Operation Manual

17 von 126
NL
FR
DE
5.1.3. Onderdraadspanning controleren
De eenvoudigste manier om de onderdraadspanning te controleren is door
een middelgrote zigzagsteek aan te brengen op de stof die u wilt naaien.
Gebruik hiervoor een geschikte naald (26) en draad.
Bijzonder duidelijk wordt het als u voor boven- en onderdraad draden van ver-
schillende kleuren gebruikt.
Naai nu enkele zigzagsteken.
De draadspanning is juist als de onderdraad niet aan de bovenkant van de stof
te zien is.
Let erop dat u altijd gelijkmatige steken naait (zie afbeelding hiernaast).
5.2. Controleren van de draadspanningen
5.2.1. Juiste naad
De juiste instelling van boven- en onderdraadspanning moet zodanig zijn dat
de kronkels van de draden zich in het midden van de stof bevinden.
De stof blijft glad en vertoont geen plooien.
5.2.2. Onzuivere naden
De bovendraad zit te strak en trekt de onderdraad naar boven. De onderdraad
verschijnt op de bovenste stoflaag.
Oplossing:
Stel de bovendraadspanning lager in door aan de regelaar voor de boven-
draadspanning (3) te draaien.
De bovendraad zit te los. De onderdraad trekt de bovendraad naar beneden.
De bovendraad verschijnt aan de onderkant van de stoflaag.
Oplossing:
Stel de bovendraadspanning hoger in door aan de regelaar voor de boven-
draadspanning (3) te draaien.
In beide gevallen van onzuivere naden moet u eventueel ook de onder-
draadspanning bijstellen.
Instellingen
17187 BE ALDI BE Content MSN 5005 3124 final.indb 1717187 BE ALDI BE Content MSN 5005 3124 final.indb 17 18.05.2016 07:20:5918.05.2016 07:20:59