DIGITALE CAMERA 5,0 MEGAPIXEL Copyright © 2003 Alle rechten voorbehouden. Dit handboek is door de auteurswet beschermd. Het copyright is in handen van de firma Medion®. Handelsmerk: MS-DOS® en Windows® zijn geregistreerde handelsmerken van de firma Microsoft®. Pentium® is een geregistreerd handelsmerk van de firma Intel®. Andere handelsmerken zijn het eigendom van hun desbetreffende houder. Technische wijzigingen voorbehouden.
Inhoud: VEILIGHEID EN ONDERHOUD ......................................... 1 Veiligheidsadviezen..................................................... Bedrijfszekerheid...................................................... Plaats van opstelling ................................................. Omgevingstemperatuur .......................................... Elektromagnetische comptabiliteit ............................ Aansluiten ............................................................... Reparaties.......
Camera in-/uitschakelen............................................. 19 Foto's opnemen......................................................... 19 Instellen van de Scherpte......................................... 19 Digitale Zoom ......................................................... 20 Ingebouwde flits ..................................................... 20 Flitsindicator ........................................................ 21 Verschillende opnamemodi .......................................
CAMERA INSTELLINGEN (SAMENVATTING) ......................35 Register ...................................................................35 Terugspelen..............................................................36 Installatiefunctie........................................................37 FOTO'S NAAR DE PC OVERBRENGEN...............................38 Software-installatie ....................................................38 Zo installieerd u uw software: ...................................
VEILIGHEID EN ONDERHOUD VEILIGHEIDSADVIEZEN Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle getoonde aanwijzingen op. Zo waarborgt u een betrouwbare werking en een lange levensduur van uw camera. Zorg er altijd voor dat u deze handleiding binnen handbereik bij uw camera hebt liggen. Bewaar de gebruikershandleiding goed, zodat u deze bij een eventuele verkoop van de camera aan de nieuwe eigenaar kunt doorgeven.
OMGEVINGSTEMPERATUUR De camera kan met de computer bij een omgevingstemperatuur van 0° C tot 40° C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 20% -80% (niet condenserend) worden gewerkt . In uitgeschakelde toestand kan de camera worden opgeslagen bij een temperatuur van - 20° C tot + 70° C en bij een relatieve luchtvochtigheid van 20% - 90% (niet condenserend). Na een transport dient u met het inschakelen van de camera zolang te wachten, totdat deze zich aan de omgevingstemperatuur heeft aangepast.
REPARATIES Wanneer u technische problemen met uw camera hebt, neem dan contact op met ons Service Center. Laat reparaties uitsluitend door onze geautoriseerde servicepartners uitvoeren. Neem contact op met uw klantenservice wanneer… • vloeistof in het apparaat is gedrongen. • de camera niet naar behoren functioneert. • het apparaat is gevallen of de behuizing beschadigd. REINIGING • Vermijd blootstelling aan vuil en stof.
4 INTRODUCTIE
ONZE DOELGROEP Deze handleiding is zowel voor beginners als ook voor ervaren gebruikers bedoeld. Afgezien van eventuele professionele toepassingen is de camera ontworpen voor privé-gebruik. Het grote aantal toepassingsmogelijkheden staat het hele gezin ter beschikking. Elijk dank voor het vertrouwen dat u in onze producten stelt. Het doet ons genoegen om u als nieuwe klant te mogen begroeten.
MINIMALE SYSTEEMEISEN Computer PC/AT-compatibele computer Processor Pentium 200 of hoger Stuurprogramma Windows®98SE/ME/2000/XP Werkgeheugen Ten minste 64 MB Harde schijf geheugen 110 MB vrije opslagplaats Installatie CD-ROM drive (vanaf viervoud) Aansluitingsmogelijkheden USB-aansluiting Hardware VGA-kleurenbeeldscherm TECHNISCHE GEGEVENS Camera CCD 1/1.8“ CCD (4:3) met 5,18 miljoen pixels, ISO 100 Lens 3 x zoomlens F2.6~F4.5 7.0~21.0 mm (vgl.
INTRODUCTIE AANWIJZINGEN M.B.T. DEZE HANDLEIDING Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het desbetreffende onderwerp kunt nalezen. Het is de bedoeling van deze handleiding om u in begrijpelijke taal met de bediening van uw camera vertrouwd te maken.
Ingebouwde flits Oplaadtijd Ong. 7 seconden voor de invulflits Flitsmodi Autom. flitsinschakeling, invulflits, flitsuitschakeling, autom.
AANZICHT CAMERA BEHUIZING, VOORKANT n o p q r (Gelijkende afbeelding) REF. NAAM n o p q r Flits sensor (Ö p. 20) Zoeker (Ö p. 13) Zelfontspanner lampje (Ö p. 22) Flits (Ö p.
CAMERA BEHUIZING, ACHTERKANT n o p q r s t u v 14 w (Gelijkende afbeelding) REF. n o p q r s t u v w NAAM Zoeker (Ö p. 13) Beeldscherpte-indicator (groen) (Ö p. 19) Flitsindicator (rood) (Ö p. 21) In-/uitschakelaar (Ö p. 19) Zoom out / Thumbnail (Ö p. 28) Zoom in / Digital Zoom (Ö p. 20) Kaartsleuf (Ö p. 18) Menutoets Landscape / Wissen (Ö p. 30) Luidspreker Navigatiekruis OK-toets LCD knop 14 10 LCD monitor (Ö p.
CAMERA BEHUIZING, BOVENKANT p q r n o REF. n o p q r NAAM Instelwieltje Plaatsindicator voor instelwieltje Sluiterknop Microfoon (Ö p. 24) LCD panel (Ö p. 12) CAMERA BEHUIZING, ONDERKANT o p q n REF. n o p q NAAM Oogje voor riempje (Ö p. 17) Batterij bedecking slot (Ö p. 16) Batterij bedekking (Ö p.
CAMERA BEHUIZING, RECHTS (CONNECTOREN) REF. NAAM n Connector voor stroomtoevoer o p Video output (Ö p. 30) (Ö p. 17) USB poort (Ö p. 40) LCD PANEL o n p r REF. n o p q r 12 q NAAM Pixelformaat (Ö p. 26) Flits modus indicator (Ö p. 21) Zelfontspanner indicator (Ö p. 22) Batterij conditie indicator (Ö p.
ZOEKER n n o p REF.
LCD MONITOR n o p q r s t u v w REF. NAAM SYMBOL n Opnaamfunctie [Continu / Enkelbeeld] (Ö p. 22) o Filmfragment shot (Ö p. 23) p Zoom/Digitale Zoom (Ö p. 20) q Resterende foto’s r Scherpstellen (Ö p. 19) s Macro shot t Landscape shot u Kwaliteit (Ö p.
REF. NAAM SYMBOL v Pixelformaat (Ö p. 26) w Contrast Opname compensatie (Ö p. 25) -2.0~0~+2.0 Meting (Ö p. 25) ISO Zelfontspanner (Ö p. 22) Flits (Ö p. 20) Witbalans (Ö p. 27) Batterij conditie (Ö p.
INDEBRUIKNEMING BATTERIJEN INBRENGEN Voor mobiel gebruik heeft de camera vier 1,5Vmignonbatterijen nodig (Type AA). Opgelet bij het vervangen van de batterijen, aangezien deze door de werking van de camera kunnen worden verhit. Open het batterijvak door het dekseltje in de aangegeven richting te schuiven (c) en dan de klep te openen (d). Leg de batterijen in het batterijvak met inachtneming van de juiste polariteit. Sluit daarna het vak opnieuw.
Display Bemerking De batterijen zijn vol. De batterijen zijn niet meer vol, maar het toestel werkt perfect. De batterijen zijn leeg. Wanneer de camera gedurende 3 minuten niet werd gebruikt, wordt hij uitgeschakeld om de batterijen te sparen. U kunt deze periode voor de automatische uitschakeling van de stroom ook op 1, 5, 10 of 30 minuten instellen.
DRAAGSNOER AANBRENGEN Om te verhinderen dat de camera toevallig schade zou oplopen, gebruikt u best altijd het draagsnoer. Kijk naar de onderstaande afbeeldingen voor de bevestiging van het draagsnoer aan de camera. GEHEUGENKAART AANBRENGEN/VERWIJDEREN Â Schakel de camera uit voor u de geheugenkaart aanbrengt of vervangt. Anders gaan de gegevens op de kaart verloren of kan de kaart zelf worden beschadigd. 1. Open de kaartsleuf die zich op de achterkant van de camera bevindt. (Ö p. 10, t). 2.
CAMERA IN-/UITSCHAKELEN Druk de in-/uitschakelaar (Ö p., q) om de camera in te schakelen. Als het toestel langer dan 3 minuten niet wordt gebruikt, wordt het automatisch uitgeschakeld. Verschuif de in-/uitschakelaar opnieuw om het toestel opnieuw in werking te stellen. FOTO'S OPNEMEN 1. Draai aan het instelwieltje (Ö p. 11, n) op het camerasymbool en schakel de camera in. 2. Plaats uzelf en de camera op een zodanige plaats dat het object dat u wil opnemen volledig te zien is in de zoeker. 3.
DIGITALE ZOOM Het toestel beschikt over een digitale-zoomfunctie. Daarmee kan een foto schijnbaar groter/dichter worden opgenomen dan met de maximale telebrandpuntsafstand van de zoomlens mogelijk is. Â De digitale zoom werkt alleen als het beeldscherm van het toestel is ingeschakeld. De digitale zoom treedt automatisch in werking als u de juiste zoom knop ingedrukt houdt voor twee seconden aan de maximale instellingswaarde.(Ö p.
De reikwijdte van de ingebouwde flits bedraagt circa 0,4 tot 3 meter. De flits verlicht daarbij zowel groothoek- als teleopnamen. De flits werkt niet wanneer de continu of dichtbijopname wordt gekozen. Standaard - m.a.w. bij elke in-/uitschakeling – schakelt het toestel over op de flitsmodus Automatisch met rodeogenfunctie en zet ook het vermogen van de flits terug op normaal.
VERSCHILLENDE OPNAMEMODI Het fototoestel begint standaard met de modus Eén foto. Daarnaast zijn er de functies Continu en Zelfontspanner. CONTINU De functie continu is ideaal voor foto's van bewegende gebeurtenissen (sport/dans/actie). Met die functie kunt u op enkele seconden tijd foto na foto vlak na elkaar opnemen. Deze seriefoto's zijn alleen beperkt door de grootte/capaciteit van de gebruikte geheugenkaart.
MOVIE CLIP SHOT Wanneer de modus kiezen is gedraaid tot de Movie Clip modus, zal de LCD-monitor worden weergegeven zoals hieronder wordt afgebeeld. Beschikbare opname tijd Druk de sluiterknop een keer en de filmfragmenten worden opgenomen tot zolang er beschikbare opnametijd voorhanden is. Filmfragmenten zullen verder worden opgenomen, ook als u de sluiterknop loslaat. Wilt u de opnames stoppen, dan drukt u de sluiterknop opnieuw in. De beeldgrootte beantwoordt aan QVGA (320 x 240).
MICROFOON Door deze functie kan de gebruiker stem opnemen in elk beeld dat hem bevalt 1. Breng de keuze modus weer naar de Terugspelmodus. 2. Selecteer het beeld waaraan u geluid wilt toevoegen. 3. Druk de naar boven gerichte knop in van de navigatiekruis met het microfoon-symbool en de geluidsopname indicator wordt afgebeeld. Het geluid wordt nu opgenomen. 4. De opnames kunnen worden gestopt door de knop opnieuw in te drukken. Het geluid wordt gedurende 10 seconden opgenomen.
AUTOMATISCHE BELICHTINGSREGELING De camera zorgt volledig automatisch voor een correcte belichting van digitale foto's met ISO 100. De door het automatische belichtingsprogramma zelf gekozen belichtingstijden omvatten het bereik van 2 tot 1/2000 seconde en de lensopeningen f 2.6 ~ f 4.5 (groothoek); evenals f 7.0 ~ f 21.0 (tele). Indien de ontspanner half wordt ingedrukt en in die stand wordt gehouden tot de opname, slaat de camera de daarbij gemeten belichtingswaarden voor de opname op.
INSTELLEN VAN HET PIXELFORMAAT De camera is uitgerust met een 1/1.8 duims CCD fotoopnamesensor met 5,18 miljoen pixels (2616 1960 en een breedte-hoogteverhouding 4:3. De maximale resolutie van 2560 x 1920pixels kan tot 1280 x 960 en tot 640 x 480 pixels worden gereduceerd. De door de CCD fotosensor van de camera gecreëerde hoeveelheid fotogegevens kan naar keuze in drie verschillende compressieniveaus (Superfine=1:8, Fine =1:16 en Normal =1:32) worden opgeslagen.
INSTELLEN VAN HET TEGENLICHTCORRECTIE De camera stelt zich dankzij de automatische tegenlichtcorrectie vanzelf op de beschikbare lichtbronnen in. Daarnaast kunnen voor optimale resultaten en voor bijzondere lichtomstandigheden speciale lichtbronnen worden aangepast.
FOTO'S TONEN Draai aan het instelwieltje van de camera op het weergavesymbool ( ). Schakel de camera in. De LCD-monitor wordt automatisch aangeschakeld en toont de laatst opgenomen foto. Met het navigatiekruis u de op de geheugenkaart opgeslagen foto's achterwaarts ( ) en voorwaarts ( ) doorbladeren. Druk de linker zoom-knop om de foto’s samen als een indexweergave te laten zien. De fotoweergave toont u steeds de eerste opgeslagen foto door een gekleurd kader geselecteerd.
VERGROTE ZOOM-FOTOWEERGAVE De camera kan opgeslagen foto's ook in een tweemaal vergrote zoomweergave op de LCD-monitor tonen. Ga naar Terugspelmodus en druk de rechter zoom-knop in om de vergrote zoom-fotoweergave te activeren.. Op het display verschijnen bovendien een vergrootglassymbooltje en de aanduiding 2.0 x. Met het navigatiekruis kan nu in de vier richtingen van het getoonde fotofragment worden gerold. Druk de linker zoomknop een keer om de foto naar de standard weergave grootte terug te brengen.
FOTOWEERGAVE OP TV EN VIDEOBEAMER De foto's van de camera kunnen ook op een TV-toestel worden getoond. De camera is voorzien van een video-uitgang, waarop een TV-toestel via de meegeleverde videokabel kan worden aangesloten. Bij het video-uitgangssignaal kunt u kiezen tussen NTSC en PAL. Â Opgelet: camera en weergavetoestel moeten tijdens het uitvoeren van de kabelverbinding uitgeschakeld zijn.
FOTO'S AFDRUKKEN De camera kan foto's voorbereiden om ze rechtstreeks af te drukken in DPOF™-formaat (Digital Print Order Format). Druk in de Terugspelmodus op de menutoets en kies de functie DPOF. In het submenu hebt u de mogelijkheid tussen Antaal, Index en Annuleeren. Kiest u Antaal, dan verschijnt een foto-overzicht waaruit u een foto kunt kiezen. Het gewenste aantal afdrukken van de geselecteerde foto's wordt ingesteld door het navigatiekruis naar boven in te drukken.
BASISINSTELLINGEN De basisinstellingen en basisfuncties voor de camera zijn samengevat in de Installatiefunctiemodus. De menu's worden geselecteerd met behulp van het navigatiekruis van de camera en met een druk naar rechts in werking gesteld/bevestigd. FORMAAT In het menu Formaat kan een geheugenkaart worden geformatteerd. Â Opgelet: daardoor worden alle fotogegevens (ook die in nieuw aangemaakte directories) gewist! UITSCHAKELD In het menu Uitschakeld wordt de duur vastgelegd waarna de camera (b.v.
VIDEO OUT Het video output signaal van de camera kan NTSC of PAL zijn. Uw output keuze zal afhangen van het type van toestel waaraan uw camera is aangesloten. TAAL In het menu Taal zijn Engels, Nederlands een anderen als talen voor de cameramenu's vastgelegd. TERUGZETTEN In het menu Terugzetten kunnen alle camerafuncties op hun standaardwaarden worden teruggesteld.
FABRIEKSINSTELLINGEN Dit zijn de waarden die vanuit het fabriek werden toegekend waar de besturingsmodi in Register, Terugspelen, Installatiefunctie en PC naar werden ingesteld: Register Flits Scherpstellen Opname Pixelformaat Kwaliteit Witbalans Belichting ISO Contraste LCD helderheid Opnametijd Automatisch met rode-ogenfunctie Automatic focus; gebied Ö Beeldmidden Enkelbeeld L (2560 x 1920) Fine Automatisch LW Ö 0.0; Meting Ö Totaalbeeld A Normaal 5 15 Sec.
CAMERA INSTELLINGEN (SAMENVATTING) REGISTER Functie Î Instellingen Î Scherpstellen Î Beeldmidden Î Spotmeting Opnamefunctie Î Enkelbeeld Î Continu Pixelformaat Î L (2560 x 1920) Î M (1280 x 960) Î S (640 x 480) Kwaliteit Î Superfine Î Fine Î Normal Witbalans Î Î Î Î Belichting Î LW Î Meting ISO Î A Î 200 Î 400 Contrast Î Gering Î Normaal Î Scherp LCD-Venster Î Helderheid Verder instellingen Automatisch Daglicht Flourescerend Kunstlicht Î Î Î Î -2.0 to +2.
TERUGSPELEN Functie Î Instellingen Î Verdere instellingen Alles wissen Î Nee Î Ja Diashow Î Starten Î Volgorde Î Tijd DPOF Î Aantal Î Index Î Annuleren Folder Î 100MD511 Î Î Î Î Î Vooruit Achteruit 3 sec 5 sec 10sec LCD-Venster Î Helderheid 36 CAMERA INSTELLINGEN (SAMENVATTING)
INSTALLATIEFUNCTIE Functie Î Instellingen Formaat Î Î Nee Ja Uitgeschakeld Î Î Î Î Î 1 min 3 min 5 min 10 min 30 min Datum/Tijd Î Î Datum Tijd Piepje Î Î Aan Uit Video Out Î Î NTSC PAL Taal Î Nederlands, Engels, Duits en anderen Terugzetten Î Î Nee Ja CAMERA INSTELLINGEN (SAMENVATTING) 37
FOTO'S NAAR DE PC OVERBRENGEN Hier leert u hoe u uw digitale camera aan de PC moet aansluiten. Installeer echter eerst de software. Sluit de camera pas aan nadat de installatie is voltooid. SOFTWARE-INSTALLATIE 38 Â Opmerking: Indien uw besturingssysteem zo is ingesteld dat de installatie van software en drivers alleen wordt aanvaard wanneer deze zijn gesigneerd (door Microsoft voor gebruik vrijgegeven), dan verschijnt een dialoog die dit aangeeft.
ZO INSTALLIEERD U UW SOFTWARE: Volg de instructies die de softwareleverancier bij het softwarepakket heeft bijgevoegd. Navolgend beschrijven wij een „typische“ installatie. Als u de CD invoert, wordt automatisch het installatiemenu gestart. Hinweis: Sollte der automatische Start nicht funktionieren, ist wahrscheinlich die sog. „Autorun“-Funktion deaktiviert. Schauen Sie in der Windowsxp Hilfe nach, um dies zu ändern. Tip: Zou de automatische start niet werken, is waarschijnlijk het zog.
AANSLUITING OP DE PC Â Tip: Installeer eerst en vooral de Driver software (Ö p. 38), indien dit nog niet gebeurd is. 1. Volg nauwgezet de tips in het hoofdstuk „Veiligheid en onderhoud“ (Ö p.'s 1ff.). 2. Plaats de computer en de camera zo, dat u veilig en makkelijk kunt werken. 3. Schakel de computer met alle randapparatuur in (monitor, printer, extern modem etc.) en wacht tot het stuurprogramma volledig opgestart is. 4. Sluit de smallere USB-aansluiting van de bijgeleverde kabel zijdelings (Ö p.
DOORSTUREN VAN FOTO’S U kunt foto’s die u hebt gemaakt, steeds doorsturen naar uw PC. U hoeft niet te wachten tot het geheugen van de camera vol is om dit te doen. U kunt uw foto’s onmiddellijk weergeven door de drive te selecteren die u aan uw camera hebt gegeven. Wilt u uw foto m.b.v. speciale software bewerken, dan dient u eerst dit programma te starten en de foto in kwestie te laden.
TIPS EN TRUCS WENKEN VOOR DE OMGANG MET CAMERABATTERIJEN EN ACCU'S 42 • Het batterijvermogen neemt af bij een lage werkingstemperatuur. In een koude omgeving bevelen wij aan om nieuwe batterijen bij de hand te houden en deze op een warme plaats te bewaren (b.v. in uw jaszak). • Aangezien het vermogen van NiMH-accu's langzamer afneemt, bevelen wij aan deze te gebruiken. Zelfs in een koele omgeving krijgen ze nadat ze zijn opgewarmd hun normale vermogen terug.
WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE GEHEUGENKAART In de volgende gevallen bestaat het risico dat gegevens verloren gaan of dat de kaart wordt beschadigd: • Ondeskundig gebruik van de kaart. • Elektrostatische ontladingen of stoorvelden in de buurt van de kaart. • Verwijdering van de kaart of onderbreking van de stroomtoevoer terwijl de camera met de kaart aan het werken is (lezen, wissen). • Niet gebruiken van de kaart gedurende een zeer lange periode.
ONDERHOUD VAN DE LCD-MONITOR • De LCD-monitor is een hoogprecisie-onderdeel met een pixel-storingspercentage van minder dan 0,02%. • Oefen op het oppervlak van de LCD-monitor geen druk uit, aangezien dit blijvende beschadigingen kan veroorzaken. • Bij lage temperaturen kan de LCD-monitor tijdelijk donker worden. Als de camera wordt opgewarmd, wordt het display weer normaal.
KLANTENDIENST EERSTE HULP BIJ FOUT FUNCTIONEREN LOKALISEREN VAN DE OORZAAK Storingen kunnen soms banale oorzaken hebben, maar af en toe ook zeer gecompliceerd zijn, waardoor een kostbare analyse noodzakelijk is. FUNDAMENTELE AANWIJZINGEN ¾ Door de Windows® programma’s Defragmentatie en Scandisk regelmatig uit te voeren, kunnen storingbronnen opgeheven en de systeemprestaties worden verhoogd.
FOUTEN EN MOGELIJKE OORZAKEN De camera gaat niet aan. • De batterij is bijna leeg. Breng nieuwe batterijen in. • AC power adapter is niet aangesloten. Sluit de power adapter aan. De camera schakelt zichzelf uit tijdens gebruik. • De batterijen zijn misschien uitgeput. • Camera is automatisch uitgeschakeld door de stroomspaarfunctie. • Adapter plug is niet correct gebruikt. Batterieoverloop • Camera werd gebruikt bij lage temperaturen.
De camera knoppen werken niet. • Verwijder/bring de batterijen opnieuw in en schakel de camera in. CF™ kaart fout. • Incorrecte CF™ kaart formatering. Formateer CF™ kaart opnieuw. Kleur of foto verschilt t.o.v. het originele scherm. • Witte balance instelling is foutief. Foto’s zijn te helder • Te hoge blootstelling aan licht de playback display is niet heel duidelijk. • de lens of de LCD monitor is bevuild. Geen beeld op de externe monitor. • De externe monitor werd niet correct op de camera aangesloten.
TECHNISCHE ONDERSTEUNING De camera is in onze testlaboratoria samen met een groot aantal uiteenlopende apparaten uitvoerig en met succes getest. Het is echter gebruikelijk dat de drivers van tijd tot tijd worden geactualiseerd. Dit gebeurt, omdat bijv. eventuele comptabiliteitsproblemen met andere nog niet geteste componenten (programma's, apparaten) optreden. Op het Internet vindt u op onze websites zowel driveractualiseringen alsook de nieuwste informaties m.b.t. tot uw product.