnt: 3. Tik op de linkertoets, om een paswoord in te geven. 4. Tik op het eerste veld. Er verschijnt een toetsenbord.
Instellingen regelen Nadat u uw paswoord en de verwijzingstekst met succes heeft ingevoerd, verschijnt het volgende keuzevenster, via hetwelke u de instellingen voor de functie Security instelt. Toets Beschrijving Stel hier in of het toestel na een koude start (Hard Reset) het paswoord moet vragen. Stel hier in of het toestel na opnieuw opstarten (restart) het paswoord moet vragen. Stel hier in, of het toestel na het inschakelen vanuit de stand-bymodus het paswoord moet vragen.
SuperPIN en UUID Nadat u de instellingen ingesteld heeft, verschijnt de SuperPIN en de UUID (Universally Unique IDentifier = unieke toestelidentificatie)op het scherm. Opmerking Noteer deze gegevens in uw gebruiksaanwijzing (zie pagina 1) en bewaar ze op een veilige plek. Deze gegevens heeft u nodig wanneer u het paswoord tot drie keer toe fout ingaf. Het navigatietoestel kan dan enkel met deze gegevens opnieuw vrijgegeven worden.
Instellingen achteraf instellen Wanneer u al een paswoord ingevoerd heeft en nadien andere dingen wil instellen, bijvoorbeeld wanneer u uw paswoord wil wijzigen, start u de Security-functie op. Dan verschijnt het volgende beeldscherm. 1. Klik op het rechterveld, om wijzigingen door te voeren. 2. Geef uw huidig paswoord in. Wanneer u uw paswoord vergeten bent, klikt u op het vraagteken; dan verschijnt de door uw ingevoerde verwijstekst . 3.
Opvragen van het paswoord Wanneer u een paswoord via de Security-functie heeft vastgelegd, wordt het paswoord, afhankelijk van de instelling, gevraagd wanneer het toestel opnieuw opgestart wordt. 1. Geef via het toetsveld het door u gekozen paswoord aan. Opmerking Het paswoord wordt in de vorm van sterretjes aangeduid (****). 2. Bent u het paswoord vergeten en hebt u hulp nodig, dan klikt u op het vraagteken, om de verwijstekst te tonen. 3. Klik op het haakje om de invoer te bevestigen.
Navigatiesysteem terugstellen Er bestaat een mogelijkheid om het navigatiesysteem te resetten indien het niet meer juist reageert of werkt. Bij deze mogelijkheid start het navigatie-systeem opnieuw op, zonder dat het nodig is een nieuwe installatie te doen. De Reset wordt dikwijls gebruikt om het geheugen te reorganiseren. Daarbij worden alle lopende programma’s afgebroken en wordt het werkgeheugen opnieuw van zijn beginwaarden voorzien. U heeft twee mogelijkheden om uw toestel terug te zetten.
Navigatie Veiligheidstips voor navigatie Een uitvoerige handleiding vindt u op de bijbehorende DVD. Tip voor de navigatie • Voer geen instellingen aan het navigatie-systeem uit tijdens het rijden, om uzelf en anderen niet nodeloos in gevaar te brengen! • Als u een keer de gesproken aanwijzingen niet hebt verstaan of onzeker bent, wat u bij het volgende kruispunt moet doen, dan kunt u zich met behulp van de kaart- of pijlweergave snel oriënteren.
Tips voor gebruik in een voertuig • Let tijdens de installatie van de houder erop, dat de houder bij ongevallen geen veiligheidsrisico vormt. • Bevestig de componenten stevig in uw voertuig en let bij de installatie op een vrij uitzicht. • Het beeldscherm van het toestel kan lichtreflecties veroorzaken. Let er dus op dat u tijdens de werking niet verblind wordt. • Leg de kabel niet in de onmiddelijke nabijheid van componenten die belangrijk zijn voor de veiligheid.
I. Montage van de autohouder Opgelet! Monteer de houder van het navigatie-systeem enkel dan aan de voorruit als uw zicht niet wordt belemmerd. Als dit niet mogelijk is, dan monteert u de houder met de zuigerplaat, zodat de houder een veilig gebruik zonder risico’s mogelijk maakt. snaphebel (lijkende afbeelding) Opmerking Maak het raam met een glasreiniger zorgvuldig schoon. Als de temperatuur beneden de 15° C is, dan moet u het raam en de zuignap een beetje opwarmen.
II. Bevestiging van de navigatiesysteem 1. Sluit de autoadapter (zie pagina 14) en eventueel de externe GPS-antenne op uw navigatiesysteem aan en breng de geheugenkaart in. stift in houderschaal 2. Zet het toestel in het midden onderaan op de schaal. 3. Druw het zachtjes naar achter, totdat het erin sluit. (lijkende afbeelding) 4. U zet de houderschelp op de bevestigingspinnen van de autohouder. 5. Nu schuift u het toestel naar beneden totdat het hoorbaar vergrendelt. 6.
Autoadapter o n (lijkende afbeelding) 3. Steek de stekker (n) van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting van uw toestel. 4. Steek nu de stroomadapterstekker (o) in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden. Opmerking Trek na de rit, of als u uw wagen gedurenden langere tijd niet gebruikt, de stroomadapterstekker uit de sigarettenaansteker.
IV. Navigatiesoftware starten Opmerking Bevat uw geheugenkaart (extra) kaarten, dan moet de geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem steeds in het apparaat zitten. Als de geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd wordt, al is het kortstondig, moet een reset uitgevoerd worden om het navigatiesysteem opnieuw te starten (blz. 25). Naargelang het navigatiesysteem gebeurt deze reset automatisch. 1. Schakel uw navigatiesysteem in. 2.
Informatie over verkeerscontroles Wanneer de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten geïnstalleerd is verschijnt het volgende scherm: Bevestig met , wanneer u de navigatie met de waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroleknooppunten wil gebruiken Om de waarschuwingsfunctie te configureren, tikt u in het menu Instillingen de toets Bijzondere bestemmingen configureren aan.
Tik hier Vaste (flitser) aan om de „vaste radars” in te stellen: Hier heeft u de mogelijkheid, de verkeerscontroleknooppunten op een kaart te laten voorstellen of deze niet aan te geven op het scherm. Hier kunt u ook instellen of u, voordat u een verkeerscontroleknooppunt bereikt, door een geluidssignaal wil verwittigd worden. De akoestische waarschuwing voor een verkeerscontrole gebeurt aan de hand van een waarschuwingstoon op een afstand van ong. 15 seconden van het verkeerscontrolepunt.
Picture Viewer Uw navigatiesysteem beschikt over een Picture Viewer. Met de Picture Viewer kunt u foto’s in jpg-formaat bekijken die zich op de geheugenkaart van uw navigatiesysteem bevinden. Alle foto’s die zich op de geheugenkaart bevinden zijn onmiddellijk te bekijken. Bediening van de Picture Viewer Start de Picture Viewer vanuit het hoofdbeeldscherm door op de toets “Picture Viewer“ te drukken. U kunt de Picture Viewer ook vanuit de navigatiesoftware opstarten. Overzicht van het hoofdscherm Afb.
Grote foto Afb.: Grote foto zonder bedieningspaneel Klik bij de grote foto onderaan op het beeldscherm om het bedieningspaneel te activeren: Afb.: Grote foto met bedieningspaneel Toets Beschrijving Vorige foto Draaien 90° met de klok mee Raster invoegen Dia-Show starten Diashow stopzetten Draaien 90° in tegenwijzerzin Volgende foto Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de kleine foto’s.
Door op het symbool onderverdeeld. (raster invoegen) te drukken, wordt de foto in 6 velden Afb.: Grote foto met raster Door op een vierkant te klikken, wordt dat deel van de foto vergroot: Afb.: Zoom in modus Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de grote foto.
Travelguide Uw navigatiesysteem beschikt over een Travelguide. De Travelguide geeft algemene informatie over verschillende aspecten van bepaalde steden of regio’s in Europa, zoals bv. bezienswaardigheden, restaurants, cultuur en reisinformatie. Start de Travelguide vanuit het hoofdbeeldscherm door op de toets “Travel-guide“ te drukken. U kunt de Travelguide ook vanuit de navigatiesoftware opstarten. Als u informatie wilt opvragen, kies dan eerst het land, dan de stad (of de regio) en daarna de categorie.
AlarmClock (Wekfunctie) Uw navigatiesysteem is uitgerust met een AlarmClock / wekfunctie. Start deze functie vanuit het hoofdscherm op door het schakelvlak “AlarmClock“ aan te tippen. De wekfunctie kan zowel als normale wekker fungeren wanneer het toestel uitgeschakeld is (standbymodus/ energiebesparingsmodus) alsook als herinnering tijdens de lopende navigatie. Overzicht van het hoofdscherm Dit beeld krijgt u, waanneer u nog geen wekuur heeft ingesteld.
Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Huidige systeemtijd Instelmodus (instellen van volume, systeemtijd en alarmgeluid) Nachtmodus (stand-by-modus) Nieuwe instelling/Deactiveren van de wekfunctie Instellen van de wekuur Wissen van de invoer Bevestigingstoets Volume verminderen Volume verhogen Terug naar het vorige menu Sluit de toepassing AlarmClock (Wekfunctie) 39
Instellen van de systeemtijd In de rechterbovenhoek van het scherm wordt het huidige uur aangegeven. Dat kunt u als volgt aanpassen: 1. Toets op het hoofdscherm op 2. Toets op . Dan verschijnt het volgende scherm: om het uur in te stellen. Opmerking De systeemtijd wordt ge-updated bij GPS-ontvangst. Let daarbij ook op de juiste instelling van de tijdzone. Keuze van een wektoon 1. Om een wektoon uit te kiezen, tikt u op . 2.
3. De uitgekozen wektoon wordt door een 4. Sluit de toepassing met gekenmerkt. . Volume instellen Door de toets aan te toetsen kunt u het volume van het weksignaal aanpassen. Opmerking Het hier geconfigureerde volume heeft enkel betrekking op het weksignaal en wijzigt het volume van de gesproken navigatie of van de andere functies van het systeem niet. Afb.
Snoozefunctie Als de wekker afgaat op het aangeduide uur, kunt u het weksignaal via de snoozefunctie op regelmatige tijdstippen laten herhalen: Toets op om de snoozefunctie te activeren. Huidige systeemtijd Ingestelde wektijd Afb.: Wekaanzicht Om de dag nadien weer op het ingegeven tijdstip gewekt te worden, beëindigt u de . Door te klikken op verlaat u de snoozefunctie via het schakelvlak wekaanduiding en keert u terug naar het scherm van voor het wektijdstip terug. Beëindigen van de AlarmClock 1.
Dikwijls gestelde vragen Waar vind ik meer informatie over het navigatie-systeem. Uitgebreide handleidingen voor de navigatie vindt u op de DVD die met uw apparaat worden meegeleverd. Gebruik als bron voor extra hulp ook de uitgebreide hulpfuncties, die u eenvoudigweg kunt intoetsen (veelal de F1-toets op de PC) of aanstippen op het vraagteken (bij de navigatie-systeem). Deze hulpfuncties worden tijdens het gebruik van de computer of het apparaat ter beschikking gesteld.
Service Fouten en mogelijke redenen Het navigatiesysteem reageert niet meer of gedraagt zich atypisch. • Voer een Reset uit (blz. 25). Het navigatiesysteem wordt door ActiveSync® enkel als gast herkend. • Zie informatie op pagina 49. De GPS-ontvanger kan niet geïnitialiseerd of gevonden worden. Indien ondanks een correcte installatie van het systeem nog steeds geen signaal op het beeldscherm ontvangen wordt, kan dat volgende oorzaken hebben: • Er is niet voldoende satellietontvangst mogelijk.
Appendix Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma) De CleanUp-functie dient voor het gericht wissen van pc-gegevens die niet langer gebruikt worden. Belangrijk Gebruik deze functie zeer voorzichtig aangezien er gegevens gewist kunnen worden die dan handmatig hersteld moeten worden. De CleanUp-functie wordt geactiveerd wanneer onmiddellijk na de starttoon na een reset kortstondig de „o“ in het GoPal-schrift van het hoofdmenu aangetikt wordt. De CleanUp-functie bevat 8 opties: 1.
6. Format Flash Formatteert het interne “My Flash Disk” geheugen. Bij een uitgebreide foutcorrectie kan deze formattering eventueel noodzakelijk zijn. Na de uitvoering van de formatfunctie is het noodzakelijk het scherm opnieuw te kalibreren. Ook worden alle gegevens in het interne “My Flash Disk” geheugen gewist, zonder kans op herstelling (kijk Remove All). 7. GPS Factory Reset Bepaalt de toestand van de GPS-ontvanger bij levering.
Exit Verlaat de CleanUp-functie en herstart het apparaat (zoals een reset) Opmerking Vooraleer de gegevens werkelijk gewist worden, is er een bevestiging nodig. Tik hiervoor op YES. Indien de te wissen niet (meer) voorhanden zijn, krijgt u een bijhorende melding. Om de gegevensbestanden in het interne geheugen (installatiebestanden en kaartengegevens) te herstellen leest u a.u.b. het hoofdstuk ”Kopiëren van installatiebestanden en kaartengegevens naar het interne geheugen” op pagina 54.
Synchronisatie met de PC I. Microsoft® ActiveSync® installeren Voor de overdracht van gegevens tussen uw pc en uw navigatiesysteem heeft u het programma Microsoft® ActiveSync® nodig. U hebt samen met uw apparaat een licentie van dit programma verkregen. U vindt het op de DVD. Opmerking Gebruikt u het besturingssysteem Vista™ van Windows, dan heeft u de ® ActiveSync -communicatiesoftware niet nodig.
Opmerking Bij de installatie van de GoPal Assistant wordt ActiveSync® automatisch mee geïnstalleerd. II. Met de PC verbinden 1. Druk op de aan-/uittoets om uw navigatiesysteem op te starten. 2. Sluit de USB kabel op het navigatiesysteem aan. 3. Sluit het andere einde van de USB-kabel op een vrije USB-aansluiting van uw computer aan. 4. De hardware-installatieassistent herkent nu een nieuw apparaat en installeert een geschikte driver. Dat kan enkele minuten in beslag nemen.
GPS (Global Positioning System) Het GPS is een satellietondersteund systeem voor de positiebepaling. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde cirkelen is een tot op enkele meters nauwkeurige plaatsbepaling op aarde mogelijk. De ontvangst van de satellietsignalen gebeurt via de antenne van de ingebouwde GPSontvanger die daarvoor een „vrij zicht“ op minstens 4 van deze satellieten nodig heeft. Opmerking Bij beperkte zichtbaarheid (bijv.
TMC (Traffic Message Channel) Traffic Message Channel (TMC) is een digitale radio-datadienst, die op een vergelijkbare manier als RDS werkt en gebruikt wordt voor het verzenden van informatie over verkeersstoringen aan geschikte ontvangers. De verkeersinformatie wordt voortdurend via FM verzonden. Omdat dit signaal constant wordt uitgezonden is de gebruiker minder afhankelijk van de verkeersinformatie, die enkel om het halve uur wordt uitgezonden. Bijkomend kan belangrijke informatie, b.v.
Werken met geheugenkaarten Uw navigatie-systeem ondersteunt MMC/SD geheugenkaarten. Geheugenkaarten invoeren 1. Neem de geheugenkaart (optionaal) voorzichtig uit de verpakking (indien beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet aanraakt en dat ze niet vuil worden. 2. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de aansluiting naar de contacten naar voren moeten wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten vastklikken.
Gegevens uitwisselen via kaartenlezer Wanneer u grote aantallen gegevens (MP3-bestanden, navigatiekaarten) naar de geheugenkaart wenst te kopiëren, kunt u die ook onmiddellijk op de geheugenkaart opslaan. Vele computers beschikken reeds over een kaartlezer. Hierbij brengt u de kaart in en kopieert u de gegevens direct naar de kaart. Omwille van de directe toegang gebeurt de overdracht aanzienlijk sneller dan via het gebruik van ActiveSync®.
Alternatieve installatie van de navigatiesoftware van een geheugenkaart De software voor uw navigatiesysteem kan ook rechtstreeks van een daarvoor voorziene geheugenkaart geïnstalleerd worden. De voorgeïnstalleerde software moet eventueel vooraf verwijderd worden (zie Bijzondere functie CleanUp, blz. 45). Tijdens de initiële inrichting wordt u gevraagd de navigatiesoftware te installeren. U doet dat zoals hieronder beschreven: 1. Verwijder de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking.
Technische specificaties Parameter Gegevens Stroomvoorziening Phihong PSAA05R-050 Netadapter ingang uitgang 100-240V ~0.2A + 5V 1.0A max UDID/L&K G12PCL-535-L031 Stroomvoorziening met stroomadapterkabel voor sigarettenaansteker ingang uitgang 12-24V DC, 800mA / zekering 2A 5V / 1A (max.) Koptelefoon aansluiting Koptelefoon (3,5 mm) Type geheugenkaart MMC / SD Stekkertype van de externe GPSontvanger MMCX USB- aansluiting USB 1.1 Afmetingen ca. 91,5 mm x 87,8 mm x 21,6 mm Gewicht ca.
Index A Aan- en uitschakelaar .................... 11 Accuwerking................................... 5 Afvalverwijdering............................ 6 AlarmClock (Wekfunctie) Beëindigen................................ 42 Hoofdscherm ............................ 38 Snoozefunctie........................... 42 Systeemtijd instellen ................. 40 Toetsen..................................... 39 Volume instellen ....................... 41 Wektoon keuzen.......................
Synchronisatie met de PC Met de PC verbinden.................49 ® ® Microsoft ActiveSync installeren .............................48 ® Werken met Microsoft ® ActiveSync ............................49 N Navigatie Bevestiging van de navigatiesysteem .................. 29 Montage van de autohouder .... 28 Navigatiesoftware starten ......... 31 Stand van de antenne ............... 27 Navigatiesysteem terugstellen Hard Reset ................................ 25 Reset.........................................
58 Nederlands