User Manual

47
NEDERLANDS
V-riem op de achterste riemschijven
= hoge snelheid, laag koppel.
4. Span de V-riem weer door de span-
hendel naar rechts te draaien (de V-
riem moet in het midden ongeveer
10
mm doorgebogen kunnen wor-
den).
5. Sluit de onderste deur van de behui-
zing.
7.2 Werken met de zaagma-
chine
1. Controleer de zaaglintspanning (zie
hoofdstuk "Zaaglint aanspannen")
2. Stel eventueel de tafelbladhoek in.
3. Kies afhankelijk van de gewenste
snijmethode de parallelle aanslag
en de tafelbladhoek.
A
Gevaar door kantelen van het
werkstuk!
Bij het zagen met parallelle aanslag
en hellend tafelblad moet de parallelle
aanslag aan de naar onder wijzende
kant van het tafelblad bevestigd wor
-
den.
4. Zet de bovenste lintgeleider 3 mm
boven het werkstuk vast.
3
Aanwijzing:
Voer voor u het werkstuk zaagt
altijd een proefsnede uit en corrigeer
eventueel de instellingen.
5. Plaats het werkstuk op het tafelblad.
6. Schakel de zaag in.
7. Zaag het werkstuk in één beweging
door.
8. Als u stopt met werken, moet u de
zaagmachine uitzetten.
9. Als u niet meteen verder werkt:
zaaglintspanning verlagen en op het
apparaat de waarschuwing aan
-
brengen dat de zaaglintspanning
vóór het volgende zaagproces weer
ingesteld moet worden (zie hoofd
-
stuk "Zaaglint aanspannen")
A
Gevaar!
Voordat u met de service of met het
onderhoud begint:
1. zet u het apparaat uit.
2. wacht u tot de zaag helemaal stil-
staat.
3. de stekker uit het stopcontact
trekken,
Nadat u klaar bent met de service
en/of onderhoudsbeurt, moet eerst
de goede werking van alle veilig-
heidsvoorzieningen gecontroleerd
worden.
Beschadigde onderdelen, in het bij-
zonder veiligheidsvoorzieningen,
mogen uitsluitend door originele
onderdelen worden vervangen,
omdat onderdelen, die niet door de
fabrikant getest en vrijgegeven zijn,
niet te voorziene schade tot gevolg
kunnen hebben.
Service en/of onderhoudswerk-
zaamheden die niet in dit hoofdstuk
beschreven staan mogen uitsluitend
door vaklui uitgevoerd worden.
A
Gevaar!
Bij een beschadigde tafelinleg
bestaat het gevaar dat kleine voor
-
werpen klem komen te zitten tussen
tafelinleg en zaaglint en het zaaglint
blokkeren. Beschadigde inlegprofie
-
len moeten onmiddellijk vervangen
worden!
Toerentalregeling
Door het verplaatsen van de aandrijfriem
kan de lintzaag met twee snelheden (zie
„Technische gegevens“) gebruikt wor
-
den:
408 m/min voor harde houtsoorten,
kunststoffen en non-ferrometalen
(met passend zaaglint);
965 m/min voor alle houtsoorten.
A
Attentie!
De aandrijfriem mag niet schuin
geplaatst worden, anders raakt hij
beschadigd.
8.1 Zaaglint uitlijnen
Wanneer het zaaglint niet meer over het
midden van het rubberen loopvlak loopt,
moet de hellingshoek van het bovenste
lintzaagwiel bijgeregeld worden:
1. Draai de blokkeerschroef (68) los.
2. Draai aan de instelschroef (67):
Draai de instelschroef (67) naar
rechts als het zaaglint meer naar
de voorkant van de zaagmachine
loopt.
Draai de instelschroef (67) naar
links als het zaaglint meer naar
de achterkant van de zaagma-
chine loopt.
3. Draai de blokkeerschroef (68) weer
vast.
8.2 Bovenste lintgeleider uit-
lijnen
De bovenste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint
achteraan),
twee geleidingsrollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze rollen moeten na vervanging of uit-
lijnen van het zaaglint steeds opnieuw
uitgelijnd worden:
3
Aanwijzing:
Controleer de rollen regelmatig
op slijtage en vervang indien nodig alle
rollen tegelijk.
Steunrol instellen
1. Eventueel moet u het zaaglint uitlij-
nen en aanspannen.
2. Draai de schroef (69) voor de steun-
rol (70) los.
3. Lijn de steunrol uit (afstand steunrol
zaaglint = 0,5 mm – als het zaaglint
met de hand bewogen wordt, mag
het niet in aanraking komen met de
steunrol)
4. Trek de schroef voor de steunrol
opnieuw aan.
Geleiderollen instellen
1. Kartelmoer (72) losmaken.
2. Geleidingsrollen (73) met de kartel-
schroeven (71) tegenover het zaag-
band instellen.
8. Service en onderhoud
965 m/min408 m/min
67
68
69
70