D Gebrauchsanweisung 2 Operating instructions 10 GB Gebruiksaanwijzing 18 NL Instrucciones de servicio 29 E Notice d'utilisation 34 F Instruções de serviço 42 P I
Das können Sie mit der Windüberwachung tun Die Windüberwachung ermöglicht das Auffahren der Jalousie in Abhängigkeit der Windstärke. Die Auf-Position schützt empfindliche Jalousielamellen und sorgt dadurch für Sicherheit bei aufkommendem Wind. Die Windüberwachung besteht aus 2 Komponenten: • einem Windsensor (Art. Nr. 580692) oder Windsensor mit Heizung (Art. Nr. 580690) und • der Windsensor-Schnittstelle (Bild !). Der Windsensor wird in Verbindung mit dem Jalousiesteuerungs-Einsatz, bzw.
¼ Lebensgefahr durch elektrischen Strom. Das Gerät darf nur von Elektrofachkräften montiert und angeschlossen werden. Beachten Sie die länderspezifischen Vorschriften. | Alle benötigten Schrauben und Dübel sind im LieInstallationshinweise ferumfang enthalten. Montage Windsensor, Windsensor mit Heizung Der Windsensor (Art. Nr. 580692) bzw der Windsensor mit Heizung (Art. Nr. 580690) wird auf dem Dach oder an der Hauswand montiert.
Zum Anschluß des Windsensors abgeschirmte Leitung (Empfehlung JY-ST-Y 2x2x0,6) verwenden. Die Leitung darf nicht gemeinsam mit 230 V-Leitungen verlegt werden (Gefahr der Einkopplung von Störungen). Annschluss Windsensor-Schnittstelle Die Windsensor-Schnittstelle ermöglicht die Ankopplung des Windsensors an den Jalousiesteuerungs-Einsatz. 1. Deckel des Anschlußgehäuses (Bild !1) nach Lösen beider Schrauben (Bild !2)‚ entfernen.
Die Windsensor-Schnittstelle ist mit potentialfreien Schließern bestückt. Zur Verwendung auf gleicher Phase Brücke zwischen L und K entsprechend Bild § installieren. Bei Anschluß von Niederspannungskreisen am potentialfreien Schließer, Errichtungsbestimmungen nach VDE 0100 beachten. Wahl Windsensor. Es können 2 verschiedene Typen Windsensoren angeschlossen werden. Den Schalter (Bild „§) in die Position II bringen (Werkseinstellung).
Testbetrieb Die Positionen 1 oder 2 aktivieren den Testbetrieb: Nach max. 1 Sekunde leuchtet die optische Anzeige (TestLED, Bild !3) auf. Wird das Geberrad gedreht, flackert die Test-LED in der Frequenz der Drehgeschwindigkeit und die Funktion des Gerätes kann schon bei niedriger Umdrehungszahl des Geberrades geprüft werden. Windstärkeauswertung Mit der Position 3 - 0 wird die Windstärke selektiert, bei welcher die Jalousie aufgefahren wird. Die Einstellung erfolgt in Beaufort (Bft), siehe Bild §.
| Windstärkeauswertungen zu realisieren, zu- Um ein schnelles Umschalten zwischen zwei nächst Testbetrieb wählen und dann gewünschte Windstärke einstellen. Die Klemmen 1und 2 dienen als Verteilerklemmen und sind geräteintern nicht beschaltet. Sie können z.B. für einen Windsensor mit Heizung verwendet werden. Die einzelne Verteilerklemme (Bild „1) dient zum Anschluß des Schutzleiters. Deckel des Gerätes schließen.
Technische Daten Versorgungsspannung: 230 V AC, 50 Hz Ausgang: potentialfreier Kontakt zur Ansteuerung eines JalousiesteuerungsEinsatzes. Ansprechzeit: ca. 15 Sek. (nach Überschreiten der gewählten Windstärke) Nachlaufzeit: ca. 15 Min.
What you can do with the wind monitoring unit The wind monitoring unit enables the blinds to be raised or lowered depending on the wind strength. The Up position protects fragile blind slats, thereby maintaining safety in windy weather. The wind monitoring unit consists of two components: • a wind sensor (art. no. 580692) or a wind sensor with heating (art. no. 580690) and • the wind sensor interface (Figure !).
¼ Risk of fatal injury from electrical current. The device may only be installed and connected by skilled electricians. Observe the countryspecific regulations. | The required screws and plugs are included with Installation notes the delivery. Installing the wind sensor, wind sensor with heating The wind sensor (art. no. 580692) or the wind sensor with heating (art. no. 580690) is installed on the roof or the outside wall of the building.
Use a shielded wire for the wind sensor connection (we suggest: JY-ST-Y 2x2x0.6). Do not lay the cable together with 230 V wires (risk of interference). Connecting the wind sensor interface The wind sensor is connected to the blind control insert using the wind sensor interface. 1. Remove the lid of the connection housing (Figure !1) by removing the two screws (Figure !2). (If the cable entry is at the back, pierce through the rubber grommet (Figure „2) and insert the wire). 2.
voltage circuits are connected to the floating make contact, observe the VDE 0100 regulations. Selecting the wind sensor Two different types of wind sensors can be connected. Set the switch (Figure „§) to position II (factory setting). Selecting test mode / wind strength evaluation Moving the rotary switch (Figure „4) into one of the ten positions (1, 2, 3, ... 9, 0): • activates the test mode (positions 1 and 2). • defines the wind strength at which the blinds are raised (position 3 - 0).
Test mode Positions 1 and 2 activate the test mode: The optical display (test LED, Figure !3) lights up after a maximum of one second. If the rotary sensor is rotated, the test LED flickers at the frequency of the rotational speed and one can test that the unit is working even when the rotational speed of the rotary sensor is low. Wind strength evaluation Position 3 - 0 defines the wind strength at which the blinds are raised. The setting is made in Beaufort (Bft) units, see Figure §.
| strength evaluation to another, select the test In order to quickly switch over from one wind mode and then set the desired wind strength. Terminals 1 and 2 serve as distributor terminals and are not wired inside the unit. They can be used for a wind sensor with heating, for example. The individual distributor terminal (Figure „1) is used to connect the protective conductor. Close the lid of the unit.
Technical data Supply voltage: 230 V AC, 50 Hz Output: Floating contact for the control of a blind control insert.
Mogelijkheden van de windbewaking De windbewaking maakt het mogelijk de jaloezie omhoog te laten gaan afhankelijk van de windsterkte. De omhoog-positie beschermt gevoelige jaloezielamellen en zorgt hierdoor voor veiligheid bij opkomende wind. De windbewaking bestaat uit twee componenten: • een windsensor (art.nr. 580692) of windsensor met verwarming (art.nr. 580690) en • de windsensor-interface (afbeelding !). De windsensor wordt in combinatie met de jaloeziebesturingssokkel, resp.
¼ Levensgevaar door elektrische stroom. Het apparaat mag uitsluitend door elektriciens gemonteerd en aangesloten worden. Neem de nationale voorschriften in acht. | Alle benodigde schroeven en pluggen worden Aanwijzingen voor de installatie standaard meegeleverd. Montage windsensor, windsensor met verwarming De windsensor (art.nr. 580692) resp. de windsensor met verwarming (art.nr. 580690) wordt op het dak of aan de huisgevel gemonteerd.
Voor aansluiting van de windsensor een afgeschermde leiding (aanbeveling JY-ST-Y 2x2x0,6) gebruiken. De leiding mag niet samen met 230 V-leidingen gelegd worden (gevaar voor koppeling van storingen). Aansluiting windsensor-interface De windsensor-interface maakt de koppeling van de windsensor aan de jaloezie-besturingssokkel mogelijk. 1. Deksel van de aansluitbehuizing (afbeelding !1) na het losdraaien van beide schroeven (afbeelding !2) verwijderen.
De windsensor-interface is uitgerust met potentiaalvrije maakcontacten. Voor gebruik met dezelfde fase brug tussen L en K volgens afbeelding § installeren. Bij aansluiting van laagspanningscircuits op het potentiaalvrije maakcontact, bepalingen conform VDE 0100 in acht nemen. Selecteer windsensor. Er kunnen 2 verschillende types windsensoren worden aangesloten. Breng de schakelaar (afbeelding „§) in positie II (fabrieksinstelling).
Testmodus Positie 1 of 2 activeert de testmodus: na max. 1 seconde gaat de optische indicatie (test-LED, afbeelding !3) branden. Als het sensorwiel wordt gedraaid, knippert de test-LED met de frequentie van de draaisnelheid en de functie van het apparaat kan al bij een lage omwentelingssnelheid van het sensorwiel worden gecontroleerd. Windsterkte-analyse Met de positie 3 - 0 wordt de windsterkte geselecteerd, waarbij de jaloezie omhoog wordt bewogen.
windsterkte-instellingen wordt de geselecteerde instelling na max. 4,5 minuten overgenomen. | windsterkte-analyses te realiseren, dient u eerst Om een snelle omschakeling tussen twee de testmodus te selecteren en daarna de gewenste windsterkte in te stellen. De klemmen 1 en 2 zijn bedoeld als verdeelklemmen en zijn apparaat-intern niet geschakeld. Ze kunnen bijv. voor een windsensor met verwarming worden gebruikt. De afzonderlijke verdeelklem (afbeelding „1) is bedoeld voor aansluiting van de aardedraad.
Technische gegevens Voedingsspanning: 230 V AC, 50 Hz Uitgang: potentiaalvrij contact voor aansturing van een jaloezie-besturingssokkel. Aanspreektijd: ca. 15 sec. (na overschrijding van de geselecteerde windsterkte) Nalooptijd: ca. 15 min.
Utilidad de la vigilancia eólica La vigilancia eólica permite subir la persiana de lamas en función de la fuerza del viento. La posición de encendido protege las delicadas lamas de la persiana y ofrece seguridad en caso de que se levante un viento fuerte. La vigilancia eólica consta de 2 componentes: • un sensor de viento (ref. 580692) o un sensor de viento con calefacción (ref. 580690) y • una interface para sensor de viento (figura !).
¼ Peligro de muerte por descarga eléctrica. El dispositivo sólo debe ser montado y conectado por electricistas debidamente cualificados. Tenga en cuenta la normativa específica del país. | Todos los tornillos y tacos necesarios para la Indicaciones para la instalación instalación están incluidos en el suministro. Montaje del sensor de viento Sensor de viento con calefacción El sensor de viento (ref. 580692) o el sensor de viento con calefacción (ref.
Para conectar el sensor de viento, utilice un cable apantallado (sugerencia: JY-ST-Y 2x2x0,6). El cable no debe instalarse con cables de 230 V (peligro de acoplamiento de interferencias). Conexión de la interface para sensor de viento La interface para sensor de viento permite acoplar el sensor de viento al control de persianas de lamas. 1. Retire la tapa de la caja de unión (figura !1) aflojando los dos tornillos (figura !2).
La interface para sensor de viento está dotada de contactos n.a. libres de potencial. Para su empleo en la misma fase, instale un puente entre L y K como se ilustra en la figura §. Para conectar circuitos de baja tensión a los contactos n.a. libres de potencial, tenga en cuenta las normas VDE 0100. Elección del sensor de viento. Se pueden conectar 2 tipos diferentes de sensores de viento. Coloque el interruptor (figura „§) en la posición II (ajuste de fábrica).
Modo de test Las posiciones 1 y 2 activan el modo de test: El indicador óptico (LED de prueba, figura !3) se ilumina transcurrido un segundo como máximo. Al girar la rueda, el LED de prueba parpadea en la frecuencia de la velocidad a la que se gira el botón. El funcionamiento del aparato se puede comprobar incluso si la velocidad de giro de la rueda es baja. Evaluación de la fuerza del viento Las posiciones 3 - 0 permiten seleccionar la fuerza del viento necesaria para que la persiana de lamas suba.
seleccionado se aplica transcurrido un máx. de 4,5 minutos. | evaluaciones de la intensidad del viento, Para cambiar de forma rápida entre dos seleccione primero el modo de test y, a continuación, ajuste la fuerza del viento que desee. Los bornes 1 y 2 hacen las veces de distribuidores y no están conectados en el interior del aparato. Pueden utilizarse, por ejemplo, para un sensor de viento con calefacción. El borne de distribución individual (figura „1) sirve para conectar el conductor de tierra.
Datos técnicos Tensión de alimentación: 230 V CA, 50 Hz Salida: contacto libre de potencial para control de persianas de lamas. Tiempo de respuesta: aprox. 15 seg. (una vez superada la fuerza del viento seleccionada) Tiempo de encendido: aprox. 15 min.
Voici les possibilités qu'offre la surveillance du vent La surveillance du vent permet de remonter le store en fonction de la force du vent. La position « Montée » protège les lamelles sensibles du store et offre ainsi toute la sécurité requise en cas de vent forcissant. Le dispositif de surveillance du vent est constitué de 2 composants : • un capteur de vent (réf. 580692) ou un capteur de vent avec chauffage (réf. 580690) et • une interface pour capteur de vent (figure !).
¼ Danger de mort dû au courant électrique. Seuls des électriciens sont autorisés à monter et à raccorder l'appareil. Respectez les prescriptions nationales. | Toutes les vis et chevilles nécessaires sont Remarques relatives à l'installation comprises dans la fourniture. Montage du capteur de vent, capteur de vent à chauffage Le capteur de vent (réf. 580692) ou le capteur de vent avec chauffage (580690) se monte soit sur le toit soit au mur.
Utilisez, pour le raccordement du capteur de vent, un câble blindé (recommandation JY-ST-Y 2x2x0,6). Le câble ne doit pas être posé ensemble avec des câbles 230 V (danger de perturbations). Raccordement de l'interface pour capteur de vent L'interface pour capteur de vent permet l'accouplement du capteur de vent au mécanisme de commande de stores. n :1.Retirez le couvercle du boîtier de connexion (figure !1) après avoir desserré les deux vis (figure !2).
L'interface du capteur de vent est équipée d'un contact NO libre de potentiel. Pour une utilisation sur une même phase, installez un pont entre L et K conformément à la figure §. Pour le raccordement de circuits basse tension à un contact libre de potentiel, respectez les règles d'installation selon VDE 0100. Sélection capteur de vent Il est possible de raccorder 2 types de capteurs de vent différents. Mettez l'interrupteur (figure „§) en position II (valeurs par défaut).
Mode test Les positions 1 et 2 activent le mode test : après max. 1 seconde, l'indicateur optique (LED Test, figure !3) s'allume. Si la roue du transmetteur tourne, la LED de test clignote en fonction de la vitesse de rotation, permettant ainsi de vérifier le bon fonctionnement de l'appareil même sous un faible nombre de tours. Évaluation de la force du vent Les positions 3 - 0 permettent de sélectionner la force du vent déclenchant la remontée du store.
| deux sélections de forces de vent, il est Afin de permettre la commutation rapide entre préférable de sélectionner d'abord le mode test et de régler ensuite les forces de vent souhaitées. Les bornes 1 et 2 servent de bornes de distribution et ne sont pas câblées à l'intérieur de l'appareil. Elles peuvent être utilisées par exemple pour un capteur de vent avec chauffage. La borne de distribution séparée (figure „1) sert au raccordement du conducteur de protection. Fermez le couvercle de l'appareil.
Caractéristiques techniques Tension d'alimentation 230 V CA, 50 Hz Sortie contact libre de potentiel pour l'activation d'un mécanisme de commande de stores. Temps de réponse : env. 15 s (après dépassement positif de la force de vent sélectionnée) Durée d'allumage : env.
O que pode fazer com a monitorização do vento A monitorização do vento permite a subida do estore em função da força do vento. A posição em cima protege as lamelas sensíveis do estore, garantindo a segurança em caso de vento. A monitorização do vento é composta por 2 componentes: • um anemómetro (art. n.º 580692) ou anemómetro com aquecimento (art. n.º 580690) e • a interface para anemómetro (figura !).
¼ Perigo de morte devido a corrente eléctrica. O aparelho só pode ser instalado e ligado por técnicos especializados. Observe as normas específicas do país. | Todos os parafusos e buchas necessários estão Instruções de instalação incluídos no âmbito de fornecimento. Montagem do anemómetro, Anemómetro com aquecimento O anemómetro (art. n.º 580692) ou anemómetro com aquecimento (art. n.º 580690) é montado no telhado ou na parede da casa.
Para ligação do anemómetro deve utilizar um cabo blindado (recomendamos JY-ST-Y 2x2x0,6). O cabo não deve ser instalado junto com cabos de 230 V (existe o perigo de acoplamento de interferências). Ligação da interface para anemómetro A interface para anemómetro permite acoplar o anemómetro ao mecanismo de comando de estores. 1. Remova a tampa da caixa de ligação (figura !1) depois de desenroscar ambos os parafusos (figura !2).
A interface para anemómetro está equipada com contactos de fecho livre de potencial. Para usar na mesma fase, instale uma ponte entre L e K, em conformidade com a figura §. No caso de ligação de circuitos de baixa tensão a contactos de fecho livre de potencial, observe as condições de constituição segundo VDE 0100. Selecção do anemómetro. É possível a ligação de 2 tipos diferentes de anemómetro. Coloque o interruptor (figura „§) na posição II (ajuste de fábrica).
Selecção do funcionamento de teste / avaliação da força do vento. Com o interruptor rotativo (figura „4) é possível, em função das 10 posições (1, 2, 3, ... 9, 0): • Activar o funcionamento de teste (posição 1 e 2). • Predeterminar a força do vento a que o estore deve ser subido (posição 3 - 0). Funcionamento de teste As posições 1 ou 2 activam o funcionamento de teste: após 1 segundo, no máximo, o indicador óptico acendese (LED de teste, figura !3).
Avaliação da força do vento Com a posição 3 - 0 é seleccionada a força do vento à qual o estore é subido. O ajuste é feito em (Bft), ver figura §. Depois de se sair do funcionamento de teste, decorrem cerca de 4 segundos até a força do vento ajustada ser avaliada pelo aparelho. Após a comutação entre dois ajustes da força do vento, o ajuste seleccionado é assumido após 4,5 minutos, no máximo.
Os bornes 1 e 2 funcionam como bornes de distribuição e não estão ligados ao circuito no interior do aparelho. Podem ser usados, por ex., para um anemómetro com aquecimento. O borne de distribuição individual (figura „1) serve para ligação do condutor de protecção. Feche a tampa do dispositivo.
Dados técnicos Tensão de alimentação: 230 V AC, 50 Hz Saída: Contacto livre de potencial paracontrolo de um mecanismo de comando de estores. Tempo de disparo: aprox. 15 seg. (depois de ultrapassada a força do vento seleccionada) Tempo de continuação: aprox. 15 min..
