User Manual

46
NEDERLANDS
2. Schakel de zaag even in en onmid-
dellijk opnieuw uit.
3. Let op de draairichting van het zaag-
lint: het zaaglint moet in het snij-
bereik van boven naar onder
bewegen.
4. Als het zaaglint in de foute richting
loopt, trekt u de stroomkabel van de
aansluiting aan de zaag.
5. Laat de elektrisch aansluiting wijzi-
gen door een elektromonteur!
A
Gevaar!
Om de kans op ongevallen zo veel
mogelijk te beperken, moet u zich bij
alle werkzaamheden aan de volgende
veiligheidsvoorschriften houden:
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt:
stofmasker;
draag oorbeschermers;
draag een veiligheidsbril.
Zaag nooit meer dan één werk-
stuk tegelijk.
Zorg ervoor dat het werkstuk tij-
dens het zagen steeds goed
tegen het tafelblad ligt.
Zet het werkstuk nooit op z’n
smalle kant (tijdens het zagen).
Probeer nooit het zaaglint af te
remmen door er van de zijkant
(met een voorwerp) tegenaan te
drukken.
Zagen van boogvormige en onre-
gelmatige werkstukken: werks
tuk
vast op de tafel houden en gelijk-
matig naar voren schuiven. Blijf
met de handen in de veilige zone.
Naargelang het soort werk dat u
verricht, gebruikt u:
een duwhout – als de afstand
aanslagprofiel – zaaglint
120 mm;
een werkstuksteun voor
lange werkstukken, wanneer ze
na het doorzagen van de tafel
zouden vallen;
een schaafselafzuigsysteem;
bij het snijden van cirkels een
cirkelsnijdinrichting;
bij het snijden van kleine wig-
gen een geleidingsinrichting;
een geschikte kleminrichting
bij het doorzagen van ronde
werkstukken, zodat het werk
-
stuk niet kan doordraaien;
een geschikte aanslag bij het
smalkantzagen van vlakke
werkstukken, om een veilige
geleiding te garanderen.
Controleer of alles goed functio-
neert alvorens met de zaagwerk-
zaamheden te beginnen:
zaaglint;
bovenste en onderste zaaglint-
bescherming.
Beschadigde onderdelen dienen
onmiddellijk vervangen te wor-
den.
Zorg voor een juiste werkhouding
tijdens het zagen (de zaagtanden
moeten naar de gebruiker wijzen).
Zaag nooit meerdere werkstuk-
ken tegelijkertijd - ook geen bun-
dels die bestaan uit meerdere
afzonderlijke stukken. Er is
gevaar voor lichamelijk letsel als
aparte stukken zonder steun door
het zaagblad worden gegrepen.
c
Intrekrisico!
Draag geen loszittende kledij, sie-
raden of handschoenen die in de
draaiende onderdelen van de
machine terecht zouden kunnen
komen.
Personen met lang haar zijn ver-
plicht een haarnetje te dragen.
Zaag nooit werkstukken die aan
touwen, snoeren, riemen of dra-
den hangen of dergelijke materia-
len bevatten.
7.1 De hoogte van de boven-
ste lintgeleider instellen
De hoogte van de bovenste lintgeleider
(66) moet ingesteld worden:
voor het begin van de zaagwerk-
zaamheden, om aan te passen aan
de werkstukhoogte (de bovenste lint-
geleider moet zich bij het zagen ca. 3
mm boven het werkstuk bevinden);
na de uitvoering van wijzingen aan
het zaaglint of het tafelblad (bijvoor
-
beeld zaaglint vervangen, zaaglint
aanspannen, tafelblad uitlijnen).
A
Gevaar!
Schakel de machine uit en wacht tot
het zaaglint stilstaat voor u de boven-
ste lintgeleding en de helling van het
tafelblad instelt.
1. Draai de schroef (65) los.
2. Bovenste bandgeleiding (66) met de
draaigrendel (64) op de gewenste
hoogte stellen.
3. Draai de schroef (65) weer vast.
Snijsnelheid instellen
1. Open de onderste deur van de
behuizing.
2. Draai de spanhendel naar links om
de V-riem los te maken.
3. V-riem op de passende riemschijf
aan het aandrijfwiel (onderste band
-
zaagrol) en op de passende motor-
riemschijf leggen – Sticker op de
binnenkant van de onderste behui
-
zingsdeur opvolgen.
A
Attentie!
De V-riem moet op de beide voorste
of de beide achterste riemschijven
lopen. Plaats de V-riem nooit schuin!
V-riem op de voorste riemschijven
= lage snelheid, hoog koppel.
7. Bediening
64
65
66
965 m/min408 m/min