User Manual

44
NEDERLANDS
2. Vier bevestigingsschroeven (50)
losdraaien.
3. Richt het tafelblad zo uit dat het
zaaglint in het midden van het tafe-
linlegprofiel bevindt.
4. Draai de vier bevestigingsschroeven
(50) weer vast.
5. Zeskantmoer (49) slechts zo ver
aantrekken tot zich de zaagtafel nog
licht laat zwenken.
6. Klemhendel (48) aantrekken.
Tafelblad loodrecht uitlijnen
1. Breng de bovenste lintgeleider hele-
maal naar boven (zie „Bediening“).
2. Controleer de spanning van het
zaaglint (zie „Ingebruikneming“).
3. Spanhefboom (48) losmaken.
4. Met behulp van een hoek de zaagta-
fel haaks ten opzichte van het zaag-
band uitrichten en de klemhendel
(48) weer aantrekken.
5. Draai de contramoer (51) los en stel
de eindaanslagschroef (52) in tot
deze de zaagbank net raakt.
6. Draai de contramoer vast.
6.2 Zaag vastzetten
Voor een veilige stand moet de zaag op
een stevige ondergrond vastgezet wor
-
den:
1. Boor 4 gaten in de ondergrond.
2. Steek de schroeven bovenaan door
de basisplaat van de zaagmachine
en schroef ze vast.
6.3 Tafelblad monteren
1. Draai de eindaanslagschroef (53)
onderaan in het tafelblad.
2. Plaats het tafelblad over het zaaglint
en laat het zakken tot op de tafel
-
bladhouder.
3. Bevestig het tafelblad met vier
schroeven
(54) en borgschijfjes op
de tafelbladhouder.
6.4 Zaaglint aanspannen
A
Gevaar!
Een te hoge spanning kan leiden tot een
breuk van het zaaglint. Bij een te lage
spanning kan het aandrijfwiel beginnen
slippen, waardoor het zaaglint komt stil
te staan.
1. Breng de bovenste lintgeleider hele-
maal naar boven (zie „Bediening“).
2. Spanning controleren:
Met de vinger in het midden tus-
sen de zaagtafel en de bovenste
bandgeleiding zijdelings tegen
het zaagband drukken (het zaag
-
band mag zich slechts om 1 tot 2
mm zijdelings laten indrukken).
Instelling aan de weergave van
de zaagbandspanning controle
-
ren. De schaal geeft de correcte
instelling afhankelijk van de
breedte van het zaagband weer .
3. Corrigeer de spanning indien nodig:
Verhoog de spanning door het
instelwiel
(55) naar rechts te
draaien.
Verlaag de spanning door het
instelwiel (55) naar links te
draaien.
6.5 Aanslaggeleider monte-
ren
Aanslaggeleidingsprofiel (56) met
vier vleugelschroeven en onderle-
gringen aan de zaagtafel bevesti-
gen.
6.6 Parallelle aanslag monte-
ren
De parallelle aanslag kan zowel links als
rechts van het zaaglint gemonteerd wor-
den.
1. Parallelaanslag in de aanslaggelei-
ding inhangen.
2. Maak de grendel (57) van de paral-
lelle aanslag vast.
6.7 Zaagselafzuigsysteem
aansluiten
A
Gevaar!
Het zaagstof van enkele houtsoorten
(bijv. eik, beuk en es) kan bij het ina
-
demen kankerverwekkend zijn: werk
in gesloten ruimten uitsluitend met
een zaagselafzuiginstallatie (lucht
-
snelheid aan de afzuigstomp van de
zaag 20 m/s).
50
51
52
53
54
55
56
57