User Manual

48
NEDERLANDS
3. Bandzaagrol enkele keren per hand
in richting van de wijzers van de klok
draaien om te controleren of zich de
geleidingsrollen in de juiste positie
bevinden - beide geleidingsrollen
dienen licht aan het zaagband aan
te sluiten.
4. Kartelmoer (72) weer aantrekken,
om de kartelschroef (71) vast te
schroeven.
8.3 Onderste lintgeleider uit-
lijnen
De onderste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint
achteraan),
twee geleidingsrollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze delen moeten na vervanging of uit-
lijnen van het zaaglint uitgelijnd worden.
3
Opmerking:
controleer de steunrol en de
geleidingsrollen regelmatig op slijtage en
vervang bij behoefte beide geleidingsrol
-
len gelijktijdig.
Basisinstelling
1. Open de onderste deur van de
behuizing.
2. Ingrijpbescherming in de onderste
positie schuiven en onderste zaag
-
bandafdekking (74) openen.
3. Draai de schroef (75) voor de onder-
ste bandgeleiding los.
4. Onderste bandgeleiding zo ver-
schuiven dat het zaagband in het
midden tussen de geleidingsrollen
(76) ligt.
5. Trek de schroef (75) aan.
Steunrol instellen
1. Draai de schroef (80) voor de steun-
rol los.
2. Lijn de steunrol uit (81) (afstand
steunrol zaaglint = 0,5 mm – als het
zaaglint met de hand bewogen
wordt, mag het niet in aanraking
komen met de steunrol)
3. (80) Trek de schroef voor de steun-
rol opnieuw aan.
Geleiderollen instellen
1. Kartelmoer (78) losdraaien.
2. Geleiderollen (77) met de kartel-
schroeven (79) tegenover het zaag-
lint plaatsen.
3. Bandzaagrol enkele keren per hand
in richting van de wijzers van de klok
draaien om te controleren of zich de
geleidingsrollen in de juiste positie
bevinden - beide geleidingsrollen
dienen licht aan het zaagband aan
te sluiten.
4. Kartelmoer (78) weer aantrekken,
om de kartelschroef vast te schroe-
ven.
5. Onderste zaagbandafdekking (74)
sluiten.
6. Sluit de onderste deur van de behui-
zing.
8.4 Kunststofvoeringen ver-
vangen
Controleer de kunststofvoeringen gere-
geld op slijtage. De kunststofvoeringen
moeten steeds tegelijk vervangen wor
-
den:
1. Verwijder het zaaglint (zie „Onder-
houd en verzorging”).
2. Steek een kleine schroevendraaier
onder de kunststofvoeringen en ver-
wijder deze.
3. Breng de nieuwe kunststofvoerin-
gen aan en monteer het zaaglint.
8.5 Tafelinlegprofiel vervan-
gen
Het tafelinlegprofiel moet worden ver-
vangen wanneer de gleuf beschadigd is.
1. Neem het tafelinlegprofiel (82) uit
het tafelblad (druk het er langs
onder uit).
2. Breng een nieuw tafelinlegprofiel
aan.
8.6 Zaag schoonmaken
A
Gevaar!
Het zaaglint of de bandzaagrol nooit
met een borstel of schraper in de
hand aanraken, als het apparaat in
werking is!
Voordat u met onderhouds- of
schoonmaakwerkzaamheden begint:
1. de machine uitschakelen,
2. wacht u tot de zaag helemaal stil-
staat;
3. trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
De zaag schoonmaken
1. Kastdeur openen.
2. Verwijder zaagsel en stof met een
borstel of een stofzuiger.
3. Kastdeur sluiten.
8.7 Machine opbergen
A
Gevaar!
Berg de zaagmachine steeds op
waar onbevoegden ze niet kun-
nen inschakelen en
71
73
72
74 75 76
77
78
79
8081
82